2015-7 Embryotransplantatie

advertisement
VETERINAIR
Embryotransplantatie
PRAKTIJK
Het doel van Embryotransplantatie ofwel ET is om snelle genetische
vooruitgang te boeken. Bij ET wordt vanuit de donormerrie een
embryo gespoeld. Dit embryo wordt vervolgens in een draagmoeder
geplaatst. Voortplantingsdeskundige Paard, Myrthe Wessel, vertelt
ons er van alles over.
TEKST: GEMMA JANSEN • BEELD: GEMMA JANSEN E.A.
E
en embryo ontstaat na ovulatie en
inseminatie in de donormerrie. Enige
tijd hierna wordt een embryo uit de
donormerrie gespoeld en geïmplanteerd in een draagmoeder. Zij neemt vanaf dat
moment de drachtigheid over, voldraagt en
schenkt leven aan het veulen en blijft er bij tot
speenleeftijd. Deze techniek is sinds de jaren
tachtig bij paarden wereldwijd gemeengoed. Ook
in Nederland vindt jaarlijks een fors aantal
embryotransplantaties plaats.
ET in het kort
ET begint bij het op normale manier insemineren van sperma bij de merrie. Zo rond de
dekdatum moet de merrie dagelijks gecontroleerd worden door een dierenarts om de dag van
eisprong te bepalen. Dit onderzoek kan thuis of
SUPEROVULEREN
Tegenwoordig is het op kleine schaal mogelijk om merries te laten
superovuleren, dat wil zeggen dat ze door behandeling met een bepaald
hormoon meerdere eisprongen per cyclus hebben en dus meerdere
embryo’s per spoeling leveren. Helaas is dit extract van follikelstimulerend
hormoon (FSH) nog niet commercieel beschikbaar in Nederland. Bovendien wegen de kosten voor veel eigenaren niet op tegen de geringe
embryowinst per cyclus.
42
IDS7 • 17 april 2015
op locatie gebeuren. Myrthe Wessel: “Ovuleren
en insemineren dienen zo dicht mogelijk bij
elkaar te liggen. De dag van de eisprong moet
bekend zijn, zodat je als dierenarts precies weet
wanneer de merrie gespoeld moet worden:
zeven of acht dagen na de eisprong, dus meestal
acht of negen dagen na inseminatie. Het meest
ideaal is om te spoelen onder kliniekomstandigheden, dat wil zeggen zo schoon mogelijk. Met
de juiste aanpassingen en voorzorgsmaatregelen
kan dit ook gebeuren op locatie, dus op de sportstal waar de merrie (tijdelijk) verkeert of op haar
eigen adres.”
Myrthe vervolgt: “Het spoelen zelf duurt niet
langer dan een half uur en is niet pijnlijk of
belastend voor de merrie. Soms krijgt ze een
lichte verdoving, een roesje, om makkelijker te
kunnen ontspannen en omdat ze goed stil moet
blijven staan tijdens de spoeling.
Tijdens het spoelen wordt een hoeveelheid
vocht, tussen 800 ml en drie liter, in en uit de
baarmoeder geheveld met als bedoeling, dat een
aanwezig embryo ermee wordt uitgespoeld. Het
vocht dat terugkomt uit de baarmoeder loopt
door een filter en wordt vervolgens onderzocht
op de aanwezigheid van een embryo. Als er een
embryo gevonden wordt, kunnen we er meerdere kanten mee op:
Veel mensen dachten in de
beginperiode van ET dat het spoelen
van embryo’s slechts voor een
selecte groep paardenfokkers was
weggelegd, maar dit gegeven is
inmiddels achterhaald.
PRAKTIJK
- Het wordt binnen enkele uren overgezet in
een draagmoeder, die in hetzelfde cyclusstadium zit als de donormerrie ter plekke;
- Het embryo wordt op gepaste wijze en binnen
twaalf uur opgestuurd naar een locatie met
een passende draagmoeder;
- het embryo wordt ingevroren en op een later
tijdstip ontdooid om teruggeplaatst te worden
in een draagmoeder. Een embryo kan voor
langere tijd ingevroren bewaard worden. Om
een embryo in te vriezen moet het echter aan
bepaalde voorwaarden voldoen.”
