Suppl. 255 Inleiding 2/2 Nrs. Datum van de supplementen (boekwerk) Nrs. 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 24.10.2006 26.10.2006 23.11.2006 23.11.2006 23.11.2006 23.11.2006 11.12.2006 8.1.2007 20.2.2007 16.2.2007 2.3.2007 3.4.2007 4.4.2007 4.4.2007 10.5.2007 25.4.2007 25.4.2007 25.4.2007 8.5.2007 12.6.2007 6.7.2007 10.6.2007 10.6.2007 30.7.2007 8.10.2007 8.10.2007 14.11.2007 14.11.2007 30.11.2007 30.11.2007 30.11.2007 30.11.2007 30.11.2007 30.11.2007 5.12.2007 20.3.2008 25.1.2008 17.4.2008 17.4.2008 17.4.2008 1.7.2008 16.7.2008 1.7.2008 16.7.2008 16.7.2008 16.7.2008 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 233 234 16.7.2008 16.7.2008 281 282 Datum van de supplementen (boekwerk 16.7.2008 18.8.2008 Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt Niet gebruikt 28.4.2009 10.8.2009 29.4.2010 8.7.2010 31.3.2011 28.1.2011 1.1.2012 31.5.2012 13.11.2012 10.9.2012 1.1.2013 11.2.2013 1.5.2013 Inleiding Nrs. 2/3 Datum van de supplementen (boekwerk) Suppl. 186 Nrs. 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 330 378 Datum van de supplementen (boekwerk Suppl. 255 7 Inleiding WETTELIJKE BEPALINGEN In de Wettelijke bepalingen is een onderscheid gemaakt tussen "EG-bepalingen" en "Benelux-bepalingen". De EG-bepalingen betreffende de goederennomenclatuur en de douanerechten, de producten bestemd voor bepaalde soorten schepen en voor boor- en werkeilanden en de farmaceutische producten komen uit de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad, van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, laatst vervangen met Verordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 (P.B. EU nr. L 304 van 31 oktober 2012). De EG-bepalingen betreffende de douanewaarde komen uit het douanewetboek (zie onder II hierna). De Benelux-bepalingen komen uit de bijlage bij het "Benelux-protocol tot vaststelling van een Beneluxtarief van invoerrechten". Alhoewel het niet meer de bevoegdheid van de Benelux is het Tarief van invoerrechten vast te stellen, zijn toch sommige destijds in de bijlage bij het protocol vastgestelde regels betreffende de toepassing van het Tarief nog steeds geldig. Zij zijn opgenomen onder het artikelnummer van de tekst van bedoelde bijlage. I. Bepalingen betreffende de goederennomenclatuur en de douanerechten EG-bepalingen §1 Voor de indeling van goederen in de nomenclatuur van het tarief gelden de volgende bepalingen (interpretatieregels) : 1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en - voorzover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen - de navolgende regels. 2. a) De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed vertoont. Deze vermelding heeft eveneens betrekking op een compleet of een afgewerkt goed of een op grond van de voorgaande volzin als zodanig aan te merken goed, indien het wordt aangeboden in gedemonteerde of in niet-gemonteerde staat. b) Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen. 3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt : Inleiding 8 Suppl. 236 a) De post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft; b) mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald; c) in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst. 4. Goederen, die niet kunnen worden ingedeeld overeenkomstig vorenstaande regels, worden ingedeeld onder de post, die van toepassing is op de goederen waarmee zij de meeste overeenkomst vertonen. 