PCR technieken. Op zoek naar twee resisteniegenen van Solanum Tuberosum, 4 +2 rassen. ______________________________________________________________ Klas 11A/B/C periode biologie, Rudolf Steinercollege, Haarlem december 2014. onder begeleiding van M. Hogewoning, B.v. Zweeden. SAMENVATTING Bij planten van de familie Solanum is bekend dat zij beschikken over zogenaamde resistentiegenen tegen Phytophtora Infestans. Deze genen die in hedendaagse cultivars van aardappelen lijken te zijn verdwenen, zijn nog volop aanwezig in wilde aardappelplanten en planten van de nachtschadefamilie. In dit practicum, uitgevoerd door klas11 van het Rudolf Steiner College, Haarlem, worden zes aardappelrassen getest op de aanwezigheid van twee resistentiegenen. Daarnaast worden deze uitkomsten vergeleken met de claims van de leverancier van de (poot)aardappelen. Door bederf van de in de vriezer geconserveerde bladeren van Solanum, bleken bederf een verstorende factor van belang. Opvallend was dat de verse groenten soms wel response gaven. INLEIDING In dit practicum wordt onderzocht of de in de zes rassen (Melody, CERISA, Agata, Meerlander en Tomaat en Aubergine) de Resistentiegenen R1 en R3a aanwezig zijn. Het resistentie gen R3a is terug te vinden in de ncbi-database m.b.v URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/nuccore/AY8 49382.1 . Resistentiegen R1 wordt genoemd in een voor scholen ontwikkeld practicum door de WUR, Wageningen. Helaas vermeldde men niet de herkomst van de gebruikte primers. De leerlingen zijn in dit practicum op zoek naar de aanwezigheid van deze twee genen. METHODEN EN TECHNIEKEN In dit practicum werd gebruik gemaakt van de Phire-Plant PCR-mix, code F130. Hierbij werden 2-3 mm2 grootte samples van het bladmateriaal van de aardappels in tabel 1.0 en gecrushd met een losse Finntip in een oplossing van 20 uL DilutionBuffer. Nadat deze buffer min 1 minuut had ingewerkt, werden deze gevortexted en bij 15000 rpm gecentrifugeerd. Van deze samples is 0,6 uL overgenomen in een nieuw 0.2ml ep waarin achtereenvolgens is toegevoegd: 8 uL Dnase-vrij water, 10 uL PCR-buffer (dNTP's, MgCl2), 0.6 ul DNA-Taqpolymerase en 0,6 uL primeroplossing A en B (Zie tabel 2.0) Na opnieuw vortexen en centrifugeren werden de samples in de PCR-machine gedaan (Techne Cyclo-gene 9600) en gerund volgens het protocol opgesteld in tabel 3.0. Hierna werd van elk monster 15 uL genomen en onder toevoeging van 6 uL loading dye (R631) geladen in een 2% agarose gel onder toevoeging van 0.6 uL EtBr opdat het DNA met UV-licht te detecteren is. Als controle voor de werkzaamheid is ook een sample genomen van Afrikaan, onder toevoeging van de door Phire-Plant geleverde control-primer die voor amplificatie zorgt van het chloroplast DNA. Aardappelras/ Plantensoort MELODY CERISA AGATA MEERLANDER Resistent volgens leverancier Aubergine Tomaat Tabel 1.0. Gebruikte aardappelrassen en plantensoorten. Locus R1F2 Locus R1-A Primer GAGTCGGTTGTCAAGTCAG Tm* 51.1 Tm R1R2 R1-B GCATATCTTCCGCATCAGT 50.6 R3aF2 R3-A AGATTGTTGGTGGTGAGAAT 50.1 56 R3aR2 R3-B AGGAAGTGATTGGAGATTAGG 50.2 56 Alleles size 269 Genbankno 269 JN609619.1 1 293 bp AY849382.1 1 293 bp AY849382.1 JN609619.1 Tabel 2.0, NieuwePrimers gebruikt in dit practicum vastgesteld met Primer Premier v 6.0 (okt 2014) RESULTATEN De resultaten zijn gegroepeerd rond de runs van de electroforese. Hierbij is gebruik gemaakt van de lettercodering van de