De kunst van financieel modelleren B1200–1 De kunst van financieel modelleren drs. A. Kaandorp drs. C. Krielaart 1. 2. 3. 4. 5. Inleiding Fasen in het proces van bouwen van een financieel model Methodiek van bouwen van een financieel model Toepassingsmogelijkheden Samenvatting Bijlage 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 B1200– 3 B1200– 5 B1200–10 B1200–18 B1200–24 B1200–26 b/1200 De kunst van financieel modelleren 1. B1200–3 Inleiding De rol van een financieel model Managers nemen voortdurend beslissingen over onder meer nieuwe strategieën, nieuwe producten, kortingen aan klanten, logistieke vraagstukken, investeringsvraagstukken en de inrichting van bedrijfsprocessen. Bij het nemen van deze beslissingen worden managers geconfronteerd met een toename van (internationale) concurrentie, steeds snellere en radicale technologische ontwikkelingen, de kansen en bedreigingen van e-commerce, kortere product-levenscycli, een focus op aandeelhouderswaarde en een toenemende informatiebehoefte van belanghebbenden van de organisatie. Dit verhoogt de druk op de snelheid waarmee beslissingen moeten worden genomen, de impact van deze beslissingen op de organisatie en de noodzaak tot zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderbouwing van deze beslissingen. Een financieel model is hét instrument voor het ondersteunen van management in het nemen van belangrijke beslissingen. Met een financieel model kunnen beslissingen sneller en effectiever worden genomen, kunnen beslissingen (kwantitatief) worden onderbouwd, waardoor onzekerheid wordt gereduceerd, kunnen kritieke en gevoelige variabelen worden geïdentificeerd, kunnen gevolgen van de te nemen beslissingen worden gesimuleerd (door middel van scenario’s) en worden aannames zichtbaar gemaakt. De toepassing van een financieel model Een financieel model maakt het mogelijk de kwantitatieve gevolgen van een toekomstige managementbeslissing in kaart te brengen. De gevolgen kunnen worden uitgedrukt in financiële termen zoals Netto Contante Waarde, Return On Investment (ROI) en winstgevendheid, maar ook in meer algemene termen zoals aantallen klanten en marktaandeel. Als instrument voor het ondersteunen van management bij het nemen van belangrijke beslissingen kent een financieel model de volgende toepassingen: – het opstellen van business cases met betrekking tot onder meer het betreden van nieuwe markten, het introduceren van nieuwe producten, investeringsvraagstukken en reorganisaties; – bij de planning en control cyclus voor het opstellen en doorrekenen van budgetten en (rolling) forecasts. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–4 De kunst van financieel modelleren Het maken van een financieel model Toenemende automatisering en internetmogelijkheden leiden tot een steeds grotere beschikbaarheid van steeds betere gegevens. Dit biedt organisaties de mogelijkheid om met behulp van goed toegankelijke gegevens met een hoge kwaliteit een financieel model te bouwen. Echter, uit onderzoek blijkt, dat in de praktijk het ontwikkelen van financiële modellen verschillende moeilijkheden met zich meebrengt (zie figuur 1). 0838-0872 Figuur 1. Modellen in de praktijk (Bron: KPMG). Figuur 1 laat zien, dat in de praktijk 90% van de spreadsheet-modellen fouten bevatten. Eén van de oorzaken hiervan kan zijn, dat 75% van de modellen ontwikkeld is zonder formele kwaliteitsprocedures. Verder was 60% van de modellen ontoereikend om het projectrisico en het financiële risico te evalueren. Randvoorwaarden bij een financieel model Een financieel model stelt organisaties in staat om potentiële (kostbare) opties te evalueren voordat een daadwerkelijke investering heeft plaatsgevonden. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat niet alleen de uitkomsten van het financiële model belangrijk zijn, maar ook de betrokkenheid van het management in het denkproces om te komen tot een financieel model. De uitkomsten van het financiële model moeten gevoelsmatig kloppen, omdat het model altijd onderhevig is aan aannames. Opbouw van het artikel In dit artikel worden eerst de verschillende fasen in het proces om te komen tot een financieel model beschreven. Daarna wordt ingegaan op de methodiek met betrekking tot het daadwerkelijk bouwen van 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–5 financiële modellen. Tot slot wordt aandacht besteed aan de toepassingsmogelijkheden van financiële modellen. 2. Fasen in het proces van bouwen van een financieel model Het proces met betrekking tot het bouwen van een financieel model bestaat uit de volgende fasen (zie figuur 2): 0838-0873 Figuur 2. Fasen bij het bouwen van een financieel model. Dit proces wordt niet altijd opeenvolgend doorlopen. Vaak wordt teruggegaan naar eerdere fasen in het proces. Om draagvlak te creëren voor het financiële model binnen de organisatie, is het van belang om het management/de betrokkenen zoveel mogelijk bij het proces van het bouwen van een financieel model te betrekken. Fase 1: Bepalen van de doelstelling(en) van het model Als eerste is het van belang om de doelstelling(en) van het financiële model te bepalen. Bij deze fase wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke probleem of vraagstuk is, wat voor soort beslissing moet worden genomen, welke aannames daarop van invloed zijn en bin44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–6 De kunst van financieel modelleren nen welke context de aannames kunnen veranderen. Voordat het financiële model wordt gebouwd, dient er een heldere afbakening van het probleem te zijn en een concrete doelstelling geformuleerd te zijn. Fase 2: Specificeren van het model Het specificeren van het model heeft betrekking op het bepalen van de soorten uitkomsten van het model, waarmee de beslissing dient te worden ondersteund. Bij investeringsbeslissingen kan onder meer worden gedacht aan netto contante waarde, terugverdientijd en omzetverwachting