Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu

advertisement
Ministerie van Arbeid,
Technologische Ontwikkeling en
Milieu
Onderdirektoraat Juridische en Internationale Zaken
Wagenwegstraat # 22
Paramaribo – Suriname
Tel: 475241/ 471940
Fax: 471940
www.arbeid.sr
E-mail: [email protected]
Arbeidsbescherming
Arbeidsbescherming omvat het geheel van normen dat gericht is op bescherming van
de werknemer tegen met zijn werkzaamheden samenhangende invloeden die zijn
veiligheid, gezondheid en welzijn bedreigen.
Het gaat hierbij voornamelijk om de regeling van de arbeids- en rusttijden en
bevorderen van veilige en menswaardige arbeidsomstandigheden in ondernemingen. Deze
zijn thans geregeld in de Arbeidswet (AW) 1963 en de Vakantiewet (VW) 1975.
Doel
Het doel van de arbeidstijden is om de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de
werknemer te bevorderen.
Ten einde dit te bereiken is in de wet een voor alle sectoren geldende arbeidstijden
neergelegd.
Maximale werktijden voor werknemers in het algemeen:
• ten hoogste 8½ uur per dag of 48 uren per week, (artikel 3:1 AW);
• voor werknemers die uitsluitend bewakingsdiensten verrichten ten hoogste 12 uren
per dag of 72 uren per week, (artikel 4:1 AW);
• voor werknemers die voornamelijk doch niet uitsluitend bewakingsdiensten
verrichten, 10 uren per dag of 60 uren per week, (artikel 4:2 AW).
Uitzonderingen
Bij Staatsbesluit is er afgeweken van bovenstaande voor bepaalde ondernemingen z.a. -koeltechnische,
- elektrische,
- GAWASA en daarmee verband houdende reparatie werkzaamheden,
- bauxietbedrijven,
- Bruynzeel, bouwbedrijven.
Ook kan door de Minister van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu onder
voorwaarden langere werktijden worden toegestaan.
Overwerk
Op bepaalde tijden van het jaar kan zich een ophoping van werk voordoen (v.b. in de
maand december in de brood- en banketbakkerijen) of er kunnen zich bijzondere
omstandigheden voordoen ( v.b. het defect raken van een machine). Deze omstandigheden
kunnen leiden tot de noodzaak voor overwerk.
LET OP: Overwerk is tijdelijk en alleen toegestaan met een overwerkvergunning verstrekt
door de Inspecteur- Generaal der Arbeidsinspectie. Volgens deze vergunning mag er niet
langer dan 64 uren per week werk worden verricht.
Indien de aard van de arbeid met zich meebrengt dat er langer overwerk verricht dient te
worden, dan kan de Minister van geval tot geval vergunning verlenen voor overwerk, met
dien verstande dat de grens van 72 uren per week niet overschreden mag worden.
Overwerkmachtiging
Indien er sprake is van een spoedeisend of niet te voorspellen geval waarbij men niet tijdig
aan een overwerkvergunning kan komen, dan biedt de wet de mogelijkheid aan de
werkgever tot het verkrijgen van een machtiging door of vanwege het Hoofd
Arbeidsinspectie, de Inspecteur- Generaal. De werknemers kunnen dan zonder
overwerkvergunning langer werken.
Algemene vergunning
Middels een bekendmaking in de dagbladen kan tijdens de jaarsluiting en daarmee gepaard
gaande feestdagen een algemene vergunning verleend worden aan winkels, cafe’s,
restaurants en aanhorigheden alsmede aangelegenheden betrekking hebbende op
gemeenschaps- sociale en persoonlijke diensten. Met dien verstande dat er niet langer dan
11 uren arbeid zal worden verricht. Brood- en banket bakkerijen kunnen ook gebruik
maken van de algemene machtiging met dien verstande dat hun personeel niet langer dan
13 uren arbeid mag verrichten op de dagen genoemd in de algemene machtiging. Afwijking
mag slechts met een overwerkvergunning.
Overwerkvergoeding
De vergoedingen voor overwerk en andere bijzondere vergoedingen worden in de AW in
de artikelen 12-16 onder het hoofdstuk “Bijzondere vergoedingen” behandeld.
De AW onderscheidt twee gevallen van overwerk:
• Indien de werknemer langer arbeid moet verrichten dan de daarin maximum
toegestane werktijden;
• Indien de werknemer langer arbeid moet verrichten dan bedongen is (ook al
overschrijdt hij het wettelijk toegestane maximum niet).
De wet geeft aan dat indien er overwerk verricht wordt buiten de door de wet genoemde
rustdagen de vergoeding 1½ maal (150 %) het vastgesteld loon bedraagt.
Wordt het werk verricht op de zondag (artikel 8:1 AW) of op een daarmee gelijkgestelde
rustdag (artikel 10:2 AW) dan bedraagt de vergoeding tweemaal (200 %) het vastgesteld
loon.
Bijzondere vergoeding
Idem indien er overwerk wordt verricht op de vervangende rustdag van de werknemer,
bedraagt de vergoeding tweemaal (200%) het vastgestelde loon.
