Blaasvergroting Informatie voor patiënten Blaasvergroting 2 Blaasvergroting 3 4 U werd in het ziekenhuis opgenomen voor een blaasvergroting of augmentatiecystoplastie. De dokter heeft u de reden voor deze ingreep duidelijk gemaakt. In deze brochure vindt u bijkomende informatie over het verblijf in het ziekenhuis en het dagelijkse leven met deze nieuwe blaas. Inleiding Inleiding 5 Normale werking van het urinestelsel 6 Nieren Urineleiders Blaas Urinebuis Blaasvergroting 7 Opname in het ziekenhuis 8 Onderzoeken Voorbereiding Postoperatief verloop Kinesitherapie Vragen en bekommernissen Zelfsondage na het ontslag 14 Materiaal Uitvoering Dagelijks leven met een blaasvergroting 15 Voeding, stoelgang en medicatie Seksualiteit en vruchtbaarheid Relatie met kinderen en vrienden Beroep en vrije tijd Aandachtspunten Terugbetaling van het sondagemateriaal 18 Ontslag uit het ziekenhuis 19 Bijlagen 20 Anatomie van het urinestelsel Afbeelding van het gebruikte deel van de darm Operatiefasen NotITIES 23 Mocht u vragen hebben na het lezen van de brochure, aarzel dan niet om ze te stellen. De dokters, de verpleegkundigen en de sociaal werkster zijn altijd bereid om meer uitleg te geven. Ze kunnen u ook helpen zoeken naar oplossingen voor mogelijke problemen. Het verpleegkundig en medisch team Blaasvergroting 5 normale werking van het urinestelsel Het overtollige voedsel en vocht in ons lichaam wordt verwijderd via stoelgang en urine. De organen die een belangrijke rol spelen bij de urinevorming, zullen achtereenvolgens in het kort besproken worden (zie ook bijlage 1). vanuit de hersenen. U moet plassen. Bij het plassen gaat de sluitspier open en trekken de spieren van de blaaswand samen. Zo wordt de urine uit de blaas verwijderd. De urinebuis (urethra) De urinebuis of urethra brengt de urine van de blaas naar buiten. Bij de vrouw ligt de urinebuis vlak voor de vagina, bij de man in de penis. De nieren De nieren zijn twee boonvormige organen, ge­legen aan weerszijden van de wervelkolom. Ze zorgen ervoor dat schadelijke afvalstoffen uit het bloed verwijderd worden en dat overtollig water en zouten uit het lichaam verdwijnen. De afvalstoffen en het overtollige water vormen samen de urine. Door ziekte is het mogelijk dat de blaasspier onvoldoende werkt. In een aantal situa­ties is een operatie de enige mogelijke behandeling. De dokter zal, rekening houdend met uw situatie, beslissen welke ingreep voor u de beste is. Hij zal dit uiteraard met u bespreken. De urineleiders (ureters) In uw situatie werd beslist om over te gaan tot een vergrotingsplastie van de blaas. Met behulp van een stuk dunne darm zal de blaas vergroot worden (zie ook bijlagen 2 en 3). Een grotere hoeveelheid urine zal kunnen worden opgehouden. Vanuit de nierbekkens gaat de urine, via twee fijne buisjes, namelijk de urineleiders of ureters, naar de blaas. De blaas De blaas werkt als een reservoir voor de urine. In lege toestand is de blaas een afgeplat orgaan, in sterk gevulde toestand kan de blaas tot aan de navel reiken. Als de blaas gevuld is, krijgt men een signaal 6 blaasvergroting Aangezien deze vergrote blaas niet kan samentrekken, dient de urine door buikpers en/of het plaatsen van een sonde te worden uitgescheiden. Blaasvergroting 7 opname in het ziekenhuis laat weinig resten na met als gevolg dat er bijna geen stoelgang gevormd wordt. Het drinken van koffie, thee en water is onbeperkt toegelaten. Onderzoeken De dag voor de operatie gebeurt de eigenlijke reiniging door het drinken van een aantal liters