voor de komende jaren. Het bepalen van de uitkomsten vindt plaats samen met het management/de betrokkenen. Na het bepalen van de soorten uitkomsten, worden de soorten invoergegevens van het model bepaald. Het is ook hierbij van belang om samen met het management/de betrokkenen te komen tot gezamenlijk ondersteunde aannames. Het is essentieel om alle aannames die met betrekking tot het financiële model worden gemaakt, vast te leggen. Fase 3: Ontwerpen van het model Het ontwerpen van het model heeft betrekking op het in kaart brengen van de belangrijkste oorzaak-gevolgrelaties en berekeningen van het financiële model. Bij deze stap wordt aanbevolen om de oorzaak-gevolgrelaties in kaart te brengen middels een conceptueel model, dat wordt vastgelegd op papier (zie figuur 3). In deze fase wordt dus (samen met het management) bepaald, wat de gewenste mate van detail is van het financiële model. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een hogere mate van detail niet altijd tot betere uitkomsten leidt. Tevens is het van belang om vast te stellen welke software wordt gebruikt. Dit wordt in grote mate bepaald door de toepassing van het model. Als vuistregel kan worden gesteld dat wanneer een financieel model eenmalig wordt gebruikt (bijvoorbeeld voor een business case), het gebouwd wordt in een spreadsheetprogramma zoals Excel. Wanneer het model veelvuldig wordt gebruikt (bijvoorbeeld voor planning-en-control-doeleinden), wordt het model gebouwd in specialistische software (bijvoorbeeld Cognos, Essbase of Comshare). 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–7 0838-0874 Figuur 3. Conceptueel model. Fase 4: Verzamelen van gegevens Als alle invoergegevens bepaald zijn, is het van belang de gegevens te verzamelen. Het verzamelen van gegevens vindt op verschillende manieren plaats. Als eerste wordt gekeken, welke gegevens in de organisatie reeds voorhanden zijn en of deze van goede kwaliteit zijn en bruikbaar zijn. De overige benodigde gegevens kunnen worden verzameld door zowel primair als secundair onderzoek. Onder primair onderzoek wordt verstaan het verzamelen van gegevens door middel van onder meer interviews, workshops, enquêtes en focus groups. Onder secundair onderzoek wordt verstaan, het verzamelen van gegevens via het internet, publicaties, vakbladen en onderzoeksbureaus. Het is van belang om de bronnen van alle invoergegevens vast te leggen. Het verzamelen van gegevens kost meestal veel tijd. Dit komt in veel gevallen met name voort uit het niet voorhanden zijn van gegevens, gegevens die moeilijk toegankelijk zijn, gegevens over verschillende jaren met verschillende berekeningswijzen en matige betrokkenheid van degenen die de gegevens moeten opleveren. Fase 5: Bouwen van het financiële model Zoals in de inleiding is aangegeven, bevat 90% van de modellen fouten. Om deze fouten te reduceren, is een gestructureerde aanpak bij het bouwen van een financieel model een vereiste. Het is van belang om de volgende vijf modelstandaarden in acht te nemen bij het bouwen van financiële modellen (zie figuur 4): 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–8 De kunst van financieel modelleren 0838-0875 Figuur 4. Modelstandaarden (bron: KPMG). Ad 1: Separatie Bij het bouwen van een financieel model dienen invoergegevens, berekeningen en uitkomsten strikt gescheiden te worden. Dit kan bereikt worden door aparte werkbladen te hanteren (een werkblad voor de invoergegevens, een werkblad voor de berekeningen en een werkblad voor de uitkomsten). Om er zeker van te zijn, dat een individuele cel met invoergegevens niet wordt gemixt met een formule, wordt aanbevolen, dat een individuele cel of een invoergegeven bevat, of een formule. Ad 2: Consequentheid Met betrekking tot de structuur van het model, is het van belang om: – consistente kolommen in de verschillende werkbladen te hanteren (in kolom B wordt bijvoorbeeld jaar 1 gezet, in kolom C jaar 2, enzovoort); – consistente formules te hanteren op dezelfde rij (een en dezelfde formule gekopieerd over de verschillende kolommen). 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–9 Ad 3: Integriteit Hierbij is het van belang om controles in te bouwen of bijvoorbeeld de berekeningen wel optellen tot het totaal, of de balans in evenwicht is en of het marktaandeel niet boven de 100% uitkomt. Ad 4: Lineair Het model dient geen cirkelverwijzingen in berekeningen te bevatten. Ad 5: Beveiliging Beveiliging heeft betrekking op het beveiligen van werkbladen en werkboeken middels „wachtwoorden”. Op deze manier wordt voorkomen, dat niet-geautoriseerde gebruikers invoergegevens of formules wijzigen. Beveiliging is dus gericht op het voorkomen van fouten. Op de methodiek met betrekking tot het bouwen van een financieel model wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 3. Fase 6: Valideren van het model Nadat het financiële model gebouwd is, is het van belang om het model te valideren. Validatie vindt zowel plaats om fouten te reduceren, als het model te toetsen aan de werkelijkheid. Validatie kan op verschillende manieren plaatsvinden: – met behulp van speciaal ontworpen software tools (bijvoorbeeld Spreadsheet Professional). Deze tools controleren de structuur en de complexiteit van het model; – door het voorleggen van de uitkomsten van het financiële model aan een deskundige op het gebied van de te nemen beslissing; – door onafhankelijke review van een collega; – door vergelijking van de uitkomsten van het financiële model met historische gegevens; – door statistische toetsen om de betrouwbaarheid van het financiële model te achterhalen. Aangezien een financieel model gebaseerd is op inschattingen van toekomstige waarden (forecasts), is het belangrijk om op te merken dat de realiteit van de uitkomsten van een model staat of valt met de integriteit van de gemaakte aannames. Verder is het van belang dat de uitkomsten van het financiële model bij de betrokkenen gevoelsmatig kloppen. Fase 7: Implementeren van het model Nadat het financiële model gevalideerd is, dient het model te worden overgebracht aan de gebruikers en/of degenen die verantwoordelijk 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–10 De kunst van financieel modelleren zijn voor de beslissing die het model ondersteunt. De inhoud van de implementatie-fase hangt in grote mate af van het volgende: of het model eenmalig is gebouwd om een beslissing te ondersteunen, of dat het model regelmatig wordt gebruikt in de organisatie. In beide gevallen is het van belang om één persoon verantwoordelijk te stellen voor het eventueel wijzigen van gegevens en het versiebeheer. Indien het model regelmatig wordt gebruikt, is het van belang de gebruikers van het model training te geven over de functionaliteit. 