Toepassingen lineaire stelsels en inverteerbare matrices - Ingevulde versie Toepassing 1. Codeertheorie We bespreken een eenvoudige manier om boodschappen te coderen en te decoderen. We willen bijvoorbeeld laten weten dat een vliegtuig geland is met behulp van de boodschap “NU GELAND”. We voegen aan elke letter een getal toe, namelijk zijn plaats in het alfabet A 1 B 2 C 3 D 4 E 5 F 6 G 7 H 8 I 9 J 10 K 11 L 12 M 13 N O 14 15 Coderen P 16 Q 17 R 18 S 19 T 20 U 21 V 22 W 23 X 24 Y 25 Z 26 Om een boodschap te coderen gaan we als volgt te werk. Stap 1. Groepeer de letters per twee, indien nodig vul je de booschap aan met een letter. In ons voorbeeld geeft dit N 14 U 21 G 7 E 5 L 12 A 1 N 14 D 4 Stap 2. Kies een geheime 2 × 2 matrix A die inverteerbaar is, bijvoorbeeld A = 1 2 . 2 3 Stap 3. Codeer de getallen van de boodschap door te vermenigvuldigen met de matrix A. 1 2 14 56 In ons voorbeeld wordt “NU” gecodeerd als · = 2 3 21 91 Analoog voor “GE”, “LA”, “ND”. Dit geeft de gecodeerde boodschap Verzenden We verzenden de code Decoderen N 56 U 91 G 17 E 29 L 14 A 27 N 22 D 40 56 91 17 29 14 27 22 40 Om de code te decoderen dienen we over de matrix A te beschikken. Om het eerste paar cijfers 56 91 te decoderen zoeken we de oplossingen van het stelsel 1 2 x 56 · 1 = 2 3 x2 91 | {z } A Waarom heeft dit stelsel een unieke oplossing, en hoe kunnen we die oplossing vinden? Het 2 × 2 stelsel heeft een unieke oplossing omdat A inverteerbaar is (zie Gevolg pagina ??). Die oplossing kunnen we vinden door links te vermenigvuldigen met de inverse A−1 x1 56 −3 2 56 14 N = A−1 · = · = x2 91 2 −1 91 21 U Het vliegtuig ontvangt de volgende instructie. Decodeer deze code. 41 67 41 68 19 33 70 115 Oplossing. We gaan te werk zoals hierboven: A −1 41 11 · = 67 15 K O A −1 41 13 · = 68 14 M N Het vliegtuig ontvangt de instructie “KOM NIET”. A-118 A −1 19 9 · = 33 5 I E A −1 70 20 · = 115 25 T Y Toepassing 2. Vraagstukken 3 Modelvoorbeeld 1 (het probleem van Tartaglia). Drie jonge mensen hebben wat spaargeld. Zegt de eerste: “Als je mij elk de helft geeft van jullie spaargeld dan kom ik aan 3400 euro”. Waarop de tweede: “Geef mij elk het derde deel van jullie geld en dan kom ik ook aan 3400 euro”. De derde zegt: “Geef mij elk een vierde van wat jullie gespaard hebben dan kom ik ook aan 3400 euro”. Hoeveel spaargeld heeft elk van hen? Oplossing. x1 = spaargeld eerste Noemen we x2 = spaargeld tweede x3 = spaargeld derde dan vertaalt het vraagstuk zich in het stelsel 1 1 x1 + x2 + x3 = 3400 2 2 1 1 x1 + x2 + x3 = 3400 3 3 1 x1 + 1 x2 + x3 = 3400 4 4 NiccolòFontanaTartaglia (1499 - 1557) We schrijven de geassocieerde matrix op, en bepalen de trapvorm met behulp van de grafische rekenmachine. 1 21 12 | 3400 1 0 0 | 1000 [A | b] = 31 1 13 | 3400 ∼ T = 0 1 0 | 2200 1 1 0 0 1 | 2600 1 | 3400 4 4 Antwoord. De eerste bezit 1000 euro, de tweede 2200 euro en de derde 2600 euro. 3 Modelvoorbeeld 2. Een test bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Om te quoteren vertrekt men met 30 punten. Een goed antwoord is 4 punten waard, antwoord je fout dan wordt 1 punt afgetrokken 1 en voor een blanco antwoord wordt niks aangerekend. Jan behaalde een score van 84 punten. In een nieuw systeem vertrekt men met 0 punten en krijg je voor een correct antwoord 5 punten. Voor een fout antwoord wordt niks aangerekend. Een blanco antwoord wordt gevalideerd met 2 punten. Jan behaalt in dit nieuw systeem een score van 93 punten. Hoeveel vragen liet Jan blanco? Oplossing. g = aantal goede antwoorden Noemen we f = aantal foute antwoorden b = aantal blanco dan vertaalt het vraagstuk zich in het stelsel 4g − f + 30 = 84 5g + 2b = 93 g + f + b = 30 ⇔ 4g − f = 54 5g + 2b = 93 g + f + b = 30 We schrijven de geassocieerde matrix op, en bepalen de trapvorm met behulp van de grafische rekenmachine. 4 [A | b] = 5 1 −1 0 1 0 | 54 1 0 2 | 93 ∼ T = 0 1 1 | 30 0 0 0 0 1 | 15 | 6 | 9 Antwoord. Jan liet 9 vragen blanco. 1 Het aftrekken van punten bij een foutief antwoord staat bij studenten bekend onder de term giscorrectie. Bij vragen met N keuzemogelijkheden bestaat de meest rechtvaardige manier van giscorrectie erin om voor elk goed antwoord 1 punt te geven, voor elk blanco antwoord 0 punten te geven en voor elk fout antwoord 1/(N − 1) af te trekken.Voor een wiskundige onderbouw van rechtvaardige giscorrectie, alsook het optimaliseren van slaagkansen, verwijzen we naar [9] A-119