Uploaded by User819

Tussentijdse opdracht 3

advertisement
Tussentijdse opdracht 3
Naam: Karin Grapendaal
Studentnummer:2596245
Werkgroep nummer:9
Datumwerkgroep: 28-9-16
Onderzoeksvraag?
Wat is de relatie tussen agressiviteit en videogames bij adolescenten?
deelvraag 1: Welk verband heeft het soort videogame dat wordt gespeeld met de mate van
agressiviteit?
Deel 1 - Samenvattingen
Samenvatting The effect of violent video game habits on adolescent hostility, agressive
behaviors, and school performance
Aan het onderzoek van Gentile, lynch, linder en Walsh (2004) deden 607 tweede- en
derdejaars studenten van de middelbare school mee. De studenten kwamen van vier scholen
uit het Midwesten waaronder een stedelijke privé school ( n=61), van twee voorstedelijke
publieke scholen (n=350), en van een plattelands publieke school (n=196). De gemiddelde
leeftijd van de deelnemers was 14 jaar. 52 procent van de deelnemers was man.
Elke deelnemer vulde een anonieme enquête in die data verzamelde over de
gewoontes, gedrag, kennis over videogames, schoolprestatie, demografische data, en de mate
waarin de deelnemers vijandigheid toetsten. De leraren waren getraind om het onderzoek af te
nemen. Deelnemers werd gevraagd om hun drie favoriete videogames op te noemen, en aan
elke game moesten ze een cijfer geven hoe vaak ze de game speelden. Het cijfer kon variëren
van een tot zeven waarbij een zelden betekende en zeven betekende dat ze de game vaak
speelden. Ook moesten de deelnemers van deze drie games een schatting geven van hoe
gewelddadig deze drie games waren. De deelnemers mochten weer de schaal van een tot
zeven gebruiken. De Deelnemers werd ook gevraagd hoeveel geweld ze in hun videogame
wilden op een schaal van een tot tien waarbij tien de hoogste mate van geweld is, en de
deelnemers werd gevraagd hoeveel geweld ze wilden in hun videogames vergeleken met twee
tot drie jaar geleden op een schaal van een tot vijf.
Als laatste werd aan de deelnemers gevraagd hoeveel tijd ze besteden aan het spelen van
videogames door de week, en in het weekend. Hoeveel tijd de deelnemers wekelijks aan
videogames besteden werd hieruit berekend.
Vijandigheid werd berekend door het gebruik van de Cook & Medley Hostility Scale (1954).
Op het gebied van limieten die opgelegd worden door ouders op videogames werden de
deelnemers gevraagd hoe vaak hun ouders limieten oplegden, hoeveel tijd ze aan games
mochten besteden en hoe vaak hun ouders de leeftijd van de game controleren voor de
deelnemers de videogame mochten kopen. Deelnemers werd gevraagd hoe vaak ze een
onenigheid hadden met hum leraren in het afgelopen jaar. Ook moesten deelnemers hun
gemiddelde cijfer op school geven, en er werd aan de deelnemers gevraagd of ze aan een
fysiek gevecht mee hadden gedaan het afgelopen jaar.
De gemiddelde tijd dat de deelnemers videogames speelden was negen uur per week.
Mannen speelden langer videogames dan vrouwen. De deelnemers wilden een bescheiden
hoeveelheid geweld in hun videogames. Jongens wilden een hoger niveau van geweld als
meisjes. Ouders waren niet zeer betrokken bij de hoeveelheid tijd die besteed werd aan het
spelen van videogames. Een groter deel van de jongens raakten betrokken bij fysieke
gevechten in vergelijking met het deel van de meisjes wat betrokken raakte bij gevechten.
Het verband tussen de blootstelling aan videogame en agressiviteit was positief
bevonden. Er was een hypothese opgesteld dat de blootstelling aan videogames zou leiden tot
agressief gedrag, zoals argumenten met leraren en fysieke gevechten deze hypothese werd
bevestigd. De relatie tussen de bloostelling aan gewelddadige videogames en fysieke
gevechten is sterker bevonden dan de relatie tussen de blootstelling aan gewelddadige
videogames en de argumenten met leraren.
waarom wordt dit artikel besproken in mijn literatuuroverzicht?
Dit artikel heeft betrekking op de hoofdvraag: wat is de relatie tussen agressiviteit en
videogames bij adolescenten? In het artikel wordt gesproken over de relatie tussen
videogames en agressiviteit. Dit kun je ook al in de titel van deze tekst zien staan daar staat
videogames en agressief gedrag.
Wat verbindt dit artikel met andere artikelen die ik bespreek in het literatuur
overzicht?
Al mijn artikelen hebben betrekking op de hoofdvraag en dit artikel ook. Er wordt hier net
zoals in mijn andere artikelen een relatie gelegd tussen agressiviteit en videogames.
Samenvatting: violent and nonviolent games produce opposing effects on agressive and
prosocial outcomes
In het experimenten van Sestir en Bartholow (2010) ging het om het verschil in agressiviteit
bij niet gewelddadige videogames en bij gewelddadige videogames. Sestir et al. (2010) deden
in totaal drie experimenten.
In experiment een deden 181 deelnemers aan het onderzoek mee waaronder 131
vrouwen. De deelnemers waren alle studenten zonder graad. Er werden twee gewelddadige
games gebruikt en twee niet gewelddadige games. De niet gewelddadige games waren visuele
puzzel games. De deelnemers ondergingen een aantal metingen voordat ze test ondergingen.
De metingen waren ervoor om te kijken over er individuele verschillen waren rond de
deelnemers die invloed konden hebben op hun agressiviteit. Er werden bij het experiment
twee muntjes gedraaid. Een muntje waarbij de uitkomsten vertraging van 15 minuten of geen
vertraging waren, en een ander muntje waarbij de uitkomsten een gewelddadige of een niet
gewelddadige game waren. Deelnemers moesten de game 30 minuten spelen met de deur
dicht. Deelnemers moesten na de game een score geven aan hun frustratie, opwinding, en hoe
geïnteresseerd ze waren in de game. De gewelddadige videogames kregen een hogere score
op het gebied van frustratie , een lagere op het gebied van hoe opwindend ze waren, en ze
werden minder intressant bevonden dan de niet geweldadige videogames.
In experiment twee waren er 389 mannelijke studenten zonder graad van de University
of North Carolina die deelnamen aan het experiment. Aan dit experiment werd ook een
vertragingselement toegevoegd net zoals in experiment een. In dit experiment moesten alle
Agressief gedrag werd gemeten door een versie van de Competitive Reaction Time task te
gebruiken. De basis procedure van experiment twee was identiek aan die van experiment een,
met de uitzondering dat er bij experiment twee een dobbelsteen was die bepaalde of de
deelnemers een game mochten spelen of dat de 30 minuten speeltijd weggelaten werd. De
deelnemers die meededen aan de agressieve videogame en die nul minuten vertraging hadden
waren agressiever dan de deelnemers van de niet agressieve videogame. Het agressie level
verschilde echter niet veel bij de gewelddadige game deelnemers en de niet gewelddadige
game deelnemers toen ze 15 minuten vertraging kregen opgelegd.
In experiment drie namen 111 studenten zonder graad deel. 68 van de deelnemers
waren vrouwelijk. Alle studenten kwamen van de University of North Carolina of van
Gettysburg College. De videogames en de vragen die werden gesteld waren identiek aan de
games en vragen van de eerste twee experimenten. Om te kijken hoe sociaal en agressief de
deelnemers waren werd een test uitgevoerd. De deelnemers kregen die korte verhalen te horen
met daarin een stressvolle situatie. De deelnemers moesten zelf het einde bedenken van het
verhaal met de stressvolle situatie. Er werden meer agressieve woorden gebruikt in het
verhaal van de mensen die agressieve videogames hadden gespeeld wat de hypothese van de
onderzoekers bevestigd dat mensen inderdaad agressiever gedrag gaan vertonen door
agressieve videogames en minder agressief gedrag door niet gewelddadige videogames.
waarom wordt dit artikel besproken in mijn literatuuroverzicht ?
Dit artikel heeft betrekking tot de hoofdvraag: wat is de relatie tussen agressiviteit en
videogames bij adolescenten. Er worden in dit artikel verscheidene onderzoeken uitgevoerd
met adolescenten en videogames. Ook komt de deelvraag die ik in mijn literatuuroverzicht ga
verwerken aan bod in dit artikel. In het artikel worden namelijk twee soorten games gebruikt
en er wordt gekeken naar de verschillende mate van agressiviteit die deze games opleveren.
Wat verbindt dit artikel met andere artikelen die ik bespreek in het literatuuroverzicht?
Dit artikel heeft net zoals mijn andere artikelen een relatie met de hoofdvraag en
gewelddadige en niet gewelddadige videogames worden genoemd en die woorden worden
ook een paar keer in de basisartikelen genoemd.
Literatuur
Gentile, D.E., Lynch, P.J., Linder, J.R., & Walsh, D.A. ( 2004). The effects of violent video
game habits on adolescent hostility, aggressive behaviors, and school performance. Journal of
adolescence, 27, 5-22
Sestir, M.A., & Bartholow, B.D. (2010). Violent and nonviolent video games produce
opposing effects on aggressive and prosocial outcomes. Journal of Experimental Social
Psychology, 46, 934-942
Deel 2 – Leerdoelen schrijven literatuuroverzicht






