Verkeerd Ademen Wat is het? 3 gouden Tips Buteyko Instituut Nederland Dick Kuiper Welkom Ademen is een vrij essentiële bezigheid. Toch hebben zelfs artsen weinig aandacht voor de ademhaling (tenzij er duidelijk iets mis is, zoals bij astma, slaapapneu of longemfyseem). Rustig, ontspannen ademen is essentieel voor een goede gezondheid. Een goede ademhaling zie je niet en hoor je niet. Lao Tse (een Chinese filosoof en de schrijver van de Tao Te Ching) schreef het 2600 jaar geleden al: “De perfecte mens ademt alsof hij helemaal niet ademt”. Dit rapport zal bewijzen waarom deze uitspraak nog steeds correct is. En er wordt uitgelegd wat er fout gaat als iemand verkeerd ademt (wat bijna altijd te veel ademen is). Het rapport beantwoordt 14 essentiële vragen over de ademhaling. En het geeft 3 Tips om je ademhaling te verbeteren. Het kost een klein half uur om het goed te lezen. Neem die tijd: ademen is zo essentieel dat wanneer je er mee stopt, je dood gaat (en wanneer je het verkeerd doet, je ziek wordt). Doorsturen aan anderen Vind je dit een interessant rapport? Je mag het doorsturen naar vrienden, familie en bekenden. Dick Kuiper Buteyko Therapeut 1 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 1. Waarom ademen we? Het leven begint met ademen, en we blijven er mee doorgaan tot onze laatste snik. Een mens kan enkele weken zonder voedsel, enkele dagen zonder drinken, en enkele minuten zonder ademen. Maar waarom ademen we eigenlijk? Vaak lees je allerlei mooie, logisch klinkende verhalen. Soms klopt er maar weinig van. Terwijl het eigenlijk vrij simpel is. De twee belangrijkste functies van ademen zijn: (1) Het lichaam van zuurstof voorzien. Bloed stroomt door de longen en neemt dan zuurstof (O2) op. Het zuurstofrijke bloed wordt door het lichaam gepompt, en voedt de lichaamscellen met zuurstof. In de cellen wordt zuurstof omgezet in energie, water (H2O) en koolzuurgas (CO2). Je cellen verbruiken veel O2, en maken dus voortdurend CO2. Daarmee komen we bij de tweede functie van ademen. (2) Koolzuurgas afvoeren. CO2 wordt door de cellen aan het bloed afgegeven, dan naar de longen vervoerd, en daarna ademen we het uit. Kijk je naar de tekening, dan is het heel verleidelijk te denken dat O2 een voedingsstof is, en dat CO2 een afvalstof is (dat is een fout die veel mensen maken). Maar CO2 is essentieel voor veel processen in ons lichaam. Adem je te veel, dan raak je te veel koolzuurgas kwijt. Je kan dan allerlei klachten krijgen. Ik kom daar nog uitgebreid op terug. 2 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 2. Wat gebeurt er in de longen? Ademen doe je met je longen. Longen bestaan vooral uit lege ruimte (zoals bij een spons) en zijn elastisch. De twee grote luchtwegen die de longen binnengaan (de bronchi) vertakken zich voortdurend. Kleinere luchtwegen noemen we bronchioles. Na ongeveer 23 keer vertakt te zijn, eindigt een luchtweg bij een aantal longblaasjes. De longblaasjes liggen als druiventrosjes bij elkaar. Ze zijn erg klein (0,2 millimeter in doorsnee). Er wordt geschat dat we zo’n 300-800 miljoen longblaasjes hebben, met een gezamenlijke oppervlakte van 80-90 m2. Zuurstofarm/koolzuurgasrijk bloed (in de tekening rechtsonder blauw) wordt langs de longblaasjes geleid. De longblaasjes hebben een dunne, elastische wand. Daardoor verloopt de gasuitwisseling tussen longblaasjes en bloed erg gemakkelijk. Zuurstof wordt als het ware vanuit de longblaasjes het bloed ingeduwd, waar het opgenomen wordt door rode bloedcellen. En tegelijk springt koolzuurgas van het bloed naar de longblaasjes. Het zuurstofrijke bloed dat de longen verlaat tekent men vaak rood (zie rechts). 3 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland In de rode bloedcellen hecht het zuurstof zich aan hemoglobine (een eiwit). Als je kijkt naar de getallen, krijg je een beetje een idee van hoe fenomenaal dit alles in elkaar zit: Het bloed van een volwassene bevat ongeveer 2,5 x 1013 rode bloedcellen (dat is 25.000.000.000.000). Een rode bloedcel is ongeveer 0,00007 cm breed. Als je alle rode bloedcellen zou uitspreiden bedek je 4000 m2. Ongeveer 99 % van de cellen in het bloed zijn rode bloedcellen. Rode bloedcellen worden in het beenmerg gemaakt. Elke rode bloedcel bevat ongeveer 640.000.000 hemoglobinemoleculen. Een volwassene heeft 600–800 gram hemoglobine, dat ongeveer 2,5 gram ijzer bevat. 