Cruciale stap
Het plaatsen van een embryo in een draagmoeder
gebeurt middels het opzuigen van het embryo in
een rietje. Dit rietje plaatst men weer in een
pipet. Vervolgens moet dit embryo in de
baarmoeder worden gebracht via de, gesloten,
baarmoedermond. “Dit is een cruciale stap en
ervaring is hierin een vereiste. Het moet
gebeuren middels minutieus manipuleren van de
baarmoedermond. Doe je namelijk teveel aan die
baarmoedermond, dan kan als reactie daarop de
merrie weer hengstig worden. Vanaf zeven dagen,
of eerder bij een groter embryo en/of een
gevoelig echo apparaat, kan worden gekeken of
de draagmoeder drachtig is. Om na transfer te
voorkomen dat de baarmoeder de vrucht niet wil
accepteren, krijgt de draagmoeder soms het
hormoon Regumate en een ontstekingsremmer
toegediend. Zit het embryo eenmaal goed
genesteld in de baarmoeder dan verloopt de
overige periode van dracht precies hetzelfde als
de drachtigheid na een gewone inseminatie.” De
donormerrie kan na de spoeling hengstig worden
gespoten, om eventueel opnieuw geïnsemineerd
te kunnen worden.
IDS7 • 17 april 2015
43
VETERINAIR
PRAKTIJK
Waarom ET
Een embryo op dag acht
na de inseminatie.
44
IDS7 • 17 april 2015
Er zijn verschillende redenen voor een paardenfokker om ET te willen toepassen bij zijn
merrie(s). De belangrijkste is waarschijnlijk, dat
een fokker op die manier van zijn genetisch
hoogwaardige merrie meerdere nakomelingen
per jaar kan krijgen. Hierbij kan het gaan om
jonge veelbelovende merries met een zodanige
verwachtingswaarde, dat een eigenaar al vaak
één of meer nakomelingen ervan wil hebben
voordat de merrie in ‘de sport verdwijnt’.
Myrthe: “In deze groep van jonge en gezonde
merries is het spoelen van bruikbare embryo’s
vaak zeer succesvol en varieert van tussen de
vijftig en zeventig procent. Dit percentage is
zondermeer goed te noemen, omdat het
overeenkomt met de normale kans op dracht.
Een andere categorie merries die gespoeld wordt is
die van de ‘oma’s’ en daar bedoel ik, op de meest
respectvolle manier, de merries mee die al goed
presterende nakomelingen hebben geleverd en
waarvan een fokker er graag nog zoveel mogelijk
van wil krijgen. Vanwege de hoge leeftijd is dit de
moeilijkste of lees; meest uitdagende groep om
embryo’s uit te winnen. Optimalisering van het
proces is dan ook bij deze groep noodzakelijk. Zo
luidt het advies om te kiezen voor vers, goed
bevruchtend sperma, verdient een enkele
inseminatie per cyclus de voorkeur en moet de
merrie na de inseminatie uiterst nauwkeurig
worden gecontroleerd op vocht in de baarmoeder.”
EIGEN MERRIE?
Een reden voor veel fokkers om af te zien van
embryotransplantatie is het kostenplaatje.
Er kleven aan de ingreep hogere kosten: je
betaalt tussen de 3000 en 4000 euro meer
per drachtigheid. Deze extra kosten worden
voor een groot deel veroorzaakt door de
aanschaf/huur van een draagmoeder. Een
vraag die mij dan ook regelmatig gesteld
wordt, is of mensen niet hun eigen merrie(s)
kunnen gebruiken als draagmoeder. Deze
vraag wordt zeker in deze tijd waarin de
verkoop van paarden toch al niet zo makkelijk
gaat en nog wordt bemoeilijkt als het paard
een, al dan niet licht, technisch mankement
heeft, in toenemende mate gesteld. Het kan
een mooie oplossing zijn voor mensen die
gebonden zijn aan bepaald budget en met de
juiste begeleiding kan ook het synchroniseren
(soms op afstand) gerealiseerd worden.
Uiteraard is de ene merrie geschikter dan de
ander en zal een lichamelijk onderzoek van de
voortplantingsorganen moeten uitwijzen of
de merrie al dan niet geschikt is als
draagmoeder.
Ook een goede reden voor ET is wanneer een
merrie het zeer goed doet in de wedstrijdsport.
“Dit sportieve traject hoeft dan niet te worden
onderbroken door een drachtigheid en geboorte
van een veulen. Sportende merries zijn om
meerdere redenen niet altijd makkelijke merries
om te spoelen. Een dergelijke merrie heeft een
wedstrijd- en trainingsprogramma waarmee de
cyclus geen rekening houdt. Vervolgens staan
deze merries vaak bloot aan spanning en stress.
