HERBOS JEZELF Bossen zijn populair. Op jaarbasis worden maar liefst 15 miljoen bosbezoekers geteld in Vlaanderen, een indrukwekkend cijfer! Een bos is immers een ideale omgeving om tot rust te komen en te ontspannen. Wandelen, fietsen, joggen … Kinderen kunnen er uren en dagen ravotten. Het bos is dus een vijfsterrenontspanningsoord! De maand van het bos 2005 had als slogan “Herbos jezelf!” We onderzoeken de relatie tussen onze gezondheid en de rol die bossen daarin spelen, maar gaan ook na hoe gezond onze bossen zijn. Bossen zetten aan tot beweging In het bos kun je veel verschillende dingen doen zoals wandelen, fietsen en lopen. Veel mensen vinden dit leuker in het bos dan elders. In de gezonde buitenlucht hou je sportactiviteiten langer vol en kinderen ontwikkelen rapper hun motoriek. Het bos is dus goed voor je gezondheid. 1 Wat ruik ik hier? Bladeren, vruchten en bloemen van bomen bevatten etherische olie. Die olie wordt vaak de levenskracht van de plant genoemd. Allerlei volkeren maakten hier gebruik van, tot de indianen toe. Eerst werden die oliën enkel gebruikt als geurstof. In een periode van erg slechte hygiëne werd het ook gebruikt als parfum. Tijdens WOI werd ontdekt dat die oliën niet enkel lekker geurden maar ook een geneeskrachtige werking hadden. Ze hielden bacteriën tegen, werkten ontstekingswerend, beïnvloedden het zenuwstelsel, stimuleerden het bloed. Een Franse dokter heeft dit ontdekt en heeft de alom bekende term ‘aromatherapie’ verspreid. Hij ontdekte dat er sporen van die oliën in het bloed werden teruggevonden nadat mensen ze op de huid hadden aangebracht . Op vandaag worden etherische oliën door heel wat mensen gebruikt. Ze verstuiven ze, nemen ze in of brengen ze aan op de huid. Bvb. De etherische olie van de linde werkt slijmoplossend. Je kan de olie ook gebruiken als harttonicum, bij bronchitis en blaasontsteking. Bossen filteren fijn stof Onze lucht bestaat niet enkel uit goeie bestanddelen. Er zitten zelfs dodelijke deeltjes in, zoals fijn stof. Dit zorgt voor ernstige luchtvervuiling die veel slachtoffers maakt, zelfs in Vlaanderen. Bossen zijn een biologische filter tegen luchtpollutie. Bomen vangen stofdeeltjes op en nemen die op in de bladeren en takken. Er is zelfs een verschil in de filtercapaciteit bij de bomen. Naaldbomen zijn de beste filters, beter dan loofbomen. Je vraagt je misschien af vanwaar die stofdeeltjes komen. Ze worden het meest uitgestoten door de industrie en door auto’s. Daarom is de lucht in de stad veel slechter dan op het platteland. Het wordt nu duidelijk dat het aanplanten van stadsparken, bomengordels enz. heel belangrijk en noodzakelijk is. 2 Beter een bosbezoek dan… een bloeddrukpil Stress kennen we allemaal. Op het werk moet alles supervlug gaan, het werk wordt complexer, je moet aan veel meer verwachtingen voldoen en dat wordt meer en meer mensen onder ons te veel. Bezoek regelmatig een bos in je buurt waar je tot rust kan komen. Amerikaanse wetenschappers hebben het effect van bosbezoek uitvoerig onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen dat je bloeddruk daalt en je spieren ontspannen. Bossen zijn … om te smullen! Bomen zijn niet enkel om naar te kijken. Je kunt ook vaak de vruchtjes opeten. In heel wat bossen in onze regio kan je kastanjes en beukennootjes rapen. Dat is goed nieuws voor onze maag en onze gezondheid. Smakelijk! Allergisch voor bomen? In België hebben veel mensen een ademhalingsallergie. Vroeger dacht men dat dit enkel werd veroorzaakt door stuifmeel van grassen. Nu is ontdekt dat ook stuifmeel van bomen, vooral de berken- en de beukenfamilie, medeveroorzaker is van die allergieën. Veel lijkt er niet aan te doen behalve een