3. Methodiek van het bouwen van een financieel model In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een financieel model in vijf stappen gebouwd kan worden. De aanname is, dat de lezer over basis financiële kennis en kennis van spreadsheet software (bijvoorbeeld Excel) beschikt. De diverse berekeningen in de vijf stappen worden geïllustreerd in de bijlagen. Omdat financieel modelleren alleen geleerd kan worden door het zelf te doen, wordt aan de lezer aangeraden de vijf stappen zelf te maken in een spreadsheet. Het resultaat is een eenvoudig doch integraal financieel model, welke een goede basis vormt voor de ondersteuning van allerlei business-beslissingen. In dit hoofdstuk worden alleen de meest essentiële berekeningen beschreven. Meer geavanceerde berekeningen, die buiten de reikwijdte van dit artikel vallen, zijn bijvoorbeeld: – voorzieningen; – compensabele verliezen; – dividend; – verwerving groepsmaatschappijen en goodwill; – desinvesteringen in vaste activa. Stap 1: Zet de werkbladen op Aannames. Nadat in Excel een nieuw bestand geopend is, worden op het eerste werkblad van dit nieuwe bestand algemene informatie en, later, de gemaakte aannames beschreven. Voorbeelden van gemaakte aannames zijn berekeningswijzen van onder meer de netto contante waarde, waarderingsgrondslagen en de bron en de wijze waarop inputgegevens zijn bepaald. Dit werkblad wordt „Aannames” genoemd. Een voorbeeld van zo’n eerste werkblad is te vinden in de bijlage (zie bijlage; figuur I). In deze stap krijgt het financiële model een titel (klant, project, versie van het model, naam van het 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–11 werkblad) en worden algemene zaken zoals de naam van het bestand, de naam van de bouwer van het model, de startdatum van het model en de huidige datum beschreven. Input. Een tweede werkblad bevat alle invoergegevens van het financiële model. Dit werkblad wordt „Input” genoemd. De invoergegevens hebben betrekking op de winst-en-verliesrekening (bijvoorbeeld de prijzen van producten of de salarissen van de werknemers), de balans (een openingsbalans) en het kasstromenoverzicht (bijvoorbeeld de gemiddelde betalingstermijn van debiteuren). In deze stap wordt alvast de startperiode van het model, de jaarindexen (eerste periode is 1, tweede periode is 2, enzovoort) en het aantal dagen in een periode gedefinieerd (zie bijlage; figuur II). Output. Het derde werkblad dat wordt opgezet, zal later de uitkomsten van de berekeningen in het financiële model bevatten. Dit werkblad wordt „Output” genoemd. Deze wordt beschreven in de vorm van een winst-en-verliesrekening, een balans en een kasstromenoverzicht. De drie financiële overzichten worden in één werkblad opgezet. Aan te raden is te beginnen met een indeling van een winst-enverliesrekening, daaronder een indeling van een balans en tenslotte een indeling van een kasstromenoverzicht. Tip: voor de herkenning van de uitkomsten is het aan te bevelen de indeling volgens de financiële verslagen van het eigen bedrijf te gebruiken. In deze paragraaf wordt uitgegaan van vereenvoudigde financiële verslagen. Een voorbeeld hiervan is in de bijlage opgenomen (zie bijlage; figuur III). Berekeningen W&V. De indeling van de winst-en-verliesrekening die is opgenomen in het „Output” werkblad wordt tweemaal gekopieerd. Eenmaal in het „Input” werkblad (onder de algemene input) en eenmaal in een vierde werkblad, welke „Berekeningen W&V” wordt genoemd (zie bijlage; figuur IV). Voor de winst-en-verliesrekening zijn enkel toekomstige waarden relevant (forecasts). Berekeningen balans. De indeling van de balans die is opgenomen in het „Output” werkblad wordt ook tweemaal gekopieerd. Eenmaal in het „Input” werkblad (onder de invoergegevens van de winst-enverliesrekening) en eenmaal in een vijfde werkblad, welke „Berekeningen balans” wordt genoemd (zie bijlage; figuur V). In tegenstelling tot de winst-en-verliesrekening worden geen forecasts ingevoerd, maar de openingsbalans (bijvoorbeeld wanneer de eerste periode in het financiële model 2002 is, wordt de balans van 31 december 2001 ingevoerd). 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–12 De kunst van financieel modelleren Berekeningen CF. De indeling van het kasstromenoverzicht die is opgenomen in het „Output” werkblad wordt slechts eenmaal gekopieerd en wel in een zesde werkblad, welke „Berekeningen CF” wordt genoemd (zie bijlage; figuur VI). In het „Input” werkblad komen slechts een aantal invoergegevens die te maken hebben met de timing van de kasstromen (omloopsnelheid van de voorraad, debiteurendagen, crediteurendagen, ontvangsten uit geplaatst kapitaal en ontvangsten uit en aflossingen van langlopende schulden). Na deze stap kan worden begonnen met het modelleren. Stap 2: Modelleer de winst-en-verliesrekening (tot en met het bedrijfsresultaat) Hieronder wordt de modellering van de winst-en-verliesrekening tot en met het bedrijfsresultaat in het werkblad „Berekeningen W&V” beschreven (getallenvoorbeelden zijn te vinden in de bijlage; figuur VII en VIII): – Netto-omzet. In het „Input” werkblad worden de