van een aangepaste vloeistof. Indien nodig, kan die vloeistof via een maagsonde toegediend worden. Tijdens de consultatie is wellicht verduidelijkt dat een blaasvergroting een belangrijke ingreep is die een goede voorbereiding vraagt. Naast een aantal onderzoeken en specifieke voorbereidingen, wordt ook ingegaan op vragen en bekommernissen van u of uw partner. Daar­om wordt u al enkele dagen vóór de operatie in het ziekenhuis opgenomen. Op de dag van de opname gebeuren een aantal onderzoeken: ✗ een bloed- en urineonderzoek ✗ een hartonderzoek: ECG of elektrocardiogram ✗ röntgenfoto’s van de longen Daarnaast kunnen nog aanvullende onderzoeken gebeuren tijdens de volgende dagen. De arts en de verpleegkundige die voor u verantwoordelijk zijn, zullen bijkomende inlichtingen verstrekken. Voorbereiding 1. Darmvoorbereiding Restenarme voeding vergemakkelijkt het zuiver maken van de darmen. Daarom wordt hiermee gestart vanaf de opname. Restenarme voeding 8 Deze voorbereiding is noodzakelijk. Bij de operatie wordt immers gebruik gemaakt van een stuk darm. Daarom is het van belang dat de darmen zo zuiver mogelijk zijn. 2. De anesthesist De anesthesist is de arts die instaat voor de verdoving. Hij komt de dag voor de operatie langs om u hierop voor te bereiden. Vooraf kunt u de anesthesiebrochure doornemen. Ze is verkrijgbaar op de verpleegeenheid, samen met het informatiekaartje van de paza (postanesthe­siezorgenafdeling). Dit is de intensieve zorgenafdeling waar u mogelijk na de operatie één nacht zult verblijven. U kunt eventueel een slaapmiddel vragen om de nacht voor de ingreep rustig door te brengen. 3. De ochtend van de ingreep Vanaf middernacht mag u niet meer eten, drinken en roken omwille van de verdoving die u zult krijgen. Indien gewenst, kunt u tijdig gewekt worden zodat u een douche of bad kunt nemen. Daarna gebeurt de temperatuurcontrole. De verpleegkundige zal u een operatiehemd en speciale kousen bezorgen. De kousen bevorderen de bloedsomloop tijdens en na de operatie. Vervolgens overloopt de verpleegkundige een controlelijst met specifieke informatie voor de operatiezaal en bezorgt u een kalmerend medicament als voorbereiding op de verdoving. Dan brengt men u naar de operatiezaal. Blaasvergroting 9 Postoperatief verloop Zoals gezegd, zult u mogelijk na de operatie op paza verblijven. De paza is een afdeling waar voortdurende controle mogelijk is. Uw familie vindt de nodige informatie op het paza-in­formatiekaartje. Na één nacht kunt u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie wordt ervoor gezorgd dat u geen pijn hebt. Als u, desondanks toch nog pijn hebt, verwittig dan de verpleegkundige die u verzorgt. De dagelijkse ademhalingsoefeningen die de kinesist u laat uitvoeren om een goede ademhaling te stimuleren, bevorderen uw herstel. Daarnaast zijn ook beperkte mobilisatieoefeningen zoals de voeten optrekken, de benen bewegen enzovoort van belang om flebitis te vermijden. Dankzij een adequate pijntherapie (pijnpomp) is het mogelijk om de eerste dagen na de ingreep al in de zetel te zitten. De aanwezigheid van allerlei leidingen en buisjes kan hinderlijk zijn. Ze zijn echter noodzakelijk voor uw herstel en zullen slechts tijdelijk aanwezig blijven. Hierna volgt een kort overzicht. De leiding voor de pijntherapie Dit kan via een leiding in de rug, ook epidurale leiding genoemd. Via deze leiding wordt, door middel van een pomp, medicatie toegediend die er voor zorgt dat u pijnvrij blijft. Deze leiding kan 3 à 4 dagen ter plaatse blijven. Wanneer blijkt dat de epidurale leiding niet kan worden geprikt, kan de pijnmedicatie door middel van een pomp, ook via de bloedbaan toegediend worden. 