Slim kiwibeleid op de TOP 25 van de ambulante

advertisement
Slim kiwibeleid op de TOP 25 van de ambulante
geneesmiddelen kan 480 miljoen euro opbrengen
Dirk Van Duppen en Sofie Merckx, PVDA-gezondheidsspecialisten
“Deze top 25 moet ons wel doen nadenken of een adequater geneesmiddelenvoorschrift niet
meer geld zou kunnen vrijmaken voor noden binnen de gemeenschap waarvoor dit geld
momenteel ontbreekt”, zo luidt de commentaar in het zopas verschenen nummer van de
Folia Pharmacotherapeutica (april 2017) van het Belgische Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie (BCFI). De TOP 25 van de meest kostende
terugbetaalde ambulante geneesmiddelen werd in september vorig jaar door het RIZIV
gepubliceerd.(1) (2) We hebben in deze studie aan de hand van de data in deze TOP 25
berekend dat een slim kiwibeleid 480 miljoen euro kan besparen.
Een slim kiwibeleid betekent een rationeel en kosteneffectief geneesmiddelenbeleid gebaseerd
op een proces bestaande uit drie stappen, waarbij de overheid
1) vertrekt vanuit een wetenschappelijke behoefte-analyse
2) de beste geneesmiddelen kiest op basis van objectieve wetenschappelijke criteria en
studies (evidence based medicine)
3) gebruik maakt van de gezamenlijke koopkracht van de gemeenschap, via de
ziekteverzekering, om in de onderhandelingen met de firma’s via openbare offerteaanvraag, of één van haar varianten(3) voor die beste geneesmiddelen de beste prijs te
bedingen
Dit beleid contrasteert in deze drie stappen met wat nu gebeurt.
1. Er wordt nu niet vertrokken van een behoefte-analyse. Ieder bedrijf dat een
geneesmiddel aanbiedt dat in twee gerandomiseerde gecontroleerde klinische studies
(RCT’s) kan aantonen dat het veilig is en beter werkt dan placebo moet volgens de
EMEA (het Europees agentschap voor erkenning van nieuwe geneesmiddelen) worden
toegelaten. Ook al zijn die studies door de producent zelf gesponsord, ook al zijn er
naast die twee studies met positief resultaat bijvoorbeeld acht of meer andere studies
die aantonen dat het product niet beter werkt dan placebo. Iets wat nu het geval is met
de antidepressiva van het SSRI-type. Ook al zijn de uitkomsten van die studies geen
klinische harde eindpunten zoals ziekte of sterfte, maar tusseneindpunten zoals
cholesterolwaarde of bloeddrukwaarden.
2. Zoals in 1) beschreven worden nu massaal nieuwe geneesmiddelen erkend en
terugbetaald die geen toegevoegde waarde kunnen aantonen tegenover het beste wat al
op de markt is. Het kiwimodel betaalt daarentegen alleen die producten terug die een
toegevoegde waarde kunnen bewijzen. Het kiest dus een lijst van beste geneesmiddelen
die de eerste keuze worden in de terugbetaling. Pas als de patiënt dit geneesmiddel niet
zou verdragen kan er mits gemotiveerde aanvraag een geneesmiddel buiten de lijst
worden terugbetaald.
3. Nu hebben we veel te hoge prijzen, ook voor de generische geneesmiddelen, veel te
veel keuzes, veel te veel dezelfde geneesmiddelen die worden terugbetaald aan dikwijls
sterk verschillende prijzen en is het de marketingskracht van de firma die het meest het
voorschrijfgedrag bepaalt. Daardoor kennen we de tendens dat artsen te veel en te
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
gemakkelijk de nieuwste, de duurste en daarom niet de beste geneesmiddelen
voorschrijven.
Samenvatting van de winst door slim kiwi-model toegepast op deze TOP 25
1. Op de tien geneesmiddelen die uit patent zijn: 203,82 miljoen euro
2. Op de drie groepen van innovatieve geneesmiddelen nog onder patent, namelijk
de 3 TNF remmers, de 2 combinatie puffers en 2 nieuwe orale anticoagulantia:
174,00 miljoen euro
3. Op de twee geneesmiddelen die omwille van kwaliteitsverbetering vervangen
worden door betere, veiligere én goedkopere alternatieven: 80,37 miljoen euro
4. Op Glivec door patentverval of door dwanglicensie: 22,00 miljoen euro
5. Totaal: 480,61 miljoen euro op 921.7 miljoen
Deze TOP 25 vertegenwoordigt 35 procent van de totale netto-uitgaven aan ambulante
geneesmiddelen van de verplichte ziekteverzekering. Naast deze 25 werkzame bestanddelen
bestaan er nog 716 andere bestanddelen die door het RIZIV worden terugbetaald. (2)
De TOP 25 geeft voor ieder bestanddeel het nettobedrag weer dat het RIZIV het afgelopen
jaar heeft uitgegeven, het aantal dagdosissen die gebruikt zijn geweest, het aantal patiënten
dat van het geneesmiddel gebruik maakten en de evolutie van de uitgaven.
