Verzekeringen in transport en logistiek Direct duidelijk Redactie Fotografie Shula Stibbe (Stichting vervoeradres) Robert de Haan (Van Traa Advocaten) Jacco van de Meent (Van Traa Advocaten) Jeroen van Velzen (TLN) Pieter Meijer (EVO) Kruizinga ANP iStock Nationale Beeldbank Druk Eindredactie NPN drukkers, Breda René Bruijne (Stichting vervoeradres) Vormgeving LMP Communicatiestrategie & Creatie, Den Haag © 2013 Stichting vervoeradres Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Stichting vervoeradres heeft bij het tot stand komen van deze uitgave de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Zij kan geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade ten gevolge van eventuele onvolledigheden of onjuistheden in deze uitgave. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een stukje historie 2. Verzekeringsbegrippen 2.1 Verzekerd belang 2.2 Overgang van het verzekerd belang/de Incoterms 3. Schade aan de lading: wie betaalt de rekening? 3.1 Geen aansprakelijkheid bij bijzondere risico’s 3.2 Beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid (limiet) 3.3 ‘Eigen schuld’ afzender 3.4 Dossieropbouw voor een claim 4. Verzekeringen voor de afzender 4.1 Goederentransportverzekering 4.1.1 Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 4.1.2 Institute Cargo Clauses (ICC) 4.1.3 Premie 4.2 Seller’s en buyer’s interest 4.3 Rejectionverzekering 5. Verzekeringen voor de vervoerdersaansprakelijkheid 5.1 Aansprakelijkheidsperiode 5.1.1 Aansprakelijkheidsperiode in de rechtspraak 5.2 Verschillende polissen 5.3 Clausule Ladingdiefstallen G23 5.3.1 Enkele rekenvoorbeelden 5.3.2 Goedgekeurd beveiligingssysteem 6. Verzekeringen voor de bedrijfsvoering van de vervoerder 6.1 De Vrachtautoverzekering (WA) 6.2 Cascoverzekering 6.3 Container/trailerverzekering (CTA) 6.4 Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering 6.5 Verzekering van logistieke diensten 7. Hoe ziet de verzekeringsmarkt eruit? 7.1 Marktpartijen 7.2 Nederlandse verzekeringsmarkt 7.3 Een goede assurantieadviseur is belangrijk 7.4 Ondernemersorganisaties Stichting vervoeradres Meewerkende organisaties Voorwoord In onze handboeken ‘De vrachtbrief, direct duidelijk’ en ‘Waar tekent u voor’ informeren wij u over aansprakelijkheid op grond van de vervoerovereenkomst. Deze aansprakelijkheid wordt over het algemeen afgedekt door verzekeringen, het onderwerp van dit handboek. Vervoerder én afzender Bij beschadiging of verlies van de goederen tijdens het transport is in veel gevallen de vervoerder aansprakelijk. Daarom sluit hij een vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering af. Maar de aansprakelijkheid van de vervoerder is wettelijk beperkt. De afzender kan het schadebedrag boven de aansprakelijkheidslimiet niet verhalen op de vervoerder. Daarom is het verstandig dat de afzender zelf een verzekering afsluit. Over verzekeringen leven veel vragen. Welke verzekeringen zijn er? Wat dekt de verzekering? Moet de afzender ook een goederenverzekering afsluiten? Wat is een rejectionverzekering? Wat wordt bedoeld met ‘verzekerd belang’? Dit handboek geeft antwoord op al dit soort vragen. Dit handboek zet alle verzekeringen voor goederenvervoer over de weg op een rij. Zo weten vervoerders en afzenders welke verzekeringen zij kunnen afsluiten. Vervoerders krijgen bovendien een overzicht van verzekeringen voor logistieke diensten en voor de bedrijfsvoering. Wat is een verzekering? Na een kort stukje historie leggen wij in hoofdstuk 2 enkele basisbegrippen uit. Vervolgens komen verzekeringen voor afzenders respectievelijk vervoerders uitgebreid ter sprake. In het laatste hoofdstuk zoomen wij in op de verzekeringsmarkt en kunt u lezen welke rol uw gesprekspartner in verzekeringen heeft. Want wat is uw verzekeringsadviseur eigenlijk: een assurantietussenpersoon, assurantiemakelaar, gevolmachtigd agent of verzekeraar? Na het lezen van deze brochure heeft u een globaal inzicht in verzekeringen, polissen en de verzekeringsmarkt. Wilt u uw verzekeringsportfolio samenstellen, dan adviseren wij u een verzekeringsadviseur te vragen naar zijn specialisatie in de transportbranche. Vraagt u gerust om zijn certificaten ‘Goederentransportverzekeringen’ en ‘Vervoerrecht’ van het NIBE-SVV. Mocht u na het lezen van dit handboek nog vragen hebben, dan kunt u terecht bij de juridische adviesdiensten van TLN en EVO. Peter Sierat Voorzitter Raad van Bestuur Stichting vervoeradres Verzekeren van transportrisico is niet verplicht. Houdt u er echter rekening mee dat aansprakelijkheid leidt tot een betalingsverplichting. Ook als u geen verzekering heeft afgesloten! 1. Een stukje historie Al in de oudheid wilden handelaren en vervoerders hun risico’s beperken. Uit deze vorm van risicospreiding ontstond later de transportverzekering. In dit hoofdstuk leest u de geschiedenis van de verzekering in een notendop. Handelen en verzekeren zijn nauw met elkaar verbonden. De eerste verzekering is teruggevonden in het oude Babylonië (het tegenwoordige Irak) en dateert al van rond 500 voor Christus. Tijdens het vervoer liepen handelaren risico om beroofd te worden. De verzekering, eigenlijk een mengvorm met bankieren, bestond uit de mogelijkheid om geld te lenen volgens de Code van Hammurabi. Ook bij het goederenvervoer over zee tussen Grieken en Feniciërs (in het Midden-Oosten) werd geld geleend met het schip als onderpand. Als het schip na de reis terugkeerde, moest de eigenaar de lening en de rente terugbetalen. Keerde het schip niet terug, dan was terugbetalen aan de ‘verzekeraar’ niet nodig. Nieuwe ontwikkelingen Pas eind 14e eeuw waren er nieuwe ontwikkelingen. De toename van internationale handel, begonnen in Italië, en de steeds grotere afstanden waarover goederen vervoerd werden, maakten afdekking van het financiële risico noodzakelijk. De eerste verzekeringscontracten kwamen uit Genua en dekten de lading tegen schipbreuk en brandschade. De VOC Ook de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) had het karakter van een verzekeringsmaatschappij. Door de financiering van een schip plus lading over meerdere financiers te spreiden, verdeelden de handelaren het risico van winst of verlies. Als een schip terugkeerde van een handelsmissie, was de winst erg hoog, maar ging het verloren - wat geregeld voorkwam - dan was het verlies zo groot dat de individuele koopman bankroet kon gaan. Door zich in een handelsmaatschappij (de compagnie) te verenigen, spreidden de handelslieden zowel de winst als het risico over een collectief. In feite maakte het collectief iets mogelijk wat anders te riskant was. Zo droegen verzekeraars - en dragen zij nog altijd - rechtstreeks bij aan de economie en de welvaart van een land. Veel economische activiteiten zouden zonder de mogelijkheid van verzekering onmogelijk of op z’n minst veel moeilijker zijn. Levensverzekeringen In de VOC-tijd werden ook andere verzekeringen ontwikkeld, vooral levensverzekeringen. Vervolgens ontstonden in de 17e eeuw in Londen de eerste verzekeringsmaatschappijen zoals wij die nu nog kennen. In Nederland werden in 1720 de eerste assurantiemaatschappij en de eerste makelaarsfirma in assurantiën opgericht: de Maatschappij van Assurantiën, Discontering en Beleening der Stad Rotterdam respectievelijk de firma R. Mees & zonen, bij haar oprichting een compagnie van Cordelois, de Vrijer en Mees. In de loop van de 19e en 20e eeuw fuseerden veel maatschappijen en zo ontstonden grote landelijk opererende verzekeringsmaatschappijen. Code van Hammurabi. Verzekerd bij Beurtvaartadres! Na de …erste Wereldoorlog nam de vraag naar vervoer per beurtschip en per vrachtwagen toe ten koste van het spoorvervoer. Omdat in het spoorvervoer verzekering van de goederen in het vervoeradres was begrepen, verlangden verladers dit ook van wegvervoerders. In 1922 werd de mogelijkheid om de goederen te laten verzekeren opgenomen in de Stoom- en Zeilbootcondities (de voorloper van de Algemene VervoerCondities, AVC). Door het vermelden van de waarde van de goederen op de voorzijde van het vervoeradres en het plakken van premiezegels op de achterzijde van het vervoeradres. De zegel kostte voor de oorlog Fl. 0,25 voor Fl. 100,dekking. Later liep dit op tot Fl. 1,50 per Fl. 200,-. Licht breekbare goederen kon men tegen breuk verzekeren met een zegel van Fl. 4,50 per Fl. 100,-. In 1979 werd het polisadres geïntroduceerd. …en polisadres vervulde twee functies, namelijk die van vrachtbrief en die van transportverzekeringspolis. Op de achterzijde van de vrachtbrief stonden de polisvoorwaarden vermeld. De premie werd verlaagd (sic) naar Fl. 2,- per Fl. 1.000,-. Maar verzekeren tegen breuk was niet meer mogelijk. Men diende zich tegen de volle waarde van de goederen te verzekeren, teneinde onderverzekering te vermijden. Als de waarde meer dan Fl. 1.000,- was, dan moest de verzekerde waarde op het polisadres worden aangegeven tegelijkertijd met de nummers van de hiervoor benodigde extra polisadressen. Het idee achter deze verzekering was, dat de vervoerder niet hoefde te claimen onder zijn transportaansprakelijkheidspolis. Doordat deze polis van de vervoerder ‘schoon’ zou blijven, verwachtte men een aanmerkeijke premievermindering te krijgen. Het voordeel voor de verlader was, dat deze zich in geval van schade rechtstreeks kon wenden tot de gevolmachtigde. Tussenkomst van de vervoerder was niet meer noodzakelijk voor een vlotte schadeafwikkeling. De transportverzekering was ondergebracht bij de …uropeesche met Adriaanse te Rotterdam als gevolmachtigde. Toen in 2002 de verzekeringsclausule uit de AVC geschrapt werd, drukte Beurtvaartadres op zijn vrachtbrieven de waarschuwing: ‘In de vracht is verzekering niet begrepen.’ 