Hart: enkele vragen

advertisement
Hart: enkele vragen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
Wat is een veelgebruikt synoniem voor ‘hart’?
Waarom is het pericard een voorbeeld van een serosa/sereuze zak?
Welk voordeel biedt een serosa voor een orgaan zoals het hart?
Toon via een schets wat het ‘mediastinum’ is.
Welk deel van het hart is geassocieerd met de kleine bloedsomloop?
Welk deel van het hart is geassocieerd met de grote bloedsomloop?
Wat is het nut van de chordae tendineae?
Van wat zijn de hartkleppen gemaakt?
Welke hartklep(pen) geven de eerste harttoon? Welke de tweede?
Wat is precies het ‘hartskelet’?
Welk gevolg heeft de aanwezigheid van het hartskelet voor de samentrekking van de hartspier? Hoe
los je dit op?
Waarom is de locatie van de oorsprong van de kransslagaders aan de basis van de aorta gunstig?
Bestaan er anastomosen tussen de kransslagaders? Is dit nuttig?
Via welke vene komt het CO2-beladen bloed van de hartspier terug in welk deel van het hart?
Wat is het foramen ovale/fossa ovalis?
Hoe komt het basisritme van de hartcontracties tot stand?
Wat noem je de ‘natuurlijke pacemaker’ van het hart?
Wat is de eigenfrequentie van de atrioventriculaire knoop?
Wat ervaar je als pijn in het hart? Hoe wordt dit geregistreerd?
Hoe registreer je pijn in het pericard?
Welk deel van het autonoom zenuwstelsel doet het hartritme stijgen? Bron van deze invloed?
Welk deel van het autonoom zenuwstelsel doet het hartritme dalen? Bron van deze invloed?
Wat is gerefereerde pijn in relatie tot het hart?
24.
Via welk systeem worden parameters als druk en bloedgastoestand waargenomen in het hart?
Vaten: enkele vragen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
Wat is het belangrijkste verschil tussen arteriën en venen wat betreft hun wand?
Zijn er venen die O2-rijk bloed vervoeren?
Hoe en waar komen vloeistoffen en opgeloste stoffen binnen in het circulatiestelsel of verlaten ze
het?
Welk deel van de vaatwand is belangrijk voor veranderingen in diameter?
Noem de belangrijkste takken van de aorta in hals en thorax
Welke arterien zorgen voor de bloedvoorziening van de hersenen?
Hoe verklaar je het ‘subclavian steal syndrome’?
Is het gebruik van vasodilaterende geneesmiddelen in alle gevallen geschikt om te zorgen voor een
betere doorbloeding van een weefsel?
Noem de belangrijkste takken van de aorta in het abdomen.
Zijn er kleppen in alle venen? Geef een voorbeeld.
Noem de belangrijkste venen in hals (oppervlakkige en diepe).
Welke venen vind je in de thorax?
Noem de belangrijkste venen in het abdomen.
Wat is er speciaal aan de vene porta?
Noem een/meerdere oorzaken van portale hypertensie.
Waarom zijn slokdarmvarices gevaarlijk?
Verklaar het ontstaan van inwendige hemorrhoiden.
Bestaan er ook rechtstreekse verbindingen tussen arterien en venen zonder capillaire
tussenschakel?
Lymfestelsel: enkele vragen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
Wat is de dubbele rol van het lymfestelsel?
Welk van de 2 delen van het circulatiestelsel is een open systeem?
Hoe/waar ontstaan lymfebanen?
Hoe verschilt de wand van de lymfevaten van die van de venen/gevolgen?
Hoe circuleert lymfe?
Wat is een regionale lymfeknoop/betekenis?
Waarom blijft lymfe relatief lang in een lymfeknoop?
Noem enkele regio’s met veel lymfeknopen.
Zijn er lymfeknopen is de halsstreek? In de hersenen?
Waarin mondt de ductus thoracicus uit? Gebeurt dit links en/of rechts?
Welk deel van het lichaam draineert de ductus thoracicus niet?
Bouw/betekenis van de milt.
Waar bevindt zich de milt?
Zijn de lymfebanen die de milt bereiken talrijk?
Bouw/betekenis van de thymus.
Waar bevindt zich de thymus?
Is de activiteit van de thymus stabiel in de tijd?
Wat gebeurt er met de thymus op latere leeftijd?
Locatie/betekenis van het MALT.
Welke zijn de onderdelen van de ring van Waldeyer?
Wat zijn Peyer’s patches?
Is de appendix vermiformis een lymfoid orgaan?
