Introductie van typeringsmethoden Klassificatie Identificatie Typering cursus Breda 2008 1 3 Domeinen cursus Breda 2008 2 Taxonomie Domein, Familie, Genus, Species, Subspecies, Stam Klassificatie identificatie typering Voorbeeld: Domein: Bacteriën Familie/Phylum: Firmicuta (gram positieven) Genus: Staphylococcus Species: aureus Stam: toevoeging aan naam (Staphylococcus aureus mu50) cursus Breda 2008 3 Bij identificatie en typering worden mbv verschillende laboratorium technieken verschillen en overeenkomsten tussen micro organismen bepaald cursus Breda 2008 4 Moleculaire typering van microorganismen • Detecteren van identieke stammen • Determinatie van micro-organismen • Detecteren van antibioticum resistentie genen en/of virulentie factoren • Detecteren van overdracht van mobiele elementen cursus Breda 2008 5 Strain characteristics Mutations Recombinations Vertical transfer of genes Horizontal transfer of genes Some general definitions Mutation A heritable change in the sequence of nucleotides in DNA Mutation rate Bacteria: 1 in 106-107 to 1010-1011 Types of mutations Point mutations (transitions/transversions) Insertions (tandem)duplication Inversion Deletions Effect of mutations What’s the risk for typing? Effect mutatie frequentie is species afhankelijk Intrinsieke variatie in species: Enterococcen, Salmonella, Neisseria Dit leidt tot een biologische variatie binnen dezelfde stam Diepte van typeringsmethode: hoe nauwkeuriger hoe meer verschillen Aanpassing typeringstechniek door focus op stabiele genen (bijv. MLST) De bacteriële cel cursus Breda 2008 11 componenten cursus Breda 2008 12 Typeringsmethoden Fenotypisch Biotypering Antibiogram typering Serotypering Faag typering Bacteriocine typering Eiwit profilering Multilocus isoenzyme electrophorese (MLEE) Biochemische Karakterisatie (Massa/Raman-)Spectrometrie Genotypisch Non-amplificatie gebaseerd Amplificatie gebaseerd cursus Breda 2008 13 Eiwit analyse Seifert et al. Cell envelope protein profiles of 20 Acinetobacter isolates cursus Breda 2008 14 Genotypisch typeren Fenotypisch typeren cursus Breda 2008 15 Genotypische methoden Non-amplificatie gebaseerd: DNA-DNA reassociatie DNA sequencing Restrictie Fragment Lengte Polymorfisme (RFLP) Pulse Field Gel Electroforese (PFGE) Optical Mapping cursus Breda 2008 16 Genotypische methoden Amplificatie gebaseerd 16S rDNA sequencing (identificatie) Multi Locus Sequence Typering (MLST) PCR-Restriction Fragment Length Polymorphism (PCR-RFLP) Amplified Ribosomal DNA Restriction Analysis (ARDRA) Random Amplified Polymorphic DNA (RAPD) Arbitrarily Primed PCR (APPCR) Amplified Fragment Length Polymorphism (AFLP) Inter tRNA Sequence-PCR (ITS-PCR, tRNA) Inter 16S-23S rRNA-sequences rep-PCR, MLVA, SNP etc. etc. etc...........NGS.... cursus Breda 2008 17 Pulse Field Gel Electrophoresis (PFGE) Proteinase K Restriction enzymes Agarose embedded bacteria with enzymes PFGE profile Fragment separation Embedded digested bacteria placed in agarose gel wells Electric Pulse Field separation cursus Breda 2008 18 Restriction Fragment Length Polymorphism (RFLP) Chromosomal DNA Digestion with restriction enzymes several enzymes several probes Fragment separation Probe hybridisation Southern blot Agarose