5. Voor de hierna genoemde goederen gelden daarenboven de volgende regels : a) etuis, foedralen en koffers voor camera's, voor muziekinstrumenten of voor wapens, dozen voor tekeninstrumenten, juwelenkistjes en dergelijke bergingsmiddelen, speciaal gevormd of ingericht voor het opbergen van een bepaald artikel of van een stel of assortiment van artikelen, geschikt voor herhaald gebruik en aangeboden met de artikelen waarvoor ze bestemd zijn, worden ingedeeld onder dezelfde post als die artikelen indien zij van de soort zijn die normaal daarmee wordt verkocht. Deze regel geldt echter niet voor bergingsmiddelen die aan het geheel het wezenlijk karakter verlenen; b) behoudens het bepaalde onder 5 a), worden gevulde verpakkingsmiddelen (1) ingedeeld met de verpakte goederen indien zij van de soort zijn die normaal als verpakking voor die goederen wordt gebruikt. Deze regel is echter niet verplichtend voor verpakkingsmiddelen die klaarblijkelijk geschikt zijn voor herhaald gebruik. 6. Voor de indeling van goederen in de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede "mutatis mutandis" de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing. §2 Behoudens bijzondere bepalingen, worden de belastbare waarde, voor naar de waarde belaste goederen, en de waarde die bepalend is voor de indeling onder sommige posten of onderverdelingen van posten, vastgesteld aan de hand van de bepalingen inzake de douanewaarde. _______________________ (1) Onder "verpakkingsmiddelen" worden verstaan, alle uitwendige en inwendige bergingsmiddelen, omhulsels, opwindmiddelen en dergelijke voorzieningen, met uitsluiting van vervoermiddelen - met name containers -, dekkleden en het stuw- en hulpmateriaal. Hieronder worden echter niet de in algemene regel 5, onder a), bedoelde bergingsmiddelen verstaan. Suppl. 255 9 Inleiding §3 Voor de vaststelling van het belastbare gewicht voor naar het gewicht belaste goederen, en het gewicht dat bepalend is voor de indeling onder sommige posten of onderverdelingen van posten, wordt verstaan : a) onder "brutogewicht" het gewicht van het goed, vermeerderd met dat van al zijn bergingsmiddelen en verpakkingen; b) onder "nettogewicht" of "gewicht" zonder nadere aanduiding, het eigen gewicht van het goed ontdaan van al zijn bergingsmiddelen en verpakkingen. §4 1. Een forfaitair douanerecht van 2,5 % ad valorem is van toepassing op goederen : - vervat in door particulieren aan particulieren gerichte zendingen, of - die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, voor zover het invoer betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is. Dit forfaitair douanerecht van 2,5 % is van toepassing wanneer de totale waarde van de aan douanerechten onderworpen goederen, per zending of per reiziger, niet meer dan 700 EUR bedraagt. Van dit forfaitaire douanerecht zijn uitgesloten goederen die volgens het douanetarief vrij van rechten kunnen worden ingevoerd en goederen van hoofdstuk 24 die deel uitmaken van een zending of de persoonlijke bagage van reizigers in hoeveelheden die groter zijn dan die van artikel 27 of krachtens artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (PB L 324 van 10.12.2009). 2. Onder invoer zonder handelskarakter wordt verstaan invoer waarbij het gaat om goederen die deel uitmaken van : a) door particulieren aan particulieren gerichte zendingen, welke invoer tegelijkertijd : - een incidenteel karakter draagt, en - uitsluitend bestaat uit goederen bestemd voor persoonlijk gebruik van de geadresseerde dan wel voor gebruik door leden van diens gezin, mits uit de aard of de hoeveelheid van de goederen geen commerciële bijbedoelingen blijken, - zonder enige vorm van betaling door de afzender aan de geadresseerde wordt gezonden; b) persoonlijke bagage van reizigers, welke invoer tegelijkertijd : Inleiding 10 Suppl. 