Mechanica: Formularium θ < 15◦ ⇒ sinθ ≈ θ 3. cilinder: • A = 2πr2 + 2πrh 1 Inleiding 2 Kinematica: 1 dim. • V = πr2 h 4 Cte a: 2. x = x0 + v0 t + 12 at2 3. Actie = Reactie 3. v 2 = v0 2 + 2a(x − x0 ) 3 v+v0 2 5 Kinematica: 2,3 dim. Goniometrische formules: 2 • kin: Fwr = µkin FN • stat: Fwr ≤ µstat FN 2. 1 + tan2 α = cos12 α 1 + cot2 α = sin12 α 2. ECB: • arad = 3. 1 + tan2 α = sec2 α 1 + cot2 α = csc2 α • T = 5. sin(2x) = 2sin(x)cos(x) 1 f 2πr T mv 2 r 3. Snelheids afhankelijke krachten (b is cte): P • eindsnelheid: Fy = mg − bvT = 0 cos(2x) = cos2 (x) − sin2 (x) = 2cos2 (x) − 1 = 1 − 2sin2 (x) • eindsnelheid: vT = 2tan(x) 1−tan2 (x) 6 6. Max. 2bereik: v sin2θ R= 0 g √ v = 2gh mg b De zwaartekracht en de synthese van Newton 1. Zwaartekracht: Inhoud en oppervlakte: 2 • F = G mr1 m 2 1. bol: • A = 4πr • G = 6, 67.10−11 N.m2 /kg2 2 • V = 43 πr3 • F~12 = −G mr12m2 r̂21 21 2. kegel: 2. Voor voorwerpen dicht bij het aardoppervlak: • A = πr2 + πrl • V = v2 r • v= P • FR = maR = tan2 α 1+tan2 α 1 1+tan2 α tan(2x) = Dynamica: wrijving, cirk. beweging, weerstandskrachten 1. Wrijving: 2 1. sin α + cos α = 1 cos2 α = 1 − sin2 α 4. sin2 α = cos2 α = 3 wetten van 1. Traagheidswet P 2. F = m.a 1. v = v0 + at 4. v = Dynamica: Newton A A • mg = G mm ⇒ g = Gm r2 r2 πr 2 h 3 A 1 A 3. Voor voorwerpen ver van het aardoppervlak: 5. Met wrijving: • ∆K + ∆U + Fwr l = 0 2 v A • G mm r 2 = m r (r = rA + h) • 4. 3e wet van Kepler: • • De Planeten hebben elliptische baan 6. ontsnappingssnelheid: q A = 1, 12 · 104 m/s • vontsn = 2GM rA • Perkenwet 2 3 • ( TT21 ) = ( rr12 ) (met T12 r13 = 4π 2 GMmiddelpunt ) 5. Veldsterkte: • ~g = 7 ~ F m 7. Vermogen: [N/kg] • P = (= dE dt ) = F~ · • rendement: e = 1. Arbeid: • Constante kracht: W = F~ · d~ = F dcosθ 9 • Variabele R b kracht R b Rb W = F~ · d~l = F⊥ dl = F cosθdl a a = F~ · ~v Puit Pin Impuls 1. Impuls: • p~ = m~v P p • F = d~ dt 3. Veersysteem: 2. Behoud van impuls: • Fv = −kx 0 0 + mB ~vB • mA~vA + mB ~vB = mA~vA • Fp = kx Rx • Wnet = x12 Fp (x)dx = 12 kx22 − 12 kx21 ~ 3. De stoot J: 4. Kinetische energie: 1 2 2 mv d~l dt a ~·B ~ = ABcosθ 2. Inproduct vectoren: A • J~ = ∆~ p = p~eind − p~begin = (zie hfdstuk 36) • W = ∆K = 8 dW dt • 1 pk = 746 Watt Arbeid en Energie • K= 1 2 2 2 m(v2 − v1 ) + mg(y2 − y1 ) + Fwr l = 0 1 1 2 2 2 mv1 + mgy1 = 2 mv2 + mgy2 + Fwr l mv22 2 − R te tb F~ dt 4. Elastische botsing: mv12 2 • Behoud van energie 1 2 2 m A vA ,2 ,2 2 + 12 mB vB = 12 mA vA + 12 mB vB • 1 Dimensie: 0 0 − vB ) vA − vB = −(vA 1. Potentiële energie (ver van de aarde): • 2 Dimensies: pAx + pBx = p0Ax + p0Bx 0 0 0 0 cosθB mA vA = mA vA cosθA + mB vB A • U = −G m·M r A A • W = ∆U = −G m·M + G m·M r2 r1 2. Potentiële energie (dichtbij de aarde): pAy + pBy = p0Ay + p0By 0 0 0 0 0 = mA vA sinθA + mB vB sinθB • UG = mgy • −WG = ∆U = mgy2 − mgy1 1 1 1 2 02 02 2 mA vA = 2 mA vA + 2 mB vB 2 02 0 ⇒ vA = vA + v 2B 3. Potentiële energie (elastisch): • Uel = 21 kx2 R • U (x) = − F (x)dx + C 5. Massamiddelpunt: • xM M = mA xA +mB xB mA +mB • xM M = m1 x1 +...