Zesde zondag in de paastijd (C) BEGROETING V Moge de wijsheid en de kracht van God hier in ons midden zijn, in naam van Vader, Zoon en heilige Geest. ofwel V Van harte welkom u allen wij deze viering. Welkom in Naam van de Levende God: Vader, Zoon en heilige Geest. INLEIDING L De Geest, de Helper, die Jezus bij zijn afscheid beloofd heeft, blijkt krachtdadig en vernieuwend werkzaam in de jonge kerk. Daarvan getuigt de eerste lezing van vandaag. Zelfs de gevoeligste conflicten worden niet op de spits gedreven, maar in goed overleg - en geholpen door de Geest - opgelost. ofwel L Op deze zesde zondag van Pasen komt het afscheid van Jezus in zicht. Wat ons van Hem blijft, is zijn woord, zijn voorbeeld en de vrede die Hij ons nalaat. Om die vrede uit te dragen wordt ons de Trooster, de Helper beloofd. 'Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen'. 1 BEKERINGSMOMENT V Omdat wij niet altijd met vertrouwen uitzien naar de komst van de heilige Geest in onze wereld en in onszelf, belijden wij onze schuld. L Heer, Gij hebt onder ons geleefd en kent onze zwakheid… V Heer, ontferm U over ons. L Christus, Gij hebt ons onderricht door uw verrassende uitspraken… V Christus, ontferm U over ons. L Heer, Gij beloofde ons de Geest om ons te herinneren aan U… V Heer, ontferm U over ons. V Moge de wijze en barmhartige God medelijden hebben met ons, onze fouten en tekorten vergeven en door zijn heilige Geest ons leiden naar eeuwig leven. ofwel V Voor zover wij door eigen schuld de vrede in gevaar brengen, vragen wij aan God en aan elkaar om vergeving. L Wanneer wij, overtuigd van ons eigen gelijk, barrières opwerpen die uw vrede in de weg staan… V Heer, ontferm U over ons. L Wanneer wij, in naam van het geloof, 2 tegenover elkaar staan en elkaar verketteren… V Christus, ontferm U over ons. L Wanneer wij door allerlei omstandigheden niet toekomen aan onszelf en geen vrede scheppen in ons hart… V Heer, ontferm U over ons. V Moge God ons vergeven, moge Hij naar ons omzien met mildheid en liefde en ons opnemen in zijn huis, waar leven is tot in eeuwigheid. OPENINGSGEBED V Eeuwige God, Gij zijt niet hoog en breed van ons vandaan, maar bij uw mensen wilt Gij wonen. Zend ons vanuit de hoge uw heilige Geest, opdat die ons in herinnering mag brengen, hoe wij U ter harte gaan, hoe Gij alles voor ons ten beste leidt in Jezus messias, uw Zoon, onze Heer. ofwel V Heer, onze God, zie genadig neer op uw gemeenschap die in de naam van Jezus hier verzameld is. Wij bidden dat uw heilige Geest ons leert en in herinnering brengt al wat de Heer gezegd heeft. Dan zullen wij zijn gebod volbrengen, en voor elkaar liefde, vrede en vreugde zijn. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. 3 ofwel V Gij, die wilt wonen onder mensen, doe ons uw woord bewaren en zeg ons dit uur hoe wij uw vrede binnengaan met Hem, die bij U leeft en ons vertrouwd maakt met U, in deze vreugdevolle tijd en heel ons leven. ofwel V Almachtige God, geef dat wij met ons hart bij deze viering zijn en in de vreugde delen van de dagen waarop wij de verrezen Heer gedenken. Verleen dat het paasmysterie doorklinkt in ons leven als het werk weer onze volle aandacht vordert. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. INLEIDING OP DE LEZINGEN L In de tweede lezing wordt het 'nieuwe Jeruzalem' in een visioen beschreven. Het evangelie legt de geestelijke fundamenten van die stad bloot: liefde, vrede, vreugde, herinnering aan het woord van Jezus – allemaal gaven van de Geest. De eerste lezing toont hoe die stad wordt opgebouwd: in wederzijds begrip en verstandhouding wordt ruimte geschapen voor een nieuwe toekomst. EERSTE LEZING 4 L Uit de handelingen van de apostelen. (15,1-2.22-29) In die dagen kwamen er enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie daar aan de apostelen en oudsten voor te leggen. Daarop besloten de apostelen en oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘De apostelen en oudsten aan hun broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië die uit de heidenen afkomstig zijn: gegroet! Wij hebben vernomen dat enkelen van ons u een bezoek hebben gebracht zonder dat wij hun dat hadden opgedragen en dat hun uitspraken aanleiding zijn geweest tot verwarring en