extract van het sap van de bomen die de allergie veroorzaken in hele kleine dosissen innemen. Zo zal je immuun worden voor die giftige stof. 3 Bomen kunnen helpen om het broeikaseffect tegen te gaan Over het broeikaseffect worden heel wat negatieve berichten verspreid maar oorspronkelijk was dit een heel gunstig gegeven. Door het broeikaseffect is het aangenaam warm op onze planeet. Uit de atmosfeer komen allerlei warmtestralen en zonder broeikasgassen zoals waterdamp en CO2 zouden deze warme stralen terug naar de atmosfeer gaan. Broeikasgassen houden die warmtestralen als een warmtedeken rond de aarde. Omdat de mens de afgelopen eeuwen meer en meer gassen heeft verspreid, worden teveel van die warmtestralen vastgehouden en warmt de aarde te snel op. Dit zou massale overstromingen en allerlei natuurrampen teweeg brengen. Bossen zijn van het allergrootste belang voor de bestrijding van het broeikaseffect. Overdag halen de bomen door middel van fotosynthese CO2 uit de lucht en zetten dit om in zuurstof. Daarom is de aanplanting van meer bossen over heel de wereld zo belangrijk. 4 Inleidend Verhaal Welkom allemaal, Ik ben jullie gids voor vandaag. We gaan ‘herbronnen’ of herbossen. Ze hebben me namelijk verteld dat ik jullie volledig ontspannen en genezen van alle kwaaltjes en pijntjes terug uit het bos moet laten komen. Ik vind dit wel een moeilijke opdracht. Hoe moet ik dat doen? Hebben jullie misschien zelf voorstellen? Ik vroeg hulp aan mijn bosvrienden en familie. Ik vroeg hen hoe ik jullie in het bos kon laten ontspannen. Omdat ik niks zou vergeten heb ik aan mijn mantel allerlei kattebelletjes gehangen. Dit zijn voorwerpen die me herinneren aan wat ze mij als raad gaven. Harry Potter, een persoonlijk vriend van mij, gaf me de raad alle boze geesten in het bos gunstig te stemmen en jullie te beschermen. Hij gaf mij een amulet mee die hij kreeg van Hagrid voor als hij in het toverbos gaat. (amulet) Mijn oma gaf me een siroopje. Ze zei dat het gemaakt was van bosproducten. Ze vertelde me ook dat we heel wat producten uit het bos kunnen gebruiken om ons beter te maken. Ik ben benieuwd. (flesje etherische olie/kleine flesjes vlierbessensiroop) 5 Mijn beste vriend, Boris de bostrol, vertelde me tijdens een wandeling dat het ook zo leuk bewegen is in het bos. (voetbalschoentje) Er is in het bos veel plaats om te rennen en te klimmen en te ravotten. Ik kwam hier gisteren ook de boswachter tegen. Hij vertelde me dat hij ook niet wist hoe ik jullie kon laten ontspannen. Hij hield zich vooral bezig met de gezondheid van het bos. Hij toonde me hoe ik jullie die gezondheid kon laten meten. (stethoscoop) Ik zag in de kamer van mijn broer een schilderij hangen die hij zelf gemaakt had. Er was een herfstbos op te zien. Heel mooi! Hij gaf me een borstel en zei me dat ik jullie hiermee wel zou kunnen ontspannen. Misschien moet ik iedereen eens kriebelen? (verfborstel) Laat ons eerst eens beginnen met de bescherming van jullie tegen al het kwaads in het bos, dan zijn we op dat vlak al op ons gemak. En Harry Potter zal ook tevreden zijn. Komaan! 6 1. Bescherming bij het binnengaan van het bos Een heksen of trollensoep: Gezond bossoepje – maken we om onszelf te beschermen. (eerste graad) Eerst verzamelen we kriebelbeestjes in potloepjes: zoek onder de bomen, onder hun schors, onder bladeren, in de grond, tussen de takjes van struiken. Vergelijk de gevonden diertjes. Hebben ze pootjes en hoeveel, kunnen ze vliegen, kunnen ze zien of hebben ze voelsprieten…? Voorbereiding van de soep: - Vuurtje maken: takjes laten verzamelen - Vuurtje aanmaken door 2 stenen tegen elkaar te slaan (symbolisch) - Om het vuurtje niet te laten doven, samen blazen - Twee kindjes gaan op de takjes zitten en vormen een ketel - Ketel vullen met: Enkele kinderen zoeken bruine blaadjes Enkele kinderen zoeken groene blaadjes Enkele kinderen zoeken vruchten Heks eet graag vieze dingen zoals padden! Alle kinderen staan in een kring rond het vuur, als een pad in de pot gedaan wordt (zoals 1-2-3 piano). Eerste pad in de pot. Vuur aanwakkeren door naar vuur toe lopen en blazen, allen samen. Kriebelbeestjes in de soep doen. Goed draaien in de soep, allen samen rond de pot draaien, in twee richtingen. Aan de soep gaan ruiken: te veel vuur, nu is ze aangebrand! Alles opruimen. Als troost ander drankje van vlier uitdelen. Beschermd ook: vitamine C. Vliersiroop zorgt ervoor dat we onze hoest kwijt geraken. Het bos is goed voor ons want … Antwoorden: spelen, eten, medicijnen, … Andere Kinderen zoeken elk een blad dat ze mooi vinden en hangen het aan een touw rond de hals, zo worden zij zelf een boom. Vraag eventueel waarom ze dat blad gekozen hebben en bekijk samen de vorm, voel de nerven en beschrijf de kleur. Weet je dat sommige bladeren eetbaar zijn in de lente als ze nog jong en fris zijn? VB: beuk, linde, haagbeuk, meidoorn… Andere We maken een amulet. We zoeken elk iets wat we mooi vinden en stoppen het in een doekje. We binden het met een koordje rond onze hals. Zo deden de mensen dit vroeger ook, om zich te beschermen tegen allerlei boze geesten. 7 2. Geestelijk goedvoelen Andere … Genieten van de oerelementen met al onze zintuigen: Ga onder een oude boom staan, voel zijn wortels stevig in de grond, hij heeft geen haast. Zet je (blote) voeten stevig tussen zijn wortels. Voel zijn kracht, zijn aanraking, in je rug, je kan hem niet omver duwen, hij draagt je en zal niet breken. Kijk omhoog, zie hoe zijn takken naar de hemel rijken, hij verbindt de aarde met de hemel, kijk wat er in je boom gebeurt. Welk seizoen zijn we? Zie je de bladeren aan de boom of op de grond? Ruik het bos: de boom, de aarde, de lucht. Adem nu diep in door de neus, vul je onderbuik met gezonde lucht en blaas langzaam door je mond weer uit. Zuiver je longen. Hef je armen omhoog en maak je zo groot mogelijk, rek je uit, laat dan je armen weer zakken en schudt ze los. Wordt even stil en luister naar de natuur. Wat hoor je? Vogeltjes, de wind. Zo krijg je het gevoel een klein deeltje te worden van dit grote bos en word je rustig. Denk nu aan iets moois dat je vandaag hebt beleefd: de zon zien opkomen, een mooi liedje gehoord, een mooie bloem geroken… Zo ben je klaar om gesterkt verder te gaan. En nog … (derde graad) Doorgeefverhaal: iemand begint een verhaal te vertellen. Na een tijdje verteld iemand anders verder. Samen maak je er iets heel speciaal van! Je verzamelt met de groep voorwerpen uit het bos en legt ze in het midden om een herfstverhaal te starten. Je kiest een voorwerp uit de stapel om verder rond te bouwen. Je kan het verhaal inleiden: Toen het nog heel vroeg in de ochtend was en de zon de laatste slaap uit haar oogjes wreef, werd het bos stilaan wakker. (- één voorwerp : rond dit ene voorwerp kan je iedereen om beurt laten fantaseren waarvoor dit zou kunnen gebruikt worden of werd in de natuur. Vb; Een blad kan, werd gebruikt of is van ... om te waaieren in het hol van een of ander dier, als huisje voor de slak, als voedsel voor de egel, als decoratie, als handdoek voor een vogeltje, ... . De kinderen vinden wel iets waarvoor dit blad kan dienen. (best een klein zetje geven) Je kan dit meermalen doen met een ander voorwerp. - meerdere voorwerpen: Hierrond kan je natuurlijk wel een verhaal opbouwen. Toen de zon deze morgen opstond zag ze hoe pa konijn met voorwerp 1 zijn holletje kwam uitgehuppeld. Hij zag ..... spelen met voorwerp 2 . En hier kan nu één van de kinderen een voorwerp kiezen en het verhaal verder bouwen met wat de zon zag gebeuren. en zo verder tot alle voorwerpen op zijn.) 8 Andere … Kunstwerk maken. Je maakt een kunstwerk met allerlei materialen uit het bos. Je laat de kinderen volledig vrij of geeft hen een kader om in te werken. En als laatste … Rollenspel Iedereen speelt een personage: de boswachter, de jager, de jogger, de wandelaar, de ruiter, de dromer, de boer, de vogelliefhebber, de kunstenaar, de operazanger, konijn, vlinder, spin, … 9 3. Lichamelijk goedvoelen 3.1. Lichaamsbeweging 3.1.1. De gids roept een naam en de kinderen beelden uit. Word een boom: sta stokstijf Word een blad dat neer dwarrelt, met armen wijd open zachtjes heen en weer lopen. Word een vogel en vlieg hoog in de lucht: springen en vlug met armen klapperen Word een grasspriet: wieg zachtjes heen en weer Word een eikeltje en val op de grond, maak je klein Word een kikker en spring rond … 3.1.2. Stapstenen Welke groep kan vlugst aan de andere kant geraken, zonder een voet op de grond te zetten? Je verdeelt je groep in 2 gelijke groepen. Bij een ongelijk aantal kinderen, kan er één iemand scheidsrechter spelen. Elke groep heeft evenveel kinderen aan de overkant staan. Ieder heeft drie boomschijven ter beschikking, die liggen aan de startlijn. Iemand telt tot drie en dan mag de eerste van iedere groep vertrekken zonder een voet op de grond te zetten. Je versleept telkens één boomschijf terwijl je met je voeten op de andere staat. Bij aankomst aan de overkant, mag de tweede vertrekken. De eerste groep waarvan iedereen overgegaan is, wint! 3.1.3. Ga op zoek naar een tak van 50 à 100 cm lang. – er zijn er ook in ieder bos een aantal. Uitgangshouding: zijwaartse spreidstand met een boomstronk op de schouders Draai de romp 4 keer links en 4 keer rechts. 3.1.4. Uitgangshouding: Sta voor de boomstam. Zet je linkervoet op de stam en wissel al huppelend de benen. 10 3.2. Lichamelijk genezen – medicinaal en volksgeloof Gebaseerd op ‘De Groene Heks’, ‘Wilde Kruidentuinen’ en ‘Bomen en Mensen’. Bij de verschillende bomen en planten ga je dieper in op de geneeskrachtige werking en het volksgeloof. Dat doe je niet door te vertellen wat de medicinale werking is maar door de kinderen bepaalde situaties te laten uitbeelden. De andere kinderen raden wat het wil zeggen. Voor jongere kinderen maak je de situaties makkelijker en eenduidiger. Situatie 1: berk Je loopt in het bos en je voelt je niet zo goed. Je bent de hele tijd moe. . Je drinkt het sap van de berk en je na een tijdje voel je je zo fris als een hoentje. (Je geeft wat uitleg hierna over het oogsten van berkensap. Er zit berkensap bij de materialen. ) Situatie 2: duizendblad Je struikelt over een tak en je hebt een bloedneus. Je kneust een aantal blaadjes en doet het sap op een watje dat je in je neus stopt. Het bloeden stopt. Je bent gevallen en je bloedt uit een klein wondje. Kneus het blad van een duizendblad en leg dit op het wondje. Het zal het bloeden stoppen en de wond ontsmetten. Situatie 3: meidoorn Je bent heftig aan het sporten en gaat hier te ver in. Je hart klopt te vlug en je hebt hartkloppingen. Je compagnon zegt je te stoppen en een thee te drinken van de bloemen van meidoorn. Situatie 4: vlier Je hebt een verschrikkelijke hoest en je bent grieperig. Je maakt een siroop van vlierbessen en drinkt deze. Je hoest is vlug voorbij. Situatie 5: den Je hebt een verschrikkelijke hoest en je bent grieperig. Je kookt de naalden van de den en giet het mengsel in een warm bad. Je gaat erin liggen. Je voelt je al veel beter. Situatie 6: braam Je hebt op je tong gebeten tijdens een val. Je tong