Dit kan leiden tot teleurstellende resultaten in
het spoelen hoewel dit per merrie zeer verschillend is. De laatste factor, maar zeker niet de
minste, die ik wil aanhalen is het ‘teamwork’
tussen eigenaar en/of ruiter/amazone van de
merrie en de dierenarts. Een ruiter moet niet
het idee hebben, dat de merrie ‘lijdt’ onder het
voortplantingsgebeuren en dat betekent dat
goed overleg essentieel is. Met name bij merries
die heel uitgesproken hengstig zijn, en wanneer
men spoelt zal dit over het algemeen iets vaker
voorkomen, kan de ruiter verminderde
prestaties, al dan niet terecht, wijten aan het
spoelen. Een manier om sommige van bovenstaande nadelen te omzeilen is door in goed
overleg de merrie te spoelen wanneer zij bijvoorbeeld geblesseerd is of wanneer zij tijdelijk op
rust staat of voor wat betreft de sport even pas
op de plaats maakt.”
Er is nog een categorie merries waarvoor ET een
uitkomst is. In sommige gevallen kan een
foktechnisch interessante merrie, vanwege
diverse lichamelijke problemen, zelf geen dracht
volbrengen. ET biedt dan de ideale mogelijkheid
om van deze probleemmerrie toch nakomelingen te krijgen. In sommige gevallen moet men
zich wenden tot ICSI als laatste mogelijkheid om
nog een veulen te krijgen van een bepaalde
merrie-hengst combinatie.
Resultaat
UIT DE HOBBYSFEER
Dat embryotransplantatie bij koeien eerder
gemeengoed was dan bij paarden, had
meerdere oorzaken. Zo werden koeien bij de
introductie van ET al bedrijfsmatig gehouden,
terwijl paardenhouderij destijds veelal nog in
de hobbysfeer verkeerde. Bovendien ging het
(embryo)spoelen; het met een lange pipet
vangen van de bevruchte eicellen, bij een koe
heel gemakkelijk en konden het er soms zelfs
wel twintig zijn. Daarnaast had een boer een
stal vol koeien, waarvan hij de kwalitatief
mindere koeien altijd kon inzetten als
draagmoeder en ze onderwijl gewoon kon
doormelken. Veel mensen dachten in de
beginperiode van de ET ook dat het spoelen
van embryo’s slechts voor een selecte groep
paardenfokkers was weggelegd, maar dit
gegeven is inmiddels achterhaald.
goed gebruikt worden zo lang de merrie maar
een normale cyclus heeft. Sterker nog; het
seizoen om een merrie te spoelen begint veel
eerder en loopt langer door dan de normale
‘dekkerij’.
PRAKTIJK
Voorafgaande aan het proces van het spoelen
van bevruchte eicellen ofwel embryo’s, kan door
een dierenarts bekeken worden in welke mate
een merrie een geschikte kandidaat is voor dit
proces. Myrthe: “Bij een gezonde merrie varieert
de kans op een succesvolle transplantatie na
spoeling gemiddeld tussen de vijftig en tachtig
procent. Indien het embryo is ingevroren dan
ligt dit percentage iets lager. De ervaring is dat
heel vroeg in het voorjaar spoelen vaak al goede
resultaten oplevert. Sommige paarden kun je
tijdens een dekseizoen meerdere malen spoelen
en in het meest gunstige geval hou je dan
meerdere embryo’s of drachtige draagmerries
over. Het aantal verwerpers is vergelijkbaar met
een originele dracht, tussen vijf en tien procent.”
Over het algemeen kan men stellen dat er drie
spoelingen nodig zijn per levend veulen maar
dat kan uiteraard verschillen per categorie en
overige genoemde omstandigheden. Doorsnee
zijn de resultaten het best tijdens het vroege
voorjaar maar ook de overige maanden kunnen
Op deze schematische
tekening is duidelijk te
zien hoe een spoeling in
zijn werk gaat.
Synchronisatie
Het synchroniseren ofwel gelijk laten lopen van
de cyclus van donor en draagmoeder is niet
altijd simpel, maar met behulp van hormonen
en nauwkeurige bestudering van de cyclus zijn
de meeste merries goed te beïnvloeden en te
sturen. “Het kan echter voorkomen dat het
synchroniseren niet (meteen) wil lukken. Het is
daarom altijd raadzaam om vroeg te beginnen
en voorafgaande aan het inzetten van een
embryo aan de hand van onderzoek de conditie
en de vruchtbaarheidscyclus van de gereserveerde draagmoeder in kaart te brengen. Een
manier om het ‘synchronisatieprobleem’ te
omzeilen is om de vruchtbaarheidscyclus van
meerdere merries op gelijk niveau te krijgen.
Mocht je om wat voor een reden dan ook geen
geschikte draagmoeder hebben, dan kun je
informeren bij bevriende fokkers/hengstenhouders of uw dierenarts omtrent de beschikbaarheid van andere draagmoeders.”