verontrusting. Daarom hebben we eensgezind besloten enkele broeders naar u toe te zenden in het gezelschap van onze dierbare Barnabas en Paulus, mensen die hun leven op het spel zetten voor de naam van onze Heer Jezus Christus. We hebben Judas en Silas afgevaardigd en zij zullen de inhoud van deze brief mondeling toelichten. In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten 5 u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees dat nog verzadigd is van bloed en van ontucht. Indien u zich wat dat betreft in acht neemt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’ TUSSENZANG (Psalm 67) God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn; Opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil. Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren. Laat alle naties van vreugde juichen omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt. Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren. Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren. God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest. Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren. TWEEDE LEZING L Uit de Apokalyps. (21,10-14.22-23) Een engel nam mij, Johannes, in vervoering mee naar een heel hoge berg 6 en liet me de heilige stad Jeruzalem zien, die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis. Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen. Vanuit het Oosten gezien waren er drie poorten, vanuit het noorden drie, vanuit het zuiden drie en vanuit het westen drie. De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam. Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam geeft haar licht. ALLELUJA (Joh 14) Alleluja. Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen. Alleluja. EVANGELIE V Uit de blijde boodschap van onze Heer Jezus zoals die voor ons werd opgetekend door Johannes. (14,23-29) In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord ter harte nemen; 7 dan zal mijn Vader hem liefhebben en zullen We bij hem ons verblijf gaan houden. Wie mij niet liefheeft, neemt mijn woorden niet ter harte. Het woord dat jullie horen, is echter niet mijn woord, maar dat van de Vader die Mij gezonden heeft. Dat is het wat Ik jullie te zeggen had, nu Ik nog bij jullie ben. De helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn heilige Geest, zal jullie verder in alles onderrichten: Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb. Vrede laat Ik jullie na, mijn eigen vrede geef Ik jullie, een andere dan de wereld te bieden heeft. Je moet je dus niet zo laten verontrusten en de moed niet verliezen. Je hebt gehoord wat Ik zei: niet alleen dat Ik heenga, maar ook dat Ik bij jullie terugkom. Als jullie Mij liefhadden, zou het jullie met vreugde vervullen dat Ik heenga naar de Vader, want de Vader is groter dan Ik. Ik zeg het jullie, dus nu al, voor het zover is, dan zul je, als het zover is, geloven.' LICHTRITUS Versie a: In de buurt van de paaskaars staat een zevenarmige kandelaar met daarop zeven kaarsen, een witte en zes kaarsen in andere, willekeurige kleuren. L Syrië, Silicië, namen van landstreken, aangedaan door het woord van God, bezocht door vurige verkondigers van het geloof. Zij stichten een gistende en bruisende kerk, een kerk waar, in ieder opzicht, leven in zit. Men ontsteekt een gekleurde kaars aan het licht van de paaskaars. 8 V Er zijn er die de joodse wet willen opleggen aan de heidenen; er zijn er die de heidenen ervan willen vrijwaren. Zij vinden elkaar in Christus' licht: geen zwaarder last op ieder schouder dan ieder dragen kan, één in de liefde, verschillend van kleur. Zo laat de levende ons nooit alleen. ofwel Versie b: In de buurt van de paaskaars staat een zevenarmige kandelaar met daarop zeven kaarsen, een witte en zes kaarsen in andere, willekeurige kleuren. L Het licht van Christus brandt in ons midden als een stille vlam, een tekentje van hoop. Wie zal dat licht gaan verspreiden, vandaag de dag, opdat allerwegen de vrede van Christus zichtbaar wordt? Men ontsteekt een gekleurde kaars aan het licht van de paaskaars. V Dat licht zal verspreid worden door kleine mensen, die door de grote verdrukking zijn heengegaan en gaandeweg in de ban van de vrede gekomen; door mensen als de eerste leerlingen