Uploaded by Janny Knappers

Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t m 5 Dawud K

advertisement
Rapportage Ontwikkelingslijn 1, Visueel-motorische ontwikkeling
leerling: Karimi, Dawud
datum: 13 augustus 2019
door:
knappers, janny
4 jaar + 3 maand
4 jaar + 6 maand
4 jaar + 9 maand
5 jaar
groep 2, oktober
groep 2, januari
groep 2, eind
1. Grove motoriek
1. Grove motoriek
1. Grove motoriek
1. Grove motoriek
2. Fijne motoriek
2. Fijne motoriek
2. Fijne motoriek
a kan over een lage balk lopen
kan 3 keer op één been
b
hinkelen
kan 5 seconden op één voet
c
staan
d kan grote bal vangen
springt met twee voeten over
e
voorwerp van 20 centimeter
f kan rennen
g kan huppelen
h kan hinkelen
kan springen van een
i springkast en landen op twee
voeten
j gooit gericht met een grote bal
vangt grote bal met twee
k
handen
l gooit gericht met kleine bal
kan afwisselend hinkelen op
m
beide benen
kan evenwicht bewaren op
n
balk
o kan over een streep lopen
kan 10 seconden op één voet
p
staan
kan grote bal gooien en kleine
q
bal met twee handen vangen
r kan springen, huppelen
kan met dikke kwast grote
l
cirkels op papier zetten
m kan zelf knopen maken
n kan rechte lijn knippen
kan tussen twee lijnen een lijn
o
trekken
p heeft goede potloodgreep
q kan binnen de lijntjes kleuren
schrijft al letters op zijn eigen
s
wijze
u kan schrijfpatronen natekenen
p heeft goede potloodgreep
u kan schrijfpatronen natekenen
schrijft al letters op de goede
v manier: begint goed en geen
omkeringen
2. Fijne motoriek
a maakt ritssluiting open en dicht
kan balletje klei van 5 cm
maken
c kan grote kralen rijgen
d kan blad doorknippen
kan twee stippen met lijn
e
verbinden
b
3. Visuele waarneming
a
b
c
d
e
f
g
wijst lichaamsdelen aan:
hoofd, arm, voet, buik, neus
imiteert houding van andere
kinderen. bijv: hurken, hoofd
schudden, krabben
tekent een eenvoudig poppetje
bouwt toren van 8 blokken
kan eenvoudige mozaïek
nabouwen van 5 stukjes
kan een verticale lijn, cirkel,
kruis en vierkant natekenen
maakt eenvoudige puzzels
datum 13 08 2019
2. Fijne motoriek
kan balletje klei van 1 cm
maken
g kan met kleine kralen rijgen
knipt vierkant en een smalle
h
reep uit
kan lijn trekken tussen twee
i lijnen (afstand 1 à 2 cm
afstand)
j kan potlood goed vasthouden
k kan veters strikken
f
3. Visuele waarneming
kan lichaamsdelen aanwijzen:
g teen, wenkbrauw, elleboog,
oorlel
imiteert de houding van
h andere kinderen bijv:
knipogen, fronsen, boos kijken
kan een poppetje tekenen:
i hoofd, romp, benen, armen,
gezicht, voeten
kan een eenvoudig huisje
j
(lego, blokken) nabouwen
bouwt complexere mozaïek
k
van 20 stukjes na
kan een cirkel, vierkant,
l driehoek en rechthoek
natekenen
m maakt moeilijkere puzzels
Bosos: Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t/m 5
pagina 1
Rapportage Ontwikkelingslijn 2, Taal-denkontwikkeling
leerling: Karimi, Dawud
datum: 13 augustus 2019
door:
knappers, janny
4 jaar + 3 maand
4 jaar + 6 maand
4 jaar + 9 maand
5 jaar
groep 2, oktober
groep 2, januari
groep 2, eind
5. Geheugen
6a. Taalgebruik/taalbegrip
6a. Taalgebruik/taalbegrip
5. Geheugen
6a. Taalgebruik/taalbegrip
6a. Taalgebruik/taalbegrip
6a. Taalgebruik/taalbegrip
f
vertelt een verhaal in
k
chronologische volgorde
gebruikt spontaan woorden die
l
in de lessen aangeboden zijn
kimspel: 10 sec kijken naar 5
kent de woorden die in de les
f objecten en daarna 1
q aangeboden zijn na een week
weghalen
nog steeds
kan 3 of 4 woorden met 2
gebruikt de voorzetsels op de
g
r
lettergrepen nazeggen
juiste manier
kan zinnen met 5 of 6 woorden 6c . Taal/denken
h
nazeggen
kan voorspellingen doen n.a.v.
