Nieuwe insulines, incretines en flash meting Dhr. Alfons Piessens en Mevr. Jasmien Wille, diabeteseducatoren UZ Brussel Studiedag diabetesverpleegkundigen NVKVV Kursaal Oostende © Inhoud 1. Classificatie 2. Pathogenese 3. Behandeling 4. Nieuwe flash meting © Classificatie Type 1 diabetes Type 2 diabetes Specifieke oorzaken van DM Genetische defecten van de betacel functie Exocrien pancreaslijden (pancreatitis, trauma, mucoviscidose,…) Andere endocrinologische aandoeningen (acromegalie, cushing,….) Medicamenteus (corticoiden, HIV medicatie…) Gestationele DM (zwangerschaps diabetes) © Type 1 diabetes Type 1 diabetes Veroorzaakt door bètacel destructie Aanwezigheid van auto-antilichamen (ICA, IAA, GADA, IA-2A) Vaak jong (kan op elke leeftijd!), mager, acute onset, polyurie, polydipsie, vermoeidheid, gewichtsverlies Laag/onmeetbaar C-peptide 10% van alle DM patiënten Gevaar voor ketoacidose © Type 2 diabetes Voordien NIDDM, type II DM, ouderdomsdiabetes Komt op elke leeftijd voor, ook bij kinderen en adolescenten Veroorzaakt door perifere insuline resistentie en/of majeur defect in de insuline secretie >85% van alle DM patiënten Auto-AL negatief Hoog C-peptide + hoog insuline, maar evolutie naar laag C-peptide + lage insuline Vaak chronische complicaties bij diagnose: 10-20% retinopathie © Inhoud 1. Classificatie 2. Pathogenese 3. Behandeling 4. Nieuwe flash meting © Pathogenese © Pathogenese DM 1: eilandjes van Langerhans Bétacellen gelegen in de Eilandjes van Langerhans produceren insuline Auto-AL creëren insulitis, waardoor er Bèta-cell afbraak plaatsvindt © Pathogenese DM 2 - Genetisch - Omgeving -Overgewicht -cel dysfunctie Insuline resistentie © Diabetes type 2 Inhoud 1. Classificatie 2. Pathogenese 3. Behandeling 4. Nieuwe flash meting © Behandeling DM 1 en 2 Lifestyle: Voeding/ beweging Medicatie: Educatie • OAD • Insuline © 11 acute educatie en glucodecontrole in hodpital 28/03/2017 Behandeling DM 1 Type 1 diabetes = absoluut tekort aan insuline Behandeling = ALTIJD insuline vanaf diagnose © Voor en 4 maand na insuline © Insuline secretie bij niet-diabetes © Plasma levels Basaal-bolusschema Endogenous insulin Bolus insulin Basal insulin Breakfast Lunch Dinner Time of day © Soorten insuline Humane insulines: Snelwerkend : Actrapid Humuline Regular Insuman Rapid Langwerkend : Insulatard Humuline NPH Insuman Basal Bifasische werking : Humuline 30/70 Insuline analogen: Ultra kortwerkend : Lispro (Humalog, Humalog 200) Aspart (Novorapid) Glulisine (Apidra) Langwerkend : Glargine (Lantus) Detemir (Levemir) Abasaglar Toujeo Bifasische werking : NovoMix 30, 50, 70 HumalogMix 25, 50 © 16 acute educatie en glucosecontrole in hospital 28/03/2017 LET OP: Insuline met hogere concentratie Humalog®(Lispro) 200 – 200U/ml k Lispro met dubbele concentratie Bestaat alleen in wegwerppennen Minder kans op lipodystrofie © LET OP: Insuline met hogere concentratie Toujeo® (Glargine) 300U/ml Glargine met driedubbele concentratie Enkel in wegwerppennen Minder kans op lipodystrofie © Medicatie (DM 2) Insulineresistentie Bètaceldysfunctie Lifestyle SGLT-2 inhibitoren Metformines Glitazonen © Sulfonylurea Gliniden GLP-1analogen DPP 4 inhibitoren INSULINE Metformines 1ste keuze opstart OAD Werkt in op insulineresistentie Onderdrukking hepatische glucoseproductie Verhoogde opname glucose in spieren en vetweefsel Verminderde opname van glucose in de dunne darm Glucophage®, Metformax® en Metformine® © Glitazonen Werkt zoals metformine in op de insuline resistentie Pioglitazone (Actos®) © Medicatie (DM 2) Insulineresistentie Bètaceldysfunctie Lifestyle SGLT-2 inhibitoren Metformines Glitazonen Sulfonylurea Gliniden GLP-1analogen DPP 4 inhibitoren INSULINE © Sulfonylurea Stimulatie insulinesecretie door de Bèta cel Voordelen Snelle daling HbA1c Daonil®, Euglucon®, Glurenorm®, Unidiamicron®, Gliclazide®, Amarylle®, Glimeperide®, Glibines®, Minidiab® © Gliniden Voordelen Snellere werking dan SU Kortere werking dan SU Ideaal voor controle van post-prandiale glycemie Repaglinide (Novonorm®) © Incretines (GLP-1analogen) = darmhormonen in spijsverteringsstelsel Stimuleren de pancreas tot afgifte van insuline. Remmen de afgifte van glucagon Vertragen het ledigen van de