Barnabas, Judas en Silas, de gelovigen niet meer belastend met oud zeer en oude tegenstellingen, maar vrij makend, hen samen smedend tot vrienden van elkaar, tot mensen in vrede. Zo zullen wij oplichten tot een veelkleurige kerk. VOORBEDE V Bidden wij God om de bevrijdende werking van de heilige Geest overal waar mensen het water tot aan de lippen staat: L Kom, Heer met uw Geest in uw kerkgemeenschap: om allen te inspireren die voorgaan, om alle gelovigen te bemoedigen en te sterken, 9 om de eenheid tussen verdeelde mensen en kerken te herstellen… Laat ons bidden. L Kom, Heer met uw Geest in de wereld van de arbeid: opdat de sociale partners zich inzetten voor goede arbeidsverhoudingen, opdat de werkgevers en werknemers respect houden voor elkaars werk, opdat de werkenden niet neerzien op mensen met een uitkering, om waardering voor niet-betaald werk… Laat ons bidden. L Kom, Heer met uw Geest in onze wereld vol oorlog: opdat wij uw droom van vrede in herinnering houden, opdat wij tolerant blijven voor andere culturen en volken, opdat wij ons blijven inzetten de honger en de armoede te bestrijden… Laat ons bidden. L Kom, Heer met uw Geest bij onze dopelingen, bij hen die gaan trouwen, bij onze ernstig zieken en bij onze overledenen, die wij in deze viering speciaal gedenken… Laat ons bidden. L Kom, Heer met uw Geest in onze parochiegemeenschap: opdat liefde en respect ons denken beheersen, opdat wij elkaar aanvaarden zoals wij zijn, klein en groot, man en vrouw, invloedrijk of niet in tel. Kom, Heer met uw Geest bij allen aan wie wij nu in stilte denken… Laat ons bidden. V God, Bron van alle goeds, uw Geest bevrijdt en geneest, uw Geest brengt vrede en liefde en gerechtigheid. Verhoor onze beden, die wij U opdragen, 10 zoals ons geleerd is door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. ofwel V In naam van Jezus, de levende, keren wij ons hart tot God en bidden wij: L Voor de kerk - wereldwijd: om onbevangenheid en durf; dat zij zich niet opsluit in zichzelf, maar de vragen van deze tijd tracht te verstaan; dat zij zich solidair toont met alle mensen van goede wil… Laat ons bidden. L Voor de kerk in ons bisdom: om een goede verstandhouding tussen top en grondvlak en om onderling vertrouwen; dat niet prestige en eigen gelijk de wet voorschrijven, maar dat welgemeende zorg om mensen de enige drijfveer mag zijn… Laat ons bidden. L Voor onze kerkgemeenschap, hier ter plaatse: om belangstelling voor elkaar en zorg over de grenzen heen; dat wij elkaar niet belasten, maar uitdagen, niet frustreren, maar bemoedigen… Laat ons bidden. L Voor onze dierbare overledenen, die wij speciaal gedenken: dat zij mogen toeven in het nieuwe Jeruzalem, waar niet zon en maan, maar God zelf hen verlichten zal… Laat ons bidden. L Voor onze dopelingen; voor hen die gaan trouwen; voor de zieken onder ons; Laat ons bidden. L Voor onze eigen, persoonlijke intenties: 11 om aandacht en om zegen… Laat ons bidden. V Eeuwige God, zend ons uw Geest, die ons leert en in herinnering brengt wat Jezus ons gezegd heeft. Bouw ons op tot een nieuw Jeruzalem, tot een stad van vrede. GEBED OVER DE GAVEN V Eeuwige God, ons samenzijn hier rond brood en beker wil een teken zijn van aanhankelijkheid aan U en van verbondenheid van mens tot mens. Geef dat wij, geschaard rond uw tafel, zicht krijgen op wat Gij van ons vraagt en de richting inslaan, die Gij ons wijst in Jezus Messias, uw Zoon, onze Heer. ofwel V God, onze Vader, aanvaard dit brood en deze wijn. Bevestig ons in uw liefde en vervul ons van uw heilige Geest. Door Christus onze Heer. ofwel V 12 Gij, bron van alle licht, laat brood en beker een begin van vrede zijn en alle duister doen verdwijnen in Jezus, uw bode van vrede, de Levende in ons midden, dit uur en alle dagen van ons leven. ofwel V Heer, laat onze gebeden en onze gaven tot U komen. Gij hebt het niet beneden uw waardigheid geacht ons te zuiveren van zonden. Maak ons ontvankelijk voor uw grootheid en voor de tekenen van uw liefde. Door Christus onze Heer. PREFATIE (van de paastijd V) De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij uw Naam verkondigen al onze dagen, maar vooral in deze tijd bezingen wij U. Want ons paaslam, Christus, is voor ons geslacht. Door de