249 - een incidenteel karakter draagt, en - uitsluitend betrekking heeft op goederen bestemd voor persoonlijk gebruik van de reizigers dan wel voor gebruik door leden van hun gezin of bestemd om ten geschenke te worden aangeboden, mits uit de aard of de hoeveelheid van de goederen geen commerciële bijbedoelingen blijken. 3. Het forfaitaire douanerecht is niet van toepassing op goederen die onder de in de punten 1 en 2 genoemde voorwaarden worden ingevoerd en ten aanzien waarvan de betrokkene, alvorens dat recht daarop wordt toegepast, heeft verzocht dat zij aan de daarvoor geldende rechten bij invoer worden onderworpen. In dat geval worden alle onder de invoer begrepen goederen, onverminderd de in de artikelen 25 tot en met 27 en 41 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 bedoelde vrijstellingen, aan de daarvoor geldende rechten bij invoer onderworpen. Voor de toepassing van de eerste alinea worden onder rechten bij invoer verstaan zowel de douanerechten en heffingen van gelijke werking als de belastingen bij invoer die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in het kader van de specifieke regelingen die van toepassing zijn op bepaalde uit de verwerking van landbouwproducten verkregen goederen. 4. De niet-deelnemende lidstaten mogen het bedrag dat ontstaat door de omrekening van het bedrag van 700 € in nationale valuta, afronden. 5. De niet-deelnemende lidstaten mogen de tegenwaarde van het bedrag van 700 € in nationale valuta ongewijzigd handhaven, indien bij de jaarlijkse aanpassing zoals voorzien in artikel 18, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, de omrekening van dit bedag, vóór de in punt 4 genoemde afronding, een wijziging van minder dan 5 % van de in nationale valuta uitgedrukte tegenwaarde of een verlaging van die tegenwaarde oplevert. §5 De navolgende bepalingen zijn van toepassing op de onder de letters a) en b) van algemene regel 5 omschreven bergings- en verpakkingsmiddelen die gelijktijdig met de goederen waarmee zij worden aangeboden of die zij bevatten in het vrije verkeer worden gebracht : 1. Indien de bergings- en verpakkingsmiddelen, overeenkomstig algemene regel 5, ingedeeld worden bij de goederen waarmee zij worden ingevoerd of die zij bevatten, zijn zij : a) aan hetzelfde douanerecht onderworpen als het verpakte goed : - indien dit aan een douanerecht naar de waarde is onderworpen, - of indien zij in het belastbare gewicht van het verpakte goed dienen te worden begrepen; 7 8 9 10 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 Inleiding 1 2 3 4 5 6 4 1 2 3 4 5 6 7 8 GECOMBINEERDE NOMENCLATUUR (GN) 9 10 Taric 1 2 3 4 Eerste aanvullende Taric-code 1 2 3 4 Tweede aanvullende Taric-code (eventueel) 1 2 3 4 Nationale aanvullende code GEHARMONISEERD SYSTEEM (GS) 205 Inleiding 206 Suppl. 255 B. TARBEL/TARWEB-MAATREGELSCHERM Douanerechten 1. Goederen die in het vrije verkeer worden gebracht en naargelang het geval van oorsprong (1) of van herkomst (1) zijn worden belast volgens de aanduidingen in de TARBEL/TARWEB-applicatie. Het spreekt vanzelf dat de preferentiële douanerechten slechts worden toegekend mits naleving van de gestelde voorwaarden. 2. Voor zover niet anders is aangegeven, wordt het douanerecht in percent van de douanewaarde geheven. 