Tabel 2. Toepassingsgeschiktheid van verschillende moleculaire detectietechnieken Microbial groups Detection Target gene Total Bacteria Bacterial 16S rRNA Remark Total Archaea Archeal 16S rRNA Denitrifying bacteria Nitrate reductase (NarG) Denitrifying bacteria Nitrite reductase (NirS or NirK) NO2 → NO Denitrifying bacteria Nitrous oxide reductase (NosZ) N2O → N2 Iron-reducing bacteria Geobacteriales 16S rRNA Sulphate-reducing bacteria Sulfite-reductase (dsrA or dsrB) Microbial corrosion Fe-hydrogenase (hydA) NiFeSe-hydrogenase (hysA) NO3 → NO2 Methanogenic Archaea Methyl-CoM reductase Pathogenic bacteria Detection Target gene Cyanobacteria Cyanobacteria 16S rRNA Microcystis 16S rRNA McyD toxine Remark Legionella sp. 5s rRNA mipA Legionella group Legionella pneumophila Enterobacteriaceae Enterobacteriaceae 16S rRNA Indicator of faecal contamination Eschericha coli Glucuronidase Indicator of pathogenic faecal contamination Biological transformation of pollutants Detection Target gene Mineral oil* Alkane mono-oxygenase (alkA) Alkane hydroxylation BTEX* Catechol-1,2-dioxygenase Catechol-2,3-dioxygenase Aerobic ring-cleavage TEX Benzylsuccinyl-CoA synthase (BssA) Anaerobic ring-cleavage MTBE MTBE mono-oxygenase (MM) MTBE → TBA Isobutyryl-CoA mutase (ICMA) Degradation of 2-HIBA 1,2-dichloroethane Alkane dehalogenase (dhlA) Aerobic dechlorination 16S rRNA specific for Dehalococcoides, Desulfitobacterium and/or Dehalobacter Anaerobic dechlorinating bacteria in principe volledige afbraak van PER en TRI (via CIS en VC) naar etheen plaatsvinden. De aanwezigheid van het enzym VC-reductase, de laatste stap in het afbraakproces dat zorgt voor omzetting van VC naar etheen, geeft hier uitsluitsel over. Waarvoor wordt een DNA-analyse ingezet? De resultaten van een DNA-analyse leveren belangrijke informatie bij: • Het vaststellen van de potentie voor natuurlijke afbraak. De aanwezigheid van afbraakproducten op een specifieke plaats kan verschillende oorzaken hebben (aanvoer van elders of afbraak in het verleden of heden). Het aantonen van een levende populatie specifieke bacteriën duidt op afbraak op het moment van onderzoek, op de onderzoekslocatie; • Bepalen of stagnerende afbraak van de verontreiniging ver­oorzaakt wordt door een gebrek aan (actieve) bacteriën. Indien de leefomstandigheden voor deze bacteriën wel geschikt zijn kan in dat geval water met een geschikte bacteriepopulatie worden toegevoegd aan het grondwater. 16S rRNA specific for Dehalo- Anaerobic dechlorinating coccoides, Desulfitobacterium, bacteria Sulfurospirillum, Dehalobacter, Desulfuromonas and/or Desulfomonile TCE Trichloroethene reductase (TceA) Methode, voorwaarden en kosten Uit een grond- of grondwatermonster wordt DNA geïsoleerd en vervolgens kwalitatief of kwantitatief geanalyseerd met resp. een PCR of real-time PCR techniek. Voor het verifiëren van de aanwezigheid van (voldoende) bacteriën en/of enzymen is een beperkt aantal monsters nodig. Momenteel kunnen de bacteriën en enzymen die in tabel 2 worden genoemd, bepaald worden. De kosten voor kwantitatieve DNAanalyses zijn € 375 per stuk. Kwalitatieve analyses kosten circa € 90- € 130 per monster. Contact Afdeling Geo milieu onderzoekslaboratorium Unit Bodem- en Grondwatersystemen TCE → cis-DCE Cis-DCE & VC Dehalococcoides spp. 16S rRNA Anaerobic dechlorinating bacteria VC Vinylchloride reductase (vcrA and/or bvcA) Anaerobic, VC → ethene VC Expoxyalkane coenzyme M transferase (EaCoMT) Aerobic VC degradation Fredericke Hannes [email protected] T 088 335 78 32 * In development uBGS 009 A3NL juli2010 Langenhoff Dr.ir. Alette Langenhoff [email protected] T 088 335 78 66 Postbus 85467 3508 AL Utrecht T 088 335 77 75 F 088 335 78 56 [email protected] www.deltares.nl Aanvulling bij complexe bodemsanering Specifieke monitoringstechnieken bieden bij bodemonderzoek, saneringsonderzoek en -uit­ voering een belangrijke of zelfs noodzakelijke aanvulling op technieken die zijn gericht op het bepalen van standaard parameters. Deze specifieke technieken hebben vooral een meerwaarde Remarks