Eindrapport Duurzaam insectenmeel voor Aquacultuur

advertisement
Eindrapport Duurzaam insectenmeel voor Aquacultuur
December 2014
Europees Visserijfonds, investering in duurzame visserij
2
Inhoud
1.
Voorwoord ................................................................................................................ 3
2.
Verloop van het project ............................................................................................. 3
1.
2.1.
Planning van het project ............................................................................................... 4
3.2
Leermomenten in het project ....................................................................................... 5
Resultaten project ..................................................................................................... 5
1.1.
Behaalde en verwachte effecten ................................................................................... 5
1.2.
Doelstellingen .............................................................................................................. 7
1.3.
Communicatie en communicatiedoelstellingen ............................................................. 7
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
3
1. Voorwoord
Dit is het eindverslag van het project “Duurzaam insectenmeel voor Aquacultuur”. Voor dit project is
subsidie verleend door het Europees Visserijfonds.
.
2. Verloop van het project
Het project “Duurzaam insectenmeel voor aquacultuur” heeft als doel de ontwikkeling van
een duurzame grondstof op basis van insectenmeel die toegepast kan worden in visvoeders.
Binnen het project “Duurzaam insectenmeel voor aquacultuur” zijn de volgende subdoelen
te onderscheiden: Technische haalbaarheid en opschaalbaarheid van het productieproces,
Geschiktheid, kwaliteit en veiligheid van het eindproduct en Economische haalbaarheid.
De technische haalbaarheid, kan weer opgedeeld worden in drie grote blokken. Dit zijn de
organische reststromen (het voer voor de insecten), het kweken van de insecten op deze
stromen (van eitje tot geoogst product) en de verwerking van de insecten tot product wat in
visvoeders toegepast kan worden.
Voor het onderdeel organische reststromen, is samenwerking gezocht met AEB en SITA Suez.
Tijdens het project bleek Jagran de kennis en de contacten te missen op het gebied van
inzameling en voorbewerking van organische reststromen. Deze is gezocht bij AEB en SITA
Suez. Zeer diverse organische reststromen zijn getest in de kweek met vliegenlarven, met
wisselende resultaten. Door deze testen, aangevuld met laboratorium onderzoek, is steeds
meer kennis ontwikkeld over de toepassing van de verschillende stromen voor de
grootschalige kweek van insecten. Dit bestand wordt nog steeds verder aangevuld. De
resultaten van deze onderzoeken zijn vastgelegd in onderzoeksrapporten. Een selectie van
deze onderzoeksrapporten is vermeld in de bijlage 1 tot en met 12. De chemische analyses
die gedaan zijn voor dit onderdeel van het project zijn uitgevoerd bij Jagran (droge stof
analyses) en bij externe laboratoria (Masterlab, Denkavit, TLR).
Voor het kweken van de insecten op organische reststromen zijn zeer veel experimenten
opgezet en uitgevoerd op de eigen onderzoek locatie van Jagran. Eigenlijk alle onderdelen
van de kweek van huisvliegen en huisvliegenlarven zijn voor dit project onder de loep
genomen. Dit strekt van de huisvesting en voeding van volwassen vliegen voor de productie
van eitjes (klimaat, substraat waarop eitjes gelegd worden, voedsel, kooi, lichtregime), het
verzamelen en verwerken van deze eitjes, het enten van de eitjes op de organische
reststromen (verhouding eitjes/reststroom), omstandigheden waarbij de larven groeien in
de reststroom (temperatuur, luchtvochtigheid, licht, afvoer van (schadelijke) gassen, toevoer
van lucht), het oogsten van de larven (scheiden van de larven van het overgebleven
materiaal) en het doden van de larven (methodiek). Eerst zijn deze onderdelen op kleine
schaal ontwikkeld en gestabiliseerd, daarna is er gewerkt aan de opschaling van de
productie. Voor de verschillende onderdelen van de kweek van de vliegen en de
vliegenlarven is zeer veel apparatuur bedacht, ontworpen, gebouwd, uitgetest en aangepast.
