bionieuws 2 1 september 2012 | jaargang 22 celbioloog er ic k ar sent i organi seerde een re i s rond de wereld van t wee Ë nhal f ja ar Celbioloog op volle zee INTERVIEW buurt van virussen en protisten.’ De diversiteit blijkt sterk te verschillen per locatie. ‘Oceaanstromen spelen daarbij een grote rol. Zo hebben we monsters genomen in een zone waar de Indische Oceaan overgaat in de Atlantische, omdat we willen weten hoe de interactie tussen die twee is. Hoe worden organismen van de ene naar de andere oceaan getransporteerd, passen ze zich aan aan de andere omgeving?’ Door Anne van Kessel De Franse celbioloog Eric Karsenti voorspelt de toekomst van het oceaanleven op basis van de organisatie van plankton. Stroming Foto: Adam Gristwood, EMBL (Heidelberg) ‘Tien jaar geleden las ik Darwins boek over zijn reis met de Beagle. De combinatie van avontuur en wetenschap sprak me enorm aan. Ik wist meteen dat ik dat zelf ook nog eens wilde doen. Om data te verzamelen en om mensen over de hele wereld de schoonheid van wetenschap in te laten zien.’ Dat zegt Eric Karsenti, celbioloog bij het European Molecular Biology Laboratory in Heidelberg en onderzoeksdirecteur van de Tara Oceans-expeditie. De Tara is een zeilboot van 36 meter die in maart van dit jaar terugkeerde naar vertrekpunt Lorient in Frankrijk, na een reis van 938 dagen. Het doel van de expeditie was de kennis over de evolutie en ecologie van plankton te verbeteren. Zelf ziet Karsenti het niet als een vreemde overgang, die van onderzoek aan de mitotische spoelfiguur naar onderzoek aan planktonecosystemen. ‘Bijna al het plankton is eencellig en sommige planktonsoorten gebruiken we als modelorganisme in de celbiologie. Na zoveel jaar alleen naar de cel te kijken, vond ik het tijd worden om de schaal wat te vergroten. Ik wilde naar het ecosysteem kijken waarvan de eencelligen deel uitmaken.’ Er is bijna niets bekend over plankton, aldus Karsenti. ‘En dat terwijl het 80 procent van de eencelligen vertegenwoordigt, aan de basis staat van onze voedselketen en een essentiële rol speelt in de klimaatcycli door de opslag van koolstof.’ Celbioloog Eric Karsenti aan boord van onderzoekschip Tara in Dublin: ‘Na zoveel jaar naar de cel alleen te kijken, vond ik het tijd worden om de schaal wat te vergroten.’ Karsenti is een van de keynote speakers tijdens het tweejaarlijkse congres EuroScience Open Forum (ESOF), gehouden van 11 tot 15 juli in Dublin. De Tara is er speciaal voor naar Ierland gevaren. Een week lang leidt het onderzoeksteam geïnteresseerden op de boot rond. Het team bestaat onder andere uit oceanografen, marien biologen, moleculair biologen en bioinformatici. ‘Het team nam in totaal meer dan 27 duizend monsters op 153 verschillende plaatsen, van de Middellandse Zee tot aan Antarctica’, vertelt Karsenti. De wetenschappers namen Gert van Maanen Hoofdredacteur Bionieuws Kiezen of delen COLUMN Het is verkiezingstijd, dus even doet iedereen of er veel valt te kiezen. Dat valt natuurlijk tegen, want uiteindelijk wordt het weer vooral een zaak van delen. Het verdelen van de lasten en het hier en daar uitdelen van een sigaar uit eigen doos. De kans dat de wereld er na 12 september opeens heel anders uitziet, lijkt me verwaarloosbaar klein. De politiek zit immers vol met vastgeroeste dossiers. Een welhaast klassiek voorbeeld van zo’n vastgelopen dossier vormt de toelating van genetische gemodificeerde gewassen. Een in drijfzand vastgelopen kwestie. Het was daarom grappig om op zaterdag 25 augustus op bezoek te kunnen bij de open dag voor proefvelden met genetische gemodificeerde aardappels én biologische monsters met behulp van filters van verschillende maasgroottes, zodat ze de organismen op grootte konden 'Voor plankton geldt: hoe kleiner het organisme is, hoe vaker het voorkomt' scheiden: van virussen tot aan zoöplankton. Naast de morfologie analyseren ze ook het genoom van de organismen. ’Dat is voor een aantal plaatsen in de Middellandse Zee al ge- daan; 80 procent van de genen die we daar vonden waren nog niet bekend.’ Karsenti verwacht nog zeker tien jaar nodig te hebben om alle verzamelde data te analyseren. Op het ESOF presenteerde hij wel al de eerste resultaten. Daaruit blijkt dat ook voor plankton geldt dat hoe kleiner het organisme is, hoe vaker het voorkomt, zowel in aantallen individuen als taxa. ‘Verder is opvallend dat er sterke correlaties tussen verschillende soorten plankton bestaan. Archaea en bacteriën leven graag samen, net als bacteriën en virussen. Maar archaea zie je niet snel in de veredeling van aardappelen. Vanouds twee tegenhangers die niets van elkaar wilden weten, maar nu samen optrekken: de proefveldjes liggen broederlijk naast elkaar. Aan de ene kant genetisch gemodificeerde aardappelrassen die in het Durph-project via gentechnologie zijn voorzien van een of enkele resistentiegenen tegen de aardappelziekte Phytophthora. Een paar meters verderop de biologische aardappels van het groene veredelingsproject Bioimpuls dat op traditionele manier probeert weerbare aardappelrassen tegen Phytophthora te ontwikkelen. De ook aanwezige campagneleider van Greenpeace Herman van Bekkem stond er een beetje verloren bij. Natuurlijk wilde hij nog wel even uitleggen waarom hij tegen gentechgewassen was. Dit was immers een proefveld waartegen hijzelf nog had geprocedeerd. Hij wees op het kistje met biologische aardappels van het nieuwe ras Clusius: zo kan het ook! Ja, maar dat doen we toch ook, was het simpele verweer. Het in onderzoek geza- Ook de temperatuur, diepte, zuurtegraad en het zuurstofgehalte bepalen de samenstelling van de planktonecosystemen, vervolgt Karsenti. Zo bevat de Stille Oceaan ten oosten van de Marquesaseilanden weinig nutriënten, terwijl het water ten westen ervan juist heel nutriëntrijk is. Karsenti: ‘De stroming gaat daar van oost naar west en de diversiteit aan organismen neemt toe naarmate je westelijker komt. De monsters van dit soort plekken hebben nu onze voorkeur bij het analyseren van de data. Als we weten hoe planktonecosystemen georganiseerd zijn, kunnen we mogelijk voorspellen hoe ze reageren op veranderende omstandigheden als verzuring en opwarming van de oceanen.’ Zeilliefhebber Karsenti bracht zelf in totaal drie maanden door aan boord. ‘Dat was een bijzondere ervaring. De sfeer en de samenwerking met de andere wetenschappers waren geweldig. Maar er waren ook zware momenten, zoals op het stuk tussen Buenos Aires en Ushuaia, waar het weer continu heel slecht was.’ De boot meerde vijftig keer aan. ‘Tijdens die stopovers nodigden we wetenschappers, journalisten en kinderen uit aan boord om te laten zien wat voor een onderzoek we doen. Dat was voor mij een van de belangrijkste redenen van de expeditie. Als we niet vertellen over wat we doen, waar doen we dat onderzoek dan voor?’ menlijk optrekken van biologisch en gentech is qua pr een geniale zet. ‘We kunnen ons bij Phytophthora simpelweg niet veroorloven maar op een paard te wedden’, aldus Bioimpuls-coördinator Edith Lammert van Bueren van het Louis Bolk Instituut. Een prima voorbeeld dat biologisch en gentech kennis kunnen delen Een prima voorbeeld dat biologisch en gentech kennis kunnen delen. Voor activisten levert het een nieuw dilemma: waar een gentechproefveld ongeveer ligt kunnen ze zo uit de openbare vergunning afleiden. Maar met proefstroken met biologische en gentechaardappelen zo dicht bij elkaar wordt het een stuk lastiger even razend alleen de gentechpiepers te rooien. Voor je het weet ben je een biologische proef aan het verstoren. Een kwestie van kiezen of delen.