3. Voor de granen die vallen onder goederencodes 1001 1100 10, 1001 1100 20, 1001 1100 30, 1001 1900 12, 1001 1900 18, 1001 1900 20, 1001 1900 30, 1001 9120 20, 1001 9900 12, 1001 9900 14, 1001 9900 16, 1001 9900 18, 1002 0000 00, 1005 1090 00, 1005 9000 20, 1005 9000 90, 1007 1090 00 en 1007 9000 00 kunnen de douanerechten op de 1ste en de 16de van de maand worden gewijzigd. De douanerechten die zijn opgenomen in kolom 3 van het maatregelscherm moeten dus met enige omzichtigheid worden toegepast. De na te leven voorwaarden worden opgenomen in bijlage II. De voorwaarden voor het verkrijgen van de preferentiële douanerechten zijn door middel van een voetnoot opgenomen in TARBEL/TARWEB (zie tariefbericht 163 van 10.12.2009) of in de bijlage VII-B. 4. Voor de goederen die vallen onder de goederencodes 1006 2011 00 tot 1006 3098 90 (rijst) alsmede 1703 1000 00 en 1703 9000 00 (melasse) kunnen de douanerechten (voor melasse betreft het de mogelijkheid om het douanerecht “derde landen” geheel of gedeeltelijk te schorsen) een paar maal per jaar worden gewijzigd. De douanerechten die voor die goederen zijn opgenomen in kolom 3 van het maatregelscherm moeten dus met enige omzichtigheid worden toegepast. 5. De vermelding van bijvoorbeeld “EUR/ % vol/hl” in kolom 3 van het maatregelscherm m.b.t. hoofdstuk 22 betekent dat een specifiek recht van toepassing is, uitgedrukt in EUR per volumepercentage alcohol per hectoliter. Zo wordt een alcoholhoudende drank met een alcohol-volumegehalte van 40 % vol als volgt belast, indien onderstaande specifieke rechten van toepassing zijn : - “1 EUR/ % vol/hl” geeft 1 EUR x 40 = 40 EUR per hectoliter, of - “1 EUR/ % vol/hl + 5 EUR/hl” geeft 1 EUR x 40 + 5 EUR = 45 EUR per hectoliter. 6. De vermelding”MIN” (bijvoorbeeld “1,6 EUR/ % vol/hl MIN 9 EUR/hl”) betekent dat het recht, berekend overeenkomstig de hierboven vermelde regel, moet worden vergeleken met het minimumrecht (in dit voorbeeld “9 EUR/hl”) en dat het hoogste van de twee wordt toegepast. Schorsingen en tariefcontingenten 7. Tariefpreferenties kunnen worden toegekend in het kader van een schorsing van het douanerecht of van een tariefcontingent “erga omnes”. Voor goederen uit bepaalde landen/gebieden zijn desgevallend specifieke tariefcontingenten vermeld. De schorsingen en tariefcontingenten worden respectievelijk aangeduid met de letters S en K, gevolgd door het verminderd recht en voor de tariefcontingenten een volgnummer beginnend met “09.”. ________________ (1) Zie instructie “Gemeenschappen en preferenties” - D.I. 561. Suppl. 249 Inleiding 209 Maximum : - ad valorem ................................................... - aanvullend recht .......................................... 1.000 EUR x 24 % = 1.000 kg x 9,3 EUR = 100 kg 240 EUR 93 EUR 333 EUR Gezien het douanerecht ten bedrage van 107 EUR volledig dient geïnd te worden, bedraagt het agrarisch element : 333 EUR - 107 EUR = 226 EUR In totaal wordt er dus geïnd : 107 EUR + 226 EUR = 333 EUR Voorbeeld nr. 2 : Zelfde gegevens als voor het voorbeeld nr. 1, doch de goederen zijn van oorsprong uit IJsland (IS) : Verschuldigd : - douanerecht ................................................. - agrarisch element ........................................ nihil 1.000 kg x 51,1 EUR = 511 EUR 100 kg Maximum : - ad valorem ................................................... - aanvullend recht .......................................... 1.000 EUR x 24 % = 1.000 kg x 9,3 EUR = 100 kg 240 EUR 93 EUR 333 EUR Een agrarisch element van 333 EUR moet worden geïnd. Antidumpingrechten, compenserende rechten en goederen onderworpen aan registratie bij invoer 12. Zie bijlage XXI. Aanvullende douanerechten 13. Voor sommige landbouwgoederen is bij het in het vrije verkeer brengen naast het douanerecht een aanvullend douanerecht van toepassing. De lijst van de betrokken codes is opgenomen in bijlage V. De voorwaarden die eventueel moeten worden nageleefd zijn opgenomen in bijlage V. Compenserende heffingen 14. Opgeheven. Inleiding 210 Suppl. 