gel Nitrocellulose paper Restriction analysis Most non-amplification based techniques rely on DNA digestion with restriction enzymes Enzymes recognize (palindromic) stretch of nucleotides: TAAT: MseI GAATTC : EcoRI GGGCCC: ApaI decreasing frequency of digestion increasing number of fragments In general: Restriction fragment analysis has a high discriminatory power RAPD Random amplified polymorphic DNA CARRIED OUT WITH ONLY ONE PRIMER Amplification at low annealings temperature with one primer RAPD profile Agarose gel separation Quick & Dirty cursus Breda 2008 21 PCR-RFLP/ARDRA/ITS-PCR Specific amplification of one or more genes ARDRA profile PCR fragment Digestion of PCR fragment with restriction enzyme(s) Fragment separation in (agarose) gelmatrix rep-PCR Geconserveerde repetitieve elementen BOX, ERIC, REP verspreid aanwezig bij de meeste bacteriën Stringente vermenigvuldiging van specifieke chromosomale regios rep-PCR profile (agarose) Gelelectrophorese cursus Breda 2008 Geautomatiseerd systeem: Diversilab 23 Example of a complete rep-PCR analysis 20 40 60 80 100 BOX ERIC REP ? 14 14 14 14 9 9 2 2 13 13 13 13 5 5 5 5 5 5 1 1 1 1 19 19 19 19 4 4 4 4 11 11 11 11 11 11 10 10 10 10 10 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 20 20 20 20 17 17 17 17 Amplified Fragment Length Polymorphism (AFLP) CHROMOSOMAAL DNA SIMULTANE knip en plak (restrictie & ligatie) AATTC G G CTTAA AATTC G T AAT CTCGTAGACTGCGTACCAATTC CATCTGACGCATGGTTAAG T AAT TAA T TTACTCAGGACTCAT AATGAGTCCTGAGTAGCAG STRINGENTE AMPLIFICATIE TTACTCAGGACTCAT AATGAGTCCTGAGTAG CTCGTAGACTGCGTACCAATTC GACTGCGTACCAATTC CATCTGACGCATGGTTAAG AATGAGTCCTGAGTAGCAG PAGE cursus Breda 2008 25 Amplified Fragment Length Polymorphism (AFLP) In fact a combination of RFLP & rep-PCR: restriction analysis combined with specific amplification Presently there are several variations on the method Two main variations: High frequent-medium frequent DNA digestion on PAGE Medium frequent DNA digestion on agarose Selection of fragments analyzed on PAGE All fragments analyzed on Agarose Vos, et.al. NAR 1995 40 50 60 70 80 90 100 500bp 400bp 300bp 200bp 100bp 50bp S. capitis S. capitis S. capitis S. capitis S. capitis S. capitis S. capitis S. capitis S. cap(ref S. cap(ref S. aureus S.aureus S. aureus S. warneri S. warneri S. epiderm S. epidermidis S. epiderm S. epiderm S. haemolyticus S. haemo Example AFLP result Agarose AFLP Chromosomal DNA Digestion & ligation One or more enzymes can be used Each enzyme with specific adaptor Fragments can be isolated from gel No expensive platform needed All fragments are amplified Specific PCR amplification Fragment separation DNA sequencing MLST (Multi locus sequence typing) Specifieke vermenigvuldiging van delen van meerdere genen Primer labeling of ddNTP labeling primer PCR reactie 1 3’ A C T G C T A C G T T 5’ dNTP dNTP dNTP dNTP + + + + ddATP ddTTP ddCTP ddGTP PCR reactie 2 Verschillende huishoudgenen als evolutionaire klok Neisseria meningitidis: abcZ, adk, aroE, gdh, mtg, pdhC, pgm, pilA, pip, ppk, serC cursus Breda 2008 A A C G T A G C A G T 3’ TGACGATGCAA TGACGATGCA TGACGATGC TGACGATG TGACGAT TGACGA TGACG TGAC TGA TG 5’ T 29 S. aureus specifieke typering: Proteïne A (Spa) cursus Breda 2008 30 MLVA