De netto-uitgaven van het RIZIV voor deze TOP 25 bedroegen in 2015 921,7 miljoen euro.
Gemiddeld mag je rekenen dat de patiënt daarbovenop nog 20 procent van dit bedrag uit eigen
zak moet betalen, wat neerkomt op zo’n 180 miljoen euro.
I.
Toepassing van het kiwimodel op de elf geneesmiddelen in de Top 25
waarvan het patent is verlopen brengt 203,82 miljoen op
We hebben berekend wat er bespaard kan worden als we de Nederlandse kiwi-prijzen
zouden toepassen op het verbruiksvolume van deze geneesmiddelen in België. (4)
Prijsvergelijking van tien geneesmiddelen in de TOP 25 waarvan het patent verlopen is
en de besparing die men bekomt als men voor dezelfde geneesmiddelen Nederlandse
kiwiprijzen in België zou bedingen. Hierbij behouden de apothekers volledig de huidige
marges.
Inkoopprijs
Inkoopprijs apotheker
Besparing
Prijs per 90 DDD (3
apotheker Nederland
België goedkoopste
miljoen euro
maanden) in euro
preferentieel
generiek
(5)
kiwipil
1.Atorvastatin
e (20) nr.12
2.Simvastatine
(40) nr. 13
Statines
SSRI’s antidepressiva
10. Combinatie van
perindopril met amlodipine
16,03
2,70
21,61
13,38
1,64
21,78
3
Omepraz
ol (40)
nr.8
4
Pantopraz
ol (40) nr.
4
PPI’s
maagzuurre
5.
mmers
Duloxetin
e (30) nr.
10
Anderen
6.Bisopro
lol (5 )
Bblokker
nr.17
7.Amoxiclavul
aan
875/125 20 co
8,90
Antibiotic nr.
21
8 Metformine
(850)
2,97
Diabetes nr.
19
9.Aripiprazol
Neurolepticum
131,32
nr. 18
31,90
39,56
2.46
29,30
19,06
1,61
46.94
22,89
5,45
21,04
6,50
1.91
13,60
3,62
7,30
2.27
2,60
5,11
21,55
2,23+1,12=3,35
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
18,10
Bloeddrukverlaging nr.25
Totaal
203,82
Bronnen: Escapo 2016; www.riziv.be Top 25 2016; www.bcfi.be 2017;
www.medicijnkosten.nl 2017 Zie eindnoten (4) voor de bronnen en (5) voor de
berekeningswijze.
De totale besparing op tien geneesmiddelen in de Top 25 waarvan het patent is verlopen
bedraagt 203,82 miljoen euro.
II.
Openbare aanbesteding op innovatieve producten nog onder patent maar
waar er binnen de therapeutische klasse meerdere gelijkwaardige
alternatieven bestaan, met hetzelfde moleculaire doelwit en
gelijkwaardige werkzaamheid, brengt 174 miljoen euro op
Op deze producten kunnen openbare aanbestedingen worden toegepast binnen dezelfde
klasse.
In 2010 werd er door de Vlaamse overheid een openbare aanbesteding voor het HPV-vaccin
georganiseerd. Dit innovatief vaccin was toen nog niet lang op de markt en is nog steeds
onder patent. Er waren bovendien slechts twee producenten op de markt. De aanbesteding
ging over 105.000 vaccins per jaar gedurende drie jaar. Tot ieders verrassing werd een
prijsdaling bekomen van 330 euro naar 52 euro per vaccinatiekuur van drie injecties.
De professoren Rene Westhovens (reumatologie, KU-Leuven) en Lieven Annemans
(gezondheidseconomie, U-Gent) publiceerden op 21 juli 2016 een studie over de prijzen van
de nieuwe geneesmiddelen (DMARDs) tegen rheumatoïde artritis. (9) Ze merken daarin op
dat er geen bewijs is dat het ene geneesmiddel van deze klasse beter zou zijn dan het andere.