aantallen producten en de prijzen per product opgenomen. In het „Berekeningen W&V” werkblad wordt de netto-omzet berekend als aantal maal prijs. Tip: laat in het „Input” werkblad de relevante eenheden (aantal, euro, dagen, enzovoort) zien; dit maakt in een oogopslag duidelijk wat de getallen voorstellen. Tip: herhaal de invoergegevens in het „Berekening W&V” werkblad; dit maakt de berekeningen inzichtelijker. Tip: beschrijf alle aannames in woorden in het werkblad „Aannames”; dit versnelt latere validatie van het model. – Inkoopwaarde van de omzet. In het „Input” werkblad wordt als invoergegeven de inkoopwaarde van de omzet als percentage van de netto-omzet opgenomen. In het „Berekeningen W&V” werkblad wordt de inkoopwaarde van de omzet berekend als netto-omzet maal het percentage uit het „Input” werkblad. Tip: laat invoergegevens van kosten zien als een negatief bedrag. Dit maakt in één oogopslag duidelijk wat de opbrengsten en wat de kosten zijn in de winst-en-verliesrekening en in de berekeningen kunnen in dat geval altijd optellingen worden gebruikt. – Bruto marge. Hier zijn geen invoergegevens voor nodig. In het „Berekeningen W&V” werkblad worden simpelweg de nettoomzet en de inkoopwaarde van de omzet (een negatief getal) bij elkaar opgeteld. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren – – – B1200–13 Lonen en salarissen. In het „Input” werkblad wordt de formatie (uitgedrukt in taken of FTE) en het gemiddelde salaris per taak (brutosalaris inclusief pensioenen en bonussen maar exclusief sociale lasten) opgenomen. In het „Berekeningen W&V” werkblad worden de lonen en salarissen berekend als aantal (FTE) maal prijs (gemiddeld salaris). Sociale lasten. In het „Input” werkblad wordt een percentage sociale lasten ingevoerd. In het „Berekeningen W&V” werkblad worden de sociale lasten berekend als lonen en salarissen maal het percentage sociale lasten. Afschrijvingen. In dit artikel wordt uitgegaan van twee soorten vaste activa: bestaande vaste activa en investeringen in nieuwe vaste activa. Omdat elke soort vaste activa een andere levensduur kent (de aanname is dat nieuwe vaste activa langer meegaan dan bestaande vaste activa) zijn twee soortgelijke „modules” van berekeningen nodig. Hieronder wordt de berekening van de afschrijvingen op nieuwe vaste activa beschreven. De berekening van de afschrijvingen op bestaande vaste activa verloopt op gelijke wijze. Tip: wanneer afschrijvingen van meerdere groepen vaste activa (immateriële en materiële vaste activa of meerdere groepen materiële vaste activa met elk een andere levensduur) berekend dienen te worden, is het aan te bevelen een nieuwe werkblad te openen (bijvoorbeeld „Berekeningen vaste activa”) en de hieronder beschreven „module” meerdere malen te kopiëren (let wel op de juiste connecties met het „Input” werkblad!). Uit het „Input” werkblad wordt de investering in nieuwe vaste activa gehaald („af te schrijven vaste activa”) en cumulatief gemaakt („cumulatieve af te schrijven activa”). Door middel van een indexfunctie (deze functie vergelijkt de gemiddelde levensduur van de nieuwe vaste activa met de jaarindex) wordt vastgesteld wanneer de „af te schrijven activa” volledig afgeschreven zijn („volledig afgeschreven activa”), waarna dit cumulatief gemaakt wordt („cumulatieve volledig afgeschreven activa”). Van de „cumulatieve af te schrijven activa” worden nu de „cumulatieve volledig afgeschreven activa” afgetrokken. Dit resulteert in de „nog af te schrijven activa” (in de perioden dat de „cumulatieve volledig afgeschreven activa” gelijk zijn aan de „cumulatieve af te schrijven activa” zijn de „nog af te schrijven activa” nul). Om de afschrijvingen te berekenen worden de „nog af te schrijven activa” gedeeld door de gemiddelde levensduur van de nieuwe vaste activa uit het „Input” werkblad. De afschrijvingen op nieuwe vaste activa en de afschrijvingen op bestaande vaste activa worden vervolgens opgeteld. N.B. Voor de 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–14 – – – De kunst van financieel modelleren balans worden ook de netto boekwaarden van de nieuwe en bestaande vaste activa berekend door de „cumulatieve af te schrijven activa” en de „cumulatieve afschrijvingen” (een negatief bedrag) op te tellen. Overige bedrijfskosten. De invoer van de overige bedrijfskosten kan als bedrag in euro worden gedaan in het werkblad „Input”. In het „Berekeningen W&V” werkblad kan dit simpelweg worden herhaald. Som der bedrijfslasten. Hier zijn geen invoergegevens voor nodig. In het „Berekeningen W&V” werkblad worden de lonen en salarissen, de sociale lasten, de afschrijvingen en de overige bedrijfskosten bij elkaar opgeteld. Bedrijfsresultaat. Hier zijn geen invoergegevens voor nodig. In het „Berekeningen W&V” werkblad worden de bruto marge en de som der bedrijfslasten (een negatief bedrag) bij elkaar opgeteld. Het is nog niet mogelijk de berekeningen van de winst-en-verliesrekening af te ronden, omdat eerst de rentebaten en -lasten dienen te worden berekend in het kasstromenoverzicht (zie stap 4) en vervolgens de winstbelasting (zie stap 5). Stap 3: Modelleer de balans (vaste activa, werkkapitaal en langlopende schulden) Hieronder wordt de modellering van een gedeelte van de balans in het werkblad „Berekeningen balans” beschreven (zie bijlage; figuur IX): – Vaste activa. Uit de berekeningen van de afschrijvingen in het „Berekening W&V” werkblad worden de netto boekwaarden van bestaande en nieuwe vaste activa opgeteld. – Werkkapitaal. Dit is het totaal van voorraad, handelsvorderingen en handelscrediteuren. De berekening van voorraden, handelsvorderingen of debiteuren (beide aan de activazijde van de balans) en crediteuren (aan de passivazijde van de balans) verloopt volgens eenzelfde stramien. Hieronder wordt de berekening van de handelsvorderingen beschreven. Vanuit het werkblad „Input” wordt de betalingstermijn van de debiteuren („debiteurendagen”) gehaald. Dit