4. De bestuurder handelt in het belang van de onderneming

4. De bestuurder handelt in het belang van de onderneming
De bestuurder behartigt, vanuit een lange termijn visie en met het oog op continuïteit, het belang van de
onderneming.
De bestuurder schenkt aandacht aan de manier en de inhoud die moet worden gegeven aan het
vennootschapsbelang van de onderneming zoals geëxpliciteerd en gedefinieerd door de raad van bestuur. Hij
onderscheidt het belang van de onderneming op de korte, middellange en lange termijn in het licht van het
maatschappelijk doel zoals dit werd gedefinieerd in de statuten. Hij ziet eveneens toe op de belangen van de
aandeelhouders en andere belanghebbenden van de onderneming, inbegrepen deze van een
ondernemingsgroep waarvan de vennootschap eventueel deel uitmaakt.
De bestuurder oefent zijn mandaat in het belang van de vennootschap op een constante en continue manier
uit. Hij stelt zijn competenties, kennis en ervaring ter beschikking van de ontwikkeling en de bescherming van
de onderneming.
1.
De bestuurder streeft naar een gelijkwaardige behandeling van alle aandeelhouders zonder
onderscheid en ziet er op toe dat de rechtmatige belangen van andere belanghebbenden
gerespecteerd worden.
2.
De bestuurder vermijdt elke mogelijke belangenvermenging. In dit kader ziet hij er op toe dat de
procedures om belangenconflicten te voorkomen en/of te behandelen, gevolgd worden.
3.
De bestuurder ziet erop toe dat de interne controle goed georganiseerd is en dat alle
vennootschapstransacties correct verantwoord en gemotiveerd zijn in het kader van het
vennootschapsbelang. De documenten die deze verantwoordingen en motiveringen bevatten
(notulen van de vergadering van de raad, enz.) moeten beschikbaar blijven voor een interne en
externe controle.
4.
De bestuurder die meent dat een bepaalde beslissing de continuïteit of het belang van de
onderneming zwaar kan schaden of in gevaar kan brengen, informeert de raad van bestuur hierover.
Hij kan en moet zijn mening laten notuleren in de notulen van de vergadering.
5.
De bestuurder ontwikkelt en stimuleert een reflectie in de raad van bestuur die bijdraagt tot de
bescherming van het belang van de onderneming.
15 |
©GUBERNA 2012