2. Verzekeringsbegrippen In dit hoofdstuk krijgt u uitleg over begrippen als ‘verzekeringsovereenkomst’, ‘onzeker voorval’ en ‘premie’. Voor een goed begrip van de goederentransportverzekering, die in hoofdstuk 4 aan bod komt, staan we hier stil bij het ‘verzekerd belang’, de overgang van het verzekerd belang en de Incoterms 2010. Het Burgerlijk Wetboek definieert de verzekering als een overeenkomst tussen verzekeraar en verzekeringnemer. Bij een schadeverzekering dekt de verzekeraar het risico dat bepaalde goederen worden beschadigd doordat zich een bepaald voorval voordoet. Als het voorval zich voordoet en er ontstaat schade dan keert de verzekering uit. Bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst mag geen zekerheid bestaan over de uitkering: uitkering is dus verbonden aan een onzeker voorval. Voorbeeld: diefstal uit een geparkeerde vrachtwagen De vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering is een soort schadeverzekering. De verzekering dekt het risico van schade of verlies tijdens het vervoer. Het onzeker voorval is bijvoorbeeld diefstal uit een geparkeerde vrachtwagen. De afzender lijdt de vermogensschade (het verlies van de goederen) en claimt deze bij de vervoerder. De vervoerder claimt bij de verzekeraar. De verzekeraar keert uit, omdat de verzekering dit voorval dekt en omdat vooraf onzekerheid bestond of de lading gestolen zou worden. Berekening van de theoretische kans De verzekeraar berekent de theoretische kans dat het onzeker voorval zich zal voordoen. Dat doet hij op basis van gegevens over verzekeringsclaims. Bijvoorbeeld: één op de vijf fietsen wordt binnen twee jaar gestolen. Ook houdt de verzekeraar rekening met de informatie die hij over de verzekeringnemer heeft. Bijvoorbeeld: deze bestuurder rijdt al vijftien jaar schadevrij. Op basis hiervan rekent de verzekeraar uit hoe vaak en voor welk bedrag de verzekering tot uitkering komt. Vervolgens stelt de verzekeraar een premie vast: de prijs van de verzekering. Eigen risico Een verzekeraar bakent het te verzekeren risico af door voorwaarden te stellen aan de verzekeringnemer. Bijvoorbeeld: de verplichting om bepaalde sloten te gebruiken of te parkeren op een bewaakte parkeerplaats. Om de verzekeringnemer te prikkelen zijn zorgplicht serieus te nemen, kennen de meeste verzekeringen een eigen risico. Een eigen risico betekent dat het eerste deel van de geclaimde schade door de verzekeringnemer zelf gedragen moet worden. De polis De schriftelijke vastlegging van de verzekeringsovereenkomst is de (verzekerings)polis. Hierin staat de dekking omschreven inclusief alle clausules. Belangrijke rol van de verzekeraar De verzekeraar vormt dus een belangrijke schakel in handel en vervoer, doordat het risico bij omvangrijke transacties niet alleen bij direct betrokkenen ligt. Koper en verkoper dan wel afzender en vervoerder zijn gebaat bij de mogelijkheid om het risico op verlies van grote financiële bedragen te kunnen afdekken tegen betaling van premie. De premie bedraagt een relatief gering percentage van de waarde van de goederen of de vrachtprijs. 2.1 Verzekerd belang Als u een schade heeft aangemeld bij de verzekering, stelt de schadebehandelaar zich de volgende vragen: 1.Valt de schade onder de dekking van de polis? 2.Wie loopt door deze schade vermogensschade op? 3.Is de persoon uit vraag 2 verzekerd onder de polis? In verzekeringsjargon heet dit: ‘het verzekerd belang’, het belang dat de verzekering dekt. Voorbeeld: Schade aan koffiebonen A verkoopt een zending koffiebonen aan B. A heeft voor het transport van de koffiebonen mede ten behoeve van B een goederentransportverzekering afgesloten. In de koopovereenkomst zijn A en B overeengekomen dat het risico van schade aan of verlies van de koffiebonen op B overgaat zodra deze in het schip zijn geladen. Gedurende het transport per schip ontstaat schade aan de koffiebonen als gevolg van een onzeker voorval. Aangezien de verzekering mede het belang van B dekt en B degene was die op grond van de koopovereenkomst het risico van schade liep op het moment van de schadeveroorzakende gebeurtenis, kan B aanspraak maken op dekking onder de polis. B was degene bij wie op dat moment het verzekerd belang berustte. 2.2 O vergang van het verzekerd belang/ de Incoterms Tijdens een handelstransactie gaat het risico op schade of verlies van de handelswaar over van verkoper op koper. Zodra de schade zich voordoet, moet bepaald worden wie het risico loopt, dat wil zeggen bij wie het belang berust, want alleen die partij lijdt vermogensschade. Incoterms opnemen Meestal wordt het moment waarop het risico van verkoper op koper overgaat, afgesproken door een Incoterm in de koopovereenkomst op te nemen. De Incoterms zijn internationale leveringsvoorwaarden: standaardafspraken Verkoper EXW Binnenlands transport Douane FCA FAS Handelingshaven Kade FOB over levering, verzekering en vervoer. Het moment waarop het risico over de goederen van verkoper naar koper overgaat, is het moment van levering. De Incoterm bepaalt of dit voor, tijdens of na het transport is. De risico-overdracht geldt alleen tussen verkoper en koper, omdat zij een koopovereenkomst hebben gesloten. Voor de uitvoering van de Incoterm sluit de verkoper of koper een vervoerovereenkomst. De Incoterm is echter niet van toepassing op deze vervoerovereenkomst en dus niet geldig tussen afzender en vervoerder. Wat zijn de Incoterms 2010? De Incoterms zijn leveringsvoorwaarden die partijen overeenkomen bij internationaal goederenvervoer. Ze zijn opgesteld en uitgegeven door de International Chamber of Commerce (ICC). De laatste versie van de Incoterms dateert van 2010. Voorbeelden van standaard-Incoterms zijn CIF (Cost, Insurance and Freight), FOB (Free On Board) en …x Works (…XW). In de Incoterms staat de taakverdeling tussen verkoper en koper en op welk moment het risico van verlies of schade overgaat. Bovendien is erin geregeld welke partij voor een verzekering dient te zorgen. De Incoterms 2010 zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat clausules overal ter wereld op dezelfde manier kunnen worden uitgelegd. Ze maken het internationale handelsverkeer en de bijbehorende afspraken zo eenvoudig mogelijk. Hoofd transport Kade CFR CIF CPT CIP DAF DES Douane DEQ Binnenlands transport Koper DDU DDP Belangenclausule Welke partij kan dan op enig moment schade claimen onder de goederentransportverzekering? Bij deze verzekering zijn verschillende partijen betrokken: de eigenaar, verkoper, koper en eventueel opvolgende kopers. De Incoterms en de goederentransportverzekering hangen nauw met elkaar samen, vooral bij de overgang van het verzekerd belang. De Incoterm bepaalt wie de verzekering van de vervoerde goederen afsluit: de verkoper of de koper. Omdat het risico van de goederen (en dus het belang bij de verzekering) vaak gedurende het vervoerstraject overgaat van verkoper naar koper, is het verstandig om in de verzekering de ‘Belangenclausule’ op te nemen. Deze clausule verzekert namelijk het belang van de koper mee. Voorbeeld: zinkende schoenen A verkoopt aan B een zending schoenen. Deze schoenen worden van Delft naar New York vervoerd. Verkoper A heeft in Nederland een goederentransportverzekering afgesloten, die ook het belang van eventuele kopers van de schoenen dekt. Gedurende het zeevervoer zinkt het schip en de schoenen gaan geheel verloren. Op grond van de Incoterm CIF is het risico van dat verlies op de koper overgegaan zodra de goederen aan boord van het schip geplaatst werden1. Alleen koper B heeft het risico van verlies gelopen. Alleen hij heeft een verzekerd belang op basis waarvan hij een vordering onder de polis kan instellen. Hoewel de verkoper A de verzekering heeft afgesloten, kan hij dus geen vordering onder de polis instellen. De verzekerde dient een belang te hebben op het moment dat de schade zich voordoet. Als de verzekering het belang van alle mogelijk bij de goederen betrokken partijen dekt, moet de verzekerde die aanspraak maakt op schadevergoeding zijn belang kunnen aantonen. Zo kan de verkoper in de regel geen aanspraak maken op vergoeding als het risico van de goederen al op de koper overgegaan is. De Incoterm CIF De overgang van verzekerd belang komt bijvoorbeeld voor bij de vaak gebruikte Incoterm CIF. Op grond van deze Incoterm moet de verkoper voor een transportverzekering zorgen. Die verzekeringsovereenkomst moet hij mede voor de koper sluiten. 1 ij oudere versie(s) van de Incoterms ging het risico op de koper over op het moment dat de goederen de scheepsreling passeerden. In de Incoterms B 2010 is dit veranderd in het moment dat de goederen aan boord van het schip geplaatst worden. 3. Schade aan de lading: wie betaalt de rekening? Als er tijdens het vervoer schade ontstaat aan de goederen, is de vervoerder daar in beginsel aansprakelijk voor. De aansprakelijkheid van de vervoerder is beperkt tot een maximumbedrag per kilo, behalve bij opzet. In dat geval is de vervoerder onbeperkt aansprakelijk. Vooral bij een kostbare lading moet de afzender rekening houden met schade voor eigen risico. Aansprakelijkheid in de vervoerovereenkomst Onder de vervoerovereenkomst is de vervoerder aansprakelijk voor verlies en beschadiging van de goederen tijdens het transport. Ook is hij aansprakelijk voor vertraging. Als in de vervoerovereenkomst is afgesproken dat de vervoerder zal laden en/of lossen, is hij bovendien aansprakelijk voor schade die daardoor eventueel ontstaat. Om precies te zijn: de vervoerder is aansprakelijk vanaf het moment van inontvangstneming van de goederen tot het moment van aflevering aan de geadresseerde. Een verstandig afzender sluit een goederenverzekering af! Door een goederentransportverzekering af te sluiten voorkomt de afzender, dat hij lang moet wachten op zijn geld. De goederentransportverzekeraar besluit om eventueel namens de afzender te claimen bij de vervoerder of diens verzekeraar. Zonder goederenverzekering zou de afzender het risico lopen in de gevallen dat de vervoerder niet aansprakelijk is of dat de vervoerder geen verhaal biedt. De goederentransportverzekering dient in ieder geval dekking te geven voor de volgende situaties: 1.Als de waarde van de goederen boven de CMR -limiet of AVC-limiet ligt. De hoogte van deze limieten is: •bij internationaal transport: SDR 8,33 (circa € 9,50) per kilo; •bij binnenlands transport: € 3,40 per kilo. 2.Als de vervoerder niet aansprakelijk is vanwege een beroep op: • overmacht; • bijzondere risico’s (zie 2.1); • laden of lossen door de afzender; • onjuiste informatie van de afzender; 3.Als de vervoerder geen verhaal biedt: • door faillissement • omdat hij niet verzekerd is 3.1 Geen aansprakelijkheid bij bijzondere risico’s De vervoerder is niet aansprakelijk bij bijzondere risico’s, zoals: •overmacht; •schuld van de afzender of geadresseerde; •schade die verband houdt met een opdracht van de afzender of geadresseerde; •een gebrek van de goederen zelf. Een gebrek van de goederen zelf is bijvoorbeeld aardbeien waar de rot al in zat. Ook is de vervoerder niet aansprakelijk voor schade ontstaan door bijzondere risico’s, zoals die zijn vermeld in de wet, namelijk: •vervoer in een onoverdekt voertuig, als dat is afgesproken; •geen of slechte verpakking; •schade door laden, stuwen of lossen, als deze handelingen niet voor rekening van de vervoerder komen; •de aard van de zaken zelf; •weersomstandigheden, als er geen voertuig met klimaatbeheersing is afgesproken; •onvolledigheid van de adressering of codering van de colli; •vervoer van een levend dier. Het begrip ‘overmacht’ Met ‘overmacht’ wordt bedoeld dat de schade is ontstaan door omstandigheden, die de vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan hij de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen. Bijvoorbeeld een vervoerder brengt een lading van 24 ton vlees van Nederland naar Letland. Onderweg wordt zijn wagen aangereden door een Wit-Rus, die niet verzekerd is. De hele lading wordt hierdoor onbruikbaar. De vervoerder beroept zich (terecht) op overmacht en hoeft de schade aan de ladingbelanghebbende (de afzender of geadresseerde) niet te vergoeden. In Nederland zal de rechter niet snel vaststellen dat er sprake is van overmacht. …en professionele vervoerder moet over sterke papieren beschikken om de rechter ervan te overtuigen dat hij alle maatregelen genomen heeft om de schade of het verlies te voorkomen. 