doet veel pijn. Je vriend maakt een thee van braam en jij spoelt je mond herhaaldelijk hiermee. Situatie 8: linde Je ligt te woelen in je bed en kan niet slapen. Je kameraad plukt de bloesems van de linde en maakt hier thee van. Je drinkt deze en slaapt in als een roos. Situatie 9: brandnetel Je loopt door het bos en je doet niks anders dan niezen en je ogen tranen. Je hebt hooikoorts. Je maakt en drinkt thee van brandnetelblaadjes. Je niezen stopt en je ogen tranen niet meer. 11 4. De gezondheid van het bos We vormen een kring op een open plaats of een speelzone in het bos. Je stopt enkele kinderen een stethoscoop in de hand en vraagt hen om de gezondheidstoestand van het bos te meten. Lukt dit? De boswachter heeft me verteld dat hij zich vooral bezighoudt met de gezondheid van het bos. 4.1. Zoek een blad van een boom die jij mooi vindt. Bespreking: zet de kinderen met hetzelfde blad bij elkaar en doe ze bij de boom van hun blad staan. Vraag per groepje waarom ze dit blad gekozen hebben. Zou het nog leuk zijn bladeren te zoeken als alle bomen dezelfde zouden zijn? Verschillende soorten bomen in een bos, da’s een goed teken. 4.2. Zoek de dikste boom. Zijn ze allemaal even dik? Hebben ze dezelfde schors? Zijn ze even recht en hoog? Hebben ze allemaal bladeren? Of ga bij een boom staan die geen bladeren heeft: naaldbomen of dode boom. Bomen van verschillende leeftijden in hetzelfde bos, da’s een goed teken. 4.3. Zoek dode takken. Waarom laat de boswachter deze dode takken liggen? Om kampen mee te kunnen bouwen? Nee hoor, ze zijn voedsel voor de kriebelbeestjes en de paddestoelen, die er bruikbare humus aarde van maken . Neem onder de dode bladeren wat aarde in je handjes en ruik eraan. Nu ruik je dezelfde aarde als die in de bloempot thuis. Als je straks thuis bent dan kan je eens in de bloempot ruiken, dan ruik je opnieuw het bos! Veel dood hout, da’s een goed teken! Variant voor hogere graad: Zoek in de strooisellaag bladeren of takken, naalden of zaden die aan het verteren zijn. vb.: oudere bladeren waarvan het bladmoes verteerd is en enkel het skelet over blijft, paddenstoelen zoals het meniezwammetje of de houtknotzwam op takjes. Als je al deze dingen ziet kapot gaan, is het bos dan nog wel gezond? Ja, want dood hout zorgt voor nieuw leven: dankzij de kriebelbeesten en de paddenstoelen worden al deze gevonden dingen omgezet tot humus: vruchtbare grond om planten en bomen te laten groeien. Veel dood hout, da’s een goed teken! Extra voor hogere graad -Er zijn enkele gevaarlijke paddenstoelen die leven op levende bomen, deze noemen we parasieten. Parasieten hinderen de sapstoom in de boom. vb.: berkenzwam, dennenmoorder en honingzwam… -Paddenstoelen op dode takken noemen saprofyten, zij profiteren van het sap dat nog aanwezig is in de dode materie. - Sommige paddenstoelen op de wortels van de boom zoals de vliegenzwam leven in symbiose met de boom: zij nemen voedsel van de boom maar geven een bruikbare stof aan de boom in de plaats. Zo komen we tot de voedselkringloop. Veel dood hout, da’s een goed teken! (als dit niet zo is, dan geef /zeg je natuurlijk het omgekeerde) 12 4.4. Wordt een dier van het bos en zeg waar je woont. De kinderen krijgen elk een masker. Er zijn per groep 25 maskers. Als er meer dan 25 kinderen zijn, dan meld je dat. Er is een vossen -, uilen - en reemasker. Er zijn telkens 3 maskers van egel, muis, vlinder, boom, bloem, denappel en paddestoel. In totaal dus 25 maskers Op de maskers staat waar de organismen wonen en leven. Je vraagt de kinderen binnen een straal van 5 meter die plaats te gaan opzoeken en hun positie in te nemen. Als ze hun plekje niet vinden dan kunnen ze op de achterkant van hun masker hun schuil - of standplekje vinden. 