DEPARTEMENT ECONOMIE, WETENSCHAP EN INNOVATIE Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2015-2020 Oproep tot het indienen van projectvoorstellen rond STEM sensibilisering via rolmodellen Inleiding Om een antwoord te kunnen bieden op maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen heeft de Vlaamse kenniseconomie en arbeidsmarkt meer dan ooit mensen nodig met een STEM profiel. Om jongeren te stimuleren om voor STEM-opleidingen en -loopbanen te kiezen werkte de Vlaamse Regering het STEM-actieplan 2012-2020 uit.1a Naast de overheid helpen onderwijs- en opleidingspartners, scholen, leraren, sectorale sociale partners en de media de volgende acht doelstellingen mee te realiseren: STEM-onderwijs aantrekkelijker maken Leraren, opleiders en begeleiders ondersteunen Het proces van studie- en loopbaankeuze verbeteren Meer meisjes in STEM-opleidingen en -beroepen Inzetten op excellentie Het opleidingsaanbod aanpassen Sectoren, bedrijven en kennisinstellingen aanmoedigen De maatschappelijke waardering van technische beroepen verbeteren. De Vlaamse Regering werkte eveneens het Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2015-2020 1b uit met als doelstellingen: 1a Stimuleren van de instroom van jongeren in STEM-studierichtingen en doorstroming naar STEM-functies in de werkomgeving. Het versterken van het maatschappelijk draagvlak voor wetenschap en innovatie Het versterken van de (internationale) uitstraling van de kwaliteit van het onderzoek en de onderzoekers in Vlaanderen. Zie: http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/stem-actieplan-2012-2020 Zie: http://wetenschapsinformatienetwerk.be/publicaties/beleidsplan-wetenschapscommunicatie-20152020 1b Binnen dit kader zal de minister bevoegd voor Werk, Economie, Innovatie en Sport projecten ondersteunen die innovatieve instrumenten ontwikkelen, implementeren en promoten om jongeren via rolmodellen te sensibiliseren en te stimuleren om voor STEM-studierichtingen te kiezen en zo ook de doorstroming naar STEM-functies te ondersteunen. De oproep Thema Deze oproep speelt in op de vaststelling dat nog te weinig scholieren voor STEM-studierichtingen kiezen in het hoger onderwijs, ook al hebben ze er vanuit het secundair onderwijs een voldoende basis voor. De VRWI-studie (2012) ‘Kiezen voor STEM’ naar onder meer de doorstroom vanuit het secundair naar het hoger onderwijs toonde een onderbenutting aan van het STEM-potentieel vanuit het secundair onderwijs: 30% van de STEM-scholieren in het secundair onderwijs kiest niet meer voor STEM in het hoger onderwijs.2 Hoewel de laatste jaren een positieve evolutie merkbaar is in de richting van de vooropgestelde doelstellingen voor meer instroom, blijven in het bijzonder meisjes, maar ook jongeren uit kansengroepen sterk ondervertegenwoordigd in STEM-studierichtingen.3 De voorliggende oproep wil inzetten op STEM sensibilisering via rolmodellen. Rolmodellen zijn een belangrijke schakel in een stimuleringsbeleid voor STEM.4 Ze kunnen jongeren tonen wat ze kunnen bereiken met een STEM-opleiding in een realistische en hedendaagse werkomgeving. Vrouwelijke rolmodellen of personen met een migratieachtergrond als voorbeeld van STEM-beroepsbeoefenaars zorgen voor herkenning en waardering en zijn essentieel om een duurzame impact te kunnen hebben op de respectievelijke doelgroepen. Ze kunnen de stereotiepe beeldvorming over STEM beroepsbeoefenaars bijsturen via een proces van sociale vergelijking. Niet alleen echte, maar ook virtuele rolmodellen dragen daartoe bij. STEM rolmodellen worden echter nog onvoldoende ingeschakeld op een voor jongeren attractieve en effectieve manier. Bestaande initiatieven richten zich vooral op het brede publiek en zijn vaak te weinig herkenbaar voor specifieke doelgroepen jongeren (i.c. meisjes en kansengroepen). Deze oproep wil deze leemte opvullen en initiatieven steunen die in Vlaanderen: (1) inspirerende STEM rolmodellen verbinden met de verschillende doelgroepen die ze kunnen vertegenwoordigen; (2) op een creatieve én gedurfde manier jongeren vanuit hun eigen, veelal digitale, leefwereld prikkelen en stimuleren voor STEM. Doelgroep Projectvoorstellen dienen zich in het bijzonder te focussen op jongeren die zich in een cruciale fase van een studie- of beroepskeuze bevinden en op wie rolmodellen een betekenisvolle ‘final wake-up’ impact kunnen hebben bij het maken van deze keuze, namelijk scholieren uit de derde graad van het secundair onderwijs. Binnen deze leeftijdsgroep hebben vooral rolmodellen in de media een 2 Zie: Van de Berghe, W. & De Martelaere, D. (2012). Kiezen voor STEM. De keuze van jongeren voor technische en wetenschappelijke studies. Brussel: Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie. 3 Zie o.m.: STEM monitor 2015, 2016. 