3.2 Beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid (limiet) Beperkte aansprakelijkheid De vervoerder is beperkt aansprakelijk voor schade aan of verlies van de vervoerde zaken en voor vertragingsschade. Ook als de schade is veroorzaakt door een ondergeschikte of door ingehuurde krachten, is de vervoerder aansprakelijk. Voor andere schade, zoals gevolgschade, bedrijfsstilstand of immateriële schade, is de vervoerder niet aansprakelijk, behalve als er sprake is van opzet2. Onbeperkte aansprakelijkheid Als opzet is bewezen, is de vervoerder onbeperkt aansprakelijk voor de directe schade aan de goederen, maar ook voor de gevolgschade van de afzender en de geadresseerde. Het maakt wel verschil of er sprake is van internationaal (CMR-)vervoer of binnenlands vervoer, als de opzet is toe te schrijven aan ondergeschikten of hulppersonen. 2 •Internationaal vervoer: de CMR-limiet wordt doorbroken in geval van opzet door de vervoerder zelf of van diens ondergeschikten of hulppersonen (ondervervoerders, bewaarnemers, etc.). •Binnenlands vervoer: doorbreking van de AVC-limiet is alleen mogelijk in geval van opzet door de vervoerder zelf. Dus wanneer de chauffeur steelt, is er geen doorbreking van de limiet. ´De vervoerder zelf´ is bij een rechtspersoon (meestal een vennootschap) een lid van de directie of het hogere management. Bij een eigen rijder is hij de baas van het bedrijf; de baas is dan vaak ook de chauffeur. Schadeberekening Ook bij de berekening van schade bestaat er verschil tussen internationaal en binnenlands vervoer. Uitgangspunt hierbij is het op de vrachtbrief vermelde gewicht van de niet-afgeleverde zaak. Als er geen vrachtbrief is of de informatie niet is ingevuld op de vrachtbrief, geldt het gewicht dat de goederen hadden op het moment dat de vervoerder ze in ontvangst nam. •CMR-vervoer: de waarde van de goederen op het moment van inontvangstneming door de vervoerder. De berekening van de schade in geval van verlies van (een deel van) de lading gebeurt aan de hand van de afzendwaarde. Dat is de waarde van de goederen op de plaats en het tijdstip van de inontvangstneming. Deze waarde wordt meestal vastgesteld op basis van de factuurwaarde, maar soms ook volgens de beurskoers of gangbare marktprijs. Vervolgens wordt het schadebedrag gemaximaliseerd tot de schadelimiet. De schadelimiet bedraagt bij internationaal transport SDR 8,33 per ontbrekende kilogram brutogewicht. Naast de schadelimiet betaalt de vervoerder ook de vrachtprijs, de douanerechten en de overige vervoerskosten. •Binnenlands vervoer: de waarde van de goederen bij aflevering. Deze waarde wordt berekend naar de marktwaarde. Vervolgens wordt het schadebedrag gemaximaliseerd tot de schadelimiet. De schadelimiet bedraagt bij binnenlands transport €3,40 per ontbrekende kilogram brutogewicht. I n het wegvervoerrecht wordt opzet gelijk gesteld aan bewuste roekeloosheid. Waar in dit hoofdstuk ‘opzet’ wordt genoemd, wordt daarmee ook ‘bewuste roekeloosheid’ bedoeld. Zijn de goederen beschadigd, dan wordt eerst de restwaarde berekend. Ook de schadevergoeding voor de restwaarde wordt beperkt tot maximaal de schadelimiet (SDR 8,33/€3,40) per kilo. Telt de verpakking mee bij de vaststelling van het gewicht? •Niet als de verpakking door de vervoerder ter beschikking is gesteld. •Wel als de verpakking niet door de vervoerder ter beschikking is gesteld, maar voor eenmalig gebruik bedoeld is. •Niet als de verpakking niet door de vervoerder ter beschikking is gesteld, maar voor meermalig gebruik bedoeld is en niet beschadigd is. •Wel als de verpakking niet door de vervoerder ter beschikking is gesteld, maar voor meermalig gebruik bedoeld is en wel beschadigd is. Verpakkingen bestemd voor meermalig gebruik zijn bijvoorbeeld kratten en pallets. Verpakkingen voor eenmalig gebruik zijn wegwerpverpakkingen, zoals plasticfolie of kartonnen dozen. 3.3 ‘Eigen schuld’ afzender De afzender is verantwoordelijk voor de juiste invulling van de vrachtbrief, zodat de vervoerder over de juiste informatie beschikt. Ook is de afzender aansprakelijk voor de schade aan personen, materialen of andere goederen, als die schade voortkomt uit gebrekkige verpakking van de te vervoeren goederen. Wordt de vervoerder aangesproken voor schade die terug te leiden is tot genoemde oorzaken, dan kan hij regres nemen op de afzender. De afzender moet de vervoerder vrijwaren voor de aldus veroorzaakte schade. Vrijwaring wil hier zeggen dat de afzender de schade, die in eerste instantie bij de vervoerder is geclaimd, moet vergoeden. Hieronder twee voorbeelden van een afzender die de vervoerder moet vrijwaren. Voorbeeld 1: een vat nitroglycerine explodeert …en fabrikant van chemicaliën en springstoffen geeft de vervoerder de opdracht een vat met glycerine te vervoeren. Hij vermeldt dat ook op de AVC-vrachtbrief. De vervoerder neemt het vat mee, maar er staat wel met een groot gevaaretiket op dat het nitroglycerine bevat. Wanneer de vrachtwagen in een winkelstraat rijdt, explodeert het vat. Niet alleen gaan de overige lading en de vrachtwagen verloren, maar er zijn ook vele gewonden en een enorme ravage aan gebroken winkelruiten en ingezakte voorpuien. De totale schade bedraagt € 10.000.000,-. De vervoerder moet deze schade aan derden (gewonden en winkeliers) vergoeden, op grond van de Regeling voor aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen (art. 8:1213 BW). Vanzelfsprekend wil de vervoerder voor dat enorme bedrag regres nemen op zijn afzender. De afzender heeft de vervoerder immers bij het sluiten van de overeenkomst en in de vrachtbrief verkeerd geïnformeerd over de inhoud van het vat. De Regeling voor aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen bevat geen bepalingen voor het regres. Maar de vrijwaringsclausule van art. 26 lid 1 AVC 2002 wel. Daarin staat kort gezegd dat een afzender die niet voldoet aan de verplichtingen uit de wet of uit de AVC, een vervoerder moet vrijwaren voor alle schade, als die vervoerder door een derde wordt aangesproken. In het voorbeeld voldoet de afzender niet aan de informatieplicht over de juiste - gevaarlijke - aard van de goederen. Voorbeeld 2: lading gaat schuiven …en vervoerder krijgt opdracht om vaten met dierlijk vet te vervoeren. De afzender dient de vaten te laden en stuwen volgens art. 4 lid 1 (e) AVC 2002. Hoewel de chauffeur de belading en stuwage heeft gecontroleerd (art. 9 lid 5 AVC), heeft de afzender twee vaten toch niet goed vastgezet. Op de autosnelweg rollen de vaten van de vrachtwagen. De opruimkosten bedragen enkele tienduizenden euro’s. Aangezien de afzender een hem opgelegde verplichting niet is nagekomen, kan de vervoerder voor die opruimkosten regres nemen op de afzender. Want de afzender die zijn verplichtingen niet nakomt, dient de schade te vergoeden die hierdoor is veroorzaakt. Ook als die schade in eerste instantie geclaimd is bij de vervoerder. Wie een fout maakt, betaalt Uit de voorbeelden blijkt dat vrijwaring zo is opgezet, dat een afzender die zelf een fout(je) maakt, uiteindelijk voor de schade moet opdraaien. Het is de afzender aan te raden om deze aansprakelijkheid apart te verzekeren, zeker als hij regelmatig gevaarlijke stoffen laat vervoeren. 3.4 Dossieropbouw voor een claim Zodra er schade geclaimd is, wordt de verzekeringsadviseur geïnformeerd. Hij informeert de verzekeraar. De schadebehandelaar van de verzekeraar legt een dossier aan. De verzekerde doet er verstandig aan ook een dossier bij te houden. Hoe bouwt u als vervoerder, afzender of ontvanger een goed schadedossier op? U verzamelt zo veel mogelijk informatie over de gebeurtenis. Dat kunnen documenten zijn, maar ook direct onderzoek naar feiten is van belang, bijvoorbeeld via sporenonderzoek, getuigenissen of foto’s. Dossier voor schadeclaims Deze informatie neemt u op in uw schadedossier: 1.Documenten: vrachtbrief, paklijst, factuur, correspondentie over de vrachtorder. 2.Informatie over de polis: •Onder welke polis valt de schade? •Is de schade gedekt? Zo ja: volledig of is er een limiet? •Is er een verhoogd eigen risico: ja/nee (G23)? 3.Gegevens van betrokken partijen: afzender, geadresseerde, ladingbelanghebbende (op grond van verkoopcondities), ladingverzekeraar, laadadres, losadres, ladingexpert. 4.Informatie over de vervoersketen: •Wie is de hoofdvervoerder? •Wie is (zijn) de ondervervoerder(s)? •Wie is (zijn) hun verzekeraar(s)? 5.Informatie over het traject: laaddatum, losdatum, traject per vervoerder. 6.Informatie over de schade: schadedatum, aard van de schade, schadeclaim, schade op basis van afzend-/ aankomstwaarde, het brutogewicht van de beschadigde/ verloren goederen, foto’s. 7.Informatie over de procedure: de datum van een schriftelijke vordering, de datum van een eventuele afwijzing. 4. Verzekeringen voor de afzender De afzender is de partij die opdracht geeft tot transport van de goederen. Voor de afzender zijn verschillende verzekeringen beschikbaar: de goederentransportverzekering, de seller’s and buyer’s interest-verzekering en de rejectionverzekering. 