TOONAARDEN EN KWINTENCIRKEL 1. DE KWINTENCIRKEL De rangschikking van de grote en kleine tertstoonladders gebeurt vaak in cirkelvorm. De buitenkant van de cirkel wordt voorbehouden aan de grote toonladders, de binnenkant aan de parallelle kleine toonladders (zelfde voortekening met een andere tonica). Tussen twee toonaarden is er telkens een reine kwint. Met de wijzers van de klok mee vinden we de toonladders met kruisen. In tegengestelde richting vinden we de toonladders met mollen. 2. DE VOORTEKENING VAN EEN TOONAARD VINDEN. De voortekening van een toonaard vindt men door gebruik te maken van de kwintencirkel, en deze kan men makkelijk afgaan door de kwinten te tellen op de vingers van een hand. De belangrijkste regels waarbij men rekening moet houden zijn de volgende : Begin altijd bij do voor de grote toonaarden. Tel naar boven voor # en naar beneden voor b (een kruis staat boven op de kerk en mollen leven onder de grond). De vijfde noot op de pink wordt de eerste noot van de volgende hand (zie verder). 3. GROTE TOONAARDEN MET # (.. GROOT OF ..# GROOT) 1. Welke toonaarden hebben # ? De grote toonaarden met kruisen zijn Sol groot, Re groot, La groot, Mi groot, Si groot, Fa# groot en Do# groot. Zij hebben ofwel geen wijzigingsteken ofwel # in de naam (vb. sol groot, fa# groot, do# groot). Do groot (geen voortekening) en fa groot (sib) zijn hierop uitzonderingen. 2. Werkwijze : # = Tel op je vingers de noten naar boven, beginnend met de do. De vijfde noot op de pink wordt de eerste noot van de volgende hand. Doe dit tot je op de pink de tonica van de toonaard hebt. Het aantal handen = het aantal #. Vb. Zoek de voortekening van Si groot, begin op de do en tel handen naar boven. Na 5 handen heb je si op de pink, si groot heeft dus 5#. 3. Je hebt de #, je zoekt de naam van de grote toonaard. Aantal # = aantal handen Het aantal # die je ziet, zijn het aantal handen die je naar boven aftelt. De laatste noot op de pink is de tonica of naam van de toonaard. Als die noot in de voortekening een # heeft, dan schrijf je die in de naam van de toonaard ook met een #. 4. DO GROOT De toonaard zonder handen, op de eerste duim (do), is do groot en heeft geen voortekening. 5. TOONAARDEN MET b (..b GROOT EN FA GROOT) 1. Welke toonaarden hebben b ? De grote toonaarden met mollen zijn Fa groot, Sib groot, Mib groot, Lab groot, Reb groot, Solb groot en Dob groot. Het zijn alle toonaarden met b in de naam en Fa groot (sib). 2. Werkwijze : b = De werkwijze voor de b is dezelfde als voor de #, er moet enkel naar beneden geteld worden. Tel op je vingers de noten naar beneden, beginnend met de do op de duim. De vijfde noot op de pink wordt de eerste noot van de volgende hand. Doe dit tot je op de pink de tonica van de toonaard hebt. Het aantal handen = het aantal b. Vb. Zoek de voortekening van Sib groot, begin op de do en tel handen af. Na 2 handen heb je si op de pink, sib groot heeft dus 2b. 3. Je hebt de b, je zoekt de naam van de grote toonaard. Aantal b = aantal handen Net zoals bij de #, is het aantal b dat je ziet gelijk aan het aantal handen die je naar beneden aftelt. De noot op de pink is de tonica of naam van de toonaard. Als die noot in de voortekening een b heeft, dan schrijf je die ook met een b. 6. DE VOLGORDE VAN DE b EN # Alle grote tertstoonaarden zijn gebaseerd op dezelfde opeenvolging van hele en halve tonen als in de toonladder van do groot, namelijk 2 hele tonen, een halve toon, 3 hele tonen en een halve toon. Om de verschillende toonaarden te vinden gaan we de kwintencirkel aflopen, de kwinten naar boven voor de # en naar beneden voor de b. 1. Volgorde van de # Neem om de eerste toonaard met # te vinden de tweede helft van do groot (dat is een kwint naar boven). Schrijf daar 4 noten bij, en probeer vervolgens de hele en halve tonen te laten kloppen door waar nodig een # toe te voegen. In sol groot is dat bij de fa -> fa#, de Vlle toontrap wordt verhoogd. Als je dit dan verder blijft doen voor de andere toonaarden, vind je uiteindelijk de volgorde van de #, namelijk fa# do# sol# re# la# mi# si#. 2. Ezelsbruggetje Elk woord begint met een noot: Familie Dokter Solvay repareert lange mikado's (met) Sinterklaas. Alle noten van de 4e vinger (zie hand in 3.2) geven de volgorde van de #. 3. Volgorde van de b Neem om de eerste toonaard met b (fa groot) te vinden, de eerste 4 noten van do groot. Schrijf daar 4 noten voor (een kwint naar beneden) en probeer de hele en halve tonen te laten kloppen door waar nodig een b toe te voegen. In fa groot is dat bij de si sib, de vierde toontrap wordt verlaagd. Als je dit dan verder blijft doen voor de andere toonaarden, vind je de volgorde van de b, namelijk sib, mib, lab, reb, solb, dob, fab. 4. Ezelsbruggetje Elk woord begint met de eerste letter van een noot: Sip moet langer rijden sinds de file. OF Alle noten van de 2e vinger (zie hand) geven de volgorde van de b. 7. ENHARMONISCHE TOONAARDEN De 6 grote en 6 kleine toonaarden onderaan zijn telkens per twee gelijkklinkend. We noemen dit de enharmonische toonaarden. De grote enharmonische toonaarden zijn reb groot en do# groot, solb groot en fa# groot, en dob groot en si groot. De kleine enharmonische toonaarden zijn sib klein en la# klein, mib klein en re# klein, en lab klein en sol# klein. 8. KORTE SAMENVATTING