Nog een mogelijkheid is het opsturen van het
embryo naar een embryo-ontvangstcentrum,
waar vele draagmoeders beschikbaar zijn. “Er
zijn inmiddels verschillende centra waar de
embryo’s naar toegestuurd kunnen worden. Ik
zal ze hier niet noemen, want als ik er één
IDS7 • 17 april 2015
45
MYRTHE WESSEL
vergeet doe ik deze onrecht. Feit is dat ze
makkelijk te bereiken zijn en meestal merries
beschikbaar hebben, mits op tijd is doorgegeven
wanneer de donormerrie heeft geovuleerd.
Dergelijke centra boeken prima resultaten bij
het implanteren” , vervolgt Myrthe. “Een
geleende of gehuurde draagmoeder gaat meestal
als ze ruim zes weken drachtig is naar de
eigenaar van het embryo en blijft daar dan ook
tot het veulen vier tot zes maanden oud is. Het
is in alle gevallen goed van tevoren te informeren naar de kosten en voorwaarden.”
Draagmoedercriteria
“Als draagmoeder zie ik het liefst een jonge
merrie, tussen de drie en tien jaar, die al dan
niet al een keer geveulend heeft. Een eerste
veulen valt bij zowel een reguliere dekking als
ET wel eens iets kleiner uit. Dit is een reden, dat
sommige fokkers een voorkeur hebben voor
merries die al eerder een veulen hebben
gekregen. Echter een maiden merrie heeft ook
voordelen, want de baarmoeder is bijna altijd
schoon en de baarmoedermond onbeschadigd.
Dit levert een gunstige bijdrage in een succesvolle overplaatsing van het embryo. Voor beiden
PRAKTIJK
Op deze foto een merrie met twee veulens, waarvan er
een via ET is geboren en de andere door haar zelf
gedragen.
valt dus iets te zeggen. Tevens vind ik het
belangrijk dat een draagmoeder ruim is, zeker
niet te klein, omdat de grootte van de baarmoeder, in eerste instantie, de grootte van het
veulen bij de geboorte bepaalt. De genetische
informatie van de ouders is wel reeds vastgelegd
in het betreffende veulen en inmiddels is
aangetoond dat het uiteindelijke grootte
verschil, na drie jaar, minimaal is. Voor
veilingen kan een goed uitziende draagmoeder
eveneens belangrijk zijn, het levert een mooier
plaatje op in de baan.”
Een veel besproken onderwerp bij fokkers die
embryo’s spoelen is of het karakter van de
draagmoeder, van invloed is op het gedrag van
het veulen. Myrthe: “Zoals eerder gezegd
bepalen de genen een groot deel van het
karakter van het veulen maar opvoeding en
opfok zijn tot op zekere hoogte wel degelijk van
invloed. Een fijne benaderbare draagmoeder
zorgt voor een goede inprenting gedurende de
eerste maanden van het veulen en zorgen voor
het makkelijk toegankelijk zijn van het veulen.
Andere fokkers vinden juist een ‘pittige’
opvoeding van de draagmoeder naar het veulen
toe van belang.”
“Tijdens verschillende experimenten kwamen
dravermerries regelmatig naar voren als ideale
draagmoeders. Vanwege de prestatiefokkerij bij
deze paarden, zijn ze vaak zeer sterk en gezond
en hebben een fijn temperament. Daarnaast zijn
ze van jongs af aan veel in de hand geweest en
goed opgevoed. De meest geschikte onder hen
lopen vaak meerdere jaren mee als draagmoeder.
Overigens hebben er al diverse, kleinschalige
experimenten plaatsgevonden met verschillende
draagmoeders. Hoe belangrijk is bijvoorbeeld
het temperament van de draagmoeder voor de
ontwikkeling van een veulen? Om conclusies uit
deze experimenten te kunnen trekken, is het
aantal draagmoeders vaak te klein maar het lijkt
duidelijk te worden dat een merrie van vergelijkbaar ras, maat en temperament het beste past
als draagmoeder van een bepaalde donormerrie”, besluit Myrthe.
•
VOORTPLANTINGSSPECIALIST
Dit verhaal is tot stand gekomen met medewerking van Myrthe Wessel
uit Terwolde. Zij is Nederlands, Europees en Amerikaans voortplantingsspecialist en eigenaresse van de Specialistische Voortplantingspraktijk,
die zich volledig toelegt op de voortplanting op maat van het paard. Meer
info: www.svp-wessel.nl of email: [email protected].
IDS7 • 17 april 2015
47
Download