4.1 Goederentransportverzekering De vervoerder is beperkt aansprakelijk voor schade aan de vervoerde goederen (zie 3.2). Ook zijn er situaties dat de vervoerder in het geheel niet aansprakelijk is, zoals bij overmacht of bijzondere risico’s (zie 3.1). Mede daarom is het van groot belang dat de ladingbelanghebbende zelf ook de goederen verzekert. Vooral bij lange reizen kunnen goederen beschadigd raken, bijvoorbeeld door (over)laden en lossen. Ook kunnen zich onverwachte gebeurtenissen voordoen. Het vervoerende roll-on-roll-offschip kan vergaan, de vrachtwagen kan betrokken raken bij een ongeval of de goederen kunnen gestolen worden gedurende de reis. De verzekering die deze schade dekt, is de goederentransportverzekering. Wie is de ladingbelanghebbende? De ladingbelanghebbende is meestal de afzender. Bij vervoer vanwege een handelstransactie kan het risico gedurende het vervoer overgaan van verkoper op koper. In dat geval wordt de geadresseerde onder de vervoerovereenkomst de belanghebbende partij. Zie ook 2.2. Begin en einde van de verzekerde reis Alle goederentransportverzekeringen dekken ‘van pakhuis tot pakhuis’. Nauwkeuriger gezegd: het risico gaat in op het moment dat de goederen, die in het pakhuis of op de plek van verzending opgenomen worden voor de reis, vervoerd gaan worden. De dekking eindigt wanneer de goederen na het vervoer op de daartoe aangewezen plek in de loods of andere plek van inontvangstneming zijn geplaatst. Dit wordt ook wel de ‘stelling-tot-stellingclausule’ genoemd, omdat de verzekering ook de schade dekt die ontstaat bij handelingen in het magazijn in het kader van vervoer. Bijvoorbeeld als een medewerker in opdracht van de verzekerde een pallet met goederen met zijn vorkheftruck uit de stelling haalt, ermee naar de gereedstaande vrachtauto rijdt en de pallet per ongeluk van de lepels van de vorkheftruck laat vallen. Ook het interne transport in de loods van en naar de vrachtwagen valt dus onder de goederenverzekering. Overigens doet de opslagnemer (degene die de goederen in opslag neemt) er goed aan een opslagverzekering af te sluiten ter dekking van het opslagrisico. Dekking volgens Nederlandse en Engelse standaardpolissen Goederentransportverzekeringen worden in Nederland vaak afgesloten op basis van de Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 (NBGP 2006). De tekst van deze polis is opgesteld door de Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs. De clausules in deze polis zijn genummerd met een letter en een cijfer. Deze clausules vormen een standaard, waarnaar ook andere polissen vaak verwijzen. De NBGP 2006 bestaat uit een polisblad en voorwaarden. Op het polisblad staan de bijzondere gegevens van de dekking in. De polisvoorwaarden bevatten de algemene gegevens die voor veel in Nederland afgesloten goederentransportverzekeringen gelden. Het komt ook voor dat het Engelse recht en/of Engelse condities (bijvoorbeeld de Institute Cargo Clauses - ICC) van toepassing zijn op een goederentransportverzekering. Internationale handelstransacties worden vaak verzekerd op basis van de ICC. De clausules zijn opgesteld door de Joint Cargo Committee, waarin belangenbehartigers van verzekeraars en verladers zitting hebben. 4.1.1 Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 Voor de NBGP 2006 bestaan enkele standaarddekkingsclausules, waarvan de belangrijkste zijn: de All Risks-clausule G13 en de Evenementenclausule G14. All Risks-clausule G13 In de G13-clausule staat dat de verzekeraars alle verliezen van en materiële schades aan de verzekerde zaken vergoeden. In de clausule zijn echter beperkingen opgenomen, waardoor niet alle risico’s gedekt zijn en de term ‘All Risks’ dus enigszins misleidend is. Een van de belangrijkste beperkingen is dat de dekking alleen geldt voor fysieke schade aan de vervoerde verzekerde zaken. De All Risks-clausule dekt bijvoorbeeld geen: •schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak; •schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde; •oorlogsrisico en stakersrisico. De uitsluiting voor oorlogsrisico en stakersrisico kunt u alsnog verzekeren door clausule M3 in de polis op te laten nemen. Voorbeeld 1: niet-fysieke schade …en zending kerstkaarten met de opdruk ‘Prettige kerstdagen en een gelukkig 2013!’ komt met een vertraging van meer dan twee weken aan in de haven van Rotterdam. Het transport heeft door tal van omstandigheden veel langer geduurd dan voorzien. Hierdoor kunnen de kerstkaarten pas op 22 december 2012 in de winkels liggen. Op dat moment hebben de meeste mensen hun kerstkaarten al verstuurd. De waarde van de kerstkaarten is daardoor enorm gedaald gedurende de verzekerde reis. Het betreft hier echter geen fysieke schade aan de kerstkaarten als gevolg van het transport. Ook al heeft een vertraging tijdens het transport geleid tot deze schade, valt de schade niet onder de All Risks-dekking. Voorbeeld 2: schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak Een zending appels vertoont bij aankomst duidelijke rottingsverschijnselen. Tijdens het transport is echter niets bijzonders gebeurd. Onderzoek wijst uit dat de appels bij aanvang van het transport een latente ziekte hadden. Bij aankomst waren ze eenvoudigweg ongeschikt om nog in de winkel te worden verkocht. Het transport heeft niet tot de rottingsverschijnselen geleid. De All Risks-dekking biedt hier geen uitkomst. Voorbeeld 3: schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde …en zending cd-spelers blijkt bij aankomst verdwenen. De verzekerde doet aangifte van diefstal. Na onderzoek door de politie komt vast te staan dat de verzekerde de cd-spelers zelf buiten het magazijn heeft gezet en dat de vuilnisman deze vervolgens heeft meegenomen en gedumpt op een vuilstortplaats. De schade is het gevolg van merkelijke schuld van de verzekerde zelf. De schade valt niet onder de All Risks-dekking. Evenementenclausule G14 De dekking op basis van de Evenementenclausule G14 is beperkter dan bij de G13-clausule. De verzekeraars vergoeden onder clausule G14 alle schade en verlies van goederen door ongeval of brand van het vervoermiddel waarin de goederen zich bevinden. Wel moeten zij redelijkerwijs kunnen aannemen dat de brand of het ongeluk de schade of het verlies van de verzekerde zaken heeft veroorzaakt. De verzekerde dient dit aan te tonen. Net als bij clausule G13 is op grond van G14-dekking uitgesloten in geval van: •niet-fysieke schade; •schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak; •schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde; •oorlogsrisico en stakersrisico. 4.1.2 Institute Cargo Clauses (ICC) 4.1.3 Premie Internationale handelstransacties worden vaak verzekerd op de voorwaarden van de ICC. De clausules sluiten aan bij Incoterms als CIF en CIP. Er zijn drie clausules: 1.Institute Cargo Clause (A): een uitgebreide dekking (vergelijkbaar met de Nederlandse All Risks-clausule G13). Alle materiële schade aan of verlies van verzekerde zaken is gedekt. 2.Institute Cargo Clause (B): een beperkte dekking (vergelijkbaar met de Nederlandse Evenementenclausule G14). Gedekt is schade of verlies door brand, explosie, stranden, zinken, kapseizen, aanvaring, van de weg raken, ontsporing, het lossen van de lading in een noodhaven, aardbeving, vulkanische uitbarsting, bliksem, averij grosse opoffering3, werpen en overboord spoelen, binnendringen van zee- en rivierwater en het totaalverlies van een collo door overboord raken of laten vallen tijdens laden en lossen. 3.Institute Cargo Clause (C): een zeer beperkte dekking voor brand, explosie, stranden, zinken, kapseizen, aanvaring, van de weg raken, ontsporing, het lossen van de lading in een noodhaven, averij grosse opoffering en werpen. Bij goederenverzekeringen komt de premie op verschillende manieren tot stand: N.B. Wanneer de verkoper op grond van de overeengekomen Incoterm verplicht is een verzekering af te sluiten, geldt deze verplichting voor tenminste een verzekering op basis van de Institute Cargo Clauses (C). Dekking is op alle drie de clauses uitgesloten in geval van: •opzet door de verzekerde; •normale lekkage, slijtage, gewichtsverlies; •eigen gebrek; •nucleaire oorlogswapens; •vertraging; •onvoldoende en/of een ondeugdelijke verpakking; •schade of kosten door insolventie. •Losse posten Bij losse posten gaat het om een eenmalig transport, zoals een verhuizing. De premie is een promillage van de waarde van de te vervoeren goederen. •Declaratiepolis De declaratiepolis wordt gewoonlijk gebruikt voor internationale zendingen en dan vooral bij vervoer over zee. De verzekeraar verplicht zich om de te vervoeren goederen gedekt te houden, eventueel binnen bepaalde geografische grenzen en tot een zeker maximumbedrag per vervoergelegenheid. De verzekerde moet de transporten declareren. Aan de hand van de declaraties berekent de verzekeraar de premie. •Pauschal- of afkooppolis De pauschal- of afkooppolis dekt alle zendingen (met een maximumbedrag per vervoergelegenheid) tegen een vast, vooruitbetaald premiebedrag. Deze dekking geldt gedurende de genoemde looptijd en binnen bepaalde geografische grenzen. De verzekeraar stelt de premie jaarlijks vast aan de hand van de waarde van de in het lopende jaar vervoerde goederen (omzet). De pauschalpolis is niet geschikt voor vervoer over zee, maar wel zeer gangbaar bij wegvervoer. •Omzet- of naverrekeningspolis Bij de omzet- of naverrekeningspolis brengt de verzekeraar aan het begin van ieder verzekeringsjaar een voorschotpremie in rekening. Aan het einde van het jaar vindt naverrekening plaats op basis van de omzet van de verzekerde in dat afgelopen verzekeringsjaar. Schade door oorlog en stakers kunt u verzekeren door de Institute War Clauses (cargo) en de Institute Strikes Clauses (cargo) op te nemen. 3 Averij grosse opoffering: bijvoorbeeld (een deel van) de lading overboord zetten om schip, opvarenden of de rest van de lading veilig te stellen. 4.2 Seller’s en buyer’s interest 4.3 Rejectionverzekering De seller’s interest-verzekering en de buyer’s interestverzekering zijn veelal een aparte clausule in de polis. Seller’s interest-verzekering De rejectionverzekering komt vooral voor bij het internationale transport van consumptiegoederen. De belanghebbenden wensen niet alleen de normale transportgevaren, maar ook het risico van ‘rejection’ mee te verzekeren. Deze verzekering dekt uitsluitend het belang van de verkoper in een specifieke situatie, bij levering van goederen onder bijvoorbeeld de Incoterms C&F of FOB. Bij deze leveringscondities reizen de goederen grotendeels voor risico van de koper. De verkoper heeft geen zekerheid dat de koper de goederen tegen transportschade heeft verzekerd. Als de koper weigert de volle koopprijs te betalen vanwege beschadiging of verloren gegane goederen, blijft de verkoper met een probleem zitten. Rejection (letterlijk: afkeuring) is het risico dat de autoriteiten in het land van bestemming de goederen niet accepteren. De redenen kunnen zeer verschillend zijn. Als gevolg van rejection kan de vervoerder goederen niet afleveren, omdat invoer in dat land niet mogelijk is. Omdat er geen materiële schade aan de goederen is, geeft de goederentransportverzekering hiervoor geen standaarddekking. Met de rejectionverzekering kunt u het risico wél dekken. De seller’s interest-verzekering biedt hiervoor een oplossing. Dekking geldt alleen als de koper in geval van verlies of beschadiging van de goederen de koopprijs niet betaalt. De dekking is ten hoogste het bedrag dat de koper niet voor de beschadigde of verloren gegane goederen betaalt. De verzekering eindigt zodra de koper de koopprijs volledig heeft voldaan. Als verzekeraars overgaan tot vergoeding, krijgen zij in ruil hiervoor de vorderingsrechten van de verkoper op de koper. Verzekeraars kunnen hierdoor de niet-betaalde koopprijs op de (onverzekerde) koper verhalen. Vaak verlenen verzekeraars geen automatische dekking. De verzekerde dient een transport waarbij hij dekking wenst dan vooraf te declareren. De seller’s interest-verzekering is geen kredietverzekering. Deze verzekering geeft geen dekking tegen de eventuele insolventie van de buitenlandse koper. Er is ook geen dekking bij een verhindering van de betaling door overmacht of bij schade doordat documenten niet zijn opgenomen. Buyer’s interest-verzekering Het spiegelbeeld van de seller’s interest-verzekering is de buyer’s interest-verzekering. Deze verzekering dekt uitsluitend het belang van de koper die bestelde goederen vooruit heeft moeten betalen. 