1 hemoglobinemolecuul kan 4 zuurstof binden. Bijna alle zuurstof in het bloed hecht zich aan hemoglobine. Er is maar weinig ongebonden zuurstof in het bloed (slechts zo’n 1-2 %). 4 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 3. Wat doet het lichaam met zuurstof? Wanneer zuurstofrijk bloed langs weefsels (zoals spieren of hersenen) stroomt, kan het zuurstof loslaten. Zuurstof kan niet in deze weefsels opgeslagen worden. Om te overleven heeft het lichaam daarom een voortdurende toevoer van zuurstof (O2) nodig. In rust ongeveer 200 ml per minuut, maar bij zeer sterke activiteit kan dat oplopen tot wel 8 liter O2 per minuut. 1. Zuurstof is allereerst een bron van energie. In de cellen worden zuurstof en glucose (suikers die via het bloed aangevoerd worden) omgezet in energie, koolzuurgas en water. Dit noemt men een “aerobe verbranding” (bij onvoldoende aanvoer van zuurstof is er ook een verbranding zonder zuurstof mogelijk waarbij o.a. melkzuur gemaakt wordt: “anaerobe verbranding”). Bij aerobe verbranding komt dus CO2 vrij, dat afgegeven wordt aan het bloed dat langs de cellen stroomt. 2. Zuurstof wordt gebruikt om lichaamsvreemde bacteriën en virussen op te ruimen. Veel van deze bacteriën en virussen zijn anaeroob, wat betekent dat ze slecht tegen zuurstof kunnen. Zuurstof is dus essentieel voor leven. Maar te veel zuurstof inademen, bijvoorbeeld onder hoge druk bij diepzeeduiken, is gevaarlijk. Het kan zuurstofvergiftiging (hyperoxie) veroorzaken. Zuurstof kan dan toxisch werken en bijvoorbeeld het zenuwstelsel aantasten. Voordat men dit ontdekte gaf men te vroeg geboren baby’s in de couveuse vaak zuivere O2. Met ernstige gevolgen zoals blindheid. En onlangs heeft in Amerika de FDA (Food and Drug Administration) gewaarschuwd dat mensen met hart- en longproblemen beter geen gebruik kunnen maken van de zogenaamde Oxygen Bars die je daar ziet (een soort café waar je extra O2 kan inademen). 5 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 4. Welke spieren gebruiken we bij ademen? Inademen betekent dat lucht de longen binnenstroomt. Dat krijgen we voor elkaar door spieren aan te spannen die de longen groter maken. Daardoor ontstaat er in de longen een onderdruk, en wordt de lucht naar binnen gezogen. Er zijn een aantal spieren die we bij het inademen kunnen gebruiken. Allereerst het diafragma (middenrif). Dan spreken we over een buiademhaling. Maar we kunnen ook de externe tussenribspieren gebruiken die de borstkas breder maken (dan praten we van een borstademhaling). Uitademen is meestal niet meer dan het weer laten ontspannen van deze spieren. De longen worden dan kleiner en “drukken” de lucht weer naar buiten. Maar we kunnen ook actief uitademen: dan gebruiken we bijvoorbeeld de interne tussenribspieren om de longen extra klein te maken. In rust zouden we alleen met het middenrif moeten ademen. Pas bij een inspanning (sport bijvoorbeeld) komt daar dan de borstademhaling bij. Maar heel bewust een buikademhaling aanleren gaat vaak fout en leidt meestal tot hyperventilatie. 6 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 5. Hoe vaak ademen we? Vaak. Wanneer we rustig op een stoel zitten ademen we gemiddeld zo’n 12 keer per minuut. Dat is ongeveer 17.000 keer per dag. Of ruim zes miljoen keer per jaar. Maar dat zijn gemiddelden. Sommige mensen ademen in rust 8 keer (of nog minder) per minuut, terwijl er ook mensen zijn die meer dan 25 keer per minuut ademen. Hoe vaak iemand ademt zegt nog niet alles over hoeveel iemand ademt. Om een indruk te krijgen van hoeveel iemand ademt, heeft de medische wetenschap het begrip “MinuutVolume” ontwikkeld. Het MinuutVolume is de totale hoeveelheid lucht die iemand per minuut in en uit ademt. Het wordt bepaald door: (1) Het tempo (hoe vaak iemand per minuut ademt), en (2) De diepte (de gemiddelde diepte van elke ademteug). Gecombineerd krijg je dan de volgende formule: MV (MinuutVolume) = Tempo ademhaling x Diepte ademhaling Om een voorbeeld te geven. Iemand die in rust elke minuut 12 keer een halve liter ademt, heeft een MinuutVolume van 12 x 0,5 = 6,0 liter per minuut. En iemand die 8 keer per minuut 1,5 liter ademt, heeft een MinuutVolume van 8 x 1,5 = 12,0 liter per minuut. Voor vele aspecten van ons lichamelijk functioneren zijn normen ontwikkeld. Zoals voor de bloeddruk (bovendruk 120 en onderdruk 80), bloedsuikerspiegel, cholesterol, etc. De norm die voor de een “normale ademhaling” gehanteerd wordt, is ongeveer 4-6 liter per minuut. Wat ik hierboven heb geschreven geldt voor een lichaam in rust (iemand zit op een stoel en doet niets). Bij sporten mag je natuurlijk veel meer gaan ademen omdat je lichaam dan meer zuurstof nodig heeft, en meer koolzuurgas maakt. We kunnen dan 60, 70 of zelfs boven de 100 liter per minuut gaan ademen. 