kan twee opdrachten achter
een titel of een plaatje en die
g
i elkaar, bijv: doe 2 stapjes
eventueel bijstellen als dat
vooruit en 1 opzij
nodig is
kan 3 of 4 cijfers achter elkaar
kan een observatie goed
j
h
nazeggen
onder woorden brengen
6a. Taalgebruik/taalbegrip
a
b
c
d
e
kimspel: 10 sec kijken naar 4
voorwerpen en daarna
noemen
kan 3 woorden nazeggen die
geen relatie met elkaar
hebben
kan zinnen nazeggen van 4 of
5 woorden
voert opdrachten in de goede
volgorde uit: geef maar eerst ..
en dan...
kan 2 of 3 cijfers achter elkaar
nazeggen
6a. Taalgebruik/taalbegrip
a
b
c
d
e
praat al in eenvoudige maar
goede zinnen (zinsbouw)
heeft een gevarieerde
woordenschat
benoemt met behulp van een
plaat 10 voorwerpen van
verschillende categorieën
kan vragen over een plaat, die
in de klas aangeboden wordt,
beantwoorden
wijst de begrippen voor,
achter, in op een plaat aan
6c. Taal/denken
kan 3 plaatjes in de goede
a volgorde zetten en daarbij het
verhaal vertellen
beantwoordt begripsvragen
b n.a.v een plaat: waarom, hoe,
wat denk je?
datum 13 08 2019
praat in goede zinnen
luistert aandachtig gedurende
g
5 à 10 minuten
kan navertellen van een
h
verhaal
kan weergeven van
i gebeurtenis in de juiste
volgorde weergeven
kan oorzaak en gevolg
j
weergeven
6c. Taal/denken
kan vragen nav een verhaal of
c een boek na afloop
beantwoorden
praat al in samengestelde
d
zinnen
kent de dagen van de week en
kan de instructie qua taal in de
s
v
de begrippen van de dagen
klas volgen (passieve taal)
kan de betekenis afleiden uit
kan zich voldoende uiten als
t
samengestelde woorden
w hem iets gevraagd wordt
doet actief mee bij het maken
(actieve taal)
u
van woordnetwerken (web)
kent de instructiebegrippen
x van lezen: letter, woord, zin,
eerst, middelste, laatste
kent de instructiebegrippen bij
rekenen: getal, cijfer, som,
y erbij, eraf, samen, verschil,
evenveel, is gelijk aan
(woordenschat)
taalbegrip/taalproductie:
m reageert goed op vragen over
een plaat
n praat in volledige zinnen
kan met behulp van een plaat
o
10 voorwerpen benoemen
kent de begrippen: onder,
p naast, boven, beneden, uit,
midden, buiten
6c. Taal/denken
zet 4 plaatjes in de goede
e volgorde en vertelt daarbij het
verhaal
kan begripsvragen
f beantwoorden n.a.v een plaat:
waarom, hoe, wat denk je
Bosos: Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t/m 5
pagina 2
Rapportage Ontwikkelingslijn 3, Auditieve ontwikkeling + ontwikkeling
van de lees- en spellingsvoorwaarden
leerling: Karimi, Dawud
datum: 13 augustus 2019
door:
knappers, janny
4 jaar + 3 maand
4 jaar + 6 maand
4 jaar + 9 maand
5 jaar
groep 2, oktober
groep 2, januari
groep 2, eind
4. Auditieve waarneming
6b . Leesontwikkeling
6b. Leesontwikkeling
4. Auditieve waarneming
6b. Leesontwikkeling
6b. Leesontwikkeling
6b. Leesontwikkeling
kan geluiden herkennen en
benoemen, bijv: klok,
e
ziekenauto, vliegtuig, fluit,
telefoon
kan 3 lettergrepige woorden
f
nazeggen
g zingt pas geleerde liedjes
kan ritme klappen van 4 of
h
meer elementen
kan auditieve synthese met
s
behulp van twee plaatjes
kan auditieve analyse: welke
t letter hoor je het eerst bij het
woordje muis?