13 Vos: verscholen vossenburcht– op een helling of heuveltje met zicht op jachtgebied Uil: hoog in een boom, boomholte Ree: struikgewas – verscholen Egel: tussen wat takken – onder de bramen – verscholen Muis: in een holletje, tussen het kreupelhout, in het struikgewas of waar veel planten staan. Vlinder: op een zonnig plekje – waar planten staan Boom: ga tegen een boom staan Bloem: ga op zoek naar een plaatsje met wat zon of een plaats waar nog wat bloemen staan Denappel: in een den, of spar Paddestoel: op dood hout of strooisel Als ze hun plaats hebben ingenomen, vraag je of ze weten wat ze eten. Waar gaan de dieren boodschappen doen in het bos? Hebben zij ook een Delhaize of een Aldi? Wat eet de uil bvb? De vos mag naar de muis lopen. Wat eet de vlinder? De vlinder mag naar de bloem fladderen. We hebben dieren die planten eten en dieren die dieren eten. Wat eet de vos? Ook muizen. Oei. Hebben we veel muizen? Eten zij maar één muis per dag? Komen de vos en de uil dan niet in de problemen? Ze eten hetzelfde voedsel. Er moeten meer muizen zijn dan uilen en vossen. De muizen eten planten en zaadjes. De ree eet gras en verse blaadjes. De vlinders willen heel wat nectar bij de bloemetjes. Er zijn massa’s planten nodig voor al die planteneters. Alles hangt aan elkaar en iedereen moet zijn plaatsje hebben. Er zijn in dit bos veel schuilplaatsen, er is veel voedsel. Da’s een goed teken! (als dit niet zo is, dan geef zeg je natuurlijk het omgekeerde) 14 4.5. Zoek een boom die volgens jou uit het bos mag gehaald worden. Waarom heb je deze boom gekozen? Dikke bomen om planken uit te zagen en een trap of kast van te maken. Een dode boom die er toch te veel stond om als brandhout te gebruiken. Een boompje die net dik genoeg is om als paal te dienen. Een dunne boom omdat hij te dicht stond bij een andere mooie boom die nu meer ruimte krijgt om te groeien. Een hele grote boom met grote bladeren die al het licht tegen hielden, nu ontstaat er een gat de kruinlaag waardoor er weer licht tot op de bodem zal komen en planten en struiken beter zullen groeien. Een hele dunne voor de steel van mijn bezem, borstel, schop…. Een gezond bos is ook een bos waarvan je het hout kan gebruiken. Da’ s een goed teken! 4.6. Zoek iets wat de mens heeft gedaan. (de boswachter, de wandelaar vandalen…) (tweede en derde graad) vb: wandelpaden, afsluitingen, draden, palen, aanplantingen, boombeschermers, afval, littekens in boomstammen, grachten en buizen, poel door een bom gemaakt of uitgegraven, verzaagd hout, afgezaagde stronk in de grond, sporen van banden, voetafdrukken. Besluit: eigenlijk is alles hier door de mens gekomen, zelfs de bomen zijn door mensen aangeplant, de mens heeft dus een grote invloed op het bos. Mensen kunnen veel doen om de gezondheid van een bos te verbeteren of verslechten. 15 afscheid van het bos: de bosgroet (gebaseerd op de zonnegroet vanuit de yoga) 1. Sta (zo mogelijk) in de richting van de opkomende zon met beide voeten tegen elkaar. Breng de handpalmen samen bij het hart. 4. Adem in en breng de rechter voet zo ver mogelijk naar achter. Houd de handen op de grond, zorg dat de linker voet tussen de handen blijft staan. Houdt het hoofd omhoog. 7. Adem in en duw de borst van de grond, buig zo ver mogelijk naar achteren, terwijl de ellebogen het lichaam raken, de heupen op de grond blijven en de schouders laag worden gehouden. 10. Adem langzaam uit, houd de handen op de plaats en breng de rechtervoet naast de linkervoet tussen de handen. Buig vanuit de heupen en tracht de buik in de richting van de bovenbenen te brengen. Houd beide knieën gestrekt. 