De Afrikaanse culturele economie en geografie: college inleiding in de regionale geografie 2 oktober 2008 Sub Sahara Afrika: aandeel in de wereld (rond 1990) Methode van de Amerikaanse geograaf John Cole • • • • • • • Bevolking: 10% Grondgebied: 18% Produktief Land: 13% Zoet water: 15% Fossiele brandstoffen: 4% Mineralen: 18% Totale natuurlijke hulpbronnen: 14% • Natuurlijke hulpbronnen index: 137 (wereldgemiddelde 100) • Economische index (BBP/capita): 25 (idem) Afrika armoedeniveau % onder armoedegrens van 1$/dag: Ontw.landen Afrika 1990 28 45 2001 21 46 2007 19 41 Zie http://www.un.org/millenniumgoals/pdf/m dg2007.pdf Rijk, maar toch arm • Vele verschillende redenen: • Natuurlijke omgeving: merendeels arme, uitgeputte bodems, grote klimaatrisico’s (m.n. droogte), = lage agrarische arbeidsproductiviteit, weinig surplusopbouw • Of juist: vloek van de overvloedige natuur: geen drang tot innovatie??? Klimaatfluctuaties in de Sahel, voorbeeld Mali 1920-2000 Grote kans op ziektes (m.n. Malaria, nu ook hiv-aids): ondermijnen van arbeidsinzet en hoge kosten; levenslange effecten van ondervoeding op lichaam en geest Effect van hitte en vochtigheid op arbeidsinzet Veel mensen op ontoegankelijke plekken, ver van de kust Lange, dure transportlijnen; agro-ecologische barrieres N-Z en O-W Lage investeringen in ‘modern’ onderwijs, geen aansluiting bij de mondiale vereisten van geschoolde arbeid Te dure en niet gedisciplineerde (geschoolde) arbeid Sub-Sahara Afrika en de Wereld: verschillen in ‘human capital’ (wereldbank gegevens van rond 2000) • Levensverwachting: SSA: 47 jaar Wereld: 66 jaar • Kindersterfte: SSA: 162/1000 Wereld: 78/1000 • Analfabetisme: SSA: 39% Wereld: <15% (onder volwassenen = > 15 jaar) Andere soorten redenen • Doorwerkende negatieve invloed van de koloniale tijd: gebrek aan zelfstandig initiatief, gebrek aan ondernemerschap • Uitbuitingsrelaties op wereldschaal: wat er aan export is wordt zeer slecht betaald (m.n. landbouwproducten); Afrika subsidieert de wereldeconomie • Of juist: de wereld sluit zich af voor Afrikaanse producten en overspoelt Afrika met dumpgoederen • Slecht overheidsbestuur: ‘bad governance’: corruptie, kleptokratie, interne uitbuiting, elite mergelt de bevolking uit. Doorwerken van voor-koloniale patroon-client relaties • Soms: ontwikkelingshulp maakt afhankelijk en zorgt ervoor dat elites zich naar buiten toe moeten verantwoorden en niet naar de eigen bevolking toe: ondermijnt democratie • Etc. Of toch: oorlog en geweld als schuldigen? • Voortdurende onzekerheid door geweld, staatsgrepen en (burger)oorlog of dreiging daarvan • Veel van wat er aan fysiek kapitaal is opgebouwd gaat steeds weer kapot door vernieling, gebrek aan onderhoud, diefstal • Veel investeringen in menselijk kapitaal brengen te weinig op omdat veel mensen te vroeg sterven • Veel investeringen in sociale relaties (familie, religie, etnische groep) verhinderen dat er geinvesteerd kan worden in ‘moderne’ ondernemingen of in de groei van het kleinbedrijf (‘culturele barrieres’). Enorme demografische veranderingen • Sub-Sahara Afrika: Van 100 miljoen in 1900 tot 600 miljoen in 2005 • Grote migratiebewegingen • Nu: snelste urbanisatie ter wereld • Maar ook grote verschillen binnen Afrika, met bevolkingsachteruitgang in delen zuidelijk afrika t.g.v. Hiv/aids Urbanisatie West Afrika 1960-2020 De culturele economie • In veel huishoudens: grote diversiteit aan arbeidsactiviteiten en inkomensbronnen • Van het productieresultaat: • - afdrachten aan vele familieleden • - aan de schoonfamilie (deels op krediet verkregen bruid) • - aan clanoudsten en etnische baasjes • - en aan ‘consumptieexplosies’ (Ghana: begrafenissen) vervolg • Maar ook afdrachten aan religieuze leiders, aan lokale overheid, aan vrouwengroepen en dorps/wijkprojecten, aan eigenaars productiemiddelen (land, water, gereedschap), aan centrale overheid, aan leger/politie/milities, aan politieke partij(en), aan ‘beschermers’, kredietverleners, etc, etc vervolg • Van wat er dan overblijft kan een deel worden geconsumeerd en een deel worden verhandeld (barter) of verkocht, vaak via lange verkooplijnen en met zeer lage beloningen voor de primaire producenten, zowel absoluut als relatief. • En vaak gaat het productieresultaat ook nog verloren door diefstal, geweld, oorlog, brand, andere rampen geweldskaarten geweldskaarten • Pax Christi • 2003 Afrika begrijpen • Alleen door combinatie van wetenschappelijke inzichten: • Vooral: klimatologie, bodemkunde, fysische geografie, agro-biologie uit de betakant • Vooral: demografie, sociale geografie, culturele antropologie, culturele economie en ‘governance studies’ uit de gammakant • En prekoloniale, koloniale en contemporaine geschiedenis uit de alfakant • Plus toegepaste (sociaal-)medische kennis • En inzichten uit overige culturele studies Maar kijk uit voor tijdgebonden beeldvorming.... Beelden: Wit over Zwart Oudere beelden van Afrika: de raciale factor racismebeelden angstbeelden Half devil and half child Angstbeelden: tijdens de Apartheid Angstbeelden Missie om te beschaven Maar wel superieur Beelden: op expeditie met vele Afrikaanse dragers Wie leidt mag liggen, wie lijdt die loopt Inderdaad: sterke negers dragen de nootjes naar de kust.... En ook bij Kuifje doen Afrikanen het werk Beelden met een wereldwijde ‘impact’ Beelden van Afrika: taxihumor, “sorry Sir I can’t start yet, I am not yet full” Soms niet zo gek ver van de werkelijkheid... Nodig • Aandacht voor de grote verschillen binnen Afrika: • Klimaat van zeer droog tot zeer nat • Bodems: van zeer vruchtbaar tot hopeloos • Mensen: van zeer innovatief tot zeer behoudend • Economie: van snel groeiend tot totaal in het slop • Governance: van goed en democratisch bestuur tot grove onderdrukking en uitbuiting