5. Verzekeringen voor de vervoerdersaansprakelijkheid De vervoerder is in beginsel aansprakelijk voor schade aan of verlies van de goederen tijdens het transport. Dit risico kunt u dekken met de vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering. In dit hoofdstuk maakt u eerst een uitstapje naar de aansprakelijkheidsperiode zoals ook de verzekering die hanteert. Vervolgens leest u over de aansprakelijkheidsverzekering voor de beroepsvervoerder en voor uitbesteed vervoer. De clausule Ladingdiefstallen komt uitgebreid aan bod in paragraaf 5.3. 5.1 Aansprakelijkheidsperiode Rechtbank Breda in een uitspraak van 28 mei 2003 over inontvangstneming Onder de vervoerovereenkomst is de vervoerder aansprakelijk voor verlies en beschadiging van de goederen. Om precies te zijn, loopt de aansprakelijkheidsperiode vanaf het moment dat hij de goederen in ontvangst neemt tot het moment dat hij ze aflevert bij de geadresseerde. Ook is de vervoerder aansprakelijk voor vertraging in de aflevering. De afzender laadt goederen in een oplegger van de vervoerder en geeft de vrachtbrieven voor het transport aan de chauffeur. De oplegger blijft ’s nachts op het onbewaakte terrein van de afzender staan, omdat het vervoer pas de volgende ochtend begint. Die nacht wordt de oplegger gestolen. Heeft de vervoerder de goederen in ontvangst genomen en is de vervoerder dus aansprakelijk? Veel schade ontstaat tijdens het laden en lossen van de goederen in en uit de vrachtwagen. Daarom is het belangrijk dat afzender en vervoerder afspraken maken over vragen als: •Wie is verantwoordelijk voor het laden of lossen? •Wat is het exacte moment van inontvangstneming of aflevering? •Valt dit samen met het moment waarop de vrachtbrief wordt ondertekend? De antwoorden op deze drie vragen vormen samen de ‘periode van aansprakelijkheid’ van de vervoerder. Als afzender en vervoerder geen duidelijke afspraken maken, zal bij grote schades de rechter bepalen wie aansprakelijk is. De rechter laat dit afhangen van de feitelijke omstandigheden van het geval: wat is er precies gebeurd? 5.1.1 A ansprakelijkheidsperiode in de rechtspraak Ter illustratie van de mogelijke problemen rond de vaststelling van de aansprakelijkheid van de vervoerder, leest u hiernaast twee gerechtelijke uitspraken. De rechtbank oordeelde dat alleen het afgeven van de vrachtbrieven aan de chauffeur in dit geval niet voldoende was om het moment van inontvangstneming te bepalen. Het moment waarop de chauffeur daadwerkelijk de macht over de goederen zou gaan uitoefenen (het ophalen van de oplegger), en de afzender dus geen invloed op de goederen meer had, zag de rechtbank hier als inontvangstneming. De Hoge Raad in een uitspraak van 17 februari 2012 over aflevering …en vervoerder brengt een partij buizen van Urmond naar Sliedrecht. Als de vrachtwagen is aangekomen op het losadres, weigert de geadresseerde de zending in ontvangst te nemen en tekent hij de vrachtbrief niet. De vervoerder parkeert de oplegger met de buizen in de nabijheid van het terrein van de geadresseerde. De chauffeur rijdt vervolgens met zijn trekker weg. De oplegger met de buizen wordt gestolen. Wie is aansprakelijk voor deze diefstal? De geadresseerde had geen instructie gegeven om de oplegger buiten zijn terrein op de openbare weg achter te laten en de chauffeur had de goederen niet gelost en hij had de vrachtbrief niet voor ontvangst laten tekenen. Hierdoor was er geen sprake van aflevering; de vervoerovereenkomst was dus niet beëindigd. De aansprakelijkheid van de vervoerder voor de lading liep door, oordeelde de Hoge Raad. 5.2 Verschillende polissen 5.3 Clausule Ladingdiefstallen G23 De vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering kent drie verschijningsvormen: de beurspolis, de makelaarspolis en de maatschappijpolis. De benaming geeft aan wie de polisvoorwaarden heeft opgesteld. Bij de beurspolis is dat de Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs, bij de maatschappijpolis de verzekeringsmaatschappij en bij de makelaarspolis de makelaar of de assurantiebezorger. De clausule Ladingdiefstallen is in de meeste aansprakelijkheidsverzekeringen opgenomen. Deze clausule regelt twee voor de wegvervoerder belangrijke zaken: het eigen risico (een percentage van de schade-uitkering) en een uitkering tot een bepaald maximumbedrag bij diefstal van een gehele lading. Over het eigen-risicopercentage en het maximaal uit te keren bedrag kunt u bij afsluiting van de verzekering onderhandelen. Zo kan het eigen risico oplopen tot wel 30% van de schade-uitkering. De maximale uitkering bedraagt meestal € 125.000,-. De standaardbeurspolis is de MAUL-polis (Modelpolis voor Aansprakelijkheid Uit Logistieke diensten). Deze polis dekt de aansprakelijkheid voor gedragingen of activiteiten die eigen zijn aan een in de polis omschreven hoedanigheid of beroep, bijvoorbeeld vervoerder of expediteur. De dekking op basis van de MAUL-polis is beperkt. Het risico van doorbreking van de aansprakelijkheidslimieten is niet standaard meeverzekerd. Sommige maatschappijpolissen en makelaarspolissen dekken dit risico wel. De premie is dan navenant hoger. Voorbeeld: gestolen elektronica Een zending elektronica ter waarde van € 1.000.000,- wordt gestolen tijdens een grensoverschrijdende rit. Op grond van het CMR-verdrag is de aansprakelijkheid van de vervoerder, gelet op het gewicht van deze zending, in beginsel beperkt tot € 100.000. Onder de MAUL-polis is de vervoerder slechts gedekt tot de beperkte aansprakelijkheid. Stel dat de vervoerder toch onbeperkt aansprakelijk is, bijvoorbeeld omdat zijn chauffeur of de chauffeur van de charter de lading steelt, dan moet de vervoerder de volledige € 1.000.000 betalen en moet de vervoerder dus uit eigen zak €900.000,bij betalen. Is de vrachtwagen voorzien van een goedgekeurd beveiligingssysteem dat tijdens de diefstal in werking was, dan gelden het eigen risico en de maximumdekking niet. Dit is wel het geval als er sprake is van roekeloosheid van de verzekerde zelf of opzet of roekeloosheid van zijn ondergeschikten of ondervervoerders. Als door roekeloos gedrag van een ondervervoerder de gehele lading gestolen wordt en de hoofdvervoerder ongelimiteerd aansprakelijk is voor € 1.000.000,-, wordt de dekking onder de aansprakelijkheidsverzekering van de hoofdvervoerder gemaximeerd tot € 125.000,-. Van de clausule Ladingdiefstallen moet de vervoerder zich terdege bewust zijn. De opzet van de clausule Dekking uitbesteed vervoer De opzet van de clausule Ladingdiefstallen is als volgt: 1.In het eerste lid wordt, in geval van diefstal van een gehele lading, een eigen risico beschreven in de vorm van een aftrek van (meestal) 30% van de schade, met een minimumaftrek van (meestal) € 25.000,-. Het venijn zit hem in de tweede zin van het eerste lid: behalve de aftrek eigen risico wordt ook de uitkering onder de polis gemaximeerd tot (meestal) € 125.000,-. U kunt de standaardvervoerdersaansprakelijkheidsdekking uitbreiden met een dekking voor uitbesteed vervoer. Als de vervoerder niet zelf vervoert of slechts een deel van het traject uitvoert, maar zich wel contractueel vastlegt tot het vervoer van het hele traject, is het risico van uitbesteed vervoer meeverzekerd. In de regel verdient het sterk aanbeveling om uitbesteed vervoer te verzekeren, omdat de contractuele vervoerder bij schade vaak als eerste aansprakelijk gehouden wordt en hij er niet zeker van kan zijn dat de charter in staat is de schade te vergoeden of hiervoor een afdoende verzekering heeft afgesloten. Ook kan het zijn dat de ondervervoerder niet aansprakelijk is, bijvoorbeeld omdat de hoofdvervoerder een verkeerde instructie heeft gegeven. 2.In het tweede lid wordt de wegvervoerder ‘beloond’ als hij de daar beschreven beveiligingssystemen op zijn vrachtwagen heeft geïnstalleerd. De bovengenoemde aftrek en maximering van de uitkering worden niet toegepast. De vervoerder krijgt volledige dekking onder de polis, natuurlijk beperkt tot het in de polis genoemde verzekerde bedrag. 3.In het derde lid wordt de vervoerder weer ‘gestraft’ als er sprake is van zijn eigen roekeloosheid, of opzet of roekeloosheid van zijn ondergeschikten of door hem ingeschakelde ondervervoerders of andere hulppersonen. In dat geval worden de aftrek en maximumuitkering weer wel toegepast. De complete tekst van de clausule plus ‘risico-indeling beveiliging beroepsgoederenvervoer op de weg’ vindt u op: www.vnab.nl → downloads → polissen/clausules → G23 (2009). 5.3.1 Enkele rekenvoorbeelden Casus 1 Een CMR-vervoerder is aansprakelijk voor de diefstal van een gehele lading sigaretten met een gewicht van 13.000 kg en een waarde van € 1.000.000,-. Er is geen sprake van opzet of roekeloosheid. Deze CMR-vervoerder mag zich tegenover de ladingbelanghebbenden op de CMR-limiet beroepen: 13.000 kg x SDR 8,33 = SDR 108.290,-, omgerekend ca. € 125.000,-. De onder de polis vallende schade is dus € 125.000,-. De vrachtwagen was niet beveiligd volgens de voorschriften van het tweede lid, namelijk volgens klasse B2 in plaats van de voorgeschreven B3. Op deze schade wordt de aftrek van 30% toegepast: € 37.500,. De vervoerder betaalt aan de ladingbelanghebbenden € 125.000,- en ontvangt van zijn aansprakelijkheidsverzekeraar € 87.500,-. Casus 2 5.3.2 Goedgekeurd beveiligingssysteem Dezelfde diefstal van sigaretten, maar nu zit de chauffeur in het complot: opzet van een ondergeschikte. Overigens was de vrachtwagen nu wel beveiligd volgens B3, maar dat helpt niet bij opzet van de chauffeur. Tegenover ladingbelanghebbenden is deze CMR-vervoerder onbeperkt aansprakelijk; hij moet € 1.000.000,- betalen. Zijn aansprakelijkheidsverzekeraar past op grond van het derde lid de aftrek toe: 30% van € 1.000.000,- is € 300.000,-. De verzekeraar zou dus € 700.000,- moeten uitkeren ware het niet dat de uitkering is gemaximeerd tot € 125.000,-. Hij keert dus onder de polis slechts € 125.000,- uit, terwijl de vervoerder € 1.000.000,- aan de ladingbelanghebbenden moet betalen. Dit betekent mogelijk het faillissement van de vervoerder. Zoals de jurisprudentie in paragraaf 5.1.1 laat zien, is het tweede lid van de clausule, dat voorschrijft bij welke producten welk beveiligingssysteem op het vervoermiddel moet zijn geïnstalleerd, van groot belang. Dit systeem moet zijn goedgekeurd door het VbV (Verzekeringsbureau Voertuigencriminaliteit). De technische gegevens over de beveiligingsklassen vinden we bij KIWA SCM, zie website www.kiwa.nl/scm. Casus 3 Diefstal van 20 ton bundels tin ingots (blokken gegoten metaal) ter waarde van € 300.000,-. De trekker die het vervoert, is uitgerust met beveiligingsklasse B2 in plaats van de voorgeschreven B3. De CMR-vervoerder is tegenover ladingbelanghebbenden aansprakelijk tot de CMR-limiet, in dit geval 20.000 kg x SDR 8,33 = SDR 166.600,-, ca. € 190.000,-. De aansprakelijkheidsverzekeraar past de maximumuitkering van € 125.000,- toe en keert slechts dit bedrag uit aan zijn verzekerde, de CMR-vervoerder. Die moet dus uit eigen zak € 65.000,- aan de ladingbelanghebbenden betalen. Casus 4 www.kruizinga.nl Is er bij de tindiefstal wél sprake van een goed beveiligde trekker (B3) maar van opzet van de chauffeur, dan is deze CMR-vervoerder tegenover zijn ladingbelanghebbenden ongelimiteerd aansprakelijk (20 ton tin kost € 300.000,-) en ontvangt hij van zijn verzekeraar het bedrag van slechts € 125.000,-. 