In alle gevallen waarin de werknemer op de zondag dient te werken (ook al is er geen
sprake van overwerk) bedraagt de vergoeding het dubbele (200%) van het vastgestelde
loon. De werknemer dient bovendien in dezelfde week een andere vrije dag van 24 uren te
krijgen (geldt niet voor overwerk).
Idem indien het werk verricht wordt op een met de zondag gelijkgestelde feestdag.
Is bij collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) of schriftelijke overeenkomst vastgesteld dat
de werknemer in bovenstaand geval een vergoeding van driemaal (300%) het vastgestelde
loon uitbetaald krijgt, dan is de extra vrije dag niet verplicht.
Rustdagen en rusttijden
In de artikelen 8-9 AW zijn de minimum voorschriften aangegeven met betrekking tot de
rustdagen en rusttijden.
In artikel 8:1 AW is het beginsel van de zondagrust opgenomen. In beginsel mag er geen
arbeid verricht worden op zondagen en dagen gelijkgesteld met de zondag (de zogeheten
nationale vrije dagen).
Artikel 8:2 AW geeft de rusttijden aan t.w.: (a) geen arbeid tussen 7 uur s’avonds en 6 uur
s’morgens, (het verbod van nachtarbeid) en (b) het gedeelte van 1 wekelijkse werkdag voor
of na 1 uur s’middags.
Volgens lid 3 geeft de werkgever aan wanneer de rustdag genoemd onder (b) wordt
genoten. Hierbij houdt hij zoveel mogelijk rekening met de wensen van de werknemers.
Artikel 8:2 en 8:3 gelden niet voor de in artikel 4:1 (uitsluitend bewakingsdiensten) en lid 2
(voornamelijk bewakingsdiensten) genoemde werknemers.
Schaften
Indien de werknemer langer dan zes (6) uren werkt, dient hij na uiterlijkvijf (5) uren
minstens een half (½) uur onafgebroken rust te genieten. Voor bepaalde soorten arbeid kan
het Hoofd Arbeidsinspectie een rust langer dan een half (½) uur voorschrijven. Ook kan het
Hoofd Arbeidsinspectie ontheffing verlenen van het bovenstaande. De werknemer hoeft
dan geen rust te genieten na vijf uren arbeid. Rusttijden van minder dan een kwartier
worden beschouwd tijden te zijn gedurende welke arbeid is verricht (artikel 9:3 AW).
Vakantie
Ieder werkgever is verplicht aan zijn werknemers een jaarlijkse vakantie te verlenen
(artikel 2 VW). Van deze wet kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
De VW gaat uit van een vol kalenderjaar diensttijd bij dezelfde werkgever. De werknemer
die in dat kalenderjaar niet meer dan dertig (30) dagen geoorloofd heeft verzuimd (m.u.v.
ziekte) maakt aanspraak op twaalf (12) dagen vakantie in het volgend jaar.
Indien de werknemer nog geen vol kalenderjaar in dienst is dan bedraagt het aantal
vakantiedagen voor elke volle maand één (1) dag. Voor elk kalenderjaar dat de werknemer
in dienst is geweest bij dezelfde werkgever wordt het aantal vakantie dagen verhoogd met 2
werkdagen totdat het maximum van 18 werkdagen is bereikt (artikel 7:1 VW).
Middels CAO wordt meestal aangegeven op hoeveel dagen de werknemer recht heeft. Is
het vakantietijdstip niet in de CAO of bij schriftelijke overeenkomst of reglement
vastgelegd, dan moet de werkgever in overleg met de werknemer de periode waarin de
vakantie wordt genoten vaststellen (artikel 11 VW). Indien partijen niet tot een overleg
kunnen komen, beslist de werkgever. Het aantal mag echter niet minder zijn dan het aantal
in de VW vastgesteld, wel meer.
Vakantietoelage
Gedurende de vakantie wordt het loon normaal doorbetaald (artikel 10:1 VW). Indien het
dienstverband eindigt en de werknemer heeft de vakantiedagen waar hij recht op heeft nog
niet opgenomen, dan dienen deze in geld te worden vergoed (artikel 12 VW).
Het vaststellen van het tegoed is niet altijd eenvoudig vandaar dat de werkgever verplicht is
een vakantieregister bij te houden waarin de gegevens van elke werknemer worden
opgetekend (de tijdstippen van genoten vakantiedagen, tevens de uitgekeerde
vakantietoelagen, artikel 14 VW).
Ook bij arbeidsongeschiktheid behoud de werknemer zijn aanspraak op vakantie (artikel 8
VW).
Behalve vakantiedagen is de werkgever gehouden een vakantietoelage uit te keren aan de
werknemer (artikel 10 VW). De toelage is door de VW vastgesteld op minimaal de helft
van het loon van de werknemer. De betaling vindt plaats over het voorgaande jaar.
Deze brochure geeft slechts wat algemene informatie. Uitgebreidere informatie kunt U
bekomen door het raadplegen van de arbeidswetgeving. Tevens kunt U voor verdere
informatie en advies terecht bij het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling
en Milieu (de Arbeidsinspectie), een advocaat of bureau voor rechtshulp.
Download