10 Na het verwijderen van de pijnpomp kan, in­dien nodig, de pijnmedicatie via de bloedbaan of via een spuitje in de bilspier toegediend worden. De diepe veneuze katheter Dit is een leiding in de hals of in de elleboogplooi. Deze leiding zorgt voor de vocht- en de me­di­catietoediening. Gedurende 10 à 14 dagen zult u een calorierijke vloeistof toegediend krijgen, die nodig is voor uw herstel. Overschakelen op gewone voeding kunt u pas beginnen nadat uw darmen terug hun normale werking hervat hebben. De maagsonde Dit is een leiding die doorheen de buikwand in de maag wordt geplaatst. Via deze leiding wordt de maag gedraineerd. Door de operatie is de werking van de darmen stilgelegd. Dankzij deze leiding mag u toch vanaf de eerste dagen een slokje water drinken. Darmrommelingen of een wind (flatus) laten, geven aan dat de darmwerking opnieuw op gang komt. Na enkele dagen ‘vloeibare stoelgang’ wordt een radiografisch overzicht van de buik gemaakt. Wanneer de darmen hun normale werking hervat hebben, wordt de gastrofix afgesloten en met een lichte voeding (bouillon, beschuit) gestart. Hiervoor is een schema uitgewerkt dat u ongeveer 6 dagen moet volgen. De maagsonde wordt verwijderd wanneer geen probleem meer verwacht wordt met de darmen. Steunplaten Omdat het een grote buikoperatie is, vindt de arts het dikwijls nodig steunplaten te plaatsen. Dit zijn twee witte plaat­jes in plastic die boven­ huids de wondranden samendrukken en on­der­steunen zodat de wonde goed kan genezen. Deze steunplaten worden na de hechtingen verwijderd (na 14 dagen). Blaasvergroting 11 Redon en/of drain Om het overtollige wondvocht (bloed en lymfe) uit de buik te verwijderen, wordt er een redon en/of lamel geplaatst. Wanneer de evacuatie van wondvocht stopt, kan de redon verwijderd worden. De drain wordt vanaf de 4e dag dagelijks enkele centimeter ingekort. Cystofix De cystofix is een fijne sonde die, door de buikwand, tot in de blaas gaat. Na 3 dagen begint men te spoelen. Hiervoor brengt men via de cystofix fysiologisch water in de blaas om vlokken te verwijderen. De nieuwe blaas bestaat voor een gedeelte uit een stuk darm dat vlokken blijft produceren. Dit spoelvocht loopt af via de blaassonde. Een goede spoeling (3 maal per dag) zorgt ervoor dat de nieuwe blaas goed kan genezen. De cystofix is de laatste leiding die verwijderd wordt. Blaassonde De blaassonde is de sonde die via de urethra (urinebuis) in de blaas zit. Na drie weken wordt de blaassonde verwijderd. Daarna wordt er een radiografisch overzicht gemaakt van de nieuwe blaas. Er wordt een contraststof ingespoten via de cystofix. Zo kan de arts beoordelen of de nieuwe blaas goed geheeld is. Door middel van bekkenbodemspieroefeningen leren zij u opnieuw controle te houden over de nieuwe blaas. Door middel van buikpers leert u deze blaas te ledigen. Als dit niet goed lukt, leren de verpleegkundigen u nog de basisprincipes aan van het sonderen. Dit is het inbrengen van een sonde via de urinebuis tot in de blaas om de urine te laten weglopen. Vragen en bekommernissen Wellicht wekt deze operatie onzekerheid en spanning op. Ervaring wijst uit dat goede informatie een belangrijke steun kan zijn voor u, uw partner en uw omgeving. Deze brochure geeft zeker geen afdoend antwoord op al uw vragen en bekommernissen. Artsen, verpleegkundigen en de sociaal werkster zullen u begeleiden. Zij zijn altijd bereid om op uw vragen in te gaan. Kinesitherapie Tijdens de laatste dagen van uw verblijf komt u in contact met de kinesitherapeuten. 