Hersenen: enkele vragen
1. Noem de 4 (of 5) lobben van de hersenhemisferen.
2. Welke sulcus scheidt de frontale lob van de parietale lob?
3. Waar ligt de primaire motorische schors?
4. Waar ligt de primaire sensiebele schors?
5. Noem de 3 types van functionele gebieden.
6. Welke sensiebele gebieden kent ge?
7. Wat is de ‘sensiebele homunculus’?
8. Wat is somatotopie?
9. De sensiebele informatie van verschillende delen van het lichaam neemt in de primaire sensiebele
cortex verschillende hoeveelheden plaats in. Is de plaats ingenomen door het onderste lidmaat groter dan
de plaats ingenomen door de structuren van het hoofd?
10. Als je een voorwerp door aanraking alleen niet kunt identificeren in welk deel van de cortex scheelt er
dan wat?
11. Je hebt perfect zicht en toch begrijp je niet wat je ziet. In welk deel van de cortex scheelt er dan wat?
12. In welk deel van de cortex worden visuele prikkels geinterpreteerd?
13. In welk deel van de cortex worden prikkels vanuit de verschillende sensiebele zintuiggebieden met
mekaar geassocieerd?
14. In welk deel van de cortex wordt uit binnenkomende sensiebele informatie een plan bedacht voor de
meest gepaste motorische reactie?
15. Noem de 3 multimodale associatie gebieden?
16. Wat is de ‘motorische homunculus’?
17. In welke lob ligt Broca’s area? Wat controleert Broca’s area?
18. Wat is het verschil tussen Broca’s area en Wernicke’s area?
19. Welke hemisfeer is taaldominant?
20. Welk types van vezels vind je in de witte stof van de hersenhemisferen?
Hersenen: enkele vragen
21. Hoe heet de meest uitgebreide verbinding tussen linker en rechter hersenhemisfeer?
22. Welke structuur zorgt ervoor dat de 2 hersenhemisferen als een gecoördineerd geheel kunnen
werken?
23. Wat bevat de capsula interna?
24. Wat is decussatio?
25. Wat zijn associatievezels?
26. Welke basale ganglia kent ge?
27. Wat is de functie van de basale ganglia?
28. Behoren de basale ganglia tot de grijze of de witte stof?
29. Welke zijn de delen van het diencephalon?
30. Bestaat de thalamus uit grijze of witte stof?
31. Bestaat de hypothalamus uit grijze of witte stof?
32. Noem 3 functies van de hypothalamus.
33. Van welke hersenventrikel vormt de hypothalamus de infero-laterale wand?
34. Waar bevindt zich de epithalamus?
35. Noem 2 delen van het limbisch systeem die een rol spelen in het geheugen.
Hersenen: enkele vragen
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
Noem de delen van de hersenstam.
Welk deel van de hersenventrikels vind je terug in het mesencephalon?
In welk deel van de hersenstam vinden de meeste hersenzenuwen hun oorsprongskernen?
Welk type vezels loopt doorheen de pedunculus cerebri?
In welk hersendeel vind je de rode nucleus en de sustantia nigra?
In welke hersendelen vind je de 4de ventrikel?
In welk deel van de hersenstam is de reticulaire formatie het meest uitgebreid aanwezig?
In welk hersendeel vind je de oliva?
In welk hersendeel vind je de pyramiden?
In welk hersendeel vind je de arbor vitae?
Via welke structuur gaat er informatie vanuit de pons naar het cerebellum?
Via welke structuur gaat er informatie vanuit de medulla oblongata naar het cerebellum?
Via welke structuur gaat er informatie vanuit het cerebellum naar de cortex?
Waar bevindt zich de grijze stof van het cerebellum?
Noem 2 functies die verzorgd worden door de reticulaire formatie.
Perifere zenuwen: enkele vragen
1. Hoeveel paar spinale zenuwen zijn er?
2. Wat is een zenuwplexus en geef een voorbeeld.
3. Hoeveel paar craniale zenuwen zijn er?
4. Wat is het verschil tussen spinale en craniale zenuwen?
5. Welke craniale zenuw ontspringt meer vooraan uit de hersenstam, CN7 of CN 10?
6. In welke zin wijkt CN1 af van de andere afferente zenuwen?
7. Welke hersenzenuwen bedienen de oogspieren?
8. Welke spieren worden door de motorische component van de n. trigeminus bediend?
9. Noem een spiergroep die door de motorische component van de n. facialis bediend
wordt?