gegeven heeft betrekking op na hoeveel dagen het bedrijf het geld van de verkopen ontvangt (in vergelijking: de omloopsnelheid van de voorraad vertelt hoeveel dagen voorraad het bedrijf aanhoudt). Deze betalingstermijn wordt afgezet tegen het aantal dagen in de desbetreffende pe44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren – B1200–15 riode, waardoor in feite een percentage ontstaat. De slotbalans van de handelsvorderingen is het resultaat van de formule „netto-omzet maal het aantal debiteurendagen gedeeld door het totaal aantal dagen in een periode”. De ontvangen handelsvorderingen zijn het resultaat van de formule „openingsbalans plus netto-omzet minus slotbalans”. Langlopende schulden. De slotbalans is het resultaat van de berekening openingsbalans plus ontvangsten minus aflossingen. De openingsbalans, de ontvangsten en de aflossingen worden uit het „Input” werkblad gehaald. Stap 4: Modelleer het kasstromenoverzicht (tot en met interest) In het „Berekeningen W&V” werkblad is het bedrijfsresultaat berekend. Dit is het startpunt van de berekeningen van het kasstromenoverzicht. Voor de modellering van het kasstromenoverzicht in het werkblad „Berekeningen CF” zijn de volgende berekeningen van belang (zie bijlage; figuur X): – Openingsbalans. Uit het „Input” werkblad wordt de openingsbalans van de liquide middelen (activazijde van de balans) en de kortlopende schulden (passivazijde van de balans) opgenomen. Door in de formule te verwijzen naar de jaarindex wordt in de eerste periode van het model het netto bedrag aan liquide middelen en kortlopende schulden uit de openingsbalans genomen (als de jaarindex gelijk is aan 1) en in latere perioden van het model de slotbalans van liquide middelen en kortlopende schulden uit een voorgaande periode genomen (als de jaarindexen groter zijn dan 1). Tip: laat positieve cashflows zien als een positief bedrag en negatieve cashflows als een negatief bedrag. – Kasstroom uit operationele activiteiten. Uit het „Berekeningen W&V” werkblad wordt het bedrijfsresultaat genomen. Omdat niet alle winst-en-verlies-items die onder het bedrijfsresultaat vallen kasstromen zijn, dient dit te worden gecorrigeerd met: • Afschrijvingen. Omdat afschrijvingen geen cashflow zijn, maar een verdeling van een investeringsuitgave over meerdere perioden waarin een vaste activa wordt gebruikt, worden deze weer bij het bedrijfsresultaat opgeteld. • Werkkapitaal. Uit het werkblad „Berekeningen balans” wordt de toe- of afname van het werkkapitaal genomen. Een toename van de handelsvorderingen betekent, dat niet alle netto-omzet is ontvangen als cashflow; deze toename wordt als negatieve correctie opgenomen. Een afname van 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–16 – – – – De kunst van financieel modelleren de voorraden betekent dat de netto-omzet uitgaven uit eerdere perioden bevat; deze afname wordt als positieve correctie opgenomen. Een afname van de handelscrediteuren betekent dat het bedrijf meer dan de huidige kosten heeft betaald. Deze afname wordt als negatieve correctie opgenomen. Kasstroom uit investeringsactiviteiten. Uit het „Input” werkblad worden de investeringen in nieuwe vaste activa (een negatief bedrag) opgenomen. Kasstroom uit financieringsactiviteiten. Uit het „Input” werkblad worden de ontvangsten uit geplaatst kapitaal (bijvoorbeeld door uitgifte van nieuwe aandelen) en de ontvangsten uit en aflossingen van langlopende schulden opgenomen. Netto kasstroom voor interest en belasting. Hier zijn geen invoergegevens voor nodig. De netto kasstroom voor interest en belasting is de optelling van de kasstromen uit operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten. De openingsbalans van liquide middelen / kortlopende schulden (eerste regel in de kasstromenberekeningen) wordt niet mee opgeteld. Interest. Vervolgens wordt de interest op langlopende schulden en netto kasstroom berekend. De berekening van de te betalen rente op langlopende schulden is relatief eenvoudig. Uit het werkblad „Berekeningen balans” worden de openings- en slotbalans van langlopende schulden gehaald. Vervolgens wordt er een gemiddelde stand berekend. Uit het „Input” werkblad wordt de rente op langlopende schulden gehaald en vermenigvuldigt met de gemiddelde stand van de langlopende schulden. De berekening van de te betalen of de te ontvangen rente op de netto kasstroom verloopt op soortgelijke wijze. De slotbalans van de liquide middelen wordt berekend als openingsbalans plus netto kasstroom voor interest en belasting. Vervolgens wordt van de openings- en de slotbalans een gemiddelde stand berekend. Al naar gelang het presteren van het bedrijf kan deze gemiddelde netto kasstroom positief of negatief zijn. Wanneer dit positief is, wordt het vermenigvuldigd met een rente op liquide middelen vanuit het „Input” werkblad en is het resultaat een rentebate (oftewel het bedrijf heeft positieve liquide middelen, waarover zij een rente ontvangt van de bank). Wanneer dit negatief is wordt het vermenigvuldigd met een rente op kortlopende schulden vanuit het „Input” werkblad en is het resultaat een rentelast (oftewel het bedrijf moet kortlopende schulden aantrekken, waarvoor zij de bank een rente moet betalen). 