Specifieke vermenigvuldiging van een of meerdere repeterende stukjes DNA Aantal repeats: 1,2,3,etc aantoonbaar Het aantal repeats bepaalt de uitslag PCR reactie 1 4 PCR reactie 2 2 Bijvoorbeeld: 1 2 5 7 2 4 6 8 1 Lengte van PCR product hangt af van aantal repeats en is stam specifiek cursus Breda 2008 31 Genus Species Subspec. Strain DNA-DNA reassociation Speed Ease Platf. Typ. Flex. € >>24h 16S rDNA sequencing 24h RAPD 8h PFGE - n.a. n.a./I H + S D/I H +++ A C/T H 48h ++ A D/IT H Diversilab (rep-PCR) 24h +++ A D/T SS AFLP 24h +++ A/S DC/IT H MLST 48h ++ S D/IT SS MLVA 24h +++ A/S D/T SS Raman Spectrometry 48h +++ n.a. D/IT SS Optical mapping 48h + n.a. D/IT H SNP analyse 24h + S DT SS Pathotypering Aantonen specifieke genen (bijv. resistentie of virulentie) Aantonen overdracht mechanisme (bijv. integronen,plasmiden) Aantonen puntmutatie (bijv. ESBL genen) cursus Breda 2008 33 Specifieke genen: toxinen, resistentie, epidemiologische markers Mobiele fragmenten: Transposons, Integronen, Plasmiden, insertie elementen Technieken: MLPA (checkpoints), sequencing, SNP, smeltcurve, Microarray Ook integratie in andere methoden: mecA in MLVA Smeltcurve analyse PCR resultaat INcI1 FIB Diverse plasmiden: IncI1, Col E, FIB, FIC, etc. =22 SNP Single Nucleotide Polymorphism(s) Mostly used in human genetics for: - Allelic discrimination (homo/heterozyg.) - Point mutation detection (BRCA1/2) Microbiological SNP applications -Microbiology: Antibiotic resistance (point mutations) ESBL genes e.g. (not checkpoint system) -Strain typing (stable SNPs) Advantages: - applicable on clinical samples - useful for non-cultivable strains E.g. Coxiella burnetii SNP 2011 38 SNP analyse Twee amplificatie primers met twee probes Elke probe gelabeld met verschillend fluorofoor Punt mutatie in het midden van de probe Eindpunt meting Signaal verhouding bepaald conclusie SNP 2011 40 SNP 2011 42 SNP techniques Real Time PCR (probe differences) Pyrosequencing SNaPshot analysis Mass spectrometry (MALDI-TOF) Rolling circle DNA Micro-array MLPA (checkpoints) Enkele toevoegingen -Spoligotyping: Discrimination between M.tuberculosis strains -Riboprinter: Combination of ARDRA & ITS-PCR - rep-PCR vs REP-PCR SMT 2013 45 Terminologie Typeerbaarheid (Typeability): de bruikbaarbaarheid van een methode om tot een type aanduiding te leiden (= % typeerbare stammen) Onderscheidend vermogen (Discriminatory power): de resolutie van de methoden om onafhankelijke stammen te onderscheiden Overeenkomst met andere typeermethoden (Concordance): de mate van overeenkomst met epidemiologische waarnemingen Reproduceerbaarheid (Reproducibility): reproduceerbaarheid van de methode onafhankelijk van de tijd. Toepasbaarheid (Flexibility): het aantal verschillende species dat met de methode getypeerd kan worden SMT 2013 46 Wanneer gebruik je nu welke methode? -Afhankelijk van vraagstelling -Waar ligt de prioriteit: Snelheid? Nauwkeurigheid? -Flexibiliteit? - Typeerbaarheid? Niveau van identificatie/typering Mondiaal Continentaal (Europees) Nationaal Regionaal Lokaal (Ziekenhuis) Juiste techniek hangt af van niveau cursus Breda 2008 47 Palleroni (1983): “In spite of all the progress, the concept of bacterial species still remains as elusive as ever”