PCE & TCE Specifieke monitoringstechnieken Deltares is een onafhankelijk kennisinstituut en specialistisch adviseur voor deltatechnologie. We werken wereldwijd aan innovatieve oplossingen voor water, ondergrond- en deltavraagstukken, die het leven in delta’s, kusten riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken. in complexe situaties of wanneer standaard monitoringsparameters (oa redoxparameters, concentratie verontreiniging) onvoldoende inzicht geven in de processen die plaatsvinden. Ook kunnen ze worden ingezet om na te gaan waarom de gewenste processen juist stagneren. Specifieke monitoringstechnieken bieden bij bodemonderzoek, saneringsonderzoek en -uitvoering een belangrijke of zelfs noodzakelijke aanvulling op technieken die zijn gericht op het bepalen van standaard parameters. Deze specifieke technieken hebben vooral een meerwaarde in complexe situaties of wanneer standaard monitoringsparameters (oa redoxparameters, concentratie verontreiniging) onvoldoende inzicht geven in de processen die plaatsvinden. Ook kunnen ze worden ingezet om na te gaan waarom de gewenste processen juist stagneren. meest voorkomende biologische omzettingsproces. Ook de lager gechloreerde verbindingen die hierbij als afbraakproduct ontstaan zoals cis-1,2-dichlooretheen (CIS) en vinylchloride (VC) kunnen via dit proces verder worden afgebroken tot onschadelijke producten. PER TRI CIS VC etheen Cl Cl Cl H H H H H H H Cl Cl Cl Cl Cl Cl Cl H H H H2 HCl H2 HCl H2 HCl H2 HCl Figuur 1Volledige reductieve dechlorering van tetrachlooretheen (PER). Specifieke monitoringstechnieken geven inzicht in: • Aanwezigheid van potentie voor natuurlijke afbraak van verontreinigingen; • Bewijs voor chemische of biologische afbraak; • Oorzaak van tegenvallende afbraak of niet plaatsvinden van afbraak; • Processturing tijdens chemische of gestimuleerde biologische afbraak; • Afbraaksnelheid; • Moment van afbraak: nu of in het verleden. In bovenstaande figuur wordt als voorbeeld de volledige reductieve dechlorering van PER beschreven. Hierbij wordt een chlooratoom vervangen door een waterstofatoom en ontstaan uiteindelijk de onschadelijke producten etheen en ethaan. De benodigde waterstof wordt geproduceerd doordat de bacteriën organische stof afbreken door middel van een oxidatieproces waarbij de organische stof fungeert als electronendonor. 1. Waterstof (H2) Voor hoog gechloreerde componenten zoals tetrachlooretheen (PER), hexachloorbenzeen (HCB) en polychloorbifenylen (PCB’s) is reductieve dechlorering het Welke informatie kan worden afgeleid uit de waterstofconcentratie? De concentratie waterstof in het grondwater geeft informatie over: • De condities voor reductieve dechlorering (tabel 1); • De geschiktheid van natuurlijke organische stof of toegevoegd substraat als electronendonor; • De noodzaak om een electronendonor (substraat) toe te voegen; • De zone waar electronendonor (substraat) toegevoegd moet worden; • De verspreiding van toegevoegd substraat uit het grondwater. Tabel 1 Relatie reductieproces en waterstofconcentratie Waterstofconcentratie (nM) < 0,1 0,2 - 0,8 1-4 >1 5 - 20 → → → → → Proces Nitraat reductie Fe(III)-reductie Sulfaat reductie Reductieve dechlorering Methanogenese Vaak wordt opgelost organisch koolstof (Dissolved Organic Carbon, DOC) voorafgaand aan en tijdens de sanering gebruikt als indicatie voor de hoeveelheid substraat die aanwezig is. Omdat niet alle organische stof geschikt is als electronendonor, geeft DOC een minder betrouwbaar beeld dan de waterstofconcentratie. Waarvoor worden waterstofmetingen gebruikt? Samenvattend kunnen waterstofmetingen als aanvulling op standaard monitoringstechnieken worden ingezet voor de volgende situaties: • Bepalen van de potentie voor natuurlijke afbraak (reductieve dechlorering); • Processturing tijdens gestimuleerde biologische afbraak van VOCl: • Hoeveelheid en zone van toe te voegen substraat; • Effectiviteit van het substraat. Methode, voorwaarden en kosten Waterstof wordt in het veld bepaald door grondwater uit een peil­buis op te pompen via een