Tomatenschil versus huid De vraag Tomatenschil kleurt van groen naar rood. De stof die dit in de schil veroorzaakt, zou dat ook een stof kunnen zijn om albino's te helpen van hun pigmentloze huid af te komen en een gewone huidskleur te krijgen? S. Snijdelaar, Noordwolde Het antwoord De stof die in een tomaat ervoor zorgt dat hij van groen naar rood kleurt is het gas ethyleen. Ethyleen zorgt ervoor dat de vacuolen in de cel rode kleurstoffen aanmaken en dat chromoplasten ontstaan. Deze chromoplast was eerst een chloroplast, een bladgroenkorrel. (In de bladgroenkorrels van planten vindt fotosynthese plaats.) Naarmate de tomaat steeds rijper wordt krijgt de chloroplast signalen vanuit zijn omgeving (door middel van signaalmoleculen), deze signalen zetten de chloroplast aan tot verandering naar een chromoplast. Maar ook de ophoping van rode kleurstoffen in de vacuole zorgen voor de mooie rode kleur in de tomaat, dit is ook afhankelijk van ethyleen. Zelfs tomaten die in het donker liggen kunnen rood worden, licht/ UV is dus niet noodzakelijk voor dit proces. Wel heeft licht en warmte invloed op de ethyleen productie. Naast dat dit mechanisme voor ons erg handig is om te weten wanneer de tomaat rijp en lekker is, is er ook een voordeel voor de plant. Dat heeft te maken met de verspreiding van de zaden van de plant. Als de tomaat rood kleurt, valt hij extra op in zijn groene omgeving. Vogels/dieren en mensen zullen dan eerder de tomaat zien, opeten en de zaadjes weer op een andere plek uitpoepen. Die zaadjes kunnen weer ontkiemen tot nieuwe tomatenplanten. Mensencellen in de huid hebben een hele andere opbouw. Mensen hebben pigmentcellen in hun huid en deze pigmentcellen zijn heel anders dan bladgroenkorrels, dat kan je dus niet met elkaar vergelijken. De menselijke huid wordt bruin door de aanmaak van pigment door melanocyten. Melanocyten zitten in de epidermis en maken onder invloed van UV licht melatonine aan. De mechanismes en de onderliggende chemische reacties waarmee dit gebeurd zijn totaal anders dan die in tomatencellen plaats vinden. Met vriendelijke groet, Bèta Wetenschapswinkel Rijksuniversiteit Groningen