Dat er sinds einde de jaren ’90 al 10 van deze geneesmiddelen zijn bijgekomen en dat dit
merkwaardig genoeg de prijs niet heeft doen dalen. Een onderhoudsbehandeling met deze
geneesmiddelen blijft 1000 euro per maand per patiënt kosten. Ze pleiten voor meer
prijscompetitie, vooral omdat deze nieuwe geneesmiddelen de betaalbaarheid van onze
ziekteverzekering onder druk zetten. Deze geneesmiddelen nemen nu al de nummer één en
twee van deze TOP 25 in en dit jaar is er nog een derde van deze klasse, namelijk Golimumab,
bijgekomen. Over dit laatste product merkt de BCFI op: “Bij gebrek aan vergelijkende studies
zijn er geen harde gegevens die toelaten om de ene TNF-remmer boven de andere te
verkiezen. In sommige bronnen, maar niet in alle, wordt de voorkeur gegeven aan TNFremmers waarvoor een ruimere ervaring bestaat, met name infliximab, etanercept en
adalimumab.”(10)
Ruim 80 procent van de reumapatiënten waarbij behandeling met deze klasse van
geneesmiddelen geïndiceerd is hebben baat bij eender welke van de vele TNF-remmers. Een
openbare aanbesteding op klasse niveau is dus goed mogelijk. Er is dan een eerste keuze
product waarmee alle behandelingen zouden starten. Bij de 20 procent bij wie de behandeling
niet zou aanslaan kan er dan nog steeds mits motivatie worden overgeschakeld op een ander
geneesmiddel uit deze klasse.
Eenzelfde politiek is mogelijk met de zeer dure nieuwe orale bloedstollingsremmers (NOACs)
die gebruikt worden ter preventive van beroerten en embolen en bij hartritmestoornissen. Ook
hier is er naast Rivaroxaban (Xarelto) op nummer 6 een tweede NOAC Apixaban of Eliquis
op nummer 24 deze TOP 25 binnengekomen. Er is nog een derde product van dezelfde klasse
op de markt. Ook hier wordt in de literatuur verwezen naar therapeutische gelijkwaardigheid.
(11)
Laat ons in dit geval er nog voorzichtig vanuit gaan dat bij deze producten uit de TOP 25 de
prijsdaling bedongen bij openbare aanbestedingen ongeveer de helft zal bedragen. Voor de
TNF-remmers bijvoorbeeld heeft de Noorse overheid door een vorm van aanbestedingen en
door het laten mee concurreren van biosimilars de prijs van deze geneesmiddelen weten te
halveren.(12)
In dat geval besparen we alleen al op de geneesmiddelen die in deze TOP 25 voorkomen en
voor deze procedure in aanmerking komen:
1) Op de TNF medicatie Humera of adalimumab (nummer 1 van de TOP 25 voor amper
12.705 patiënten), Enbrel of etanercept (nummer 2 voor amper 7.223 patiënten) en
Simposn of golimumab (nummer 22 voor amper 2289 patiënten) gebruikt bij rheuma,
ziekte van Crohn en ernstige psoriasis. Besparing door openbare aanbesteding:
(130.4+72.6+22.4)/2= 112.7 miljoen euro.
2) Op de orale anti-co medicatie (rivaroxaban of Xarelto op nr. 6): van deze nieuwe
bloedstollingsremmers zijn er drie gelijkwaardige innovatieve alternatieven op de
markt: Pradaxa (dabigatran), kostprijs 86 euro per maand, Eliquis (apixaban op nr.24)
aan 81 euro per maand en Xarelto (rivaroxaban) aan 95 euro per maand. Besparing
door openbare aanbesteding op Xarelto en Eliquis alleen al: (48.8+22.0)/2= 35.4
miljoen euro.
3) Op de combinatie van langwerkend betamimetica met cortisone: salmeterol en
fluticasone op nr. 9; formoterol en budesonide op nr. 23. Besparing door openbare
aanbesteding : (29.5+22.2)/2= 25.9 miljoen euro
Totaal: 112.7+35.4+25.9= 174 miljoen euro
III.