Voor onderdelen hiervan is samengewerkt met andere partijen zoals Fytagoras (bijlage 16).
Ook zijn onderdelen van dit project uitgevoerd door studenten (bijlage 14, 15, 17 en 18).
Voor de dierenwelzijnaspecten van het houden van insecten op grote schaal (inclusief het
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
4
afdoden van de insecten) is input geleverd aan een onderzoek van de WUR (bijlage 13).
Experimenten die bij de Jagran onderzoek locatie uitgevoerd zijn, zijn vastgelegd in interne
proefverslagen. Hiervan is een selectie opgenomen in de bijlage (nummer 19 tot en met 27).
Aan het verwerken van het larvenmeel tot een product wat in visvoeders toegepast kan
worden en de geschiktheid van het eindproduct is vooral gewerkt in samenwerking met de
WUR en met Denkavit. In de loop van het project is door Jagran een samenwerking
aangegaan met AEB, SITA Suez en Denkavit, waarbij de rol van Denkavit vooral ligt op het
terrein van de verwerking en vermarkting van het eindproduct, het insectenmeel. In diverse
onderzoeken is de geschiktheid van het insectenmeel voor toepassing in visvoeders
aangetoond (bijlage 28, 29 en 30). De mate van duurzaamheid van het insectenmeel is
onderzocht samen met de WUR in een LCA analyse (bijlage 32). Naast de geschiktheid van
larvenmeel voor toepassing als grondstof in visvoeders is ook onderzoek gedaan naar de
veiligheid van het product. Aangezien de larven gevoerd worden met afvalstromen, moet
uiteraard onderzocht worden of het risico bestaat van stapeling van ongewenste stoffen
zoals zware metalen of dioxines in de larven. Dit is intern bij Jagran onderzocht door slib van
een rioolwater zuiveringsinstallatie (rwzi) te testen. Dit rwzi-slib bevat hoge gehaltes aan
zware metalen, dioxines en biogene amines. De larven die op dit slib gekweekt zijn, bevatten
geen hoge gehaltes aan deze ongewenste stoffen (bijlage 31).
Om larvenmeel, of algemener insectenmeel, een interessante vervanging voor vismeel te
laten zijn, moet het concurrerend zijn op prijs. Voor deze economische haalbaarheid zijn
business cases gemaakt, die uiteraard in de loop van het project steeds weer aangepast en
verfijnd zijn. In de business case zijn de kosten (of opbrengsten) van de organische
reststromen van belang, de efficiëntie van de kweek van de vliegenlarven (hoeveel
organische reststroom is nodig voor een kg larven) en uiteraard de kosten van de totale
productielocatie (oppervlakte, machinerie, klimaatregeling). Doordat tijdens het project wat
vertraging is opgelopen, met name op het terrein van opschaling, heeft ook de uitwerking
van de business cases vertraging opgelopen. Voordeel is wel dat het project niet stopt met
het aflopen deze Vissubsidie, maar dat het gehele, grotere project door blijft lopen.
2.1. Planning van het project
Het project is in grote lijnen volgens planning verlopen. Wel hebben bepaalde onderdelen
van het project meer tijd gekost dan verwacht, hiervoor is uitstel aangevraagd.
Toen duidelijk was dat onderdelen van het project meer tijd zouden gaan kosten, is uitstel
aangevraagd. Bij (vrijwel) alle onderdelen van het proces bleek het opschalen veel
complexer dan verwacht. De complexiteit zit zowel in materialen (elk apparaat of
insectenverblijf is zelf ontworpen en gebouwd) als in proces (grotere hoeveelheden
organische restmateriaal reageren anders dan kleine hoeveelheden). Dit heeft voor
vertraging in het project gezorgd.