255 Referentieprijzen vis 15. De goederen waarvoor een referentieprijs is vastgesteld zijn in kolom 2 van het maatregelscherm aangeduid met de vermelding "SREF". De referentieprijzen verschillen naargelang de soort vis (het kan zijn dat die enkel geldt voor één van de vissoorten die onder de betrokken Taric-code valt) en naargelang de klasse van versheid, grootte en presentatie van de betrokken vissoort. Ten einde een en ander te coderen werden specifieke aanvullende Taric-codes gemaakt die beginnen met de letter F. Overeenkomstig de bepalingen van de bijlage XIII dienen gegevens betreffende de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden van die vissoorten te worden medegedeeld aan de Commissie. 15/2.Daarenboven zijn sommige tarifaire maatregelen gekoppeld aan de naleving van die referentieprijs. In die gevallen wordt voetnoot "CD240" opgenomen in kolom 3 van het maatregelscherm. De referentieprijs is nageleefd wanneer de douanewaarde niet lager is dan de referentieprijs. Elk geval waarin de tarifaire maatregel niet kan toegepast worden omdat de referentieprijs niet is nageleefd dient met het oog op mededeling aan de Commissie gesignaleerd te worden aan de Centrale administratie, dienst Nomenclatuur, Landbouw en Waarde (DT), met verwijzing naar onderhavige paragraaf. 15/3.De referentieprijzen alsmede de klassen van versheid, grootte en presentatie voor de betrokken vissoort zijn opgenomen in de instructie "Tariefcontingenten" - D.I. 625. Accijnzen en milieutaksen 16. Bij de inverbruikstelling in België worden bepaalde producten onderworpen aan : accijns en eventueel bijzondere accijns, een bijdrage op de energie, controleretributie, verpakkingsheffing en milieuheffing. De bedragen zijn opgenomen in TARBEL/TARWEB. BTW 17. Zie bijlage XVIII. Invoercertificaten AGRIM 18. Voor sommige landbouwgoederen is bij het in het vrije verkeer brengen een invoercertificaat AGRIM vereist. In de meeste gevallen is dan in kolom 2 van het maatregelscherm de vermelding "LPS" opgenomen, gevolgd door een voetnoot in kolom 3 van het maatregelscherm waarin is vermeld dat een invoercertificaat vereist is. De minimumhoeveelheden waarvoor geen invoercertificaat is vereist [§ 60 van de Instructie Landbouwprocedures (D.I. 684.0)], zijn opgenomen in TARBEL/TARWEB in kolom 4 van het maatregelscherm in een conditie (“C”). In bijlage VI is de lijst van de GN-codes opgenomen waarvoor een invoercertificaat is vereist, samen met de minimumhoeveelheden. Uitvoerheffingen en -belastingen 19. Wanneer sommige landbouwgoederen worden uitgevoerd uit het douanegebied van de Gemeenschap, kan een uitvoerheffing of -belasting verschuldigd zijn. Suppl. 255 211 Inleiding De voorwaarden die eventueel moeten worden nageleefd, worden opgenomen in bijlage IX. Uitvoerrestituties 20. Wanneer sommige landbouwgoederen worden uitgevoerd uit het douanegebied van de Gemeenschap, kan een uitvoerrestitutie worden toegekend. Voor de landbouwgoederen die genoemd zijn in bijlage I bij het EG-Verdrag (zie bijlage I - boekwerk) is in kolom 3 van het maatregelscherm, de vermelding "REX" opgenomen; voor de landbouwgoederen die niet genoemd zijn in bijlage I bij het EG-Verdrag (zie eveneens bijlage I - boekwerk) en voor sommige verwerkte groenten en fruit is de vermelding "RIX" aangebracht. Voor de goederen bedoeld in het eerste gedeelte van voorgaande zin werden er restitutiecodes bestaande uit twaalf cijfers gecreëerd die bestaan uit de GN-code (de eerste acht cijfers) en een aanvullende code (de laatste vier cijfers). Voor de andere goederen werd er geen specifieke code gemaakt en gebruikt men de GN-code. De lijst van de restitutiecodes (bij ontstentenis : de GN-code) en de volledige restitutienomenclatuur alsmede ten titel van inlichting per bestemming het restitutiebedrag zijn opgenomen in de