+mn xn m1 +m2 +...+mn • K1 + U1 = K2 + U2 • ~rM M = P mi ~ ri M • ⇒ 12 mv12 + mgy1 = 12 mv22 + mgy2 • ~rM M = 1 M R • F (x) = − dUdx(x) 4. Behoud van energie: 2 ~rdm mA +mB xB M Pn m x = i=1M i i = 10 Rotatiebeweging 11 1. impulsmoment 1. hoek in radialen: • θ= • L = Iω [kg· m2 /s] • L = mRv (voor een puntmassa) l R • GRM: θ(rad) = θ(◦ ) 180 π 2. 2e wet van Newton voor rotatie: P • τ = dL dt 2. hoeksnelheid: • ω= ∆θ ∆t • ω = lim∆t→0 ∆θ ∆t = 3. behoud van impulsmoment: P • ( τ = 0) L = Iω =cte dθ dt 3. hoekversnelling: • α= • α= ω2 −ω1 ∆t 4. uitwendig vectorproduct (zie p.331): ∆ω ∆t ∆ω lim∆t→0 ∆t = dω dt = ~ × B| = ABsinθ • C = |A ~×A ~=0 • A ~×B ~ = −B ~ ×A ~ • A ~ d ~ dA ~ ~ +A ~× • (A × B) = ×B 4. lineaire snelheid: • v = Rω dt = ω2 R • ~a = ~atan + ~aR met θ = tan−1 ( aatan ) R 6. f = ω 2π 7. T = 1 f 6. precessiehoeksnelheid Ω: [Hz] • Ω= [s] • Ω= 8. kinematische (cte α): bewegingsvergelijkingen • Ω= • s = ωvt2 • acor = 2ωv • ω = θ0 + ω0 + αt • ω 2 = ω02 + 2αθ 9. krachtmoment [N·m (6= J)] : 12 • τ = RF sinθ P • τ = Iα (2e wet van Newton: rotatie) • I = mR2 (voor puntmassa) 2. Spanning en vervorming: • zie p.297 voor formules R • I = R2 dm • spanning = 2 12. rotationele kinetische energie: − F A [N/m2 ] • vervorming = ∆l l0 • synthese: E ∆l l0 F A = [geen eenheid] ⇒E= spanning vervorming 3. Trek - Elasticiteitsmodulus E (zie p367) • ∆l = • K = 12 Iω 2 Rθ Rω • W = θ12 τ dθ = ω12 Iωdω • W = Statica 1. Voorwaarde voor evenwicht: P P P (a) Fx = 0, Fy = 0, Fz = 0 P (b) τ =0 10. traagheidsmoment [kg·m2 ] : 1 2 2 Iω τ Lsinφ M gr L M gr Iω 7. Corrioliseffect: • θ = ω0 t + 12 αt2 11. Stelling van Steiner: I = IM M + M h ~ dB dt ~ = ~r × p~ • L • ~τ = ~r × F~ P ~ • ~τ = ddtL • atan = Rα v2 R dt 5. vectoriëel: 5. lineaire versnelling : • aR = Impulsmoment 1 F E A l0 4. Schuif - Glijdingsmodulus G (zie p367) • ∆l = 1 2 2 Iω • P = τω 1 F G A l0 5. druk - Compressiemodulus K (zie p367) • 13. totale kinetische energie: ∆V V0 1 = −K ∆P ∆P • K = − ∆V /V0 2 • Ktot = 12 IM M ω 2 + 12 M vM M 3 13 Vloeistoffen 11. Wet van Torricelli: p • v1 = 2g(y2 − y1 ) 1. Dichtheid (zie p.391) • ρ= m V 12. Viscositeit: [kg/m3 ] • Gewicht: mg = ρV g 2. Soortelijk gewicht = • F = ηA vl • voor η zie p.412 ρstof ρwater(bij4graden) 13. Oppervlaktespanning: 3. Druk P [Pa]: • P = • γ= F A • voor γ zie p.414 • P = ρgh • dP