7 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 6. Hoe wordt de ademhaling geregeld? De ademhaling wordt gereguleerd door hersencentra in de pons en de medulla (twee gedeelten van de hersenstam). Er zijn centra die de ademhaling stimuleren en centra die de ademhaling afremmen. Alles bij elkaar noemt men ze “het ademhalingscentrum”. De werking van dit centrum is redelijk complex, maar dit is wat er ongeveer gebeurt: 1. Het ademhalingscentrum houdt de zuurgraad, de concentratie O2 en de concentratie CO2 van het bloed nauwlettend in de gaten. 2. Op basis van deze informatie regelt het centrum de ademhaling. De concentratie CO2 is daarbij het belangrijkste omdat deze voortdurend wisselt, veel sterker dan de concentratie O2. Het ademhalingscentrum probeert de hoeveelheid CO2 in het bloed constant houden. Het heeft als het ware een bepaalde concentratie CO2 als norm gekozen. Door de ademhaling te stimuleren (je ademt dan meer CO2 uit) of af te remmen (je ademt dan minder CO2 uit) wordt geprobeerd het werkelijke CO2niveau in het bloed zo dicht mogelijk bij deze norm te houden. Van het ademhalingscentrum lopen zenuwen naar de ademhalingsspieren (zoals het middenrif). Het ademhalingscentrum kan: (1) het ademhalingstempo veranderen (als we sporten gaan we bijvoorbeeld vanzelf sneller ademen), of (2) de diepte van de ademhaling veranderen (vaak gaan we bij sporten ook dieper ademen). Door méér of minder te ademen, wordt de ademhaling voortdurend aangepast bij wat we doen en wordt de hoeveelheid CO2 in het bloed zo constant mogelijk gehouden. 8 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 7. Waarom is koolzuurgas geen afvalstof? De arts en medisch onderzoeker Konstantin Buteyko werd in 1923 in de Oekraïne geboren. Hij heeft het grootste gedeelte van zijn leven in Rusland gewerkt. In 2003 is hij in Moskou overleden. Buteyko heeft zijn professionele leven gewijd aan medisch onderzoek naar het verband tussen ademhaling en gezondheid (rechts zie je hem in de 60-er jaren bezig in zijn laboratorium). Buteyko ontdekte onder anderen dat koolzuurgas (CO2) geen afvalstof is, maar een belangrijke rol speelt bij een aantal processen in het lichaam. Door te veel te ademen verlies je te veel van dit “levensgas”. Het verrassende is dat de westerse medische wetenschap tijdens de eerste helft van de vorige eeuw ook redelijk geïnteresseerd was in CO2. De Amerikaanse wetenschapper Yandell Henderson ontdekte bijvoorbeeld dat wanneer hij honden met een longontsteking in een tent bracht waar de lucht verrijkt was met CO2, de longontsteking binnen 48 uur genezen was. Na 1940 zakte die belangstelling helaas weg. Tegenwoordig is men weer voorzichtig aan het experimenteren met het toevoegen van extra CO2 aan de lucht die mensen inademen. Zo heeft men ontdekt dat de overlevingskansen van mensen op de intensive care hoger zijn wanneer ze extra koolzuurgas krijgen. Wanneer je chronisch te veel ademt, verlies je te veel koolzuurgas. Dit zijn drie belangrijke gevolgen van te weinig CO2 in het lichaam: 1. De lichaamscellen krijgen te weinig zuurstof. Koolzuurgas zorgt er voor dat hemoglobine O2 loslaat. Het kan dan uit het bloed naar de cellen springen. Is er weinig CO2 in het bloed (omdat je te sterk ademt) dan blijft erg veel zuurstof aan het hemoglobine plakken. De Deense arts Christian Bohr heeft dit meer dan 100 jaar geleden al ontdekt. Elke arts leert tijdens de medische opleiding dit Bohr-effect, en het internet staat vol met sites waar dieper op dit effect wordt ingegaan. 9 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Het beroerde van hyperventilatie is dus dat wanneer we dieper ademen, er minder zuurstof naar het lichaam toegaat. 