leerlingen. Voor de controle extra bepaling uitgevoerd met primer R3a op Tomaat alsmede een Control-primer op Tomaat. Uit tabel 3 blijkt wat de uitkomst was van deze test. Foto's van de gel-electroforese, zie figuur 1. Wie code Getest RAS/Groente R3a amplicon R1 amplicon Pepijn/Kjell A niet genoteerd?? ? ? Amin/Riemer B MELODY George/Thijs C CERISA Steven/Lev D AGATA geen R1-gen Geen R3a-gen Geen R1-gen Heel byzonder!!! drie fragmenten!!!! Aanwezigheid R3a gen Donne/Mabel Z AUBERGINE Cecile/Maud F CERISA Kim/Sanne/Giuliette G AUBERGINE Daan/Lucas vH H MEERLANDER Tobias/Femke K AGATA Wilmar/Ilsa L MEERLANDER Mark/Tom M TOMAAT Lucas/Bouwewijn P TOMAAT Gen R3a aanwezig Sam/Kamiel Q niet genoteerd?? 300 bp fragment Tijn/Jesse S AUBERGINE Bart Tomaat-controle Bart Tomaar r#a Tabel 3.0 Groepen leerlingen en hun plant-keuzen + resultaten Geen R1-gen Geen R3a gen Geen R1-gen ? ? Vreemde uitslag. (T3a 300 bp fragment??? DNA smear. 300 bp fragment. 293 bp fragment. FOTO-MATERIAAL AGAROSE-GEL Uit deze resultaten blijkt dat Lane A: Geen resultaten Lane B: idem Lane C: Idem Lane D: Idem Lane Z: drie fragmenten. op ca 270,350 en 400 Lane F: Twee fragmenten op ca 380, ca 300 Lane G Geen resultaten Lane H: Geen resultaten Lane K: Geen resultaten Lane L: Geen resultaten Lane M: DNA-Smear. Gaat iets mis met primers? Lane P: Fragment op 300-350 Lane Q: Fragment op 300-350 Lane S: DNA-Smear. Gaat iets mis met primers? Lane Tc: Tomaat Control. PCR werkt wel. Lane T:R3a: fragment rond de 300 bp. CONCLUSIE Op basis van deze experimenten die nu gehouden zijn valt op dat enkele lanes erg duidelijk zijn: (Z, F, P, en Q). Tomaat R3a wasbij mj al bekend dat ie werkt. Dus in lane P is 100% zeker goed. Ook lane van Mark en Tom klopt uit eerdere metingen: het R1-gen ontbreekt in Tomaat! De analyse van de overige lanes neem ik voor kennisgeving aan: er is nog niet eerder onderzoek aan gedaan. Dus volgend jaar kunnen we nog eens analyseren. Bijlage 1. Protocollen Gevolgd Protocol: 1. Het maken van de gel: 1. 25 ml 10X TBE buffer 2. Voeg toe tot 250 ml met auqadest 3. Hiervan 80 ml genomen voor de gel. Toevoegen 1,6 gr agarose (2%) 4. 45 sec magnetron -> swirl -> 45sec magn. -> swirl-> 30 sec magn. 5. Cool down 6. 6 uL EtBr erbij (vanuit 1% flesje) 7. Zijkantjes goed vastzetten en gel gieten bij net niet pijn-temperatuur. Geen bellen! 8. Als de zaak gestold is: Overgieten met de rest van de buffer. Totaal zit erin de bak 300-350 ml TBE buffer. 3. DILUTED: Per sample-materiaal: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 13. 13. 4. 5. 0.2 epje 20 uL Dilutionbuffer Crush 2 mm2 met pipetpunt. vortex kort 10 sec centrifuge 30 sec Laat even staan 2 min. Neem 0.6 uL supernatant. 0.2 epje 10 uL PCR buffer 0.6 uL primer A en 0.6uL primer B 0.6 uL Polymerase voeg die 0.5 uL supernatant toe. Vul met water aan tot 20 uL vortex en centrifugeer beide kort ca 20 sec. Laat 5 min staan. PCR programma 40: fase 1: 15 min 98 oC fase 2: 30 sec 98 oC 30 sec 51 oC (Volgens literatuur) 60 sec 72 oC herhaal hierna nog 39 X fase 3: 5 min op 72 oC DNA 50 bp Ladder: 1. Neem 0.2 ml epje 2. Voeg 3.0 uL DNA-ladder toe 3. Voeg 3.0 uL Loading dye toe #R0631 4. Voeg nog 12 ml H2O toe. Samen 18 uL Is meer dan genoeg voor één gel. 6. Gel electroforese 1. Nadat de PCR klaar is, wordt van de epjes 1 tm 8 15 uL genomen en toevoegen 5 uL loading dye. Vortex en centrifuge kort. Laden van 20 uL van elk monster in de gel: 2.