dy 14 = −ρg • P2 − P1 = − R y2 y1 • Fv = −kx • T = • P = P0 + ρgh • x = Acos(ωt + φ) • v = −ωAsin(ωt + φ) 4. Druk eenheden (zie p.399): • a = −ω 2 Acos(ωt + φ) • 1 Pa = 1 N/m 2 d2 x dt2 • 1 atm = 1,013 · 105 N/m2 = 101,3 kPa • 1 bar = 1,000 · 105 N/m2 ω= • 1 torr = 1 mm Hg = 133 N/m2 2π T = 2πf • x = Acos( 2πt T + φ) Auit Ain • x = Acos(2πf t + φ) 6. Wet van Archimedes (opw. kracht FB ): • FB = ρvl gA∆h = ρvl V g • f= • FB = mvl g 1 2π q • T = 2π • massa van de verplaatste vloeistof, dus volume van het voorwerp k m pm k • vmax = ωA = 7. Drijven: q • amax = ω 2 A = • FB = mg Vverplaatsing Vvoorwerp k m 3. Synthese: • Puit = Pin • k +m x=0 q ω= 5. Mechanisch voordeel (→ Wet van Pascal): = 1 f 2. Bewegingsvergelijkingen: – h is diepte in vloeistof – P0 = atmosferische druk Fuit Fin Trillingen 1. Veersysteem: ρgdy • P2 − P1 = −ρg(y2 − y1 ) • F l = k mA 4. Energie: ρvoorwerp ρvloeistof • Uveer = 21 kx2 8. Debiet • Etot = 12 mv 2 + 21 kx2 • massadebiet = • volumedebiet k mA ∆m ∆t = ∆V ∆t – In de extrema: E = 12 kA2 – In de evenwichtst: E = 12 mv 2 q k • v=± m (A2 − x2 ) q x2 • v = ±vmax 1 − A 2 = Av 9. Continuı̈teitsvergelijking • ρ 1 A1 v 1 = ρ 2 A2 v 2 • voor vloeistof (V niet afhankelijk van P): A1 v 1 = A2 v 2 5. Slinger (voor θ < 15◦ ): p • ω = gl 10. Wet van Bernoulli (behoud v. E): • a = lα • P1 + 12 ρv12 + ρgy1 = P2 + 12 ρv22 + ρgy2 • f= 4 1 2π pg l • T = 2π q 15 l g • F = −mgθ 1. γ = √ 6. Fysische slinger (θ < 15◦ ): • 2 d θ dt2 + ( mgh I )θ • T = 2π q Relativiteit 1 1−v 2 /c2 2. Lorentz-transformaties: • x = γ(x0 + vt0 ) =0 • y = y0 I mgh • z = z0 7. Torsieslinger (K is stugheidscte): • t = γ(t0 + • τ = −Kθ p • ω = K/I vx0 c2 ) • px = γ(p0x + 8. Gedempte trilling (b dempingscte): vE 0 c2 ) • py = p0y • pz = p0z 2 • m ddt2x + b dx dt + kx = 0 9. Gedempte harmonische trilling: • E = γ(E 0 + vp0x ) 2 dx d • m dt 2 + b dt + kx = 0 3. Tijddilatie: • x = Ae−γt cosω 0 t • γ= b 2m • ω0 = q • t = γt0 4. Lengtecontractie: k m − b2 4m2 • ∆l = l0 /γ • x = Ae(−b/2m)t cosω 0 t q k ω0 1 b • f 0 = 2π = 2π m − 4m2 • Gemiddelde levensduur: 5. Snelheidsverandering: 2m b • ux = u0x +v 1+vu0x /c2 • uy = u0y 1−v 2 /c2 1+vu0x /c2 • uz = u0z 1−v 2 /c2 1+vu0x /c2 √ • Onderkritisch gedempt: b2 < 4mk √ • Kritisch gedempt: b = 4mk 2 • Overkritisch gedempt: b2 > 4mk 6. Impuls: • p = γmv 10. Eigenfrequentie f0 : q k • ω0 = 2πf0 = m 7. Energie: 2 • m ddt2x + b dx dt + kx = F0 cosωt • A0 = m √ • K = (γ − 1)mc2 F (ω 2 −ω02 )2 +b2 ω 2 /m2 • Etot = K + mc2 • Voorwerp in rust: E = mc2 ω 2 −ω 2 0 • φ0 = tan−1 ω(b/m) • Kwaliteitsfactor Q: – – 8. Invarianten 0 Q = mω b ∆ω 1 ω0 = Q • E 2 = p2 c2 − m2 c4 ⇒ E 2 − p2 c2 = cte • p2 t2 − x2 = p2 t02 − x02 = cte 5