2. De samenstelling en eigenschappen van het bloed veranderen. Het is essentieel dat de zuurgraad van het bloed constant blijft, zonder grote pieken en dalen. Koolzuurgas is (de naam zegt het al) een licht zuur gas. Neemt de hoeveelheid CO2 in het bloed af, dan wordt het bloed meer basisch (de tegenhanger van zuur). Het lichaam houdt hier niet van, en probeert dit op allerlei manieren tegen te gaan. Ik zal twee voorbeelden geven (uit een lange lijst). A. Het lichaam kan zuren gaan maken en die in het bloed brengen. Zo kunnen je spieren melkzuur maken en dit afgeven aan het bloed. Dat voel je in je spieren als vermoeidheid en verkramping (zoals sporters wel weten). Het is dan ook geen wonder dat mensen die te veel ademen, vaak last hebben van vermoeidheid en verkrampte spieren. Zelfs als ze relatief weinig actief zijn. B. Basen uit het bloed weghalen zodat het bloed wat zuurder wordt. Zo is het bloed rijk aan bicarbonaten (CO3-). Dat minnetje betekent dat ze basisch zijn. De nieren kunnen die bicarbonaten uit het bloed wegfilteren (we plassen ze dan uit). Daarbij nemen die bicarbonaten vaak positief geladen ionen mee, zoals natrium (Na+), magnesium (Mg+), calcium (Ca+) en kalium (K+). Dat plassen we bijvoorbeeld uit als natriumbicarbonaat (NaHCO3) en kaliumbicarbonaat (KHCO3). Dat is beroerd want magnesium is o.a. belangrijk voor het optimaal functioneren van het zenuwstelsel. Het gevolg kan zijn dat mensen die te veel ademen sneller gestrest raken. 3. Glad spierweefsel verkrampt. Rondom bijna alle holtes in het lichaam (zoals slagaders, darmen, urineblaas en luchtwegen) zit glad spierweefsel. Dit is een type spier waarover je geen controle hebt. Wel reageert het op allerlei prikkels uit de directe omgeving. Zo verkrampt het wanneer de concentratie koolzuurgas afneemt. Dat kan veel ongemak geven. Ik geef een paar voorbeelden. Wanneer glad spierweefsel rondom de aderen verkrampt, gaat de bloeddruk en/of hartslag omhoog. 10 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Wanneer glad spierweefsel rondom de haarvaten in de huid verkrampt, kan het bloed niet meer goed doorstromen. De huid wordt koud (en vaak bleek). Koude handen en voeten zijn vaak een eerste gevolg hiervan. Er zit erg veel glad spierweefsel rondom de darmen (het zorgt voor de samentrekking van de darmen, en zo voor een goede stoelgang). Wanneer het verkrampt kan je opstopping of diarree krijgen. Ook het glad spierweefsel rondom de luchtwegen kan verkrampen. Dat is astma. 8. Wat is hyperventilatie? Hyperventilatie betekent dat iemand zwaarder ademt dan op dat moment wenselijk is (“hyper” betekent te veel, en “ventilatie” betekent ademen). Hierdoor daalt de CO2-concentratie in de longen, in het bloed, en uiteindelijk ook in de lichaamsweefsels. Eén van de eersten die aandacht had voor de vervelende gevolgen van hyperventilatie was de arts Da Costa. Rond 1870 onderzocht hij soldaten die in de Amerikaanse burgeroorlog gevochten hadden, en een lange tijd onder grote stress gestaan hadden. Ze vertoonden een groot aantal klachten (zoals aanvallen van intense angst, duizeligheid, ademnood, hartkloppingen, etc) zonder dat er lichamelijk een duidelijk aanwijsbare oorzaak was. Dit is bekend geworden als het “Da Costa-syndroom”. Pas veel later werd duidelijk dat hyperventilatie de hoofdoorzaak was. 9. Wat is het verschil tussen acute en chronische hyperventilatie? Er bestaan twee types hyperventilatie: acute en chronische. 1. Acute hyperventilatie. De acute vorm van hyperventilatie is goed te herkennen. Ze worden hyperventilatie-aanvallen genoemd. Het ontstaat wanneer iemand het gevoel heeft te weinig lucht te krijgen, daardoor steeds zwaarder begint te ademen, en steeds verder de controle over de ademhaling verliest. 11 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Bij dergelijke “hyperventilatie-aanvallen” neemt de longventilatie enorm toe. Iemand ademt alsof hij of zij zwaar aan het sporten is, en kan wel 60 tot 80 liter lucht per minuut in en uit ademen. Het gevolg is dat erg veel CO2 het lichaam verlaat. Spijtig is (zie de uitleg bij 7.1) dat wanneer er weinig koolzuurgas in het bloed achterblijft, er minder zuurstof naar het lichaam gaat. Het plaatje rechts laat zien wat er in de hersenen gebeurt na sterke hyperventilatie. Wat je ziet is een dwarsdoorsnee van de hersenen. Rood, geel en licht blauw betekent dat er veel zuurstof in het hersenweefsel aanwezig is. Donkerblauw betekent dat er weinig zuurstof is. Links zie je een rustige, normale ademhaling. Rechts zie je dat na 1 minuut hyperventileren de hoeveelheid zuurstof in de hersenen