10. Welke zenuw bedient de tongspieren?
11. Welke zenuw is de belangrijkste parasympatische zenuw van de hersenzenuwen?
11. Welke zenuw(en) is(zijn) geassocieerd met het zintuig reuk?
12. Welke zenuw(en) is(zijn) geassocieerd met het zintuig zicht?
13. Welke zenuw(en) is(zijn) geassocieerd met het zintuig smaak?
14. Welke zenuw(en) is(zijn) geassocieerd met het zintuig gehoor?
15. Welke zenuw(en) is(zijn) geassocieerd met het zintuig evenwicht?
Ruggenmerg: enkele vragen
1. Van waar tot waar strekt zich het ruggenmerg uit in het wervelkanaal?
2. Wat is de betekenis van het filum terminale?
3. Welke zijn de delen van de spinale meningen?
4. Welk type prikkels wordt doorgegeven via de banen in de dorsale kolom van het
ruggenmerg?
5. Worden pijnprikkels en tastprikkels via dezelfde opstijgende banen doorgegeven naar
de hersenen?
6. Hoeveel neuronen bevat een dalende pyramidale baan meestal vooraleer zij een spier
kan bezenuwen?
7. Waar bevindt zich het onderste motorische neuron uit een pyramidale baan?
8. Waar bevindt zich het bovenste motorische neuron uit een pyramidale baan?
9. Waar bevindt zich het eerste orde neuron van een sensiebele spinale baan?
10. Waar bevindt zich het tweede orde neuron van een sensiebele spinale baan?
11. Waar bevindt zich het derde orde neuron van een sensiebele spinale baan?
12. Wat is de cauda equina?
Autonoom zenuwstelsel: enkele vragen
1. Waar bevinden zich de oorsprongsneuronen van de PSy?
2. Waar bevinden zich de oorsprongsneuronen van de OSy?
3. Vergelijk de pre- en de postganglionaire vezels van PSy en OSy.
4. Wat is de anatomische basis van de OSy?
5. Wat is de relatie tussen bijniermerg en OSy?
6. Welk zintuig geeft zijn stimuli door via PSy zenuwen?
7. Noem een klier en zijn PSy bezenuwing.
8. Hoe wordt de traanklier gestimuleerd?
9. Geef een voorbeeld van een type van waarneming dat via afferente OSy banen naar het centraal
zenuwstelsel komt.
10. Geef een voorbeeld van een type van waarneming dat via afferente PSy banen naar het centraal
zenuwstelsel komt.
11. De truncus sympathicus heeft 3 cervicale ganglia hoewel er geen orthosympatische
oorsprongsneuronen zijn in de cervicale segmenten van het ruggenmerg. Hoe komen de OSy banen
daar dan terecht?
12. Wat is de functie van de rami communicantes?
13. Hoe kan de PSy met zijn oorsprong in de hersenen en in het sacrale ruggenmerg toch organen in
borst- en buikholte bezenuwen?
14. Waarom heeft iemand met een beschadigd ruggenmerg geen last van spijsverteringsproblemen?
15 Geconstipeerde mensen hebben dikwijls verharde feces die tijdens de defecatie scheurtjes kunnen
veroorzaken in de binnenste laag van het rectum. Mensen met scheurtjes in de huid van de anus klagen
over een scherpe pijn, terwijl mensen met scheurtjes hogerop in de mucosa een minder gelokaliseerd
type pijn ervaren. Waarom?
16. Wat is het effect van OSy innervatie op de bloedvaten van de skeletspieren?
17. Wat is het effect van OSy innervatie op de speekselklieren?
Endocrien stelsel: enkele vragen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Welke structuur controleert de vrijstelling van hormonen in de adenohypofyse?
Er zijn 2 capillaire netwerken in de neurohypofyse. Wat is het verschil tussen beide?
Waar vind je de pijnappelklier (of pineal gland)?
Wat is de anatomische relatie tussen de schildklier en de bijschildklier?
De thymus behoort tot 2 ‘stelsels’. Welke en waarom?
Wat is er speciaal aan het bijniermerg?
Welke deel van de pancreas zorgt voor de productie van insuline?
Kunnen vetcellen hormonen produceren?
Geef twee voorbeelden van minder klassieke organen/weefsels die ook hormonen
produceren?
