Goed in je vel! Jean-Pierre Vanhee Voorzitter dr. Griet Verschelden Hogeschool Gent Goed in je vel! Vragen voor deze workshop 1. Wat zijn uitdagingen waar we als school, als ouder, leerling, CLB, welzijnswerker voor staan? 2. Wat betekent dit voor het beleid van de school? 3. Wat betekent dit voor de opdrachten van het CLB? 4. Wat betekent dit voor de netwerking met welzijnsen gezondheidssector? 5. Wat betekent dit voor andere schoolnabije ondersteuners? 6. Zijn er kritische voorwaarden om dit te kunnen realiseren? Goed in je vel! Vraag 1: omgevingsanalyse welke elementen ontbreken of kloppen niet? (1) • De zorgnoden van leerlingen waaronder de psycho-sociale noden zijn explosief gestegen. • Er is binnen het schoolbeleid (psycho-sociale begeleiding) een te grote impact van toevallig aanbod in plaats van een afstemming op de reële noden en zorgvragen van leerlingen. •Onderwijs is een sociale barometer. Maatschappelijke problemen en breuklijnen zijn sterk voelbaar in het onderwijs maar de school kan al deze maatschappelijke taken niet alleen oplossen. •Sommige doelgroepen zijn moeilijk te bereiken voor globale preventieve (psycho-sociale) zorg. Goed in je vel! Vraag 1: omgevingsanalyse welke elementen ontbreken of kloppen niet? (1) • Psycho-sociaal welbevinden mag niet worden geïsoleerd van een globale welzijnsbenadering en een globaal concept van leerlingenbegeleiding. • Het onderwijssysteem zelf creëert op zijn beurt soms psychische en sociale problemen en maatschappelijke kwetsbaarheid. • Een onderwijsperspectief en een hulpverleningsperspectief bij een concrete begeleiding botsen wel eens. • Leerlingenbegeleiding moet uitgaan van een brede omschrijving van welzijn en de welzijnsbeleving van jongeren. Goed in je vel! Vraag 2: Wat betekent dit voor het schoolbeleid? 1. Een professionalisering van het beleid voor leerlingenbegeleiding in de school is een absolute noodzaak. 2. De leerling en zijn ouders zijn een volwaardige partner bij het uittekenen van de aangepaste onderwijs- en leertrajecten voor de jongere. 3. Ieder schoolteam (niet noodzakelijk iedere leerkracht) moet een hoger competentie niveau bereiken op het vlak van communicatie, hulpverleningstrategieën en ontwikkelingsproblemen bij kinderen en jongeren. Goed in je vel! Vraag 3: Wat betekent dit voor het CLB? 4. Een versterkte aanwezigheid van CLB-medewerkers op de school is noodzakelijk. 5. Het CLB staat in een wankel evenwicht tussen verschillende loyauteiten (de school, de leerling, de ouders, welzijns- en gezondheidswerkers). 6. Er is een duidelijke behoefte aan de ontwikkeling van een ”CLBcompetentie”. 7. De afsprakennota en de bijzondere bepalingen moeten specifiek en lokaal ingevuld worden vanuit de beleidskracht van de school én deze van het CLB. Goed in je vel! Vraag 4: Wat betekent dit voor de samenwerking met een breder netwerk? 8. Netwerken met andere instanties betekent dat de school gerespecteerd wordt in haar pedagogische opdracht. 9. Er is nood aan een duidelijker uitklaring van de draaischijffunctie van het CLB en de rol van de school daarin. Hierdoor moeten er duidelijke aanspreekpunten binnen onderwijs ontstaan voor de welzijns- en gezondheidssector. 10. De afstemming tussen de school, het CLB en integrale jeugdhulp moet versterkt worden. 11. Het CLB moet naast kortdurende begeleidingsopdrachten ook langdurende begeleidingstrajecten zelf kunnen opzetten. Goed in je vel! Vraag 5: Samenwerking met andere schoolnabije ondersteuners (pedagogische begeleidingsdienst) 12. Er is een te grote overlap in de ondersteuningopdracht van de pedagogische begeleidingsdienst enerzijds en het CLB anderzijds. Dit leidt tot onduidelijkheid bij de scholen over de invulling van hun zorgbeleid. 13. De mate van ondersteuning door de pedagogische begeleidingsdienst neemt af naarmate er meer specifieke en individuele ondersteuning voor een leerling nodig is. Het CLB ondersteunt de initiatieven die gericht zijn op een individuele leerling; de pedagogische begeleidingsdienst ondersteunt het zorgkrachtig beleid in de school. Goed in je vel! Vraag 6: Kritische voorwaarden 14. Een gezamenlijke en geïntegreerde visie op welbevinden van leerlingen. 15. Elke school en elk CLB hanteert de principes van handelingsgericht werken. Deze principes bieden een goed kader voor de afstemming tussen de rol van de school en de rol van het CLB. Deze principes bieden eveneens een kader om een gelijkgerichte aanpak af te spreken tussen de school, het CLB, de leerling en zijn ouders.