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
5
3.2
Leermomenten in het project
De projectplanning is een erg optimistische planning geweest. Het opzetten van een
grootschalige kweek van insecten op organische reststromen is een innovatief concept. Alle
onderdelen van de kweek moesten uitontwikkeld worden. Wanneer het systeem op kleine
schaal werkt wil dit nog niet zeggen dat het eenvoudig opgeschaald kan worden. Wij hebben
dit onderdeel, en met name de personele inzet, onderschat.
In bovenstaande beschrijving staan diverse specifieke onderzoeken en testen genoemd,
waarvan de verslaglegging in de bijlage is opgenomen. Hierbij dient wel opgemerkt te
worden dat sinds de aanvang van dit project de vliegen- en larvenkweek permanent is
doorgelopen. Dus ook wanneer er geen reststromen werden getest of een specifiek
onderdeel van de kweek werd onderzocht, waren er mensen aan het werk om de kweek
draaiend te houden. In de loop van de tijd is dit op steeds grotere schaal gebeurd.
Daarnaast zijn in het oorspronkelijke projectplan sommige activiteiten erg gedetailleerd
aangegeven, bijvoorbeeld het toepassen van kaasdoek als medium om eitjes op te
verzamelen. Dit leek interessant in een eerste proefje, maar bleek in de praktijk niet goed te
werken. Een dergelijk gedetailleerde aanduiding van projectactiviteiten is niet praktisch
gebleken in een dergelijk innovatief project.
Voor de verdere ontwikkeling van de grootschalige kweek van insecten voor vis- en
diervoeding (ook na het afronden van dit subsidieproject loopt ons project door) zien we de
volgende leerpunten. We moeten meer tijd inplannen voor het opschalen van dergelijke
(biologische) processen. Daarnaast moeten in een innovatief project de stappen kleiner,
maar wel helder definiëren. En tenslotte moeten we onze doelen en verwachtte resultaten
positief maar wel realistisch communiceren.
3. Resultaten project
3.1. Behaalde en verwachte effecten
Doelstelling(en) volgens
projectplan
Verwacht effect
Oorspronkelijke
situatie
Gerealiseerd effect
Kennis over stromen die als
substraat door de insecten te
gebruiken zijn
2 stromen
12 stromen
Samenwerking 1)
Technische haalbaarheid 2)
Organische reststromen
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
6
Kweken van insecten
Omzettingsgraad (kg
vliegenlarven per kg
organische reststroom)
>10
4
Kweken van insecten
Laagdikte (dikte
substraatlaag waarin larven
gekweekt worden)
7 cm
250 cm
Kweken van insecten
Hoeveelheid gelegde eitjes
(per eilegplaats)
0,25 ml
5 ml
Verwerken van insecten
Mogelijkheden toepassing in
visvoeders
Kennis uit
literatuur
Uitgebreide
analyse door
Denkavit (bijlage
30)
Geschiktheid kwaliteit en
veiligheid
Kennis over veiligheid
Geen kennis
Effect zware
metalen en
dioxines in
substraat op
larven (bijlage 31)
Economische haalbaarheid
(Econimische)
nauwkeurigheid van het
ontwerp
25%
50%
Economische haalbaarheid
Internal Rate of Return (IRR)
80%
20%
1. Dankzij deze subsidie hadden wij meer mogelijkheden voor onderzoek en waren daardoor aantrekkelijker als
partner waren voor andere partijen. Dat heeft er onder andere toe geleid dat in de loop van dit traject een
samenwerking is aangegaan met AEB, SITA Suez en Denkavit. De samenwerking bestaat nog steeds en leidt
hopelijk tot een gezamenlijke investering in een productielocatie voor grootschalige insectenkweek.
2. De subdoelstellingen waren technische haalbaarheid en opschaalbaarheid, geschiktheid, kwaliteit en
veiligheid en economische haalbaarheid. Het onderdeel technische haalbaarheid is weer opgedeeld in
organische reststromen, kweken van insecten en verwerking van insecten.