Ik kan aangeven waarom gevonden artikelen aansluiten bij de
onderzoeksvraag van mijn literatuuroverzicht.
Ik kan beoordelen of een wetenschappelijk artikel bruikbaar is
voor het schrijven van een literatuuroverzicht op basis van de
titel en het abstract.
Ik kan onderbouwing geven voor het uitvoeren van bepaald
(literatuur)onderzoek (e.g. het voegt iets toe aan de
wetenschap en/of maatschappij).
Ik kan beoordelen of een wetenschappelijk artikel bruikbaar is
voor het schrijven van een literatuuroverzicht op basis van
verwijzingen van andere auteurs naar het gevonden artikel.
Ik kan onderscheid maken tussen review papers en research
papers.
Ik kan de voor mijn literatuuroverzicht belangrijkste
informatie uit gevonden artikelen halen en kort en bondig
samenvatten.
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
Ik vind het nog lastig om onderbouwing te geven voor het uitvoeren van een bepaald
onderzoek. Hier zal ik nog wat aan moeten werken. Ik heb nu opgezocht wat het verschil is
tussen een review paper en een research paper is. Een research paper bevat orgineel
onderzoek , en een review paper is gebaseerd op onderzoek van anderen. Ik heb nog een
beetje moeite met wat nou de belangrijkste informatie is van de artikelen en ik zal hier nog
aan moeten gaan werken.
Download