6. Verzekeringen voor de bedrijfsvoering van de vervoerder De vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering geeft dekking tegen schadeclaims als de lading niet compleet of beschadigd is afgeleverd. Daarnaast dient de vervoerder zich te verzekeren voor wettelijke aansprakelijkheid (WA). De meeste vervoerders zijn ook verzekerd voor schade aan materieel (wagenpark, heftrucks, kranen). Velen verrichten ook logistieke handelingen, zoals op- en overslag. Deze activiteiten vallen buiten de gewone vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering, maar kunt u wel meeverzekeren. In dit hoofdstuk krijgt u een overzicht van verzekeringen die belangrijk zijn in de bedrijfsvoering van de vervoerder. 6.1 De Vrachtautoverzekering (WA) Veel verzekeringsmaatschappijen bieden een vrachtautoverzekering aan. Deze verzekering kent grofweg drie vormen van dekking: •WA •WA + beperkt casco •WA + volledig casco Wie moet zich verzekeren? Iedereen die in Nederland met een motorrijtuig op de openbare weg rijdt, dient daarvoor een aansprakelijkheidsverzekering te hebben afgesloten. Volgens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) rust de verzekeringsplicht op de bezitter. Dat is degene op wiens naam het kenteken staat geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Daarnaast rust de verzekeringsplicht op de houder van het motorrijtuig. Houderschap wil zeggen dat u voor u zelf of voor iemand anders de feitelijke heerschappij over het motorrijtuig heeft. Wie korte tijd een auto huurt, wordt niet als verzekeringsplichtig aangemerkt. Voorbeeld 1 De huurder van een graafmachine, inclusief de bestuurder, is de houder bedoeld in de voor de graafmachine gesloten WAM-clausule, als deze huurder de feitelijke heerschappij heeft op het moment dat de graafmachine schade veroorzaakt. In dat geval is niet de bestuurder, maar de huurder degene die de graafmachine moet verzekeren. Voorbeeld 2 …en werknemer krijgt als secundaire arbeidsvoorwaarde de beschikking over een leaseauto. Hij is duurzaam gebruiker van deze auto en daarom verzekeringsplichtig. In dit geval is dus niet de eigenaar van de auto, maar de leaserijder degene die de auto moet verzekeren. WA-dekking De wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen vergoedt schade die u met een vrachtwagen of een ander motorrijtuig aan anderen veroorzaakt. De bezitter van een motorrijtuig is volgens de WAM verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Deze wet regelt ook aan welke minimumeisen de verzekering moet voldoen. Wettelijk moet de verzekerde dekkingssom van deze WA-verzekering voor schade aan zaken € 1.120.000,- per gebeurtenis bedragen. Voor schade aan personen is dit € 5.600.000,- per gebeurtenis. De wettelijke definitie van ‘motorrijtuig’ is breed: alle voertuigen die met mechanische of elektrische kracht worden voortbewogen. Hieronder vallen vrachtwagens en aanhangwagens, maar ook elektrische pallettrucks en (meeneem) heftrucks. Met ‘vrachtwagen’ wordt hieronder elk type motorrijtuig bedoeld. De WA-verzekering geeft dekking voor heel Europa. Als u een derde schade toebrengt, kan die partij rechtstreeks bij uw verzekeraar aankloppen. De minimumdekking is wettelijk voorgeschreven, maar er bestaan wel verschillen in zowel voorwaarden als premiehoogte. Het is daarom goed verschillende aanbiedingen met elkaar te vergelijken. Schade De WA-verzekering dekt alle schade die de vervoerder met zijn vrachtwagen aan anderen veroorzaakt. Voorwaarde is wel dat de vrachtwagen deelneemt aan het verkeer op de openbare weg of op een terrein dat toegankelijk is voor het publiek of voor mensen die het recht hebben daar te zijn. Ook stilstaan en parkeren is een vorm van deelname aan het verkeer! En als bijvoorbeeld een aanrijding met een vorkheftruck op het bedrijfsterrein plaatsvindt, valt de schade onder de wettelijke aansprakelijkheid. Het doel van de WAM Het belangrijkste doel van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorvoertuigen is de slachtoffers van verkeersongevallen waarbij een motorrijtuig is betrokken te beschermen tegen de financiële gevolgen van de schade. Om de benadeelde extra te beschermen heeft deze een eigen recht op uitkering door de verzekeraar. Deze claim moet de verzekeraar uitbetalen, ongeacht of de verzekerde onder de dekking van de polis valt. De verzekeraar moet dus ook schade vergoeden die de verzekerde met opzet of bewust roekeloos heeft veroorzaakt, bijvoorbeeld door rijden onder invloed. Wel heeft de verzekeraar het recht zich te verhalen op de verzekerde. Gevaarlijke stoffen De WAM heeft een speciale regeling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door motorrijtuigen met een maximaal toelaatbaar gewicht van 3.500 kilo en meer. Anders dan bij de aansprakelijkheid voor schade die een vrachtwagen in het verkeer veroorzaakt, is bij gevaarlijke stoffen degene die zeggenschap heeft over het gebruik van de vrachtwagen met de gevaarlijke stof aan boord, verplicht zich te verzekeren op de WAM-polis. Deze aansprakelijkheid is niet beperkt tot het verkeersrisico, maar geldt ook voor schade die de gevaarlijke stof veroorzaakt. Zo is ook de aansprakelijkheid verzekerd als een tankauto met een gewicht van meer dan 3.500 kilo in een garage ontploft. Voor de aansprakeljikheid voor een gevaarlijke stof geldt verplicht een hogere verzekerde som dan voor schade veroorzaakt door een motorrijtuig, namelijk minimaal €10.000.000,-. Deze specifieke dekking voor gevaarlijke stoffen komt bovenop de minimaal te verzekeren bedragen voor gewone verkeersschade. De definitie van schade is ook ruimer: ook kosten van preventieve maatregelen en verlies of schade veroorzaakt door zulke maatregelen vallen onder de dekking. Dat geldt eveneens voor bedrijfsschade en andere niet-materiële schade, waarvan de oorzaak is toe te schrijven aan een gevaarlijke stof. Schade aan andere lading of bagage aan boord van het motorrijtuig hoeft u niet te verzekeren. Premie De verzekeraar laat de vaststelling van de premie afhangen van zaken als: •het soort motorrijtuig; •het aantal kilometers dat u per jaar aflegt; •het soort gebruik; •de oorspronkelijke cataloguswaarde; •de regio waarin u woont; •het gewicht van de auto; •de cilinderinhoud van motoren. 6.2 Cascoverzekering Samen met de verplichte WA-verzekering bieden verzekeraars vaak ook (beperkte of volledige) cascodekking aan. Een cascoverzekering zorgt ervoor dat schade aan uw eigen vrachtauto gedekt is. Welke schade wordt vergoed, hangt af van de cascoverzekering. Er zijn twee soorten cascoverzekeringen. Beperkt casco Met een beperkte cascoverzekering bent u verzekerd voor schade ontstaan door brand, diefstal en storm en voor ruitschade. De premie voor de beperkte cascoverzekering hangt onder andere af van de waarde van uw auto en de schadehistorie. Volledig casco De volledige cascoverzekering is in de volksmond bekend als de AllRiskverzekering. De volledige cascoverzekering vergoedt bijna alle soorten schade die u aan uw auto kunt krijgen. U bent verzekerd zoals bij beperkt casco, maar ook tegen schade die voortkomt uit vandalisme, slippen of van de weg raken. Ook de premie voor de volledige cascoverzekering hangt onder andere af van de waarde van uw auto en de schadehistorie. Sommige verzekeraars laten de hoogte van de premie of de hoogte van het verplichte deel van het eigen risico afhangen van de preventieve maatregelen die de verzekerde heeft genomen tegen diefstal van de vrachtauto. Meestal gaat het om het aanbrengen van een bepaald type beveiligingsinstallatie op de vrachtauto. Soms schrijven ze zelfs per type voertuig een beveiligingsklasse voor. Aanvullende dekkingen Vrachtautoverzekeringen geven ook de mogelijkheid tot aanvullende dekkingen. Enkele voorbeelden. •Aansprakelijkheidsverzekering gevaarlijke stoffen Wanneer de lading bestaat uit gevaarlijke stoffen, kan de schade enorm zijn. De WAM verplicht de vervoerder om voor dit extra grote risico een aanvullende aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten (zie ook 5.1). •Inboedelverzekering motorrijtuigen Vrachtautochauffeurs brengen veel tijd in hun vrachtwagen door. Vaak kunnen zij in de vrachtauto eten en slapen. In de cabine liggen daarom vaak - soms heel waardevolle persoonlijke eigendommen. Schade aan deze eigendommen valt meestal niet onder de standaarddekkingen. Hiervoor kunt u een inboedelverzekering motorrijtuigen afsluiten. •Dekking laad- en losmaterieel, inclusief eigen gebrek Vaak beschikt een vrachtwagen over eigen voorzieningen om te gebruiken bij het laden en lossen, zoals laad- en loskleppen, kranen, afzet- en kipinstallaties, beweegbare vloeren, compressoren en dergelijke. Bij de dekking hiervoor is beschadiging en verlies van het aan het verzekerde voertuig bevestigde laad- en/of losmaterieel meeverzekerd. Uitgesloten van verzekering is schade door slijtage of onvoldoende onderhoud. De verzekering vergoedt wel de schade door eigen gebrek, inclusief de herstelkosten van dit eigen gebrek. •Boekwaardeclausule Bij een totaalverlies wordt de uitkering bij deze dekking gebaseerd op de boekwaarde en niet op de dagwaarde. Dit is een constructie bedoeld voor geleasete vrachtauto’s. De boekwaarde volgt het leasecontract van de leasemaatschappij. •Werkrisico Bij deze dekking is de aansprakelijkheid voor schade aan personen en goederen verzekerd, inclusief de daaruit voortvloeiende gevolgschade veroorzaakt door laad-, los- of werkmaterieel dat vastzit aan de verzekerde vrachtwagen. Bijvoorbeeld laad-/loskleppen, kranen en een walking floor. •Sistercar Met deze