De vervanging van twee geneesmiddelen in de TOP 25 die volgens alle
evidence based richtlijnen geen goede keuze zijn, door betere en veiligere
geneesmiddelen die bovendien veel goedkoper zijn brengt 80,37 miljoen
op
1. De cholesterolverlager Crestor (rosuvastatine) moet vervangen worden door simvastatine.
Deze laatste is de eerste keuze in alle guidelines en heeft veel betere resultaten op ziekte
en sterfte-uitkomsten dan Crestor. Crestor is nog onder patent, maar wordt door alle
internationale guidelines en ook door het BCFI ontraden als eerste keuze. Onlangs is in
het gerenommeerde BMJ een systematisatie gebeurd van alle studies met Crestor en dit in
vergelijking met andere statines. Het besluit is om Crestor niet meer voor te schrijven. (6)
Het Belgisch Centrum voor Farmakotherapeutische Informatie (BCFI) schrijft hierover:
‘Recent verscheen in The BMJ – het vroegere British Medical Journal - een artikel dat
ook in de algemene pers aandacht kreeg. Het betreft een opiniestuk van de Amerikaanse
consumentenorganisatie Public Citizen, dat pleit tegen het frequente gebruik van
rosuvastatine (Crestor®) omwille van een ongunstige risico-batenverhouding van het
product. De auteurs stellen dat de werkzaamheid van het middel onvoldoende
onderbouwd is en dat er toenemend bewijs is van ongewenste effecten zoals diabetes en
spiertoxiciteit.(…) Rosuvastatine is 2 tot 5 maal duurder dan behandeling met andere,
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
beter onderzochte statines. Vergoeding van rosuvastatine was in 2013, wat betreft de
ambulante sector, in absolute cijfers de tweede uitgavenpost wat betreft geneesmiddelen
voor het RIZIV.’ De enige reden waarom dit statine nog onder patent zoveel wordt
voorgeschreven is de marketingkracht van producent AstraZeneca. (7) De prijs van DDD
(Defines Daily Dose – gemiddelde dagdosis) Crestor 20 mg bedraagt in België 1,20 euro.
Dat is equivalent aan Simavastatine 40 mg waarvan de dagdosis volgens de Nederlandse
kiwiprijs 0,03 euro kost. Daarbij komt dan nog een Belgische apothekersmarge van 0,12
euro. De opbrengst door die overschakeling van Crestor naar het betere en veiligere
Simvastatine bedraagt dus (1-0,15/1.20)*68,54= 59,97 miljoen euro.
2. Paliperidon (merknaam Invega of Xeplion) wordt ook door het BCFI ontraden. Er wordt
geadviseerd om dit antipsychoticum te vervangen door bijvoorbeeld Risperidon, waarvan
het trouwens ook de actieve metaboliet is. M.a. w. we hebben hier te maken met een
typisch ‘me too’ geneesmiddel, een copie of variant van wat al bestaat zonder toegevoegde
therapeutische waarde. “Het BCFI is van oordeel dat bij patiënten met schizofrenie en bij
patiënten met "schizoaffectieve stoornis" paliperidon niet te verkiezen is boven andere
antipsychotica. Paliperidon, een atypisch antipsychoticum en de voornaamste actieve
metaboliet van risperidon, is beschikbaar gekomen in 2009 onder de specialiteitsnaam
Invega® “(8) De standaarddosis van Invega 6 mg kost 212 euro, waarvan 12 euro
remgeld, voor 56 co. Dat betekent een inkoopprijs van 177 euro voor de apotheek.
Vervangen we dit met een equivalente dosis Risperidon (Nederlandse kiwiprijs) dan kost
dat 2,30 euro voor 56 co. De RIZIV uitgaven voor Paliperidon bedragen 23,1 miljoen
euro. Dat betekent dat de uitgaven voor de apotheken voor inkopen van dit geneesmiddel
ongeveer 20,7 miljoen euro bedragen. De besparing bedraagt dan (1-2,30/177)*20,7=20,4
miljoen euro
IV. Gebruik van generische Glivec brengt 22 miljoen euro op
Glivec (imatinib op nr. 15) is een zeer efficiënt geneesmiddel tegen chronische myeloïde
leukemie. Bij een onderhoudsdosis van 400 mg per dag kost een maandbehandeling 2500
euro. Het wordt in ons land toegediend aan een duizendtal patiënten maar kost het RIZIV 26.3
miljoen euro per jaar. Novartis is erin geslaagd om voor dit zeer lucratief geneesmiddel een
hele batterij patenten te doen erkennen. In Nieuw-Zeeland heeft de overheid gedaan
gekregen dat de batterij patenten van Novartis op Glivec in 2013 vervielen en werd er vanaf
midden 2014 een generische vorm op de markt gebracht die één zesde kostte van Glivec. Een
behandeling daar kost 400 euro i.p.v. 2500 euro per maand per patiënt bij ons. Als men in
België eenzelfde prijs zou kunnen bedingen dan zou dat 5/6*26.3= 22 miljoen euro jaarlijks
kunnen doen besparen.