offergave van zijn eigen lichaam aan het kruis heeft Hij de oude offers tot voltooiing gebracht. Hij heeft zichzelf aan U gegeven ter wille van ons heil: priester, altaar en offerlam tegelijk. Vreugde om het paasfeest vervult ons, mensen die op aarde wonen; vreugde vervult de engelen in de hemel, de machten en de krachten die U loven, die U dit lied toejuichen zonder einde: Heilig, heilig, heilig, de Heer… 13 VREDESGEBED V Geef vrede, Heer, in harten van mensen die elkaar naar het leven staan, geef vrede opdat ze tot vrede komen. Geef vrede, Heer, tussen volkeren die elkaar haten, die in een spiraal van geweld zijn geraakt, geef vrede opdat ze aan vrede werken. Geef vrede, Heer, in dorpen en steden al jaren verscheurd door de strijd, geef vrede opdat er vrede groeit. De vrede van Jezus de levende: licht door het duister heen, liefde sterker dan de dood, recht en genade, die vrede zij met ons allen in onze wereld, in onze huizen, hier aan de tafel van één. Geef elkaar een teken van vrede… UITNODIGING TOT DE COMMUNIE V U allen bent uitgenodigd aan tafel om te eten (en te drinken) van deze gaven, tekenen van de vrede, die de Heer ons heeft nagelaten. Mogen wij hierdoor een levend teken worden van de Heer. Zie dit gebroken Brood, het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld… NA DE COMMUNIE L 14 Laat je niet verontrusten als alles tegen lijkt te zitten – zegt God – en verlies de moed niet als je je niet begrepen voelt. Ik zal met je zijn en je mijn vrede geven, wat er ook gebeurt. Ik zal voor je zorgen en over je waken, waarheen jouw weg ook leidt. Het enige dat je moet doen, is jouw hand in de mijne leggen en leven op het ritme van mijn hartenklop. Het zal een andere mens van je maken: een mens van liefde, om te beminnen én bemind te worden. ofwel (Een vragend gebed) L Gij, Enige, dat wij, die in U geloven, getekend mogen worden door uw barmhartigheid en mensenliefde, zodat wij elkaar geen zwaardere lasten opleggen dan strikt noodzakelijk is, zou het zo nog ooit met ons gesteld kunnen zijn? Dat wij Ieren om tempels en moskeeën, kerken en structuren weer in dienst te stellen van hen die geloven in plaats van andersom, dat wij uitdragen: de grootste eer aan U is de levende mens, durven wij dat aan, in deze dagen nog? Dat wij in een soms verstarde kerk en in een verscheurde wereld weer durven uitzien naar Gods Geest, die in den beginne de chaos heeft vervangen door licht en stille vrede, durven wij dat aan, durven wij in onze wanorde uw orde weer onder ogen zien? SLOTGEBED V Eeuwige God, 15 wij hebben uw stem gehoord, uw nabijheid ervaren. Gesterkt gaan wij van hier. Blijf bij ons in de dagen die komen. Neem alle verontrusting voor eens en voor altijd van ons af, opdat wij, blij en welgezind, U van harte liefhebben en anderen van dienst zijn, zoals Jezus Messias, uw Zoon, onze Heer. ofwel V God, hemelse Vader, in deze eucharistie hebben wij dankbaar herdacht dat uw Zoon om onze zonden is gestorven, en dat Gij Hem hebt opgewekt ten leven. Wij vragen U: laat ons niet eenzaam achter. Zend ons uw heilige Geest; dat wij uw geboden onderhouden en vruchten voortbrengen die blijvend zijn. Door Christus onze Heer. ofwel V Gij, die uw licht doet opgaan over alle mensen, laat de aarde uw woning worden, waar de Geest van Jezus ons spreken en handelen richt op gerechtigheid en verzoening. Doe zo alle mensen opstaan tot waarachtige vrede, in deze vreugdevolle tijd en heel ons leven. ofwel V 16 Almachtige eeuwige God, in de verrijzenis van Christus brengt Gij het eeuwig leven weer binnen ons bereik. Laat de paasgenade in ons leven overvloedig vrucht dragen. Vervul ons van de kracht die uitgaat van dit heilzaam voedsel. Door Christus onze Heer. ZENDING EN SLOTZEGEN V Moge de vrede, die Jezus ons heeft toegezegd, in ons hart blijven en zich in onze samenleving verspreiden. Zegene ons daartoe de getrouwe God, Hij die voor ons is: Vader, Zoon en heilige Geest. En gaan wij van hier heen in vrede… ofwel V 'Mijn vrede geef ik jullie', zegt Jezus. Als Jezus er niet meer is, dan zullen wij het moeten doen: de vrede van Jezus uitdragen in onze wereld. Zegene ons daartoe de goede God, Hij die voor ons is: Vader, Zoon en heilige Geest. En gaan wij van hier heen in vrede… 17