Nr.200 *** NIEUWS VAN HER EN DER *** 16 mei 2012 Uitgave van Afrika-EuropaNetwerk E-mail: [email protected] Web www.afrikaeuropanetwerk.nl Amnesty wijst op grove fouten in rapport van Shell De olielekkages in de Niger Delta waren veel ernstiger dan Shell vorig jaar toegaf. Dat is de conclusie van een onafhankelijk onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Amnesty U.K. en het Centre for Environment, Human Rights and Development (CEHRD). De lekkages die in 2008 plaatsvonden hebben de grond en het water rond Bodo, een stadje in de Niger Delta waar ongeveer 69.000 mensen wonen, zwaar vervuild. Volgens schattingen van Shell is slechts iets meer dan 260.000 liter olie weggelekt. De laagste schatting van het onderzoeksbureau dat de opdracht van Amnesty heeft uitgevoerd, is echter 7,8 miljoen liter. Een wel heel groot verschil. Shell heeft meerdere malen verklaard dat het grootste gedeelte van de lekkages te wijten is aan sabotage. En hoewel Amnesty toegeeft dat sabotage een reëel probleem is in de regio, claimt de organisatie dat Shell dit gegeven misbruikt om de eigen fouten en overtredingen te maskeren. Aanvankelijk verklaarde Shell dat 85 procent van alle gelekte olie te wijten was aan sabotage. Later moest het bedrijf echter toegeven dat dit percentage niet correct was. Volgens het nieuwe, onafhankelijke onderzoek is meer dan de helft van alle gelekte olie te wijten aan operationele fouten van Shell zelf, en wellicht zelfs 80 procent. Omdat de Nigeriaanse regering geen grondig onderzoek heeft verricht bij elke lekkage, zijn betrouwbare cijfers moeilijk te achterhalen. Meer dan drie jaar na de olieramp rond Bodo, heeft Shell nog steeds geen stappen ondernomen om het gebied te reinigen of om de lokale gemeenschappen officieel te compenseren voor de geleden schade. Na jaren vergeefs te hebben geprocedeerd, heeft de bevolking van Bodo nu in Groot-Britannië een rechtszaak aangespannen tegen Shell. (Bron: website Amnesty U.K., 23/4/2012) Ontwikkelingshulp op laagste niveau sinds 1997 Ondanks beloftes van veel politici dat er niet gesnoeid zou worden in het geld voor ontwikkelingssamenwerking, maakt een rapport dat op 4 april is gepubliceerd door de Organisation for Economic Cooperation and Development (OECD) duidelijk dat er sprake is van een scherpe daling. In 2011 bedroeg het totaal dat aan ontwikkelingsgeld werd uitgegeven door rijke landen $135,5 miljard, een vermindering van $3,4 miljard ten opzichte van het jaar ervoor. Het is de eerste daling sinds 1997. De periode tussen 2000 en 2010 liet een groei zien van 63 procent. De reden voor de daling hangt ongetwijfeld samen met de economische problemen van de westerse landen, met name in Europa. Donorlanden houden de hand steviger op de knip. Dat geldt ook voor geld dat bestemd is voor Afrika. Het totale bedrag dat aan remittances en directe investeringen door de Afrikaanse diaspora naar Afrikaanse landen wordt gestuurd is momenteel hoger dan het bedrag dat aan ontwikkelingsgeld naar Afrika gaat. (Bron: The Africa Report, 12/4/2012) Handel in tweedehandskleding geen onverdeelde zegen voor Afrika Een derde van alle tweedehandskleding die wordt weg gegeven, komt terecht in subSahara Afrika. Op straten, markten en boetiekjes wordt de kleding massaal aan de man en vrouw gebracht. De handel in tweedehandskleding is big business in Afrika. Maar critici wijzen erop dat het dumpen van deze kleding de toch al kwetsbare lokale kledingmarkt kapot maakt. Daarom hebben twaalf landen in Afrika de import van deze kleding verboden. “De enige manier waarop ik overleef, is door kleding te maken voor moslim vrouwen”, zei een kleermaker uit Ivoorkust, waar vorig jaar 20 ton tweedehandskleding het land binnenstroomde. In het buurland Ghana komt per jaar gemiddeld tien keer zoveel binnen. “Moslim vrouwen willen er vaak niet westers gekleed uitzien. Zeker rond de traditionele islamitische feestdagen kan ik er zeker van zijn opdrachten te krijgen voor nieuwe kledij”, zei dezelfde kleermaker. Tijdens het presidentschap van John Kufuor in Ghana, werd een dag per week uitgeroepen als ‘Friday wear day’ in een poging om mensen te stimuleren om traditionele kleding te dragen. Het is de vraag of dit soort initiatieven zoden aan de dijk zetten. Want voor ontelbaar velen is de verkoop van tweedehandskleding op straten en markten een onmisbare bron van inkomsten geworden. (Bron: The Guardian, 7/5/2012) Mobiele telefoons op zonne-energie bieden uitkomst in Kenia Mobiele telefoons zijn voor Afrikanen van groot belang, omdat velen geen of moeilijk toegang hebben tot een vaste telefoonnet. Maar voor inwoners van afgelegen streken is het in de meeste Afrikaanse landen lastig om hun mobiele telefoons op te laden, omdat een elektriciteitsnet ontbreekt. Dus moeten ze soms behoorlijke afstanden afleggen naar speciale winkeltjes die de telefoons opladen. In Kenia is een mobiele telefoon geïntroduceerd die op zonne-energie werkt. Een uitkomst voor velen. De telefoon is ontwikkeld door het telecommunicatie bedrijf Safaricom (een dochteronderneming van het Britse Vodafone) en het Keniase bedrijf Mobitelea Ventures. Gebruikers hoeven niet langer gebruik te maken van het vaste elektriciteitsnet om hun telefoons op te laden. Aangezien elektriciteit vaak uitvalt, is dit ook een welkom alternatief. De telefoon is relatief goedkoop. Verder is het milieuvriendelijk, aangezien het de eigen energie opwekt en is gemaakt van gerecycled materiaal, zeggen de producenten. Volgens een woordvoerder van de afdeling klimaatverandering van het Keniase Ministerie voor Milieu en Minerale Grondstoffen, is de nieuwe telefoon niet alleen handig voor de plattelandsbevolking die vaak geen toegang heeft tot het elektriciteitsnet, maar ook voor de armsten in de grote steden. Ook zij hebben vaak geen elektriciteit in eigen woning of kunnen de prijzen die worden gevraagd voor het opladen niet betalen. De hulporganisatie Christian Aid bevestigt dat de uitvinding een bijdrage kan leveren dat arme Kenianen minder worden gemarginaliseerd. Volgens schattingen van de organisatie heeft slechts 5 procent van de mensen op het platteland en 51 procent van de stedelijke bevolking toegang tot elektriciteit. De Keniase regering schenkt steeds meer aandacht aan de mogelijkheden van zonne-energie, aangezien het een milieuvriendelijke en duurzame manier is om aan de groeiende behoefte van de Kenianen aan energie te voldoen. De regering doet ook onderzoek naar de mogelijkheden van elektriciteit die door waterkracht wordt opgewekt, maar het bezwaar daarvan is dat het een te zware belasting kan vormen voor de beperkte watervoorraad in het land. (Bron: AlertNet, 11/5/2012)