Staatsoper De staatsoper is het grootste operagebouw van Europa en één van de grootste ter wereld. Van Unter den Linden is het één van de meest imposantse gebouwen. Deze opera werd gebouwd als een Koninklijke Opera. Frederik II zat achter de plannen van deze bouw. Het gebouw werd in 1741 in een record tempo gebouwd, op nog geen twee jaar de tijd stond het recht. De architect van dienst was Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff. Precies 100 jaar nadat het bouwwerk voltooid was (1843) sloeg het nootlot toe. Het gebouw brandde volledig uit, het was volledig met de grond gelijk gemaakt. Carl Ferdinand Langhans kreeg de taak toegewezen om zich volledig te richten op het herstellen van het interieur. Tegelijkertijd probeerde men aan de hand van de oude bouwtekeningen de Staatsoper te hertellen. Na de Tweede Wereldoorlog was het gebouw jammer genoeg weer volledig verwoest. Dit had mede te maken doordat ze tijdens de eerdere renovaties zwaardere materialen gebruikt hadden. Het gebouw was dus stukken zwaarder en veel kwetsbaarder tijdens de oorlog. Van 1952 tot 1955 hebben ze dan ook hun handen vol gehad met de heropbouw van de Staatsoper. Opnieuw hebben ze geprobeerd om het geheel zo veel mogelijk volgens het originele ontwerp tot uiting te laten komen. Dit is dan ook redelijk goed gelukt. Sinds de heropbouw van de Staatsoper hebben er al vele bekende artiesten opgetreden. De bouwstijl Dit gebouw behoort tot het neoclassicisme. Dat zie je duidelijk aan de bouwkundige elementen die uit de (Klassieke) Oudheid stammen. Zo zien we duidelijk het fronton (rood).Dit fronton is versierd met een tafereel. Onder het fronton zien we een fries, dat ondersteund wordt door de zuilen. Deze zuilen hebben een Korinthisch kapiteel(te herkennen aan de acanthusbladeren)(groen). Ook boven de twee grote vensters zien we een fronton. Uit de Griekse bouwkunst hebben de architecten van dit bouwwerk ook geleerd dat symmetrie vroeger in de mode was en dat 3 een magisch getal was (zo zien we drie deuren onderaan (blauw). Ook in het Neoclassicisme merken we zuivere schoonheid op. Het neoclassicisme sluit grotendeels aan bij de renaissance. Het verschil tussen de twee is dat het neoclassicisme gebouwen van vroeger grotendeels nabouwt. De renaissance daarentegen gaat bouwelementen uit de Klassieke Oudheid laten terugkomen, maar geen hele gebouwen ‘namaken’. De gebouwen lijken dus niet op die van toen, maar er komen wel geen kenmerken terug. Bronnen http://berlijn.nl/berlijn/informatie/bezienswaardig/topattracties/staatsoper http://www.duitsland.nl/site/steden/Berlijn/Bezienswaardig/StaatsoperUnterdenLinden.html http://surprisetickets.nl/reizen/358-bezienswaardigheden-berlijn http://www.citytrips-europe.nl/berlijn/uitgaan/staatsoper_berlin Geschiedenisstudent Erik Greunlinx