2.Adem in en strek de armen naar boven. Buig langzaam naar achteren, terwijl je de armen boven het hoofd gestrekt houdt. 5. Terwijl je uitademt breng je de linker voet naar achter, naast de rechter voet. Houd de armen recht, de heupen omhoog en breng het hoofd in lijn met de armen. 3. Adem langzaam uit terwijl je naar voren buigt, terwijl de buik in de richting van de bovenbenen wordt gebracht, worden de handen naar de grond gebracht. 6. Houd de adem vast en breng het lichaam naar de vloer, totdat de voeten, knieën, borst, handen en voorhoofd de grond raken. 8. Terwijl je langzaam uitademt, verhef je de heupen van de grond, breng het hoofd in lijn met de armen en houd de armen recht. 11. Adem in en strek de armen naar boven. Buig langzaam naar achteren, terwijl je de armen boven het hoofd gestrekt houdt. 9. Adem langzaam in en buig het linker been, terwijl je met dit been een flinke stap naar voren neemt. Terwijl de handen stevig op de grond blijven staan tracht jet de linker voet tussen de handen te plaatsen. Houd het hoofd omhoog. 12. Sta (zo mogelijk) in de richting van de opkomende zon met beide voeten tegen elkaar. Breng de handpalmen samen bij het hart. Alternatief afscheid Zie je de voorgaande bosgroet niet zitten of zijn de weersomstandigheden niet echt goed, dan kan je een ander afscheid voorzien nl. het bos een afscheidswens toefluisteren. Bvb ik wens je nog vele mooie jaren Ik wens dat de bezoekers niet veel afval achterlaten bij jou. Ik wens je nog veel gezondheid! … 16 5. Evaluatie 5. 1. Identificatiespel Dit spel helpt kinderen bomen en struiken te identificeren en de namen te onthouden. Verzamel kleine voorbeelden van bladeren en zaden van bomen en struiken tijdens de wandeling. Je hebt ongeveer 7 tot 10 verschillende soorten nodig. Vorm twee teams en stel ze op zo’n 10 meter afstand tegenover elkaar. Leg de verzamelde voorbeelden van planten en bomen op een rij tussen de twee teams in. Elke speler krijgt een nummer. Er zijn dus twee nummers 1, twee nummers 2, … Als de teams klaar staan, roep dan de naam van een boom of struik waarvan er een voorbeeld ligt bij de verzameling op de grond. Roep daarna het nummer. Haal de nummers door elkaar, dit verhoogt de spanning … ‘De volgende plant is een beukenboom en het nummer is ……… 3’ Zodra de nummers 3 hun nummer horen, rennen ze naar de voorbeelden en proberen als eerste het beukentakje te vinden. Degene die het eerst is, verdient twee punten voor zijn team. Wordt het verkeerde voorbeeld opgeraapt, dan gaan er twee punten af. We werken met tekeningen en de kinderen leggen hun vondsten eerst bij de juiste tekening. Materiaal: Touw, knijpers en tekeningen. 5.2. Uilen en muizen Dit spel leent zich goed om nieuw geleerde begrippen nog eens door te nemen. Verdeel de groepen in twee teams: uilen en kraaien. Stel de teams tegenover mekaar op, ruim een halve meter uit mekaar. Trek een lijn die dienst doet als veilige haven. De leider beweert iets en als deze bewering klopt jagen de uilen op de muizen. En ze proberen deze te vangen voordat ze bij hun thuishaven zijn. Als de bewering niet klopt gaan de muizen achter de uilen aan. Wie gevangen wordt, stapt uit het spel. Wie fout loopt, stapt ook uit het spel. Je kan verschillende spelletjes spelen. De begeleider moet zich tijdens deze verwarring stilhouden en neutraal blijven. Als het wat rustiger is geworden, kan het juiste antwoord gegeven worden. 17 Een eik behoudt zijn bladeren het hele jaar door. De paddestoelen zijn opruimers van het bos. De kastanjes zonder pluisjes zijn eetbaar voor mensen. Vlierbessensiroop is goed tegen hoest. In het bos zijn er meer kleine stofdeeltjes dan in de stad. Je kan allergisch zijn aan berkenstuifmeel. De brandnetel prikt niet. 18