doorstroomcel met hierin een kleine gasfase. Een monster uit deze gasfase wordt vervolgens in het veld direct op een mobiele gaschromatograaf (GC) ge­ana­lyseerd. De bepaling kan niet worden uitgevoerd in recent ge­plaatste peilbuizen. Indien grondwater via een lang leidingenwerk wordt bemonsterd, is de waterstofmeting minder betrouwbaar. Figuur 2Waterstofmeting in het veld Momenteel worden in Nederland alleen door ons lab waterstofmetingen verricht, door een team van twee personen. Wanneer de meetpunten op korte afstand van elkaar liggen, kunnen circa 15 metingen (meetpunten) per dag worden uitgevoerd. De kosten voor 15 waterstofmetingen bedragen circa € 2.500,- tot € 3.000,-. De metingen kunnen tijdens deze dag in combinatie met monsterneming ten behoeve van standaardanalyses worden uitgevoerd. De veldmeting resulteert direct in bruikbare resultaten voor het bepalen van de potentie voor natuurlijke afbraak, de geschiktheid van een substraat en de ruimtelijke verdeling ervan. 2. Verbindingsspecifieke stabiele isotopen Organische componenten bestaan van nature uit verschillende stabiele isotopen. Zo bestaat natuurlijk koolstof uit een mengsel van koolstof-12 (12C, 98,89%) en koolstof-13 (13C, 1,11%) en een klein beetje koolstof-14 (14C, minder dan 0,001%). Het is bekend dat bacteriën verbindingen met lichte isotopen preferentieel afbreken, waardoor in het geval van koolstof de verhouding 13C:12C (de “δ13C-ratio” of isotopenratio) van de resterende verbinding (de uitgangsstof) verandert als het gevolg van afbraak (Fig 3). 12 C 12 C 12 C 12 C 13 C 13 C 12 12 C C 12 C 12 C 13 C 12 C12 C 12 C 13 C 1213 C C 12 C 12 C 12 C 1313 CC 12 C 12 C 12 C13 C 12 C 13 C Figuur 3Principe van fractionering; verandering van de koolstof-isotopenratio van de uitgangsstof bij afbraak Ook bij chemische omzetting of vervluchtiging treedt dit proces op en neemt de verhouding 13C:12C toe. Dit proces wordt fractionering genoemd. Deze analyses zijn onafhankelijk van de concentratie. Naast isotopenanaly­ses op koolstof kunnen ook isotopenanalyses op waterstof (1H en 2H) en chloride (35Cl en 37Cl) worden uitgevoerd. Informatie afleiden De ratio van stabiele isotopen in een verontreiniging en de verandering van deze ratio in de tijd (fractionering) bieden de volgende informatie: • Een toename van de isotopenratio in de tijd duidt op afbraak van de verontreiniging (hierbij is een traject van bron naar pluim ook equivalent met tijd). Deze ratio is geschikt voor het aantonen van Natuurlijke Afbraak op een locatie; • Voor verontreinigingen waarbij tijdens afbraak geen specifiek aantoonbare of meetbare afbraakproducten worden gevormd, is een isotopenanalyse een zeer waardevolle aanvulling voor het aantonen van natuurlijke afbraak; • Op basis van fractionering kan de afbraaksnelheid van uitgangsproducten berekend worden; • Op basis van verschillen in de isotopenratio kunnen bronnen van verontreiniging worden onderscheiden. Op basis van overeenkomsten kan de herkomst van een verontreiniging worden bepaald (bronnen/pluimen); • De isotopenratio is onafhankelijk van de concentratie. Wanneer worden isotopen analyses toegepast? Verschillen en overeenkomsten in isotopenratio’s zijn een duidelijke meerwaarde en aanvulling op standaard monitorings- en onderzoeksprogramma’s voor de volgende situaties: • Aantonen of afbraak heeft plaatsgevonden; • Een onderscheid maken of concentratieverlaging het gevolg is van afbraak of als gevolg van verdunning, adsorptie of transport. Bij deze laatste (fysische) processen treedt geen fractionering op; • Het achterhalen van bronnen van verontreiniging; • Op basis van isotopenfractionering en literatuurgegevens over het omzettingsproces kan de afbraaksnelheid van uitgangsproducten berekend worden en is de saneringsduur te voorspellen. Een afnemende concentratie van een verontreiniging in een monitoringspeilbuis kan het gevolg zijn van afbraak van de verontreiniging maar ook van verdunning, adsorptie of ve­rspreiding. Vooral wanneer geen specifieke afbraakproducten worden gevormd is het van belang om