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–17 Het is nog niet mogelijk de berekening van het kasstromenoverzicht af te ronden, omdat eerst de belasting op het resultaat moet worden uitgerekend in het werkblad „Berekeningen W&V”. Stap 5: Rond de modellering af In het „Berekening W&V” werkblad was de winst-en-verliesrekening berekend tot en met het bedrijfsresultaat. Vanuit het „Berekening CF” werkblad kunnen nu de rentelasten en -baten in de winsten-verliesrekening gebracht worden (zie bijlage; figuur XI): – Rentebaten. Wanneer het bedrijf positieve liquide middelen heeft kunnen hier de bijbehorende rentebaten opgenomen worden vanuit het werkblad „Berekeningen CF”. – Rentelasten. Dit bestaat minimaal uit de te betalen interest op langlopende schulden (zie de desbetreffende berekening in het „Berekeningen CF” werkblad). Wanneer het bedrijf kortlopende schulden moet aantrekken kunnen ook de bijbehorende rentelasten hier worden opgenomen vanuit het werkblad „Berekeningen CF”. De som van het bedrijfsresultaat, de rentebaten en de rentelasten (een negatief bedrag) leidt tot het resultaat voor belastingen. Voor de berekening van de winstbelasting wordt het resultaat voor belastingen, indien dit positief is, vermenigvuldigt met het percentage vennootschapsbelasting vanuit het „Input” werkblad. De som van het resultaat voor belasting en de winstbelasting (een negatief bedrag) is het resultaat na belasting. Hiermee wordt de berekening van de winst-en-verliesrekening besloten. In het „Berekeningen CF” was het kasstromenoverzicht berekend tot en met de interest. Nu de berekening van de winst-en-verliesrekening is afgerond, wordt de winstbelasting in het kasstromenoverzicht opgenomen. De slotbalans van liquide middelen/kortlopende schulden is de som van de openingsbalans, de netto kasstroom voor interest en belasting, interest op langlopende schulden, interest op de netto kasstroom (liquide middelen of kortlopende schulden) en winstbelasting. Is de slotbalans positief dan betekent dit dat het bedrijf geld op de bank heeft. Is de slotbalans negatief dan betekent dit dat het bedrijf kortlopende schulden heeft moeten aantrekken. In het werkblad „Berekeningen balans” ontbreken nog de berekeningen voor het eigen vermogen, de liquide middelen en de kortlopende schulden. De slotbalans van het eigen vermogen is de som 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–18 De kunst van financieel modelleren van de openingsbalans, de ontvangsten uit geplaatst kapitaal (beide uit het „Input” werkblad) en het resultaat na belastingen (uit het „Berekeningen W&V” werkblad). De slotbalans van de liquide middelen of kortlopende schulden wordt uit het werkblad „Berekeningen CF” gehaald. N.B. Door de werking van het model is altijd één van deze twee balansitems nul. Tip: nadat alle uitkomsten ook in het „Output” werkblad zijn geplaatst kan in het werkblad „Berekeningen balans” nog een aantal controleberekeningen worden gemaakt; zo is de berekening totale activa minus totale passiva een goede check of het totale financiële model in evenwicht is. 4. Toepassingsmogelijkheden Een financieel model staat nooit op zichzelf. Zoals in de inleiding is beschreven, wordt een financieel model gebouwd bij zowel business cases met betrekking tot het betreden van nieuwe markten, het introduceren van nieuwe producten en investeringsvraagstukken, als de planning-en-control-cyclus. Er kan worden gesteld, dat daar waar een belangrijke business beslissing genomen dient te worden, een financieel model altijd onderdeel moet uitmaken van het besluitvormingsproces. In deze paragraaf worden enkele concrete toepassingsmogelijkheden van het financiële model beschreven. Dit betekent dat boven op de „kern” van het financiële model (bestaande uit de toekomstige winst-en-verliesrekening, balans en kasstromenoverzicht van het bedrijf) een aantal financiële evaluatiemodules gebouwd kunnen worden. Deze modules maken allemaal gebruik van de uitkomsten van de berekeningen in de „kern” van het financiële model. De toepassingen kunnen variëren van een gevoeligheidsanalyse, waarmee de meest gevoelige variabelen worden geïdentificeerd, tot additionele berekeningen die gebruik maken van de informatie uit het model (bijvoorbeeld een netto contante waarde berekening). Tip: Voor meer visueel ingestelde managers is het aan te bevelen gebruik te maken van grafische representaties van de informatie. In deze paragraaf worden de volgende toepassingsmogelijkheden beschreven: gevoeligheidsanalyse, scenario-analyse, management cockpit, netto contante waarde, een Dupont chart en de waardeketen. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–19 Gevoeligheidsanalyse Het doel van gevoeligheidsanalyse is duidelijk te maken hoe gevoelig de uitkomsten van het model zijn voor veranderingen in individuele aannames. Gevoeligheidsanalyse geeft aan wat de belangrijkste invoergegevens en hun onderliggende aannames zijn en welke variabelen slechts een geringe impact hebben op de uitkomst van het financiële model. Bij het identificeren van de belangrijkste gevoeligheden, is het van belang om met de volgende factoren rekening te houden: – Identificeer die variabelen, waarvan verwacht mag worden, dat ze de grootste impact zullen hebben op de uitkomst van het financiële model. – Bedenk welke variabelen het meeste risico met zich meedragen. – Let vooral op de neerwaartse gevoeligheid. Bij bijvoorbeeld investeringsbeslissingen, zijn over het algemeen de geldverschaffers meer geïnteresseerd in wat er gebeurt als de verwachte netto contante waarde niet wordt gerealiseerd dan wanneer deze wordt overschreden. – Ga na of en in hoeverre veranderingen in één variabele (bijvoorbeeld prijs) leiden tot veranderingen in een andere variabele (bijvoorbeeld afzet). Aangeraden wordt om de gevoeligheidsanalyse op de volgende wijze in het financiële model op te nemen: – Gebruik „gevoeligheids-drivers”: dit zijn afzonderlijke cellen in het „Input” werkblad. Hierdoor is het mogelijk om de waarde in slechts één cel te wijzigen om verschillende gevoeligheidsanalyses uit te voeren. – Creëer een nieuw werkblad in het financiële model tussen het originele „Input” werkblad en het werkblad met de berekeningen voor de gevoeligheids-drivers waarmee de gevoeligheidsanalyse wordt uitgevoerd. – Zorg dat de cellen met berekeningen verwijzen naar de gevoeligheids-drivers in het nieuwe werkblad. Door middel van een verwijzing tussen de gevoeligheids-drivers in het nieuwe werkblad en de gevoeligheids-drivers in het Input werkblad, kunnen de waarden van de gevoeligheids-drivers in het „Input” werkblad worden gewijzigd. Hierdoor verandert uiteindelijk de uitkomst van het model. De gevoeligheidsanalyse kan worden geïllustreerd door middel van een grafiek die het effect aangeeft op een belangrijke uitkomst als gevolg van een verandering van waarde van de gevoeligheids-driver. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–20 De kunst van financieel modelleren Scenario-analyse Scenario-analyse wint steeds meer aan populariteit bij verschillende organisaties in verschillende branches, zoals Shell, Xerox, en KPN. Scenario-analyse stelt organisaties in staat om op een gestructureerde wijze voorstellingen te maken van de belangrijkste onzekerheden in de toekomst. Daarnaast wordt door middel van scenarioanalyse inzicht verkregen in de impact van alternatieve strategieën op de bedrijfsomgeving. Een scenario wordt opgesteld door een combinatie van verschillende invoergegevens die op elkaar inwerken. Scenario’s kunnen op de volgende manier worden opgesteld: – Bepaal de invoergegevens die het meest van invloed zijn op de uitkomst van het financiële model. – Stel een beslissingsboom op aan de hand van de verschillende variabelen. Om voor een uitgever de winstgevendheid van het elektronisch publiceren van een krant in te schatten, zijn de volgende variabelen van invloed: penetratie van het internet bij de consument, substituten van de elektronische krant, de bereidheid van de consument om een krant vanaf het internet te lezen en de kosten van papier. Figuur 5 geeft de beslissingsboom weer voor de uitgever. 0838-0876 Figuur 5. – Beslissingsboom. Schat verschillende waarden in voor de invoergegevens die worden meegenomen in de scenario-analyse. Het wordt aangeraden om deze invoergegevens in een apart werkblad te zetten tussen het „Input”werkblad en het berekeningenwerkblad (indien te- 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren – B1200–21 vens een gevoeligheidsanalyse is uitgevoerd, worden de inputwaarden op hetzelfde werkblad gezet als de gevoeligheids-drivers). Het is hierbij van belang om verwijzingen met het berekeningenwerkblad en het „Input”werkblad te creëren. Verwerk de verschillende scenario’s. Meestal worden drie verschillende scenario’s geïdentificeerd, bestaande uit een combinatie van invoergegevens. Bij het interpreteren van de uitkomsten van de verschillende scenario’s, is het van belang om rekening te houden met de waarschijnlijkheid van de verschillende scenario’s. Management cockpit Het wordt aangeraden om in het financiële model een management cockpit te maken, die de belangrijkste variabalen en uitkomsten van het financiële model aan het management weergeeft. Over het algemeen is het management met name geïnteresseerd in de uitkomsten van het model en in „What-if”-vragen. De management cockpit wordt gemaakt in een nieuw werkblad, welke „Management cockpit” wordt genoemd. In de bijlage is een voorbeeld van een management cockpit bijgevoegd (zie bijlage; Figuur XII). Weergave van de belangrijkste uitkomsten vindt in de management cockpit plaats door middel van overzichtelijke grafieken. Dit kunnen grafieken zijn die bijvoorbeeld de netto contante waarde, de economisch gerealiseerde winst, de omzetontwikkeling en de kasstroomontwikkeling weergeven. Tevens wordt in de management cockpit het management de mogelijkheid gegeven te experimenteren met verschillende scenario’s. Ook worden in de management cockpit vaak knoppen gemaakt om de belangrijkste invoergegevens, zoals de verkoopprijs, de kostprijs, de marktgroei en het verwachte marktaandeel te variëren, zodat belangrijke „What-if”-vragen kunnen worden beantwoord. Netto contante waardeberekening In een nieuw werkblad, dat „Berekeningen NCW” wordt genoemd, kan voor de perioden in het model een netto contante waardeberekening gemaakt worden op basis van de cashflows uit het „Berekeningen CF” werkblad (zie bijlage; Figuur XIII). Omdat een netto contante waarde vaak wordt berekend vóór interest is het noodzakelijk eerst een pro forma belasting te berekenen op basis van het resultaat voor interest en belasting. N.B. In het werkblad „Berekeningen W&V” wordt belasting berekend op basis van het resultaat vóór belastingen. Bij het resultaat voor belasting 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–22 De kunst van financieel modelleren worden rentebaten en rentelasten weer opgeteld (let op het teken!). Vervolgens wordt het resultaat voor interest en belasting vermenigvuldigd met het percentage vennootschapsbelasting uit het werkblad „Input”. De netto contante waarde is gebaseerd op vrije kasstromen. Dit omvat de kasstroom uit bedrijfsoperaties (kasstroom uit operationele activiteiten minus interest en belasting), kasstroom uit investeringsactiviteiten en (pro forma) winstbelasting. Op basis van een interne rentevoet worden de verdisconteringfactoren vastgesteld. De interne rentevoet van een organisatie is een rentepercentage welke de kosten van het eigen vermogen en het vreemd vermogen tot uitdrukking brengt. Het bepalen van de relevante interne rentevoet valt buiten de reikwijdte van dit artikel. Een verdisconteringfactor is het resultaat van de formule 1/(1+r)n waarbij r de interne rentevoet en n de relevante periode is. Dit betekent dat, naarmate de tijd verstrijkt, de verdisconteringfactor steeds kleiner wordt. Dit is een uitdrukking van het monetaire beginsel dat „een euro nu ontvangen meer waard is dan een euro ontvangen over een jaar”. De vrije kasstromen maal de verdisconteringfactor levert de contante waarden van de vrije kasstromen op. Bij een netto contante waardeberekening wordt vaak rekening gehouden met de continuïteit van het bedrijf. Omdat het financiële model een x-aantal perioden omvat wordt de contante waarde van de eindwaarde van het bedrijf als volgt benaderd: de vrije kasstroom van de laatste periode in het model wordt vermenigvuldigd met een „multiplier” (1/r waarbij r de interne rentevoet is) en verdisconteerd met de verdisconteringfactor van de laatste periode. Ten slotte worden de contante waarden van de vrije kasstromen en de contante waarde van de eindwaarde opgeteld om tot de totale netto contante waarde te komen. Tip: laat de individuele componenten van een totale netto contante waarde grafisch zien (zie figuur 6): Uit figuur 6 is af te lezen, dat de totale netto contante waarde positief is. Echter, als de eindwaarde buiten beschouwing wordt gelaten, is de netto contante waarde negatief. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–23 0838-0877 Figuur 6. Individuele componenten netto contante waarde. Dupont chart Een Dupont chart is een grafische representatie van de elementen die het rendement op het geïnvesteerd vermogen van een onderneming bepalen (Return On Capital Employed of ROCE). Uit de winst-en-verliesrekening zijn deze elementen de netto-omzet, de inkoopwaarde van de omzet (leidend tot de bruto marge) en de bedrijfslasten (leidend tot het bedrijfsresultaat). Uit de balans zijn deze elementen het werkkapitaal (voorraden, handelsvorderingen en handelscrediteuren) en de vaste activa (leidend tot het geïnvesteerd vermogen). Het Dupont chart ziet er als volgt uit (zie figuur 7): De waarden in het Dupont chart hierboven zijn de waarden voor de eerste periode (er kan ook een knop worden gemaakt om andere perioden te selecteren) de grafieken geven het verloop van de waarden weer over meerdere (hier: vijf) perioden. Wanneer een financieel model wordt gebruikt voor het maken van de business cases van kostenreductie-initiatieven kan een Dupont chart inzichtelijk maken wat de diverse initiatieven betekenen voor het rendement van de desbetreffende organisatie (de „bottom line”). Waardeketen Wanneer een financieel model gebruikt wordt voor interne toepassingen zoals reorganisaties, kostenreductie of planning en control en de kosten van de organisatie in kaart worden gebracht met behulp 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–24 De kunst van financieel modelleren 0838-0878 Figuur 7. Dupont chart. van de activity-based costing (ABC) methode, is het aan te bevelen een grafisch overzicht zoals de waardeketen te gebruiken om inzichtelijk te maken waar de meeste kosten van de organisatie worden gemaakt en wat de invloed van de diverse initiatieven op deze kosten zijn. 5. Samenvatting Een financieel model is hét instrument voor het ondersteunen van management in het nemen van belangrijke beslissingen. Met een model kunnen business cases met betrekking tot onder meer het betreden van nieuwe markten, investeringsvraagstukken en reorganisaties opgesteld worden of kunnen budgetten en (rolling) forecasts doorgerekend worden. Onderzoek wijst uit dat 90% van de modellen fouten bevat. Het is dus essentieel om een financieel model volgens een vaste gestructureerde methodiek te bouwen. De methodiek omvat zeven fasen: bepalen van de doelstellingen, specificeren, ontwerpen, verzamelen van gegevens, bouwen, valideren en implementeren. In de praktijk wordt dit proces niet altijd opeenvolgend doorlopen, maar wordt vaak teruggegaan naar eerdere fasen. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–25 Vooraf is het van belang om de mate van detail van het te bouwen model vast te stellen. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat een hogere mate van detail niet altijd tot betere uitkomsten leidt. Het zijn juist de gebruikte gegevens en aannames over toekomstige ontwikkelingen, die het meest bepalend zijn voor de realiteitswaarde van de uitkomsten van een model. In de praktijk vraagt het verzamelen van gegevens en het bereiken van consensus over aannames dan ook de meeste tijd. Al naar gelang de aard van de te nemen managementbeslissing kan het financiële model zaken zoals gevoeligheidsanalyse, scenarioanalyse, management cockpit, netto contante waarde, een Dupont chart en/of een waardeketen bevatten. Deze additionele componenten van een model, die vaak grafisch weergegeven worden, bieden inzicht en overzicht en helpen management om op onderbouwde wijze snel de juiste beslissingen te nemen en de risico’s te overzien. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–26 De kunst van financieel modelleren Bijlage Paragraaf 3. Stap 1: Methodiek van het bouwen van een financieel model Zet de werkbladen op 0838-0879 Figuur I. Aannames. 0838-0880 Figuur II. Input. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren B1200–27 0838-0881 Figuur III. Output. 0838-0882 Figuur IV. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl Berekeningen W&V. oktober 2003 b/1200 B1200–28 De kunst van financieel modelleren 0838-0883 Figuur V. Berekeningen balans. 0838-0884 Figuur VI. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl Berekeningen CF. oktober 2003 b/1200 De kunst van financieel modelleren Stap 2: B1200–29 Modelleer de winst-en-verliesrekening (tot en met het bedrijfsresultaat) 0838-0885 Figuur VII. Winst-en-verliesrekening (tot en met brutomarge). 0838-0886 Figuur VIII. 44 Cost Engineers Winst-en-verliesrekening (tot en met bedrijfsresultaat). www.factomedia.nl oktober 2003 b/1200 B1200–30 Stap 3: De kunst van financieel modelleren Modelleer de balans (vaste activa, werkkapitaal en langlopende schulden) 0838-0887 Figuur IX. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 Balans. b/1200 De kunst van financieel modelleren Stap 4: B1200–31 Modelleer het kasstromenoverzicht (tot en met interest) 0838-0888 Figuur X. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl Kasstromenoverzicht. oktober 2003 b/1200 B1200–32 Stap 5: De kunst van financieel modelleren Rond de modellering af 0838-0889 Figuur XI. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl oktober 2003 Afronding. b/1200 De kunst van financieel modelleren Paragraaf 4. B1200–33 Toepassingsmogelijkheden 0838-0890 Figuur XII. Management cockpit. 0838-0891 Figuur XIII. 44 Cost Engineers www.factomedia.nl Netto contante waarde berekening. oktober 2003 b/1200