12 Blaasvergroting 13 zelfsondage na het ontslag Materiaal • spoel de sonde na gebruik af onder stromend water en bewaar ze in de ontsmettende oplossing. De sonde en de oplossing dienen om de twee à drie dagen te worden ververst. Steriel materiaal ✗ voor de vrouw: vrouwensonde Ch. 12 of 14 ✗ voor de man: Tiemann of Nelaton sonde Ch. 14, 16, 18 ✗ glijmiddel: b.v. ‘Instillagel’ of een magistrale bereiding. dagelijks leven Voeding, stoelgang en medicatie Niet-steriel materiaal ✗ afgesloten container met 70% alcohol ✗ recipiënt, opvangmateriaal ✗ materiaal voor de hygiënische zorgen: washandje, zeep, handdoek Uitvoering • was de handen • was de vulva /penis met water en zeep • haal de sonde uit het ontsmettingsmiddel en spoel ze af onder stromend water • breng een weinig glijmiddel aan op de sonde • neem plaats voor het toilet en breng de sonde in de urinebuis. Doe dit voorzichtig want de sonde moet haar weg zoeken! Het kan gebeuren dat de sonde plots verstopt door vlokken. Meestal helpt het door de sonde wat van plaats te veranderen. 14 De ingreep op zich heeft geen invloed op uw voedingsgewoonten. Het komt er enkel op aan te zorgen voor een gezonde voeding met voldoende afwisseling. U moet er rekening mee houden dat uw stoelgangpatroon wat kan verstoord zijn. Diarree is de meest voorkomende klacht. Dit is normaal, omdat een gedeelte van de dunne darm gebruikt werd voor het vergroten van de blaas. In de meeste gevallen zullen de mogelijke stoelgangproblemen na een tijdje verdwijnen. Regelmatig worden uw bloedwaarden gecontroleerd. Deze kunnen wat gestoord zijn. De arts zal u hiervoor medicatie, bijvoorbeeld natrium­bicarbonaat voorschrijven. Seksualiteit en vruchtbaarheid De ingreep heeft geen invloed op de vruchtbaarheid van de vrouw. Het is echter niet aangewezen zwanger te worden. Een eventuele Blaasvergroting 15 zwangerschapswens dient zeker met de behandelende uroloog besproken te worden. Deze buikoperatie heeft geen effect op het seksueel leven van de man, aangezien er aan de geslachtsorganen niet wordt geraakt. Relatie met kinderen en vrienden Als u er zelf aan toe bent, kunt u met uw kinderen, familieleden en/ of directe vrienden praten over uw ingreep. Vertel de feiten zo neutraal mogelijk zonder er overdreven nadruk op te leggen. Eerlijke en eenvoudige informatie voorkomt dat mensen uit uw directe omgeving zich allerlei onnodige vragen stellen of overdreven bezorgd gaan reageren. Beroep en vrije tijd Beroep Als u vóór de operatie werkte, kunt u nadien gerust uw beroep voort uitoefenen. Zware lasten tillen of langdurig heffen, vermijdt u best tijdens de eerste maanden. Als uzelf, uw werkgever, of uw verzekering twijfelt aan de haalbaarheid om uw werk te blijven doen, bespreek dit dan met uw dokter of met de sociaal werkster. Zij zal, eventueel in samenspraak met andere hulpverleners, helpen zoeken naar een aanvaardbare oplossing voor alle partijen. 16 Vrije tijd 1. Reizen Reizen kan zonder problemen. Als u zich moet sonderen, neem dan voldoende sondagemateriaal mee. Als u met het vliegtuig reist, mag u, op vertoon van een doktersattest, extra bagage meenemen. Neem hiervoor wel contact op met de maatschappij waarmee u reist. Om problemen te vermijden, bijvoorbeeld door het zoek geraken of laattijdig toekomen van uw bagage, houdt u best een deel van uw hulpmiddelen in uw handbagage. 