sterk afgenomen is. Geen wonder dat je je beroerd, duizelig en/of angstig gaat voelen. Het grappige is dat iedereen hiermee wel ervaring heeft. Wanneer je met opzet veel gaat ademen (bijvoorbeeld op vakantie wanneer je een luchtbed opblaast), dan wordt je duizelig en draaierig. Dat komt (zoals dat plaatje laat zien) doordat de hersenen veel te weinig zuurstof krijgen. Gelukkig herstelt de zuurstoftoevoer naar de hersenen zich snel, wanneer je weer rustiger gaat ademen. Hyperventilatie-aanvallen kunnen ook klachten veroorzaken in andere gedeeltes van het lichaam, zoals pijn op de borst, versnelde hartslag, benauwdheid en spierverkramping. Veel mensen die dit voor het eerst meemaken denken dat ze doodgaan, en racen naar de Eerste Hulp Post. Wordt de hyperventilatie echt heftig, dan kan iemand zelfs flauwvallen. Dit is een beschermingsreactie van het lichaam, omdat daardoor de ademhaling weer rustig wordt. Vaak zijn het stressvolle situaties (vergaderingen, autorijden) die hyperventilatie-aanvallen voorafgaan. Acute hyperventilatie komt opeens opzetten, maar zakt ook weer weg. 12 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 2. Chronische hyperventilatie. Naast de acute vorm bestaat er een chronische vorm. Dit is een sluipende vorm van hyperventilatie, en vaak minder duidelijk herkenbaar. Iemand ademt dag in, dag uit, te veel. Chronische hyperventilatie betekent dat het ademhalingscentrum in de hersenen ontregeld is. Normaal gesproken is de hoeveelheid CO2 in het bloed dat de longen verlaat, ongeveer 40 millimeter kwikdruk (mmHG). Een ontregeld ademhalingscentrum vindt dat veel te veel, en probeert bijvoorbeeld 32 mmHG vast te houden. Wat betekent dat je behoorlijk stevig moet ademen. De voorraad CO2 in de longen en het bloed neemt af. Omdat CO2 zo belangrijk is voor vele processen, kan er dan van alles fout gaan (zie Vraag 7 – denk alleen al aan de zuurstofopname, en het transport van mineralen en vitamines via het bloed). Waar het fout gaat, hangt sterk af van wat de zwakke punten in je lichaam zijn. Chronische hyperventilatie wordt vaak “verborgen” hyperventilatie genoemd. Vaak lopen mensen er jaren mee rond, zonder dat het herkend wordt. In Engeland noemt men het “The Fat Folder Syndrome” (vrij vertaald “Het Dikke Dossier Syndroom”). Het zijn mensen die allerlei klachten hebben, allerlei medische onderzoeken laten doen, maar waarbij maar zelden een duidelijke oorzaak gevonden wordt (vandaar dat dikke dossier bij hun arts). 10. Waarom gaat iemand hyperventileren? Er zijn vele redenen waarom mensen hyperventileren. Om er enkele te noemen: (1) je moeder (uit hyperventilerende vrouwen worden helaas hyperventilerende kinderen geboren), (2) het idee dat diep ademen goed voor je is (hoe vaak hoor je niet “adem maar eens flink door” – het slechtste advies dat je iemand kan geven), (3) te veel en verkeerd eten, (4) te fanatiek sporten (zodat je diep en door je mond gaat ademen), (5) te weinig lichaamsbeweging, (6) op een verkeerde manier en te druk praten, (7) veel te lang en door de mond ademen tijdens het slapen, en tenslotte: (8) stress. 13 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Stress is zo’n belangrijke opjager van de ademhaling dat ik er een apart stuk over geschreven heb. 11. Stress: de vecht/vlucht reactie Stress kan de ademhaling zwaar maken. Wanneer we onder stress staan schiet het lichaam in de zogenaamde vecht/vlucht reactie. Dat is een oude reactie uit de tijd dat we niet alleen jagers, maar soms ook prooi waren. Het mannetje rechts wordt aangevallen door een sabeltandtijger en heeft twee keuzes: of proberen weg te komen (vluchten) of zich verdedigen met die knuppel (vechten). Schieten we in de vecht/vlucht reactie dan gebeurt er van alles in het lichaam. Om enkele gevolgen te noemen: de spijsvertering wordt vertraagd (is even minder belangrijk), het bloed stroomt naar de grote spiergroepen (in de verwachting dat deze actief worden en veel zuurstof nodig hebben), de adrenalineproductie gaat omhoog (daar wordt je alert en sterk van), er worden extra bloedstollingsfactoren geproduceerd en afgegeven aan het bloed (de kans is reëel dat je tijdens al dat vechten of vluchten gewond raakt). Het belangrijkste voor ons verhaal is echter dat je zwaarder gaat ademen. Het lichaam denkt dat het verstandig is alvast veel koolzuurgas uit te ademen, om zo ruimte te maken voor het CO2 dat straks bij al dat vechten of vluchten in je spieren geproduceerd wordt. Het probleem is dat de moderne mens vaak in de stress schiet zonder dat er veel lichamelijke activiteit volgt. Het gevolg is dat we meer ademen, maar dat dit niet gecompenseerd wordt door een hogere productie van CO2. Het beroerde is dat wanneer deze stressperiode lang genoeg duurt, het ademhalingscentrum went aan het lagere CO2-niveau in het bloed. Zelfs wanneer men na enige tijd uit de stress komt, blijft men diep ademen. 