bijlage X (boekwerk). Uitvoercertificaten AGREX 21. Voor sommige landbouwgoederen is bij de uitvoer uit het douanegebied van de Gemeenschap een uitvoercertificaat AGREX vereist. In voorkomend geval is in de meeste gevallen in kolom 2 van het maatregelscherm de vermelding "SPX" opgenomen, gevolgd door een voetnoot in kolom 3 van het maatregelscherm waarin is vermeld dat een uitvoercertificaat vereist is. De minimumhoeveelheden waarvoor geen uitvoercertificaat vereist is [§ 60 van de Instructie Landbouwprocedures (D.I. 684.0)], alsmede de regeling inzake de voorfixatiecertificaten zijn opgenomen in TARBEL/TARWEB in kolom 4 van het maatregelscherm in een conditie (“C”). In bijlage XI is de lijst van de GN-codes opgenomen waarvoor een uitvoercertificaat vereist is (met de minimumhoeveelheden) of een voorfixatiecertificaat kan worden voorgelegd. Statistiek 22. De eerste acht cijfers van de goederencode vormen het verplicht aan te geven statistieknummer. 23. De eventuele aanvullende statistische eenheden dienen te worden aangegeven volgens de vermeldingen in kolom 4. De gebruikte afkortingen zijn opgenomen in E, lijst 1, hierna ("Bijzondere maatstaven"). Aanvullende statistische eenheden worden als volgt afgerond : tot en met de halve eenheid wordt afgerond naar beneden, boven de halve eenheid wordt afgerond naar boven (vb. code 0407 2100 00 : statistische eenheid van 500 eieren in de schaal = 0). 24. De ISO alfa-2 code alsmede de driecijferige codes van de geonomenclatuur voor de aanduiding van de landen en gebieden als herkomst of bestemming van de goederen zijn opgenomen in E, lijst 4 hierna. Inleiding 212 Suppl. 255 C. OPMERKING IN VERBAND MET DE BIJLAGEN In de bijlagen zijn de regelingen uiteengezet die niet of onvolledig zijn verwerkt in TARBEL/TARWEB. Het betreft voornamelijk landbouwregelingen (bijlagen I tot en met XIV) en nationale regelingen (bijlage XVIII). De eerste veertien bijlagen hebben betrekking op landbouwgoederen. Wat onder “landbouwgoederen” moet worden verstaan is opgenomen in de bijlage I (= overzichtstabel). De eerste kolom van de overzichtstabel bevat alle GN-codes die betrekking hebben op landbouwgoederen. In de volgende kolommen zijn dan de landbouwregelingen per bijlage opgenomen. Wanneer nu voor een welbepaalde code een landbouwregeling van toepassing is, wordt dat vermeld in de desbetreffende kolom. Zodoende kan de gebruiker van het Gebruikstarief voor elk landbouwproduct zien welke bijlage(n) hij moet raadplegen. D. DE AFKORTINGEN LIJST 1 Bijzondere maatstaven c/k ....................................................... ce/el...................................................... ct/l ........................................................ g .......................................................... gi F/S ................................................... kg H2O2 ............................................... kg K2O ................................................ kg KOH................................................ kg met. am. ........................................ kg/net eda ............................................ kg 90 % sdt ......................................... kg N ..................................................... kg NaOH ............................................. kg P2O5 ................................................ kg U .................................................... 1 000 kWh .......................................... 1 .......................................................... 1 alc. 100 % ......................................... 