dekking wordt de schade vergoed die u met of door de vrachtwagen aan een ander motorrijtuig van dezelfde verzekeringnemer toebrengt. Omdat er geen sprake is van schade aan derden, zou er zonder vermelding op het polisblad voor deze situatie geen dekking zijn. De meeste huurcontracten en uitwisselingsovereenkomsten bepalen dat de huurder of gebruiker aansprakelijk is voor beschadiging, vermissing of diefstal van het gehuurde of ter beschikking gestelde materieel. Ook als er geen (schriftelijk) contract is, kan er een wettelijke aansprakelijkheid zijn, omdat de situatie dan gezien wordt als huur, bruikleen of ‘bewaarneming’. Nog drie voorbeelden van aanvullende dekkingen zijn: •ongevallen inzittenden; •schadeverzekering inzittenden; •rechtsbijstand. Beperkte of volledige dekking 6.3 Container/trailerverzekering (CTA) Deze verzekeringspolis dankt zijn ontstaan aan het interchange containervervoer. Bij dit vervoer heeft een vervoerder vaak voor korte tijd een containerchassis van derden aangepikt. Gedurende deze tijd is hij verantwoordelijk voor deze trailer. Raakt de trailer beschadigd bij een ongeval, dan biedt de CTA-polis hiervoor dekking. De polis biedt ook uitkomst voor gehuurde of geleende (overeenkomsten voor lease, huur of bruikleen) containers, opleggers en aanhangwagens. Sommige verzekeraars beperken de dekking van de CTA-polis tot kortstondige huur- of leenperiodes. Huurt u dezelfde trailer voor een langere periode, dan moeten zij de dekking aanpassen. Het juiste verzekerde bedrag Voor de transportondernemer is het ook belangrijk om te kijken of op de CTA-polis het juiste verzekerde bedrag staat. Veelal is dit een maximumbedrag, gekoppeld aan de nieuwwaarde van de oplegger, bijvoorbeeld € 50.000,- of € 75.000,-. Onder het bedrag van € 50.000,- vallen alle zeilopleggers en kastenwagens, onder de € 75.000,- vallen bijvoorbeeld een speciaal ingerichte kledingtrailer of een koel-vriestrailer. Beide bedragen zijn doorgaans toereikend. Maar bij bijvoorbeeld een 32-tons dubbelwandige bulktrailer is al gauw een verzekerd bedrag van zo'n € 135.000,- noodzakelijk. De CTA-verzekering is een cascoverzekering voor het materieel dat u tijdens het transport gebruikt. Ook hierbij kunt u kiezen voor een beperkte of volledige dekking. Beperkte dekking bestaat uit dekking voor schade door brand of ontploffing, blikseminslag, diefstal of vermissing en storm. Bij volledige dekking is de polis uitgebreid naar dekking voor elk van buiten komend onheil, zoals brand, ontploffing, botsing, slippen, omslaan of van de weg raken als gevolg van eigen gebrek. In het geval van een ongeval biedt de verzekering ook dekking voor bergings- en opruimingskosten en soms ook voor rechtsbijstand. 6.4 Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Naast de vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering (voor schade aan de lading) en de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (voor schade veroorzaakt door vrachtwagens aan derden) is er nog een derde verzekering voor vervoerders van belang: de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB). Deze is een aanvulling op de twee andere verzekeringen en geeft dekking voor schadeclaims van klanten, werknemers of leveranciers. De AVB beschermt bedrijven tegen de financiële gevolgen van deze schadeclaims. Premie De premie hangt af van soort en omvang van het bedrijf. De premie wordt berekend over de geschatte omzet, waarna aan het einde van het verzekeringsjaar een herberekening plaatsvindt aan de hand van de werkelijke omzet. Bij de meeste bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen geldt een verplicht eigen risico. Wat dekt de AVB (meestal)? •Persoonlijk letsel door toedoen van de rechtspersoon (het bedrijf) of werknemers, bedrijfsmiddelen, producten of verleende diensten. Bijvoorbeeld als een klant op het kantoor struikelt over een computerdraad en zijn been breekt, wordt de schade vergoed. •Zaakschade door toedoen van de rechtspersoon (het bedrijf) of werknemers, bedrijfsmiddelen, producten of verleende diensten. Hieronder valt ook schade aan (bedrijfs)gebouwen of milieuvervuiling door een plotselinge gebeurtenis, zoals een ontsnapte gaswolk. Stoot een personeelslid, terwijl hij werkzaam is bij een opdrachtgever, bijvoorbeeld per ongeluk een computermonitor van deze opdrachtgever om, waardoor de monitor kapot valt, dan wordt de schade vergoed. •Schades die werknemers oplopen tijdens het werk, bijvoorbeeld door een ongeluk, maar ook claims voor beroepsziekten, zoals RSI. Het bedrijf is natuurlijk verplicht te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Wat dekt de AVB (meestal) niet? •opzettelijk veroorzaakte schade; •schade die niet aan personen of zaken is toegebracht; •schade aan de eigen bedrijfsmiddelen; •schade door motorrijtuigen of luchtvaartuigen; •milieuschade die geleidelijk is ontstaan, zoals bodemverontreiniging; •overtredingen, bijvoorbeeld: boetes; •schade aan geleverde zaken. 6.5 Verzekering van logistieke diensten Veel vervoerders bieden naast transport ook andere logistieke diensten aan. Ook voor deze diensten bestaan verzekeringen die de aansprakelijkheid dekken. Ze zijn vaak een uitbreiding van de gewone vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering; u krijgt dus geen aparte polis. De premie is dan een toeslag op de al overeengekomen premie. Inventarisatie van de activiteiten is de eerste stap om te bepalen welke dekking de verzekering moet bieden. Vervolgens hangt de aansprakelijkheid voor deze activiteiten samen met afspraken, overeenkomsten of algemene voorwaarden die opdrachtgever en opdrachtnemer zijn overeengekomen. Aansprakelijkheid voor logistieke diensten en opslag Logistieke dienstverleners, zoals vervoerders, bewaarnemers, stuwadoors en expediteurs, kunnen aanzienlijke aansprakelijkheidsrisico's lopen. Hoe groot die risico's zijn, hangt af van de afspraken die ze maken met hun opdrachtgevers. De verzekering van logistieke diensten geeft dekking voor de aansprakelijkheid van de logistieke dienstverlener voor een combinatie van activiteiten, zoals vervoer en allerlei logistieke handelingen. Dat kan gaan van opslag, orderpicking en voorraadbeheer tot het verpakken en ompakken van pallets. Douanerechten De AVB geeft dus geen dekking voor schade aan zaken (goederen) van een derde, zoals bijvoorbeeld lading. De AVB is dus geen alternatief voor een vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering. Een douanerechtenverzekering dekt de aansprakelijkheid van degene die goederen aangeeft. Gedekt zijn de te betalen douanerechten, eventuele boetes en kosten van verweer. Niet gedekt is de hoedanigheid van de vervoerder. Als die douanerechten moet betalen als gevolg van schade aan of verlies van de lading, kan hij dit claimen onder de vervoerderaansprakelijkheidsverzekering. Daarom is het van belang te weten of deze vervoerderaansprakelijkheidsverzekering hiervoor dekking geeft of zich beperkt tot alleen materiële schade. 7. Hoe ziet de verzekeringsmarkt eruit? In dit hoofdstuk leest u over de spelers op de verzekeringsmarkt en hoe verzekeraars en tussenpersonen onderling zaken doen. 7.1 Marktpartijen Behalve verzekeringsmaatschappijen zijn er op de verzekeringsmarkt ook veel adviseurs actief. Sommige adviseurs combineren taken, ze zijn bijvoorbeeld agent en makelaar tegelijk. 1.Verzekeraar Een NV of onderlinge waarborgmaatschappij die verzekeringen sluit voor eigen rekening en risico. Het is overigens gebruikelijk dat verzekeraars een deel van dit risico zelf weer herverzekeren op de internationale herverzekeringsmarkt. 2.Volmachtbedrijf of gevolmachtigd agent Een bedrijf dat verzekeringen sluit namens en voor rekening van een verzekeraar. Dit kan een zelfstandig bedrijf zijn of een zusteronderneming van een assurantiemakelaarsbedrijf. 3.Assurantiemakelaar Een bedrijf dat bemiddelt bij het sluiten van verzekeringen tussen verzekeringnemer en verzekeraar op de assurantiebeurzen. Kenmerkend voor de makelaar is dat hij de voorwaarden van verzekering in overleg met de verzekeringnemer opstelt en deze dan voor akkoord voorlegt aan de verzekeraar. 4.Assurantietussenpersoon Een bedrijf dat bemiddelt bij het afsluiten van verzekeringen tussen verzekeringnemer en verzekeraar in de provinciale (particuliere/mkb-) markt. Deze marktpartijen zijn georganiseerd in de volgende organisaties 1.Verbond van Verzekeraars Een belangenvereniging van particuliere verzekeraars op de Nederlandse markt. De leden vertegenwoordigen samen meer dan 95% van de verzekeringsmarkt. 2.Adfiz De branchevereniging van onafhankelijke financiële intermediairs in Nederland. De vereniging heeft ongeveer 1.100 leden die samen ruim 1.400 vestigingen hebben. 3.Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA) Behartigt de belangen van gevolmachtigde assurantiebedrijven. De NVGA vertegenwoordigt kantoren die verantwoordelijk zijn voor een marktaandeel van bijna 14% (2010) aan premievolume schadeverzekeringen. 4.Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs Een organisatie van beursmakelaars in assurantiën en verzekeraars, die actief zijn in de verzekeringsmarkt van industriële en commerciële risico’s. 7.2 Nederlandse verzekeringsmarkt Co-assurantiemarkt Co-assurantie betekent dat twee of (veel) meer verzekeraars verzekeringsdekking aanbieden. Zo’n verzekering wordt afgesloten met behulp van een assurantiemakelaar, die de belangen van de verzekeringnemer behartigt. Die assurantiemakelaar, ook wel beursmakelaar genoemd, werkt met standaardbeurspolissen of door hemzelf ontwikkelde polissen. De makelaar biedt de polis ‘ter ondertekening’ aan de verzekeraars aan. Vroeger ging dat via de Assurantiebeurs in Rotterdam of Amsterdam en omvatte de co-assurantiemarkt alleen deze twee steden. Nu deze beurzen gesloten zijn, gebeurt de aanbieding en ondertekening vooral via het elektronische Assurantie Beurs Systeem, (e-ABS). Een assurantiemakelaar inschakelen is vooral zinvol als u specifieke goederen of een groot volume aan goederen moet verzekeren. Ook als het gaat om aanzienlijke en gecompliceerde (aansprakelijkheids)risico’s kan een assurantiemakelaar nuttig zijn. Beurspolissen Op een beurspolis kunnen meerdere verzekeraars betrokken zijn. Om deel te nemen aan zo’n polis, laten verzekeraars uit heel …uropa en daarbuiten zich in Nederland vertegenwoordigen door assuradeuren. De verzekeringsvoorwaarden van een beurspolis moeten heel exact zijn samengesteld, zodat de assurantiemakelaar alle wijzigingen, aanpassingen en wensen van partijen goed kan coördineren. Alle verzekeraars moeten het eens zijn met die voorwaarden. Daarom zijn er altijd speciale verzekeringsvoorwaarden geweest voor polissen die op de beurs worden gesloten. Het bekendst zijn de Nederlandse Beurs Brand Polis (de