14 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Dat geeft dit schema weer. Veel mensen die last hebben van chronische hyperventilatie kunnen een bepaalde stressvolle tijd aanwijzen waarna “het allemaal begonnen is”. 12. Heb ik chronische hyperventilatie? Mensen willen graag zeker weten of ze te veel ademen. In het ziekenhuis kunnen ze een aantal tests doen, zoals de hyperventilatie-provocatietest of je bloed prikken en het CO2-gehalte meten. Gelukkig heeft Buteyko de Controle Pauze ontdekt: een eenvoudige maar accurate test waarmee je kan meten of je te veel ademt. Zo gaat het: 1. Ga zitten en adem rustig in en uit door je neus (je mond is natuurlijk dicht). 2. Na een gewone, rustige uitademing stop je met ademen. Knijp daarbij je neus dicht (zodat je zeker weet dat je niet ademt). Begin tegelijkertijd de seconden die verstrijken, te tellen. 3. Bij de eerste aandrang tot ademen laat je de neus los en begin je weer te ademen. De tijd (in seconden) dat je comfortabel je adem kon stoppen noemen we de Controle Pauze (CP). De test vraagt absoluut geen wilskracht. Zodra je denkt “nu wil ik weer ademen” laat je je neus los. Het is fout wanneer je dan wat dieper moet ademen om “bij te komen”. Een goede ademhaling betekent dat je ongeveer 5-6 liter per minuut ademt (je CP is dan ongeveer 40-45). Een CP van beneden de 25 betekent dat je behoorlijk stevig ademt. Dat kan vele ziektes veroorzaken. 15 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Kijk op het internet voor een uitgebreide uitleg van je eigen Controle Pauze (tevens vindt je daar een online stopwatch die het opnemen van de CP makkelijker maakt). www.buteyko-instituut.nl/Hyperventilatietest.html Ik weet niet wat je CP zal zijn, maar schrik niet van een lage CP. Maar is je CP erg laag, doe er dan wel wat aan. 13. Welke ziektes kan mijn hyperventilatie veroorzaken? Chronisch te veel ademen wordt (verborgen) chronische hyperventilatie genoemd. Welke symptomen horen bij een diepe, zware ademhaling? Dat zijn er heel veel. De arts L.C. Lum (die bekend staat als één van de belangrijkste onderzoekers van hyperventilatie in het westen) schreef in 1975 al over hyperventilatie als “een ijsberg waarbij het overgrote deel van de symptomen onder water ligt en maar zelden opgemerkt worden”. Volgens hem veroorzaakt chronische hyperventilatie “grote biochemische veranderingen die verregaande consequenties hebben”. Enkele bekende symptomen die het gevolg kunnen zijn van chronische hyperventilatie zijn: Luchtwegen Snel buiten adem bij inspanning Benauwdheid Astma-aanvallen Piepende ademhaling Door de mond ademen Veel zuchten of gapen Veel hoesten Veel slijm Chronisch verstopte of lopende neus Neuspoliepen Weinig ruiken Droge mond 16 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Hersenen Licht in het hoofd, duizeligheid Slechte concentratie Geheugenverlies Nervositeit, spanning Bezorgdheid Paniekgevoelens, angst zonder reden Hyperventilatie-aanvallen Geestelijke vermoeidheid Snel emotioneel Snel geïrriteerd zijn Piepende oren Vlekken voor de ogen Spieren Chronisch vermoeide spieren Kramp Hart en bloedcirculatie Hoge bloeddruk Onregelmatige, bonzende of versnelde hartslag Pijn, beklemming op de borst Pijn bij het hart Huid Eczeem Droge huid Spataderen Overdadig zweten Slapen Snurken Niet in slaap kunnen komen Slecht slapen Nachtelijke astma Onderbroken slaap Bedplassen of vaak moeten plassen ’s nachts ’s Morgens moe opstaan Ademhalingsstilstand tijdens slaap Immuunsysteem Snel verkouden, grieperig 17 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Algemeen Koude handen / voeten Opgezwollen buik Oprispingen Snel moe Tintelingen in vingers of gezicht Een algeheel gevoel van slapte en vermoeidheid Fysieke uitputting Lusteloosheid Diarree of juist constipatie Onverklaarbaar gewichtsverlies of gewichtstoename