Hierbij willen we opmerken dat Nederlands minister van Volksgezondheid de liberale Edith
Schippers op 7 november 2016 een artikel publiceerde in The Lancet waarin ze de exorbitante
prijzen voor innovatieve geneesmiddelen uiterst scherp aankloeg. De minister pleitte voor het
herzien van het patentsysteem en ze gaf de prijs van Imatinib of Glivec als voorbeeld. Ze
verdedigde de praktijk van de Colombiaanse regering die recent Novartis verplichtte tot een
dwanglicensie om het product aan generische prijzen te kunnen aandienen voor haar
kankerpatiënten. (13)
De Block haalt Farmalobby binnen
Waarom volgt minister De Block niet de adviezen van gerenommeerde academici, het BCFI
of het KCE om tot een meer rationeel geneesmiddelenbeleid en via meer competitie
prijsoptimalisaties te komen. We denken dat het niet toevallig is dat de minister een
toplobbyist van de farmaceutische industrie als hoofdverantwoordelijke voor het
geneesmiddelenbeleid benoemde.
Bart Vermeulen werd in november 2016 in alle stilte aangesteld tot adjunct-kabinetschef voor
gezondheidszorg van minister De Block. ‘Deputy Director Healthcare of the Minister of
Social Affairs and Public Health’. Daarmee heeft hij het gehele geneesmiddelenbeleid onder
zijn bevoegdheid.
Van september 2014 tot oktober 2016 werkte hij bij UCB als ‘Associate Director Global
Tendering and Contracting Outcomes Optimization’. In die hoedanigheid heeft hij vanuit de
farma-industrie mee het Toekomstpact met het kabinet onderhandeld. In die functie toont hij
ook dat hij juist gespecialiseerd is en terreinervaring heeft om het kiwimodel te bekampen.
Van 2011 tot 2014 was Bart Vermeulen hoofdeconoom van Pharma.be, de lobbymachine van
de farmaceutische industrie in België. Voordien had hij van 2009 tot 2010 nog gewerkt bij de
overheid op de ‘Belgian Competition Authority’. Zijn carrière is een typisch voorbeeld van
wat genoemd wordt de draaideurpolitiek.
1) http://www.riziv.fgov.be/nl/publicaties/Paginas/infospot-top-252015.aspx#.WLlzK_KTL0Y
2) De Folia Pharmacotherapeutica van april 2017 van het Belgische Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) schreef volgende commentaar op de TOP
25 http://www.bcfi.be/nl/articles/2715?folia=2710
3) Het sluismodel van de Christelijke Mutualiteiten: http://members.mediaeffect.be/DE7DE/_images/20140623cmnotageneesmiddelenbeleid.pdf , preferentie
terugbetalingsmodel van de Nederlandse zorgverzekeraars (zie volgende eindnoot),
openbare offerte-aanvraag door de Duitse non-profit ziekenkassen, de gemiddelde
prijs van de drie goedkoopste geneesmiddelen in andere Europese landen zoals dat in
Noorwegen wordt toegepast…
4) In Nederland wordt door de private Zorgverzekeraars op geneesmiddelen uit patent
een vorm van kiwimodel toegepast, namelijk het preferentieel terugbetalingssysteem.
In dat systeem doet de Zorgverzekeraar voor een bepaald geneesmiddel een
marktbevraging en betaalt alleen het goedkoopste terug, plus deze geneemiddelen die
een prijs bieden die minder dan 5 procent afwijkt van dit goedkoopste. Deze vorm
van kiwimodel is verwant met het sluismodel dat de Christelijke Mutualiteiten
gelanceerd hebben. Daarbij worden na een marktbevraging de goedkoopste producten
in een sluis gestoken voor bijvoorbeeld drie jaar. Zij worden terugbetaald en de
anderen niet. Zie de referentie in vorige eindnoot (3).