verzekering tegen schade door brand), de Nederlandse Beurs Goederenpolis (zie 4.1.1) en de Nederlandse Beurs Casco Polis (voor de verzekering van casco's van schepen en werktuigen). Ook de MAUL-polis (zie 5.2) is een beurspolis. Provinciale markt Geschiedenis van de Assurantiebeurzen Assurantiebeurzen ontstonden op centrale plaatsen waar handel werd gedreven. Kopers en verkopers, die veel geld investeerden in goederen, kregen vanwege de grote risico's bij het transport van die goederen behoefte aan een verzekering. Aanvankelijk waren het dan ook de goederenmakelaars en groothandelaren die, op grond van een volmacht van een maatschappij, een dekking voor goederen en voorraden verzorgden. De eerste beurzen ontstonden in de 16e eeuw in Italië, destijds de bakermat van de …uropese handel. Daarom wordt aangenomen dat het woord ‘beurs’ is afgeleid van het latijnse ‘bursa’: geldbuidel. Vanaf de Gouden …euw kennen onze assurantiebeurzen in architectonisch opzicht een rijke historie, die vervlochten is met het economische wel en wee van het gebied dat later Nederland zou worden. Binnen de provinciale markt verzekeren verzekeraars op basis van eigen ‘maatschappijpolissen’. Meestal sluit een assurantiepersoon een dergelijke polis voor hen af. ‘Direct writing’ is ook mogelijk: hierbij wendt de verzekeringnemer zich rechtstreeks tot de verzekeraar. De premies kunnen verschillen en ook maatwerk over de omvang van de dekking is mogelijk. De verzekeringstussenpersonen hoeven niet altijd de maatschappijpolissen van de verzekeraars te accepteren. Ook kunnen zij deze, als u doorvraagt, aanvullen met ‘eigen’ dekkingsclausules. Het is dus van belang dat de assurantiepersoon zijn weg in de transportbranche kent. 7.3 E en goede assurantieadviseur is belangrijk Een assurantiepersoon moet de transportbranche goed kennen. En u moet op uw assurantieadviseur kunnen vertrouwen. Als u niet goed verzekerd bent, kan u dat bij schade of verlies bij het vervoer van goederen veel geld kosten. Uw assurantiepersoon moet, net als zijn werknemers, gediplomeerd zijn. Dat wil zeggen dat hij de modules ‘Goederentransportverzekeringen’ en ‘Vervoerrecht’ van het NIBE-SVV met goed gevolg moet hebben voltooid. Heeft uw vaste tussenpersoon geen specifieke kennis van de transportbranche? Aarzelt u dan niet hem te vragen contact op te nemen met iemand die deze specifieke kennis wel bezit. 7.4 Ondernemersorganisaties Ondernemers en hun personeel vinden bij EVO en TLN een compleet assortiment aan verzekeringen en financiële producten. De producten die voor en door de leden ontwikkeld zijn, worden continue aan de marktontwikkelingen getoetst en zijn danwel worden dus op maat gemaakt voor de sector. Het fundament onder deze productinnovatie is de specifieke kennis en ervaring van de eigen medewerkers. Dankzij die inbreng zijn EVO en TLN-leden verzekerd van een unieke dekking! Maar leden profiteren ook van onder andere provisieloze verzekeringen, scherpe premies en uitstekende voorwaarden. In dit verband willen wij u er op wijzen dat de ondernemersorganisatie EVO en TLN verzekeringen voor de logistieke sector aanbieden via hun respectievelijke partner EVO Verzekeringen BV, www.evoverzekeringen.nl en TVM, www.tvm.nl. Voorbeeld van het belang van een goede assurantieadviseur Ladingdiefstal waarbij de vervoerder onvoldoende gedekt is …en vervoerder krijgt opdracht 25 bundels tin ingots van Rotterdam naar Balve (Duitsland) te vervoeren. Tijdens het nachtelijk overstaan wordt de oplegger gestolen. De vervoerder is aansprakelijk en moet ruim € 193.000,ophoesten. Zijn vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar vergoedt slechts € 125.000,- in verband met een G23-clausule die de partijen - verzekeraar en verzekerde hebben afgesproken. Zoals u in 5,3 heeft kunnen lezen, houdt deze clausule in dat als een complete wagenlading wordt gestolen, de verzekeraar een hoger eigen risico voor de vervoerder hanteert en bovendien de uitkering maximeert tot € 125.000,-. Meestal vindt deze maximering niet plaats als er een bepaalde beveiligingsklasse is gehanteerd. Dat had hier BV-3 moeten zijn, maar het was BV-2. Het gevolg is dat deze vervoerder aan deze diefstal een kater van € 68.000,- overhoudt. Stichting vervoeradres Stichting vervoeradres is sinds 1946 hét expertisecentrum voor (algemene) voorwaarden binnen de logistieke keten. Omdat wij alle voorwaarden samen met de branche ontwikkelen en proactief inspelen op marktomstandigheden, garanderen wij dat de voorwaarden aan de meest actuele inzichten voldoen. Stichting vervoeradres houdt zich onder andere bezig met voorwaarden op het gebied van distributie, logistiek, bedrijfsverhuizingen en het transport van afval. Wij zijn bekend vanwege de breed toegepaste Algemene Vervoerscondities (AVC). Het succes van deze voorwaarden schuilt in de voordelen voor ondernemers in de logistieke keten. Door de algemene en 'tweezijdige' voorwaarden ontstaat duidelijkheid over de risicoverdeling tussen opdrachtgever en logistieke dienstverlener. De tweezijdigheid zorgt immers voor een evenwichtige verdeling tussen de partijen. De voorwaarden van Stichting vervoeradres zijn breed geaccepteerd en bevatten heldere informatie over aansprakelijkheden. Zo kunnen gebruikers zich daar eenvoudig tegen verzekeren! Maar Stichting vervoeradres doet méér. Zo kunnen organisaties altijd bij ons terecht met vragen over het gebruik van de voorwaarden, verzorgen wij praktijkgerichte workshops en delen wij kennis proactief. Via eigen publicaties (bijvoorbeeld over het gebruik van de vrachtbrief of de positie van de geadresseerde), periodieken (over de praktische juridische zaken bij het vervoer) en ons beroemde tweejaarlijkse congres (over de ontwikkelingen in het vervoerrecht). Bovendien streven wij naar het uniformeren van de lay-out van de (digitale) vrachtdocumentatie. Want een uniforme lay-out biedt iedereen in de logistieke keten maximale duidelijkheid, zodat vertragingen bij het invullen, ondertekenen of uitvoeren van de instructies tot het verleden behoren. Ten slotte adviseren wij over de indeling van en de gebruikte terminologie in vrachtdocumenten én optimaliseren wij de verwijzingen naar de voorwaarden. Stichting vervoeradres is hét expertisecentrum voor (algemene) voorwaarden binnen de logistieke keten. Stichting vervoeradres Hofweg 33 2631 XD NOOTDORP Postbus 24023 2490 AA DEN HAAG T 088 - 552 21 67 F 088 - 552 21 03 E [email protected] I www.sva.nl Meewerkende organisaties In Stichting vervoeradres werken verschillende toonaangevende ondernemersorganisaties samen EVO EVO is de toonaangevende belangenbehartiger van 20.000 verladers, ontvangers en eigen vervoerders in handel, bouw, industrie, agrarische sector en zakelijke dienstverlening. EVO zet zich in om het rendement van de leden te verbeteren door de bereikbaarheid te bevorderen en het beheer van goederenstromen doelmatiger te laten verlopen. Kerntaken van EVO zijn collectieve belangenbehartiging, informatie en voorlichting, opleiding en training en bedrijfsadvisering. De leden van EVO zijn verantwoordelijk voor meer dan tachtig procent van alle goederenverplaatsingen in Nederland, inclusief import en export. Over weg, water, rails en door de lucht. NBB Het Nederlandsch Binnenvaartbureau (NBB) behartigt sinds 1929 de belangen van beurtvaartbedrijven. In 1997 heeft de overheid het wettelijke vergunningenverschil weggehaald. Nog steeds behartigt het NBB de belangen van bedrijven die meer doen dan varen alleen. Bijvoorbeeld het regelen van voor- en natransport, overslag, et cetera. Maar ook de Waddenbootdiensten zijn bij NBB aangesloten. In 1999 is een samenwerking gestimuleerd van een groot aantal bedrijven die werken onder de naam Bulcontrans. Bulcontrans houdt zich bezig met het vervoer tussen containerterminals en het vervoer van massagoederen, houtsnippers, mest, heipalen, granen, staal en bijvoorbeeld vliegtuigonderdelen. Transport en Logistiek Nederland (TLN) TLN is de belangenbehartiger voor het beroepsgoederenvervoer en de logistieke dienstverlening. Een ondernemersorganisatie met ongeveer 6000 leden. Een vereniging die opkomt voor de belangen van de hele bedrijfstak. Steunpilaar en adviseur voor de individuele ondernemer. Toonaangevend gesprekspartner voor gemeenten, provincies, de rijksoverheid en de politiek in Den Haag en Brussel. EVO Signaalrood 60 2718 SG ZOETERMEER (Wijk 18) Postbus 350 2700 AJ ZOETERMEER T 079 - 346 73 46 F 079 - 346 78 00 E [email protected] I www.evo.nl NBB Vasteland 12e 3011 BL ROTTERDAM Postbus 23131 3001 KC ROTTERDAM T 010 - 412 24 10 F 010 - 412 90 91 E [email protected] TLN Boris Pasternaklaan 22 2719 DA ZOETERMEER Postbus 3008 2700 KS ZOETERMEER T 079 - 363 61 11 F 079 - 363 62 00 E [email protected] I www.tln.nl Onder auspiciën van: Van Traa Advocaten Van Traa Advocaten N.V. is gespecialiseerd in transportrecht, internationale handel en verzekeringsrecht. Het kantoor telt ca. 35 advocaten. Van Traa Advocaten N.V. Minervahuis II Meent 94 3011 JP ROTTERDAM Postbus 21390 3001 AJ ROTTERDAM T 010 - 413 70 00 F 010 - 414 57 19 E [email protected] I www.vantraa.nl Mission statement Stichting vervoeradres De Stichting vervoeradres faciliteert de logistieke keten met tweezijdige, breed geaccepteerde algemene voorwaarden (zoals de AVC). Centraal hierbij staan evenwichtige risicoverdeling, brancheacceptatie en duidelijkheid over de rechtspositie van zowel afzender (verlader), logistieke dienstverlener als geadresseerde. De Stichting onderhoudt internationale contacten, gericht op het verbeteren van de rechtspositie van de partijen in de logistieke keten (zoals geformuleerd in het CMR-verdrag). In samenwerking met Beurtvaartadres De mission statement van de Stichting vervoeradres sluit aan bij die van de onderneming Beurtvaartadres. Beurtvaartadres faciliteert de logistieke keten bij het onderling uitwisselen en bewaren van gegevens over logistieke transacties, om de totale transactiekosten te verlagen. Hiertoe stelt zij kennis, oplossingen en producten beschikbaar. Beurtvaartadres streeft nadrukkelijk naar duurzame en maatschappelijk verantwoorde dienstverlening en wil het bewustzijn met haar MVO-beleid overbrengen aan medewerkers, afnemers en leveranciers. Beurtvaartadres is onafhankelijk en handelt namens de ondernemersorganisaties EVO, Goederenvervoer Nederland, Nederlandsch Binnenvaartbureau en Transport en Logistiek Nederland. Artikelnummer: H088 EAN: 8715585046047 Versie 1.0 Informatie of advies? •Wij beantwoorden uw vragen over het gebruik van de logistieke algemene voorwaarden; •U kunt zich ook laten adviseren door de ondernemersorganisatie EVO of transport en Logistiek Nederland Postbus 24023, 2490 AA Den Haag E [email protected] I www.beurtvaartadres.nl T 088 55 22 111 F 088 55 22 103