Allergische reacties Dit zijn enkele symptomen die op chronische hyperventilatie wijzen. Maar er zijn ook een aantal specifieke ziektes die sterk verband houden met chronische hyperventilatie. Zo werk ik erg veel met mensen met: Astma Chronische bronchitis Longemfyseem Allergie Hooikoorts Eczeem Chronische vermoeidheid Slaapapneu Hyperventilatie-aanvallen Hoge bloeddruk Paniekaanvallen Op mijn website vind je een uitgebreide lijst. www.buteyko-instituut.nl/Lijst-met-ziektes.html 14. Hoe kan ik zorgen dat mijn chronische hyperventilatie verminderd? Een lage CP wijst op chronische hyperventilatie. Wat betekent dat je te weinig CO2 in je bloed hebt. Dat herstelt zich niet vanzelf. Ook niet bijvoorbeeld als stress wegtrekt. 18 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Wil je de CP (en daarmee de hoeveelheid CO2 in je lichaam) omhoog brengen, dan zal je Buteyko oefeningen moeten doen. Het doel van een Buteyko cursus is het ademhalingscentrum in de hersenen te “hertrainen” zodat het stap voor stap gewend raakt aan een hoger CO2-niveau in het bloed. Daardoor verdwijnt chronische hyperventilatie. 3 Tips om direct je ademhaling te verbeteren Maar ik wil je hier alvast 3 tips geven waarmee je kan proberen de achteruitgang van je ademhaling in ieder geval te stoppen. Drie tips die je direct kan toepassen. TIP 1. Adem door je neus Het is essentieel dat je altijd door je neus ademt. In en uit (ook bij inspanning of sport). In de longen is het warm (37 °C), vochtig en schoon. De lucht die we moeten inademen is meestal heel anders: Koud, droog en vol met schadelijke bacillen. Je lichaam heeft daarom een luchtfilter ontworpen: Je neus. De neus maakt de ingeademde lucht “klaar voor gebruik”. 1. De neus verwarmt Er lopen veel bloedvaten door de neus. De warmte van het bloed wordt gebruikt om de lucht die je inademt, op te warmen. Adem je door je mond dan schiet de koude lucht direct je longen in, wat je longen irriteert. 19 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland 2. De neus bevochtigt In de longen is het erg vochtig. Adem je door de neus, dan wordt de lucht in je neus vochtig gemaakt (je neus produceert bijna een liter slijm per dag). Adem je door de mond, dan kunnen je longen uitdrogen. De kans is dan groot dat de longen veel slijm gaan maken om dit tegen te gaan. Adem ook uit door de neus. Het advies "door de neus in, en door de mond uit" (zoals je dat soms wel eens hoort) is fout. Wanneer je door je mond uitademt, verlies je veel vocht uit je longen. Adem maar eens door je mond uit op een brillenglas, en kijk hoeveel waterdamp neerslaat. 3. De neus doodt bacillen Wanneer je door de neus inademt, filtert je neus allereerst de grotere stofdeeltjes uit de lucht. Daarna worden fijnstof en bacillen door het plakkerige neusslijm opgevangen. Dit slijm bevat een antibacteriële stof (lysozym) dat de celwand van bacteriën afbreekt. Uiteindelijk slikt je dit slijm door zodat het in je maag terechtkomt, waar het maagzuur de overgebleven bacillen doodt. 4. Je ademt minder De neusgaten zijn klein, je mond is een groot gat. Daarom is het moeilijker zwaar te ademen door je neus. Door je neus leren ademen is een belangrijke eerste stap op weg naar een rustige en relaxte ademhaling waarbij je minder CO2 verliest. Open je neus Wanneer je niet door je neus ademt, adem je door je mond. Een gevolg van mondademhaling is vaak dat de neus verder dicht gaat zitten. Om hem weer open te krijgen gebruiken we de “Neusopener”. Kijk op www.buteyko-instituut.nl/Hoe-open-ik-een-verstopte-neus.html voor een uitleg. 20 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland TIP 2. Hou je ademhaling klein Door de neus ademen is een geweldige stap in de goede richting, maar je bent er nog lang niet. Let op je ademhaling en zorg dat je ontspannen en wat minder diep ademt. Stop dat diepe zuchten en steunen. Probeer klein te ademen, met wat minder luchtverplaatsing. Zo zacht en onhoorbaar mogelijk. Ik durf het bijna niet te zeggen: adem oppervlakkig (een oppervlakkige ademhaling verdiept je persoonlijkheid ). Veel mensen hebben een diepe ademhaling ontwikkeld. Vaak wordt dit ook aangemoedigd door allerlei professionals die weinig tot niets begrijpen van ademen (zoals de meeste yogaleraren, vele sportinstructeurs, etc). Ze willen je doen geloven dat een diepe ademhaling meer zuurstof het lichaam