met behulp van de isotopen­fractionering aan te tonen dat afbraak plaatsvindt. De isotopenratio is kenmerkend voor een specifieke verontreiniging. Door de isotopenratio van de verontreiniging op verschillende plaatsen te vergelijken, kunnen afzonderlijke bronnen van verontreiniging geïdentificeerd worden en kunnen primaire en secundaire bronnen en pluimen aan elkaar gerelateerd worden. Wanneer de tijdsduur bekend is waarin fractionering heeft plaatsgevonden, kan ook de afbraaksnelheid worden berekend. Methode, voorwaarden en kosten Tijdens analyse van verbindingsspecifieke stabiele isotopen wordt de isotopenratio van een element in een specifieke verbinding bepaald, zoals koolstof of waterstof in bijvoorbeeld benzeen. Voor isotopen met een hoge molecuul massa, zoals PAK of PCB, is de toepasbaarheid van de methode beperkt omdat fractionering gelimiteerd is. De methode is in ieder geval geschikt voor het aantonen van afbraak van BTEX, naftaleen, MTBE, gechloreerde koolwaterstoffen en cyanide. Afhankelijk van de te onderzoeken verontreiniging wordt bepaald welk element het meest geschikt is voor de isotopen­analyse. Zo leidt afbraak van benzeen bijvoorbeeld tot geringe fractionering van koolstof maar tot significante fractionering van waterstof. Wanneer de analyse gebruikt wordt om afbraak aan te tonen is een beperkt aantal analyses voldoende. Indien isotopenratio’s worden beschouwd in verband met het vaststellen van afbraaksnelheden is het benodigde aan- tal analyses groter, afhankelijk van de ruimtelijke verspreiding op de onderzoekslocatie. Zowel voor het vaststellen van afbraak als voor het bepalen van de afbraaksnelheid is een tijdserie van isotopenratio’s nodig. Monitoring kan worden uitgevoerd door op een punt een aantal keer in de tijd monsters te nemen en te analyseren; het is ook mogelijk om plaats-voor-tijd substitutie toe te passen. Hierbij worden op één moment monsters genomen op verschillende plaatsen in een stroombaan. Wanneer de stroomsnelheid van het grondwater bekend is, kan worden uitgerekend hoe lang het heeft geduurd voordat grondwater van stroomopwaarts naar stroomafwaarts is verplaatst. Voor de isotopenanalyse worden grondwatermonsters genomen. De kosten voor een analyse van de isotopenratio variëren van circa € 250,- tot € 450,- per monster; afhankelijk van de isotoop, het aantal specifieke componenten in een monster en het aantal analyses per meetronde. 3. Bacteriën en enzymen: DNA analyse In de bodem en het grondwater zijn micro-organismen (met name bacteriën en schimmels) verantwoordelijk voor de afbraak van verontreinigingen. Hiervoor gebruiken micro-organismen enzymen. Een snelle, specifieke, gevoelige en kwantitatieve detectie van verschillende soorten micro-organismen en hun enzymen is belangrijk voor het aantonen en monitoren van natuurlijke afbraakprocessen (NA) en het sturen van gestimuleerde bodemsaneringen. Klassieke detectiemethoden zijn vaak gebaseerd op het kweken van bacteriën in het laboratorium. Van de bacteriën die in water, bodem en sediment voorkomen is echter minder dan één procent kweekbaar. Daarom ontwikkelt en gebruikt Deltares moleculaire detectiemethoden die gericht zijn op het aantonen van genetische informatie (DNA en RNA) van specifieke micro-organismen en hun enzymen. Deze technieken zijn bij uitstek geschikt om de diversiteit van complexe microbiële ecosystemen te helpen ontrafelen en specifieke processen aan te tonen. In combinatie met klassieke methoden - zoals microscopie, kweken, vloeistof- en gaschromatografie en chemische analyse - vormen moleculaire technieken een krachtig middel voor een efficiënte diagnose. Moleculaire detectie kan daarbij aantonen welke bacteriën aanwezig zijn en in welke mate. Ook is het op deze wijze mogelijk om te bepalen welke microorga­nismen actief zijn en welke afbraakmechanismen optreden. Momenteel worden in Nederland in de saneringspraktijk voornamelijk DNA-analyses uitgevoerd naar de bacteriën die zorgen voor reductieve dechlorering van VOCl. Indien de bacterie Dehalococcoides spp. wordt aangetoond kan