maag en verminderen de eetlust. Bij type 2 diabetes blijken de effecten van incretines verminderd. Dat probleem kan worden aangepakt door: de afbraak van incretine te remmen (DPP4 inhibitoren) de werking van incretine na te bootsen (GLP-1-analogen). © © Incretines (gilamonster) = incretine-achtige stof die werd ontdekt in de speekselklieren van het gilamonster en verder gemodificeerd © © GLP-1 analogen Dagelijkse toediening Vooral effect post-prandiaal Iets meer bijwerkingen Wekelijkse toediening Vooral effect nuchtere glycemie Iets sterkere HbA1c daling (afhankelijk van baseline) © DPP4 remmers Remmen de afbraak van incretines in de darmen Vbn: Vipidia®, Trajenta®, Onglyza®, Januvia®, Galvus® Geeft geen hypoglycemie Contra-indicaties: nierinsufficientie (aanpassing dosis) © Te verwachten daling HbA1C Levensstijl interventie 1-2% Metformine 1.5-2% Sulfonylurea 1.5-2% Gliniden 1% GLP-1 analoog/DPP4 0.5-1% Insuline 1.5-2.5% © Medicatie (DM 2) Insulineresistentie Bètaceldysfunctie Lifestyle SGLT-2 inhibitoren Metformines Glitazonen Sulfonylurea gliniden GLP-1analogen DPP 4 inhibitoren INSULINE © SGLT-2 inhibitoren SGLT-2: Sodium-glucose co-transporters 2 Empagliflozine (Jardiance®) Canaglifozine (Invokana®) Werkt onafhankelijk van bèta cel functie of insuline resistentie Mechanisme: verminderde reabsorptie van glucose door de nier © SGLT-2 inhibitoren © SGLT-2 inhibitoren Voordelen Gewichtsverlies Lagere bloeddruk Diuretisch effect Nevenwerkingen Urineweginfecties, candida-vulvovaginitis Voorzichtig te gebruiken bij gedaalde nierfunctie Polyurie Ketoacidose! © Behandeling diabetes Multifactoriële behandeling risicofactoren Gewichtscontrole Bloeddruk controle Lipiden controle Rookstop Lichaamsbeweging Voeding Om micro- en macrovasculaire complicaties te vermijden © NIEUW: in Amerika en Nederland op de markt Soliqua® (Glargine + Lixisenatide) Xultophy® (Degludec + Liraglutide) © Inhoud 1. Classificatie 2. Pathogenese 3. Behandeling 4. Nieuwe flash meting © Nieuwe technologie: flash meting Freestyle Libre © Freestyle Libre Meet onderhuids en continu glucose tussen vocht in vetcellen (= interstitieel vocht) Bestaat uit: Electrode wordt ingeprikt in voorarm (wegwerp) Oplaadbare ontvanger om te scannen – eveneens ook glucose/ ketonenmeter © Klassieke bloedglucosemetingen met vingerprik blijven nodig in enkele specifieke situaties: Bij melden van (dreigende) hypoglycemie door het apparaat Als de waargenomen symptomen van patiënt niet overeenkomen met metingen van apparaat Bij sensorwaarde >350mg/dl en <50mg/dl, dit alvorens therapeutische beslissingen te nemen In periodes van snel veranderende glucosespiegels Bij ernstige dehydratatie Conventie voorziet slechts 25 strips/maand © Verschil sensorwaarde en capillaire meting Bij snelle verandering door fysiologische verschillen tussen interstitieel vocht en capillair bloed Bv na de maaltijd, na insulinetoediening, na sport Er is een vertraging van 20 minuten © Voordelen Minder vingerprikken Trendpijlen Systeem meet elke minuut glucose Bij iedere scan wordt de informatie van de voorbije 8u ingelezen in de ontvanger Consequente bijsturing van de behandeling Opslagruimte van 90 dagen © Diasend © Trendpijlen © Contra-indicatie Zwangerschap, zwangerschapswens Nierdialyse Ernstige dehydratatie Bij gelijktijdig gebruik van andere geïmplanteerde hulpmiddelen (pacemaker, …) Kinderen jonger dan 4j en kinderen tussen 4 – 17j zonder begeleiding van volwassene © Strikte aanwijzingen voor goede aanbrenglocatie Alleen achterkant van bovenarm is geschikt Vermijd littekens, striae, moedervlek of knobbels Gebied dat vlak blijft tijdens dagelijkse activiteiten Inprikplaatsen sensor goed spreiden/afwisselen Verwijder evt sterke beharing Geen lotion gebruiken Gebruik evt producten die pleister sterker laten kleven Skint tac wipes® Tensospray® © Basistraining in stappen 1. 2. Informatief gesprek + voorwaarden opstart Consultatie met diabeteseducator (individueel of in groep) Ondertekenen contract + conventieaanvraag Plaatsen sensor Interpretatie sensorwaarden 3. 2 weken na opstart vervolgafspraak met diabeteseducator Uitlezen apparaat Eventuele therapiewijziging Verdere opvolging voorzien © Bedankt voor uw aandacht! ©