2. Sport U kunt aan recreatieve sportbeoefening doen, bijvoorbeeld fietsen en zwemmen. Zorg ervoor dat u voor het sporten uw blaas ledigt. 3. Tuinieren U mag zich ‘rustig’ bezighouden met tuinieren. Wees echter voorzichtig en laat zeker de eerste maanden na uw operatie het zware werk, zoals spitten, door anderen doen. Aandachtspunten Als algemene regel geldt dat u voldoende moet drinken, minimum 2 liter per dag. Dit volstaat om een normale urineproductie te verzekeren. Blaasvergroting 17 De aanwezigheid van vlokjes in de urine is normaal, omdat de nieuwe blaas uit darmweefsel bestaat. Wanneer u tijdens de nacht urine verliest, kunt u voor het slapengaan beter sonderen, zodat de blaas zeker helemaal leeg is. Neem contact op met de uroloog of huisarts: ✗ bij aanhoudende pijn in de lenden ✗ als u pijn voelt bij het plassen ✗ als de hoeveelheid urine sterk vermindert terwijl u toch voldoende drinkt ✗ als u bloed verliest bij het plassen ✗ als u moeilijkheden hebt bij het sonderen ✗ als u onverklaarbare koorts hebt die meerdere dagen aanhoudt ✗ als u aanhoudend moe bent ✗ als u gewicht verliest zonder mogelijke verklaring. terugbetaling van sondagemateriaal U hebt een doktersvoorschrift nodig bij elke aankoop van sondagemateriaal. Dit materiaal kunt u verkrijgen bij een bandagist of bij een apotheker. Het loont de moeite om prijzen te vergelijken voor u beslist waar te kopen. Er bestaat voorlopig nog geen terugbetaling voor sondes, ontsmettingsstof en glijmiddel (bijvoorbeeld ‘Instillagel’). 18 Wellicht wordt in de toekomst een regeling ge­troffen voor terugbe­ taling van de sondes. Vraag meer informatie tijdens de controleconsultaties bij uw uroloog. Bij de bandagist kunt u ook incontinentiemate­riaal eventueel voor ‘s nachts kopen. Laat u hier ook informeren over kwaliteit en prijs. ontslag uit het ziekenhuis Ga na of u, bij ontslag uit het ziekenhuis, over volgende informatie beschikt: • wanneer moet u op consultatie komen bij de uroloog • welk sondagemateriaal hebt u nodig en waar kunt u dit verkrijgen • hoe moet u het sondagemateriaal gebruiken en onderhouden Bij problemen kunt u de uroloog contacteren via het telefoonnummer van de consultatie urologie: 016 34 66 85. Verpleegeenheden zijn bereikbaar op de nummers: 016 34 66 00 voor eenheid 660 016 34 66 10 voor eenheid 661. Na het ontslag uit het ziekenhuis, moet u rekening houden met een aanpassingsperiode aan het ‘gewone’ leven. Denk eraan dat u het nog verscheidene maanden rustig aan moet doen. Het herstel van zo’n ingreep heeft tijd nodig, maar wordt zeker bevorderd door uw positieve ingesteldheid en die van uw omgeving! Blaasvergroting 19 bijlagen Afbeelding van het gebruikte deel van de darm Anatomie van het urinestelsel dikke darm rechternier linkernier dunne darm dikke darm dunne darm rechterureter linkerureter blaas urethra 20 gebruikte deel dunne darm Blaasvergroting 21 NOTITIES Operatiefasen Noot: Er bestaan diverse operatietechnieken om een blaas te vergroten. Hier ziet u een illustratie van één blaasvergroting. 22 _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Blaasvergroting 23 24 NOTITIES NOTITIES _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Blaasvergroting 25 © juni 2009 UZ Leuven Overname van deze tekst is enkel mogelijk na toestemming van de dienst communicatie UZ Leuven. Ontwerp en realisatie: Deze tekst werd opgesteld door urologie in samenwerking met de dienst communicatie. Verantwoordelijke uitgever UZ Leuven Herestraat 49 3000 Leuven Tel. 016 34 49 00 www.uzleuven.be 700028 26 Blaasvergroting 27