Zoals beschreven in het oorspronkelijke, goedgekeurde, projectplan is de doelstelling van
het project “het ontwikkelen van een systeem waarmee op beschikbare organische
afvalstromen insecten worden gekweekt, en die gemalen tot meel, als alternatief kan dienen
voor (een deel van) vismeel.
De doelstelling van dit subsidie project is gehaald. Bij Jagran is een systeem ontwikkeld
waarmee insecten, en preciezer gezegd, vliegenlarven, gekweekt kunnen worden op
organische reststromen. De vliegenlarven zijn geschikt om gebruikt te worden in visvoeders,
als vervanging van vismeel. Maar zoals al eerder uitgelegd is de scope van Jagran veel breder
geworden, wij kijken naar de toepassing van insecten als alternatieve eiwitbron in
diervoeders en insecten als afvalverwerkers. Dit traject is nog niet volledig uitgezocht. Zeker
op het terrein van de opschaling van insectenkweek voor een economische toepassing van
insectenmeel in diervoeders moet nog veel werk verricht worden.
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
7
Dit is al verder uitgewerkt in het onderdeel ‘Verloop van het project’.
In plaats van de geplande proeven met vissen (zoals vermeld in het oorspronkelijke
projectplan) is ervoor gekozen om de samenwerking met Denkavit aan te gaan. Dit bedrijf
levert (onder andere) ingredienten aan diverse diervoeder bedrijven en is dus zeer bekend
met eisen en wensen die aan een grondstof voor visvoeders gesteld worden, zie hiervoor
ook het rapport Economic evaluation of maggot and pupae meal in aquaculture feeds
(bijlage 30). Door de samenwerking met Denkavit krijgt Jagran toegang tot een veel grotere
markt van visvoeder producenten, in plaats van een enkele leverancier.
3.2. Doelstellingen
Zoals beschreven in het oorspronkelijke, goedgekeurde, projectplan is de doelstelling van
het project “het ontwikkelen van een systeem waarmee op beschikbare organische
afvalstromen insecten worden gekweekt, en die gemalen tot meel, als alternatief kan dienen
voor (een deel van) vismeel.
De doelstelling van dit subsidie project is gehaald. Bij Jagran is een systeem ontwikkeld
waarmee insecten, en preciezer gezegd, vliegenlarven, gekweekt kunnen worden op
organische reststromen. De vliegenlarven zijn geschikt om gebruikt te worden in visvoeders,
als vervanging van vismeel. Maar zoals al eerder uitgelegd is de scope van Jagran veel breder
geworden, wij kijken naar de toepassing van insecten als alternatieve eiwitbron in
diervoeders en insecten als afvalverwerkers. Dit traject is nog niet volledig uitgezocht. Zeker
op het terrein van de opschaling van insectenkweek voor een economische toepassing van
insectenmeel in diervoeders moet nog veel werk verricht worden.
Dit is al verder uitgewerkt in het onderdeel ‘Verloop van het project’.
In plaats van de geplande proeven met vissen (zoals vermeld in het oorspronkelijke
projectplan) is ervoor gekozen om de samenwerking met Denkavit aan te gaan. Dit bedrijf
levert (onder andere) ingredienten aan diverse diervoeder bedrijven en is dus zeer bekend
met eisen en wensen die aan een grondstof voor visvoeders gesteld worden, zie hiervoor
ook het rapport Economic evaluation of maggot and pupae meal in aquaculture feeds
(bijlage 30). Door de samenwerking met Denkavit krijgt Jagran toegang tot een veel grotere
markt van visvoeder producenten, in plaats van een enkele leverancier.