1 000 l ................................................. b/f ......................................................... m .......................................................... m² ........................................................ m3 ........................................................ 1 000 m3 .............................................. Aantal karaat (1 metriekkaraat = 2 x 10-4 kg) Aantal cellen Laadvermogen in metrieke ton (1) Gram Gram splijtbare isotopen Kilogram waterstofperoxide Kilogram kaliumoxide Kilogram kaliumhydroxide (bijtende potas) Kilogram methylaminen Kilogram netto-uitlekgewicht Kilogram drooggewicht ad 90 % Kilogram stikstof Kilogram natriumhydroxide (bijtende soda) Kilogram difosforpentaoxide (fosforzuuranhydride) Kilogram uranium Duizend kilowattuur Liter Liter zuivere alcohol (100 %) Duizend liter Fles Meter Vierkante meter Kubieke meter Duizend kubieke meter _______________ (1) Men verstaat onder laadvermogen in metrieke ton (ct/l) het laadvermogen van een schip uitgedrukt in metrieke ton, zonder rekening te houden met de goederen vervoerd als scheepsproviand (brandstof, gereedschap, levensmiddelen en dergelijke) noch met de vervoerde personen (personeel en passagiers) en hun reisgoed. Suppl. 255 213 LIJST 1 (vervolg) pa ........................................................ p/st ...................................................... 100 p/st ............................................... 1 000 p/st ............................................ TJ ......................................................... - ........................................................... Aantal paren Aantal stuks 100 stuks 1 000 stuks Terajoule (verbrandingswarmte) Geen bijzondere maatstaf LIJST 2 Afkortingen met betrekking tot de toepassing van de rechten + ADFM + Aanvullend recht op meel + ADFMR + Verminderd aanvullend recht op meel + ADSZ + Aanvullend recht op suiker + ADSZR + Verminderd aanvullend recht op suiker + EA + Agrarisch element + EAR + Verminderd agrarisch element MAX Maximum MIN Minimum LIJST 3 Andere afkortingen en symbolen AD F/M Aanvullend douanerecht meel AD S/Z Aanvullend douanerecht suiker b/f Fles cm/sec Centimeter per seconde EA Agrarisch element € Euro INN International non-proprietary name INNM International non-proprietary name modified ISO International Organization for Standardization Kbit 1 024 bit kg/br Kilogram brutogewicht Inleiding Inleiding 214/224 Suppl. 255 LIJST 3 (vervolg) kg/net Kilogram nettogewicht kg/net eda Kilogram netto-uitlekgewicht kg/net mas Kilogram in droge stof Mbit 1 048 576 bits MIN Minimum ml/g Milliliter per gram mm/sec Millimeter per seconde RON Research-octaangetal LIJST 4 Landenlijst - lijst 4a : landenlijst, alfabetisch volgens de landennaam - lijst 4b : lijst van als herkomst of bestemming der goederen aan te duiden overige geografische codes Vanaf 1 januari 1999 wordt voor de identificatie van de landen en gebieden de ISO alfa 2-code (code bestaande uit 2 letters) gebruikt (in de hiernavolgende landenlijsten aangeduid als “alfa-code”). Suppl. 253 47 XVIII HOOFDSTUK 30 Afwijkingen 21 % - 3001 9020 : (1) (2) - 3001 9098 : (1) - 3002 1010 : (3) (4) - 3002 1091 : (3) (4) (5) - 3002 1098 : (3) (4) (5) (6) - 3002 2000 : (4) - 3002 3000 : (4) - 3002 9010 : 0 % - 3002 9030 : (4) (5) (7) - 3002 9050 : (4) (8) - 3002 9090 : (3) (4) (5) - 3004 : (4) (9) - 3005 : 6 % - 3006 3000 : (4) - 3006 4000 : (10) - 3006 5000 : 6 % - 3006 6000 : (4) (9) - 3006 7000 : (4) (1) Menselijke organen : 6 % (RNV : 15032) (2) Stukjes been opgemaakt om te worden ingeplant in het menselijk lichaam teneinde een ontbrekend lichaamsdeel geheel of gedeeltelijk te vervangen : 6 % (RNV : 15033) (3) Producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik : 6 % (RNV : 15034) (4) Elke enkelvoudige of samengestelde substantie bedoeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen en geregistreerd als geneesmiddel door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft of waarvoor de vergunning voor het in de handel brengen bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1) van het Koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen ter kennis is gegeven aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft : 6 % (RNV : 15092) (5) Bloed, bloedplaatjes, plasma en witte en rode bloedlichaampjes bestemd om te worden toegedeind aan mens of dier voor therapeutisch of profylactisch gebruik : 6 % (RNV : 15093) (6) Bloedplasma bestemd voor transfusies en producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik : 6 % (RNV : 15035) (7) andere dan voor het stellen van een diagnose in vitro : 6 % (RNV : 15036) (8) Voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor de vervaardiging van voedingsmiddelen : 6 % (RNV : 15037) (9) Producten aangeboden om oraal te worden geconsumeerd door de mens, andere dan dranken (zie literaat G, tweede lid, 2° en literaat N van deze bijlage) : 6 % (RNV : 15094) (10) Botcement dat antibiotica met een bijkomende activiteit ten opzichte van het hulpmiddel bevat : 6 % (RNV : 15095) HOOFDSTUK 31 Afwijkingen 6% - 3102 3010 : 21 % (1) - 3102 3090 : 21 % (1) - 3102 5010 : 21 % (1) - 3102 5090 : 21 % (1) - 3102 9000 : 21 % (1) - 3104 3000 : 21 % (1) - 3104 9000 : 21 % (1) (1) Producten die kennelijk als meststof zullen worden gebruikt : 6 % (RNV : 15038) HOOFDSTUK 32 Afwijkingen 21 % - XVIII 48 Suppl. 255 HOOFDSTUK 33 Afwijkingen 21 % - 3302 1021 : 6 % - 3302 1029 : 6 % - 3302 1090 : (1) - 3304 9900 00 : (2) - 3306 9000 : (3) (1) Producten die gebruikt worden als ingrediënt of additief bij de huishoudelijke bereiding van gerechten, gebak of desserts, en die te koop worden aangeboden in verpakkingen voor huishoudelijk gebruik waarop expliciet en uitsluitend het gebruik bij de bereiding van gerechten, gebak of desserts is vermeld, met uitsluiting van elk ander mogelijk gebruik : 6 % (RNV : 15039) (2) Steriele visco-elastische substanties uitsluitend bestemd voor humane of veterinaire medische of chirurgische doeleinden : 6 % (RNV : 15108) (3) Producten voor orale menselijke consumptie : 6 % (RNV : 15099) HOOFDSTUK 34 Afwijkingen 21 % - HOOFDSTUK 35 Afwijkingen 21 % - 3502 1990 : (1) - 3503 0010 : (2) - 3505 1050 : (3) (1) Eiwit voor de voeding in verpakkingen voor huishoudelijk gebruik : 6 % (RNV : 15040) (2) Gelatine voor voeding : 6 % (RNV : 15041) (3) Afval en resten van werken, uitsluitend geschikt voor recuperatie : 0 % (RNV : 15018) HOOFDSTUK 36 Afwijkingen 21 % - HOOFDSTUK 37 Afwijkingen 21 % - HOOFDSTUK 38 Afwijkingen 21 % - 3806 3000 : (1) - 3808 : (2) - 3822 0000 : (3) - 3824 6091 : (4) - 3824 9058 : (5) (1) Afval en resten van werken, uitsluitend geschikt voor recuperatie : 0 % (RNV : 15018) (2) Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik (zie littera E van deze bijlage) : 12 % (RNV : 15042) (3) Glucosecontrolevloeistof : 6 % (RNV : 15089) (4) Kunstmatige zoetstoffen voor menselijke consumptie : 6 % (RNV : 15043) (5) Elke enkelvoudige of samengestelde substantie bedoeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen en geregistreerd als geneesmiddel door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft of waarvoor de vergunning voor het in de handel brengen bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 1) van het Koninklijk Besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen ter kennis is gegeven aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft : 6 % (RNV : 15092)