10. Wat is de definitie van een hormoon?
11. Kunnen neuronen hormonen produceren? Indien ja, geef een voorbeeld.
Spijsverteringsstelsel: enkele vragen
1. Noem vier kenmerken die de absorptieoppervlakte van de dunne darm vergroten.
2. Welke van de 3 paar speekselklieren is de grootste?
3. Welke sfincters vind je in de gastrointestinale tractus? Waar?
4. Uit welke lagen bestaat de wand van de gastrointestinale tractus?
5. Mondholte: wat is het verschil tussen het vestibulum en de eigenlijke mondholte?
6. Waaruit bestaat het dak van de mondholte?
7. Waaruit bestaat de vloer van de mondholte?
8. Hoeveel spierparen bouwen het zacht verhemelte op? Noem zo een spierpaar.
9. Welke zijn de 3 delen van de pharynx?
10. Zijn de spieren die je vindt in de wand van de oesofagus gestreepte of gladde spieren?
11. Wat is de cardia van de maag?
12. Hoe gebeurt de overgang van maag naar duodenum?
13. Beschrijf het verloop van de dikke darm.
14. Geef de tandformule van een (volledig) volwassen gebit (in 1 kwadrant).
15. Uit hoeveel tanden bestaat een melkgebit?
16. Uit hoeveel extrinsieke spierparen is de tong opgebouwd?
17. Geef een voorbeeld van een smaakpapil en van een tastpapil uit de mucosa van de tong.
18. Hoe komen de enzymen van de pancreas in het duodenum terecht?
19. Met welk orgaan is de galblaas geassocieerd?
20. Welke elementen vind je in de leverpoort?
21. Wat is het verband tussen de uitmondingen van de ductus choledocus en de ductus pancreaticus?
22. Geef een voorbeeld van een orgaan dat volledig intraperitoneaal gelegen is.
23. Welk deel van het zenuwstelsel zorgt voor stimulatie van de maagwerking? Via welke zenuw?
Ademhalingsstelsel: enkele vragen
1. Uit welke onderdelen is het neustussenschot samengesteld?
2. Welke structuren verdelen de neusholte in verschillende meati?
3. Er is een verschil tussen de mucosa van het bovenste deel van de neusholte en de rest van de
neusholte: welk?
4. Noem een paranasale sinus en de meatus waarin deze uitmondt in de neusholte.
5. Wat is de ductus nasolacrimalis?
6. Is een normale (gezonde) paranasale sinus op een RX foto wit of zwart? Waarom?
7. Is er lymfoied weefsel in de nasopharynx?
8. Met welke delen van de larynx zijn de echte stembanden verbonden?
9. Wat is het voordeel van het feit dat de tracheakraakbeenringen hoefijzervormig zijn in plaats van
volledige ringen?
10. Er zijn 2 « klepsysteempjes » die het slikken in goede banen leiden. Welke?
11. Hoeveel segmenten zijn er in elke long?
12. Welke elementen tref je aan in de longhilus?
13. In welke delen van de long gebeurt de gaswisseling?
14. Wat is de dode ruimte van het ademhalingsstelsel?
15. Hoe wordt pijngevoel in het longweefsel geregistreerd?
16. Waarom kan druk door vergrote lymfeknopen ter hoogte van de linker longhilus een effect hebben op
de stem/stembanden terwijl dit niet het geval is langs rechts?
17. Waar bevindt zich het viscerale blad van de pleura?
18. Waar bevindt zich het parietale blad van de pleura?
19. Is de pleura pijngevoelig?
Excretiestelsel: enkele vragen
1. Liggen de nieren binnen of buiten het peritoneum?
2. Wat is het pyelum?
3. Is de musculus detrusor vesicae een spier die door het willekeurig zenuwstelsel bediend
wordt?
4. Welk verschil vertoont de mucosa van het trigonum vesicae tov de rest van de
blaasmucosa?
5. Welke structuren monden uit op de hoeken van het trigonum vesicae?
6. Op hoeveel cm ligt ongeveer de opening van de urethra van de blaashals?
7. Welk type zenuwen geeft de musculus detrusor vesicae de impuls tot contractie?
8. Welk type zenuwen doet de blaashals sluiten?
9. Welke delen vind je in de mannelijke urethra?
10. Wordt er per dag evenveel urine uitgescheiden als er gefiltreerd wordt in de glomeruli?
11. Urine wordt doorheen de ureter naar de blaas getransporteerd door peristalsis. Welk
deel van de ureter zorgt daarvoor?
Geslachtsstelsel: enkele vragen
1. Waar worden de mannelijke gameten geproduceerd?
2. Wat is het rete testis?
3. Wat is het verband tussen de epididymis en de ductus (vas) deferens?
4. Waarin mondt de ductus deferens uit?
5. Welke kliern voegen secreet toe aan het semen?
6. Ligt de blaas ventraal of dorsaal van het rectum?
7. Hoe kan vergroting van de prostaat een invloed hebben op het ledigen van de blaas?
8. In welk deel van de penis loopt de urethra?
9. Wordt de vulling van de bloedvaten in de zwellichamen van de penis OSy of Psy
gestimuleerd?
10. Uit welke lagen bestaat de wand van de uterus?
11. Welke delen heeft de tuba uterina?
12. Wat betekent in verband met de uterus het begrip anteversie uterus?
13. Wat is de ruimte van Douglas?
14. Waar bevindt zich de uitmonding van de vagina tov de uitmonding van urethra en
rectum?
Download