3.3. Communicatie en communicatiedoelstellingen
In het oorspronkelijke projectplan staat dat via de website www.meatthesolution.nl over de
resultaten van dit project gecommuniceerd zal worden. Dit project heeft ertoe geleid dat
Jagran als bedrijf zich volledig is gaan concentreren op de ontwikkeling van concepten voor
insectenkweek. Het project “Duurzaam insectenmeel voor Aquacultuur” is als kleiner project
gestart, maar ondertussen is het onderdeel geworden van een veel groter concept
“grootschalige kweek van insecten op organische reststromen voor productie van
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
8
alternatieve eiwitbron voor diervoeders”. Hierbij wordt ook samengewerkt met de bedrijven
AEB, SITA Suez en Denkavit. De communicatie over dit project (en dus ook over het project
“Duurzaam insectenmeel voor Aquacultuur” verloopt via de website www.jagran.nl, via
nieuwsbrieven en middels presentaties en publicaties. Voor het eindproduct, het
larvenmeel, zijn ook teasers en productspecificaties gemaakt (zie bijlage 50 en 51). Deze
kunnen gebruikt worden bij de vermarkting van het larvenmeel.
De geplande doelstellingen zijn behaald. Er is veel interesse voor de toepassing van
insectenmeel in diervoeders. In diverse kranten zijn artikelen verschenen over het concept
van kweek van insecten op organische reststromen, waarbij de insecten toegepast kunnen
worden in diverse diervoeders. Deze krantenartikelen zijn opgenomen als bijlage nummer 33
tot en met 39.
Bij verschillend communicatie uitingen (presentaties) is het logo van de EU getoond. Dit is
ook aangetoond tijdens de audit die op 22 mei 2014 uitgevoerd is en is vermeld in het
verslag van deze audit.
In de bijlage is een lijst opgenomen met publicaties over dit project. In de bijlage is ook een
screenshot opgenomen van een presentatie die Walter Jansen gehouden heeft tijdens de
Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (juni 2014). Bijlage nummers 40 tot en met
49.
Na afronding van dit project zal ook nog een artikel worden opgenomen op de website
(www.jagran.nl) over de het project, met een verwijzing naar het eindverslag en de
toelichting dat het project mede gefinancierd is door het Europees Visserij Fonds.
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
9
4. Overige informative en opmerkingen
4.1. Vergunningen
Voor het realiseren van het project waren geen vergunningen nodig. Er wordt nu bij Jagran
op steeds grotere schaal vliegenlarven gekweekt op organische reststromen en daarmee
wordt de hoeveelheid organisch materiaal die op het bedrijf aan- en afgevoerd wordt steeds
groter. Sinds 15 augustus 2014 heeft Jagran een toekenning voor het werken met categorie
2 en categorie 3 materiaal voor diagnose en onderzoek van het Ministerie van Economische
Zaken en nVWA.
4.2. Andere financiers
In de loop van dit project is Jagran samenwerkingen aangegaan met AEB, SITA Suez en
Denkavit. In dit grotere verband wordt samengewerkt aan het concept: grootschalige kweek
van insecten op organische reststromen voor toepassing in diervoeders. AEB, SITA Suez en
Denkavit financieren de ontwikkeling en uitvoering van dit concept ook mee.
4.3. Opmerkingen
De onderzoeken en testen zijn opgezet en uitgevoerd met als eindverantwoordelijke W.L.
Jansen MSc PhD. en dagelijks begeleid door de volgende personen (huidig en uit het
verleden): Tara van Beelen BSc, Susanne Driessen MSc, Anna Franse Nicolaides MSc, Natasja
Gianotten MSc, Ivo Lustenhouwer MSc, Mariska Niesten MSc en Jaqueline Valbracht BSc. De
business case staat onder leiding van A. Moser MSc MBA.
Met het onderwerp van dit subsidieproject heeft Walter Jansen ook meegedaan aan de
ENGINN Investorpitch 2014 en daarmee de juryprijs gewonnen. Hierover is een item
gepubliceerd op onze site, www.jagran.nl
Jagran BV
Zandlaan 48 2181 HS Hillegom telefoon +31 (0)23 584 6008 internet www.jagran.nl e-mail [email protected]
ING Bank 68.57.28.269 Kamer van Koophandel Den Haag 50126326 BTW-nummer NL 8225.58.890 B.01
Download