kan lettergrepen
u
onderscheiden
kan kleine verschillen in
v
objecten ontdekken
a
b
c
d
luistert naar dierengeluiden en
kan die geluiden daarna
nadoen en de dieren
aanwijzen
zegt 1 en 2 lettergrepige
woorden na
kan pas geleerd liedje
nazingen
kan ritme klappen van twee en
drie elementen
kan al een boek goed
a
hanteren
b weet de leesrichting
c
d
e
f
g
begrijpt gebruik van symbolen
en pictogrammen
experimenteert met
taalverschillen zoals rijmen en
gekke woorden
uit zichzelf rijmen (nonsens)
herkent een aantal letters,
vooral die van eigen naam
herkent dezelfde klank in
woorden
6b. Leesontwikkeling
h kan zijn naam schrijven
i kan werken met pictogrammen
j kan rijmen
kan dezelfde klank in woorden
k
herkennen
heeft al een idee van
l
geschreven taal
w
x
y
z
A
B
C
D
E
F
G
datum 13 08 2019
Bosos: Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t/m 5
heeft belangstelling voor
boeken en verhalen
heeft belangstelling voor lezen
en schrijven
is bekend met de leesrichting
van een boek,bladzijde en
regel
herkent al aardig wat letters
kan woorden tellen in
zinsverband
kan auditieve synthese in
context: het zit in je gezicht:
“n-eu-s”
kan begin-, eind- en
middenklank van een woord
benoemen
kan gericht rijmen
snapt woordobjectivatie: welk
woord is langer: reus of
kabouter
kan kleine verschillen in letters
herkennen
kan de vorm van letters
vasthouden (geen
omkeringen)
x
A
B
D
E
F
O
P
Q
R
heeft belangstelling voor lezen
en schrijven
kan woorden tellen in
zinsverband
auditieve synthese in context
bijv: het zit in je gezicht:
“n-eu-s”
kan gericht rijmen
snapt woordobjectivatie bijv:
welk woord is langer: reus of
kabouter?
kan kleine verschillen in letters
herkennen
kent of herkent al letters
(ongeveer 16)
kan auditieve analyse met
klanken.
kan auditieve synthese van
woorden met drie klanken
kan auditieve analyse (hakken
van woorden in klanken)
pagina 3
Rapportage Ontwikkelingslijn 4, Ontwikkeling van de rekenvoorwaarden
leerling: Karimi, Dawud
datum: 13 augustus 2019
door:
knappers, janny
4 jaar + 3 maand
4 jaar + 6 maand
4 jaar + 9 maand
5 jaar
groep 2, oktober
groep 2, januari
groep 2, eind
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
7. Rekenbegrip
kent de begrippen kort, lang,
a hoog, laag, dik, dun, zwaar,
licht, groot en klein
b kan 2 en 3 blokjes aangeven
c sorteert op kleur
d sorteert op vorm
e sorteert op eigenschap
kan vormen herkennen en
f
benoemen
kan kleuren herkennen en
g
benoemen
h telt 1-6
kan handelen met begrippen
i
kort-lang
kan handelen met begrippen
j
dik-dun
kan handelen met begrippen
k
klein-groot
kan handelen met begrippen
l
veel-weinig
kan handelen met begrippen
m
smal-breed
n telt synchroon van 1-10
u kan synchroon tellen tot 17
kan de begrippen één meer,
v één minder en evenveel
toepassen
benoemt volgorde van
w
rangtelwoorden
x herkent de cijfers 1-10
kan de hoeveelheden 1-6 en
y 10 in één keer tonen zonder
tellen
z kan terugtellen 10-1
kan afstand meten met een
A
maat
kent de begrippen één meer,
B twee meer, één minder, twee
minder, evenveel
kent het conservatieprincipe: 4
C olifanten is evenveel als 4
muizen
kan begrippen groter en
D kleiner(enz) door vergelijken
relatief zien
kan afstanden en inhouden
E
meten met een maat
F kan de cijfers al schrijven
x herkent de cijfers 1-10
kan de hoeveelheden 1-6 en
y 10 in één keer tonen zonder
tellen
z kan terugtellen 10-1
kent het conservatieprincipe: 4
C olifanten is evenveel als 4
muizen
kan begrippen groter en
D kleiner (enz.) door vergelijken
relatief zien
G kan tellen 1-20
resultatief tellen: kent verschil
L tussen de begrippen vier en
vierde
kan de handelingen bij de
begrippen één meer, twee
M meer, één minder, twee
minder, evenveel goed
hanteren
kan afstanden en inhouden
N meten met verschillende
maten
kan spiegelen / kan
P
spiegelbeelden herkennen
Q herkent de cijfers 11-20
kent de positie van de getallen
R
1-20
kan de oppervlaktes van
voorwerpen die veel van
S
elkaar verschillen, vergelijken
en ordenen
datum 13 08 2019
o
p
q
r
s
t
kent rangtelwoorden,
