01 draagmoederschap

advertisement
 Didactische fiche N°1 HET DRAAGMOEDERSCHAPAUTRUI I – BEKNOPT OVERZICHT
Twee verschillende situaties Definitie De uitdrukking « draagmoederschap » heeft betrekking tot een aantal situaties waarin een vrouw, de draagmoe‐
der, aanvaardt om een kind te dragen, en ervan te beval‐
len, op aanvraag van de (wens)ouders.
Waarom draagmoederschap aanwenden? Voor vrouwen die een medische aandoening heb‐
ben aan de baarmoeder is de toevlucht tot het draag‐ moederschap de enige manier om hun verlangen naar een kind, verwekt uit hun eigen geslachtscellen, te ver‐
vullen. Mannelijke homoseksuele koppels kunnen dit enkel en alleen door beroep te doen op de diensten van een draagmoeder. • De bevruchting (meestal kunstmatig) van een eicel van de draagmoeder met het zaad van de man van het vragend koppel, of van een andere man. Deze vrouw gaat akkoord om het verwekte kind te dra‐
gen en bij de geboorte af te staan aan de wensou‐
ders. • De overdracht (implantatie) van een door in vitro fertilisatie bekomen embryo in de baarmoeder van de draagmoeder. Het embryo komt voort uit de ge‐
slachtscellen van de wensouders. Een derde kan evenwel tussenbeide komen om de benodigde zaad‐ of eicellen te leveren. II – WAT ZEGT HET RECHT ?
In België bestaat geen specifieke wetgeving betref‐
fende het draagmoederschap, en vormt deze praktijk op zich geen misdrijf, daar het strafrecht dit niet speci‐
fiek voorziet. Dit wil evenwel niet zeggen dat geen en‐
kele rechtsregel van toepassing is. Getuige hiervan de hierna ‐bij wijze van voorbeeld‐ aangehaalde regels van het burgerlijk recht: • de vrouw die van het kind bevalt word juridisch ge‐
zien beschouwd als de moeder van het kind (B.W. art. 312). • het kind kan enkel op naam van de vrouw die ervan bevallen is worden ingeschreven in de burgelijke stand (Strafw., art.363). • de echtgenoot van de vrouw die bevalt wordt bes‐
chouwd alszijnde de vader van het kind (B.W. art. 315). • het menselijk lichaam is onbeschikbaar, d.w.z. dat het van geen enkele overeenkomst het voorwerp mag uitmaken (B.W. art. 1128). In andere Europese landen : in Denemarken, Fin‐
land en Nederland wordt het draagmoederschap gedoogd, bij gebrek aan een specifieke wetgeving. In Frankrijk is het draagmoederschap verboden. Artikel 16‐7 van het Frans Burgerlijk wetboek verklaart dat draagmoedercontracten als nietig beschouwd dienen te worden. De tussenpersonen en eventueel de wen‐
souders (indien bewezen is dat zij de draagmoeder er‐
toe aanzetten om afstand te doen van het kind) riske‐
ren een gevangenisstraf of een boete (art. 227‐12 en 227‐13 van het Strafwetboek). In andere Europese landen (Spanje, Italië, Portugal, Noorwegen, Zweden, Zwitserland, Duitsland en Oos‐
tenrijk) is het draagmoederschap eveneens verboden, krachtens specifieke wetten . In Groot‐Brittannië en Griekenland wordt het draagmoederschap daarentegen wel bij wet toegelaten en geregeld. Andere voorkomende uitdrukkingen Ondankt deze principes wordt het draagmoederschap gedoogd. Praktisch gezien gebiedt het afstamming‐
srecht echter dat de draagmoeder het kind afstaat bij de geboorte, en dat de wensouders dit kind vervolgens adopteren. Baarmoederverhuur, zwangerschapsdelocalisatie, het «moederschap voor een ander»,... Om de betrokken vrouw aan te duiden gebruikt men de termen draagmoe‐
der, draagvrouw of vervangmoeder; surrogate mother in het Engels. III – KRITISCHE BESCHOUWING Rechtsgeldigheid van de draagmoederovereenkomst ? Zowel private als publieke belangen De hiernavolgende vragen en opmerkingen maken Na een grondige studie van de verbintenissen die de duidelijk dat de praktijk van het draagmoederschap kern van de draagmoederovereenkomst uitmaken, zowel private als publieke belangen miskent. Ook om komt menig jurist tot het besluit dat deze overeen‐
die redenen mag het draagmoederschap niet gelegali‐
komst nietig is, en dit hoofdzakelijk omwille van de on‐
seerd worden. rechtmatigheid van het voorwerp van de overeen‐
• Het draagmoederschap brengt een oneigenlijk komst, meer bepaald van de twee verbintenissen die gebruik van de juridische mogelijkheid tot adoptie de draagmoeder aangaat. met zich mee. Adoptie heeft immers tot doel om –
De verbintenis aangaande het ter beschikking stel‐