4 Zie: van de Berghe & De Martelaere (2012) en Derde adviesnota van het STEM-platform, 01/01/2015. belangrijke invloed op de identiteitsontwikkeling. In het bijzonder dient aandacht uit te gaan naar meisjes en jongeren uit kansengroepen. Daarnaast dient het projectvoorstel ook te voorzien in aanvullende disseminatie- en communicatieacties naar leerkrachten uit de derde graad van het secundair onderwijs en het brede publiek. Activiteiten De oproep beoogt projectvoorstellen met activiteiten gericht op (1) de ontwikkeling, (2) de implementatie én (3) de gerichte en brede promotie van een innovatieve toepassing of instrument (vb. een interactieve app, game of website) waarin diverse STEM rolmodellen centraal staan en die een sensibiliserend en inspirerend effect hebben op de doelgroep. De doelgroep dient reeds tijdens de duurtijd van het project aangesproken en betrokken te worden. Consortium In overeenstemming met de ambities van het Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2015-2020 dienen projectvoorstellen gestoeld te worden op samenwerkingsverbanden tussen verschillende actoren. Een kennisinstelling (universiteit, hogeschool of strategisch onderzoekscentrum gevestigd in Vlaanderen of Brussel) treedt op als indienende organisatie en aanspreekpunt voor de verdere opvolging, maar kan met de subsidie expertise inkopen bij een mediabedrijf of communicatie- en disseminatiepartner. Een consortium is samengesteld uit minimum 3 partners, waarvan, naast een kennisinstelling, minimum 1 structurele partner van het wetenschapscommunicatiebeleid (bv. expertisecellen wetenschapscommunicatie), en/of een organisatie die kan optreden namens een groep van bedrijven (beroeps- of sectorfederatie) en/of minimum 1 private partner uit de brede mediasector. Andere samenwerkingsverbanden zijn eveneens mogelijk. Particulieren of buitenlandse organisaties kunnen geen steun ontvangen. Timing Het indienen van projectvoorstellen kan tot 15 september 2017, 12u. bij [email protected] De geselecteerde projecten kunnen ten vroegste starten na het beëindigen van de evaluatie en het afronden van de subsidieprocedure. Projecten hebben een duurtijd van minimaal 12 maanden. Budget Het budget voor deze oproep bedraagt 250.000 euro. Dit budget kan toegewezen worden aan één of meerdere (max. 3) projecten. De subsidiabele kosten bestaan uit personeelskosten en werkingskosten die rechtstreeks gepaard gaan met de subsidiabele activiteiten (ontwikkeling, implementatie en gerichte promotie), en overheadkosten (10% van het projectbudget). Kosten komen alleen in aanmerking voor de toekenning van steun als de activiteiten niet al gefinancierd zijn met steun van de Vlaamse overheid of een andere publiekrechtelijke instantie. Alleen kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan de uitvoering van de projectactiviteiten en gemaakt worden tijdens de duur van het project komen in aanmerking. De projectvoorstellen moeten een realistische raming maken van de totale begroting van hun project. Het steunpercentage bedraagt 100% van het totale projectbudget. De indienende organisatie ontvangt bij goedkeuring 50% bij aanvang van het project, 30% 6 maanden na de startdatum en de resterende 20% bij oplevering en is verantwoordelijk voor het uitbetalen van de mede-aanvragers waarmee een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten na goedkeuring. 20% van de subsidie is gebonden aan het behalen van (te bepalen) Kritische Performantie Indicatoren. Beoordelingscriteria De projectvoorstellen zullen geëvalueerd worden door een panel van experten. Deze experten beoordelen welke en hoeveel projecten gesteund kunnen worden op basis van de volgende vijf beoordelingscriteria: 1. Kwaliteit van de inhoud Het projectvoorstel wordt beoordeeld op de algemene kwaliteit van de inhoud, de aansluiting bij het STEM Actieplan 2012-2020 en bij het Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2015-2020 en het thema van de oproep. Het is daarbij belangrijk dat de voorstellen bijdragen aan het verbinden van STEM rolmodellen met jongeren enerzijds én effectief inspelen op de leefwereld van de beoogde doelgroep (scholieren uit de derde graad secundair onderwijs) anderzijds. 