vergelijkende trap (groter),
overtreffende trap (grootst)
telt synchroon 1-10
maakt zonder te tellen
groepjes van 2 of 3
kan hoeveelheden naleggen
kan terugtellen 1-6
kent de cijfersymbolen
Bosos: Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t/m 5
pagina 4
Rapportage Ontwikkelingslijn 5, Sociaal-emotionele ontwikkeling
leerling: Karimi, Dawud
datum: 13 augustus 2019
door:
knappers, janny
4 jaar + 3 maand
4 jaar + 6 maand
4 jaar + 9 maand
5 jaar
groep 2, oktober
groep 2, januari
groep 2, eind
8. Sociaal emotionele
9. Sociale ontwikkeling
8. Sociaal emotionele
8. Sociaal emotionele
8. Sociaal emotionele
8. Sociaal emotionele
8. Sociaal emotionele
ontwikkeling
ontwikkeling
ontwikkeling
ontwikkeling
ontwikkeling
kan omgaan met uitgestelde
c
aandacht
gaat geordend en netjes om
d
met materialen
e uit zijn gevoelens
heeft geen angst om nieuwe
f
dingen te doen
g kan tegen zijn verlies
toont doorzettingsvermogen bij
h
spel
i
i
9. Sociale ontwikkeling
9. Sociale ontwikkeling
9. Sociale ontwikkeling
m kan samenwerken
zoekt toenadering naar
n
leerkracht en kinderen
gaat zonder morren aan de
o
slag met verplichte werkjes
is bereid (bijna) alle leerlingen
p te helpen als zij hem iets
vragen
q is bekend met de spelregels
kan gedurende 10 minuten
r
aan verplicht werkje werken
kiest uit zichzelf de werkjes
van groep 2
kiest bij samenwerken
t voornamelijk kinderen van
groep 2
u houdt zich aan de spelregels
kan al meer dan 10 minuten
v aan een verplichte opdracht
werken
ontwikkeling
a durft zijn gevoelens te uiten
heeft geen angst om nieuwe
b
dingen te doen
9. Sociale ontwikkeling
a kan samenwerken
b heeft al vaste vriend(en)
zoekt toenadering naar
c
leerkracht en kinderen
10. Redzaamheid
a kan zelf aan– en uitkleden
b wast uit zichzelf zijn handen
c gaat zelf naar toilet
11. Zelfstandigheid
kan zelfstandig een opdracht
uitvoeren
kiest met gemak bij planbord
b
of takenbord
wisselt van opdracht bij het
c
planbord
a
12. Kringactiviteiten
a doet mee in de kring
b luistert aandachtig in de kring
c vertelt spontaan in de kring
13. Spelontwikkeling
spelkwaliteit: doet actief mee
a met spel in poppenhoek of
bouwhoek
spelfantasie: brengt nieuwe
b
elementen in het spel
spelgerichtheid: blijft
c gedurende 5 à 10 minuten bij
het spel betrokken
14. Werkhouding
a kiest gevarieerde opdrachten
b is betrokken bij de opdrachten
concentratie: werkt 5 à 10
c
minuten aan een opdracht
datum 13 08 2019
d
e
f
g
h
heeft interesse in
medeleerlingen
kan samenspelen in
werksituaties
vertoont hulpvaardig gedrag
heeft goede omgangsvormen
naar de normen van de school
kan goed omgaan met
planbord of takenbord
9. Sociale ontwikkeling
kan omgaan met winnen en
i
verliezen
kan gericht samenwerken met
j
andere kinderen
voert een gericht gesprek met
k volwassenen naar de normen
van school
kan gedurende 5 à 10 minuten
l werken aan een verplicht
werkje
10. Redzaamheid
d kan zelf aan– en uitkleden
e wast uit zichzelf zijn handen
f gaat zelf naar toilet
11. Zelfstandigheid
kan zelfstandig een opdracht
uitvoeren
kan al kiezen bij planbord of
e
takenbord
kan al wisselen van opdracht
f
bij het planbord
j
s
kan tegen fouten
toont doorzettingsvermogen bij
moeilijkere werkjes
kan tegen fouten en kritiek
toont doorzettingsvermogen bij
moeilijkere werkjes
kiest uit zichzelf de werkjes
s
van groep 2
kiest bij samenwerken
t voornamelijk kinderen van
groep 2
u houdt zich aan de spelregels
kan al meer dan 10 minuten
v aan een verplichte opdracht
werken
j
d
12. Kringactiviteiten
d doet actief in de kring
luistert goed naar andere
e
kinderen in de kring
kan in de kring spontaan
f
vertellen
13. Spelontwikkeling
spelkwaliteit:doet actief mee
d met spel in poppenhoek of
bouwhoek
spelfantasie: brengt nieuwe
e
elementen in het spel
spelgerichtheid: blijft
f gedurende 5 à 10 minuten bij
het spel betrokken
14. Werkhouding
d kiest gevarieerde opdrachten
e is betrokken bij de opdrachten
kan 10 minuten aan een
f
zelfgekozen opdracht werken
Bosos: Rapportage Ontwikkelingslijn 1 t/m 5
pagina 5
Download