De Nederlandse prijzen die we gebruikten zijn afkomstig van
www.medicijnkosten.nl . De hier vermelde prijzen omvatten de af-fabrieksprijs plus
de groothandelsmarge plus 6 procent BTW. De Belgische vergelijkbare prijzen hebben
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
we via de groothandelsprijzen van Escapo bekomen. Bij deze prijzen dienen nog de
apotheekmarges bijgeteld te worden om aan de publieksprijs te komen. In Nederland
bedraagt die apothekersmarge forfaitair 6,10 euro per verpakking als
afleveringsvergoeding. In België bestaat die marge uit een vaste afleveringsvergoeding
en een variabel deel. Omdat we niet raken aan de apothekersmarges hebben we deze
buiten de berekeningen van de besparing gehouden.
Het Belgische verbruik en uitgaven hebben we gebaseerd op de in 2016 gepubliceerde
TOP 25 van het RIZIV van ambulante geneesmiddelen (cijfers 2015). De Belgische
publieksprijzen alsook de remgelden hebben gehaald van www.bcfi.be .
5) De berekening van de besparing werd als volgt gedaan. De RIZIV uitgaven van een
bepaald geneesmiddel vermeld in de tabel worden eerst vermenigvuldigd met 1,25 om
de totale uitgaven te berekenen. De RIZIV uitgaven zijn de uitgaven volgens de
publieksprijs minus de remgelden die de patient uit eigen zak betalen. Gemiddeld
bedragen deze 20 procent van de publieksprijs of dus 25 procent van het deel van de
prijs die het RIZIV betaalt op het desbetreffende geneesmiddel. Vervolgens worden
deze totale uitgaven vermenigvuldigd met van ieder geneesmiddel de inkoopprijs voor
de apotheker gedeeld door de publieksprijs. Dan krijgen we de totale uitgaven van de
apothekers voor het inkopen van het desbetreffende geneesmiddel in België. Het is op
dat bedrag dat we de besparingen berekenen wanneer het geneesmiddel aan
Nederlandse prijs door de apotheker zou worden ingekocht. Die besparing berekenen
we door de totale uitgaven van de Belgische apotheken voor de inkoop van het
desbetreffende geneesmiddel te vermenigvuldigen met (1 –
inkoopprijsNl/inkoopprijsBe).
Bijvoorbeeld de berekening voor atorvastatine: we nemen de standaarddosis van 20
mg, grote verpakking 98 co. RIZIV uitgaven: 28,6 Mj X 1,25 = 35,75 Mj zijn de
jaarlijkse uitgaven van RIZIV plus deze van de patiënten. Voor 98 co atorvastatine is
de inkoopprijs apotheek 17,46 euro. Omgerekend betekent dit voor 90 co. 16,05 euro.
Publieksprijs is 23,66 euro voor 98 co of 21,73 euro voor 90 co. Dus het totale bedrag
dat apothekers betalen voor het voorgeschreven volume in België bedraagt
16,05/21,73 X 35,75 Mj euro = 26,41 Mj euro. Om de besparing te berekenen wordt
26,41 X (1- 2,90/16,05)= 21,63
6) Wolf, S., Rosuvastatin: winner in the statin wars, patients' health notwithstanding.
BMJ. 2015 Mar 17;350:h1388. doi: 10.1136/bmj.h1388
7) http://www.bcfi.be/Folia/index.cfm?FoliaWelk=F42N07E&keyword=crestor
8) http://www.bcfi.be/nl/articles/2318?folia=2268
9) Westhovens R., Annemans L., Costs of drugs for treatment of rheumatic diseases.
RMD Open 2016:2e000259. http://rmdopen.bmj.com/content/2/2/e000259.full
10) http://www.bcfi.be/nl/articles/2534?folia=2328&matches=golimumab
11) http://www.bcfi.be/nl/articles/2254?folia=2252 http://www.bcfi.be/nl/articles/2676?
folia=2673
12) http://sykehusinnkjop.no/wp-content/uploads/2017/02/Morgendagens-biotilsvarendelegemidler-2017-01-25_Steinar-Madsen.pdf Zie vooral slides 21:
“Besparingspotentieel> 750 miljoen US $ / jaar bij 50% korting” en slides 25, 26 en
31.
13) http://www.thelancet.com/pdfs/journals/lancet/PIIS0140-6736(16)31905-5.pdf
Zie onderstaande slides om visueel een beter zicht te krijgen op de prijsstructuur en de
prijsvergelijkingen
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
 M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel  02 50 40 110 @ [email protected]  www.pvda.be
Download