2. Vernieuwend karakter Het tweede evaluatiecriterium betreft de mate waarin het projectvoorstel nieuw en innovatief is. Projecten dienen uniek te zijn in Vlaanderen voor de beoogde doelgroep. Daarbij wordt gekeken naar welke innovatieve toepassing, instrument of tool het samenwerkingsverband zal ontwikkelen en naar de vernieuwende manier waarop deze toepassing, instrument of tool interactie tussen STEM rolmodellen en de betrokken doelgroep beoogt te realiseren. 3. Kwaliteit van het communicatieplan Doelgerichte communicatie over het project en haar resultaten spelen een belangrijke rol met oog op impact. Het projectvoorstel wordt beoordeeld op de mate waarin communicatieacties en mediaexposure creatief inspelen op de leefwereld van de doelgroep en de kracht van rolmodellen voor STEM sensibilisering. Daarnaast wordt ook gekeken naar het potentiële bereik van omkaderende communicatieacties naar het brede publiek en de rol van de betrokken mediapartner(s) hierin. Een vergelijkende kosten/baten-analyse maakt ook deel uit van dit criterium. 4. Kwaliteit van het werkplan Het projectvoorstel wordt beoordeeld op de kwaliteit van de projectuitvoering. Daarbij worden de haalbaarheid en kwaliteit van het werkplan onder de loep genomen. In het bijzonder worden voorstellen geëvalueerd op de overeenstemming tussen voorziene activiteiten en projectdoelstellingen, en hoe die wordt onderbouwd. Belangrijk daarbij is een evenwichtige verhouding tussen ontwikkel-, implementatie- en promotieactiviteiten en dat de gevraagde personeelsinzet en werkingsmiddelen in overeenstemming zijn met de geplande activiteiten. Het werkplan dient aan te geven hoe het project zal geëvalueerd worden na afloop, hoe de impact zal gemeten worden en dient een plan te bevatten voor verderzetting na afloop van het project. 5. Expertise van het partnerschap De meerwaarde van het samenwerkingsverband is een vijfde evaluatiecriterium. Daarbij wordt belang gehecht aan de expertise en ervaring van de partners met betrekking tot het thema van de oproep en de geplande activiteiten. Ook het potentieel en de ervaring van de partners met de mobilisatie van de doelgroep (scholieren derde graad secundair onderwijs) en andere stakeholders wordt in rekening genomen. Timing voor het indienen van uw projectvoorstel Deze oproep wordt afgesloten op 15 september 2017, 12u. De geselecteerde projecten zullen kunnen starten na afronding van de subsidieprocedure zoals voorgeschreven door de Vlaamse overheid. Evaluatie en selectie van de ingediende projectvoorstellen De projectvoorstellen worden door een comité van experten beoordeeld op hun inhoudelijke waarde De evaluatie loopt tot 16 oktober 2017. Gegevens die het projectvoorstel minimaal moet bevatten: Over de projectindiener: Naam van de organisatie (voluit) Juridisch statuut Adres Naam, telefoonnummer, e-mail van projectindiener/ contactpersoon binnen de organisatie Bankrekeningnummer KBO-nummer Gegevens van de organisaties/verenigingen waarmee de projectindiener samenwerkt Omschrijf de expertise van deze partners en de rol die ieder van deze organisaties zal vervullen. Een gedetailleerd plan van aanpak van met timing en mijlpalen: In dit plan wordt ingegaan op de algemene voorwaarden. Het plan vermeldt ook relevante KPI’s waarmee de uitvoering van het project kan opgevolgd en beoordeeld worden. Gegevens over recente verwezenlijkingen van de projectindiener die aantonen dat de organisatie de draagkracht en competenties heeft om de doelstellingen te realiseren. Referenties van partners, sponsors, beleidsinstanties …. waar kan geïnformeerd worden naar uw verwezenlijkingen en expertise. Een gedetailleerde begroting met een inkomsten en uitgavenzijde. Toon hierin duidelijk aan hoe u de bijdrage van de Vlaamse overheid zult besteden. Een ondertekende verklaring van de projectindiener: “Ik verklaar hierbij dat alle informatie hierboven vermeld correct en volledig is. Tevens heb ik er nota van genomen dat het ingediende project een voorstel blijft en dat ik bijgevolg er niet van kan uitgaan dat ik (financiële) ondersteuning voor de realisatie van mijn project zal ontvangen. Ik verklaar hierbij dan ook dat - in afwachting van het resultaat van de evaluatie van alle projecten – het ingediende project niet zal worden opgestart alvorens deze evaluatie is afgelopen, tenzij op eigen risico.” Datum: Naam en handtekening van de indiener