zo goed als mogelijk– een jammerlijke feitensituatie len van de voorplantingsorganen is strijdig met het recht te zetten door ervoor te zorgen dat «een principe van de onbeschikbaarheid van het menselijk weeskind of een verlaten kind een gezin toegewe‐
lichaam, omdat het een wezenlijk bestanddeel van de zen krijgt», en niet om «een kind te schenken aan vrouw (draagmoeder) betreft: deze verbintenis slaat op een gezin» nadat men eerst opzettelijk een situatie wat de vrouw wezenlijk is, als persoon, en niet op een van verlatenheid heeft doen ontstaan. voorwerp (« object ») dat zij bezit en waarover zij in • Het draagmoederschap behelst bovendien alle vrijheid mag beschikken. Draagmoederovereen‐
onvermijdelijk het risico te leiden tot de uitbuiting komsten rechtsgeldig verklaren zou er op neerkomen van minderbedeelde, arme of makkelijk beïnvloed‐
dat men de mens onrechtstreeks als voorwerp bes‐
bare vrouwen, zowel met als zonder vergoeding van chouwt, wat strijdig is met het bovenvermeld principe. de draagmoeder. Het is eveneens duidelijk dat de verbintenis aangaande • Het draagmoederschap brengt een scheiding van het afstaan en de overdracht van het kind zonder meer het moeder‐ en vaderschap met zich mee. Het kind onrechtmatig is, daar er sprake is van een daad waarbij kan tot vijf verschillende ouders hebben, waardoor men rechtstreeks over een persoon, namelijk het kind, diens afstamming volledig vervaagd wordt: een beschikt. genetische moeder, een genetische vader, een draagmoeder, een juridische moeder en een juridis‐
Waardigheid en instrumentalisatie che vader. Het feit dat men door middel van een van de persoon pri‐vaatrechterlijke rechtshandeling over het ouderschap beschikt, alsook over fundamentele ge‐
Het principe van de menselijke waardigheid, dat de gevens zoals afstamming en ouderschap, is niet grondslag vormt van het fundamenteel onderscheid alleen strijdig met de menselijke waardigheid, maar tussen personen (rechtssubjecten) en voorwerpen ook met de grondslagen van de maatschappelijke (rechtsobjecten), verzet zich tegen elke vorm van orde. Welk antwoord zal men daarenboven geven instrumentalisatie, reïficatie of gebruik van de persoon, aan het kind dat, eenmaal de kinderjaren ontgroeid, die nooit slechts als een middel ten dienste van ander‐
op zoek naar zichzelf, zich ‐terecht‐ afvraagt wie nu mans verlangens of behoeftes mag beschouwd wor‐
werkelijk zijn ouders zijn? den. Het draagmoederschap blijkt in meer dan één • Het draagmoederschap negeert volledig het opzicht strijdig te zijn met dit fundamenteel principe. bestaan van de intrabaarmoederlijke relatie tussen de draagmoeder en het kind. Het negeren van deze Hoewel zij haar diensten vrijgevig en belangeloos fusionele relatie benadrukt zowel in hoofde van de kan aanbieden, wordt de draagmoeder immers moeder als van het kind het feit dat deze laatste objectief gezien herleidt tot het spelen van een louter opzettelijk verlaten wordt. De nefaste psychologis‐
instrumentele rol, daar zij, enerzijds, haar zwangers‐
che gevolgen, zowel onmiddelijk als op termijn, zijn chap moet beleven vanuit een louter functioneel reeds duidelijk aangetoond. Alles geschiedt net alsof perspectief, en niet als een gebeuren dat haar hele de zwangerschap in utero niet integraal deel zou wezen behelst, en anderzijds, krachtens de overeen‐
uitmaken van het moederschap. komst en om aan andermans verlangens te voldoen, Wat als het kind, dat het voorwerp vormt van de afstand dient de doen van wat ze wezenlijk is : de moe‐
overeenkomst, niet voldoet aan de wensen van de der van het kind dat zij draagt. Zij verbindt zich ertoe vraagouders, bijvoorbeeld omdat het gehandicapt is? om dit kind af te staan bij de geboorte. Ook betref‐
Wat gebeurt er in geval van feitelijke scheiding of fende dit kind kan men dus enkel vaststellen dat hij of echtscheiding van de wensouders tijdens de zwanger‐
zij objectief gezien beschouwd wordt als een « voor‐
schap? Moet men dan een « recht op abortus » toe‐
werp », waar de wens‐ouders krachtens de overeen‐
kennen aan de draagmoeder? Heeft de man van de komst recht op hebben. draagmoeder het recht om tussenbeide te komen? De bedoeling van deze fiche is een samenvattend overzicht te geven van het behandeld thema. Voor meer informatie kan men het Dossier van het Instituut raadplegen, vrij te bekomen op de website www.ieb‐eib.org Deze fiche is voor het laatst bijgewerkt in mei 2012. 
Download