inbrengt (wat onzin is omdat de hoeveelheid hemoglobine in je bloed bepaalt hoeveel zuurstof je op kan nemen). Of ze hebben het vage verhaal dat "gifstoffen" je lichaam verlaten als je diep ademt (ook totale onzin). TIP 3. Let op wat je eet Het is normaal dat je na een maaltijd iets zwaarder ademt omdat het eten verteerd moet worden. Maar soms wordt de ademhaling na het eten wel erg diep en zwaar. Buteyko heeft ontdekt dat een aantal voedingsmiddelen de ademhaling bij veel mensen de ademhaling erg zwaar kan maken. Bovenaan zijn lijstje staat eten dat rijk is aan dierlijke eiwitten, zoals vlees, vis, eieren en melkproducten. En kijk ook uit met cafeïne (cafeïne lijkt sterk op adrenaline en stimuleert het lichaam, waaronder de ademhaling). Cafeïne zit o.a. in koffie, sterke thee, cola en chocola (helaas). Let eens goed op wat er met je ademhaling gebeurt als je deze dingen eet of drinkt. Of kijk eens wat er met je ademhaling (en klachten) gebeurt als je een paar dagen stopt met het eten of drinken van b.v. vis en vlees. 21 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Tenslotte nog een algemene tip: eet minder grote porties. Als je maag vol zit, duwt het tegen het middenrif aan en wordt je ademhaling zwaarder. Tijdens een Buteyko cursus kijken we goed naar voeding. Het is gelukkig zo dat als de ademhaling rustiger wordt (dankzij de Buteyko ademhalingsoefeningen) de invloed die eten heeft op de ademhaling duidelijk minder wordt. Mensen waarvan de ademhaling herstelt is, eten meestal alles waar ze zin in hebben (het leuke is wel dat je smaak verandert en je zin krijgt in voeding die goed voor je is). Beste Tip: Leer rustig ademen met Buteyko Dit waren drie tips waarmee je kan proberen te voorkomen dat je ademhaling verder ontregeld wordt. Maar om terug te gaan naar een rustige, relaxte ademhaling is meer nodig. Je zult Buteyko ademhalingsoefeningen moeten doen, waarbij stap voor stap CO2 opbouwt. Dan pas kan het ademhalingscentrum in je hersenen zich echt herstellen. 22 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Het Buteyko Instituut Nederland Ik hoop dat je dit rapport met plezier gelezen hebt. Ik weet nog hoe verbijsterd ik was toen ik voor het eerst van Buteyko hoorde, en hoe alles op zijn plaats viel toen ik zijn theorie las. En toen mijn astma verdween na het volgen van een Buteyko cursus, was ik helemaal verkocht. Mijn naam is Dick Kuiper, en laat ik kort iets over mezelf vertellen. Ik heb astma gehad (geen benauwdheid of medicijnen meer sinds Buteyko), heb de opleiding tot Buteyko therapeut in Nieuw Zeeland gevolgd (ik heb zes jaar in dat prachtige land gewoond), en ben in 2000 teruggekomen om de Buteyko Methode in Nederland bekend te maken. Ik heb het Buteyko Instituut Nederland opgericht, en heb sinds 2000 met ruim 2.500 cursisten mogen werken. Ik heb veel van mijn cursisten geleerd, en weet wat de kritieke momenten in de training zijn. Buteyko is een proces, daarom kan je ook jaren later altijd bij me terecht. Verder heb ik met vele bekende Buteyko Therapeuten samengewerkt, zoals Jennifer Stark (Nieuw Zeeland), Patrick McKeown (Ierland), Christopher Drake (Bangkok) en Vladimir Sukhonosov (Rusland). Binnen de Buteyko Methode zijn er duidelijk verschillende visies over hoe men moet werken (van de nadruk op "puur ontspannen", tot het vooral werken met "push oefeningen" waarbij je jezelf onder grote druk zet). Omdat ik met vele therapeuten heb samengewerkt, ken ik deze verschillende benaderingen goed en kan ik een inschatting maken welke aanpak bij jou het beste zal werken. Maar bedenk dat de Buteyko Methode ook dan geen wonderpil is. De ademhaling normaliseren kost tijd en inzet. Ga er vanuit dat je gedurende enkele maanden ongeveer 4 x 15 minuten per dag moet oefenen. Heb je op een gegeven moment een niveau bereikt waarmee je tevreden bent, dan kan je de oefeningen gaan afbouwen. Voor de meeste mensen is het dus een eenmalige investering om hun ademhaling goed te krijgen. 23 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland Mocht je besluiten de Buteyko Methode te leren, dan zou ik het een eer vinden met je te mogen werken. Ik weet dat een goede therapeut het verschil kan betekenen tussen succes en gefrustreerd Buteyko erbij neer gooien. Dick Kuiper www.buteyko-instituut.nl [email protected] 24 Versie 1.4 Dick Kuiper © Buteyko Instituut Nederland