1 Opening HHK-organistendag 2012 Ds. C.J.P. van der Bas Landelijke dag commissie eredienst en organist, vanwege de Hersteld Hervormde Kerk zaterdag 28 januari 2012 in de Bethelkerk te Lunteren Aanvang: 10.00 uur Welkom Namens de commissie eredienst en organist, ingesteld door het moderamen van de synode van de HHK, heet ik u allen welkom op deze landelijke bijeenkomst. Ik denk daarbij aan organisten, kerkenraadsleden, kerkvoogden en notabelen, kosters, en verdere belangstellenden. Een bijzonder woord van welkom richt ik tot de afgevaardigden uit het bestuur van de Vereniging van Organisten der Gereformeerde Gemeenten. Onlangs heeft er een eerste ontmoeting plaatsgevonden tussen uw bestuur en onze commissie. Die ontmoeting heeft bij ons de verwachting gewekt, dat we in de toekomst elkaar in goede saamhorigheid van dienst zullen kunnen zijn. De wijze waarop u ons tegemoet bent getreden, wordt door ons op hoge prijs gesteld. Zoals de meesten van u inmiddels begrepen zullen hebben, heeft het moderamen van onze synode besloten om de commissie eredienst en organist in het leven te roepen. De personen die ruim een jaar geleden werden aangezocht om te peilen of er aan een dergelijke commissie behoefte zou zijn, 2 hebben inmiddels een benoeming gekregen als commissielid. Op die regel is maar één enkele uitzondering. Die enkeling heeft zelf aangegeven in de betreffende commissie geen zitting te kunnen nemen. Benoemd zijn: ds P.C. Hoek, uit Hoevelaken, dhr H.W. van Westreenen uit Andelst, dhr W. Schalkoort, uit Lunteren, dhr J.A.W. van Soest uit Leerbroek en de dagvoorzitter, ds Vd Bas, uit Kruiningen. In de commissie zijn personen benoemd die vanuit een verschillende invalshoek kijken naar de vraagstukken waarop we ons wensen te bezinnen rondom de eredienst en het orgel: twee predikanten, een ouderling, die eigen is met kerkorgels, een kerkvoogd en een organist. Het leek ons goed om de benoemde personen even aan u voor te stellen. Bij binnenkomst hebt u een presentielijst zien liggen. Ik onderstreep graag het belang daarvan, dat de organisten onder u aangeven op de presentielijst, welke opleiding zij hebben gevolgd en met welk resultaat. We hopen als commissie namelijk in de nabije toekomst te bezien, of er mogelijkheid en bereidheid onder u is om de kennis en vaardigheid die bij meerderen van u aanwezig is, breder in te zetten dan in uw eigen gemeente. We hopen met elkaar op een goede dag, die van waarde mag zijn voor de bevordering van de eer van God en het geestelijk welzijn van de gemeente, rond en in de eredienst. Ik stel voor te zingen uit Psalm 133 vers 1, 2 en 3 3 Gebed Schriftlezing: 1 Korinthe 14 vers 26 – 40. Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om ter opening van de bijeenkomst een enkele kanttekening te maken bij het een aantal facetten van de eerste en de laatste woorden van het 26e vers uit het voorgelezen Schriftgedeelte. Het gaat me om de volgende woorden: Wat is het dan broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm.. laat alle dingen geschieden tot stichting. Het zal u bekend zijn dat er in de christelijke gemeente in Korinthe sprake was van een oneigenlijk gebruik van de gaven die door Gods Geest aan de gelovigen werden verleend. De gaven die ontvangen werden, werden in de gemeente tegen elkaar afgewogen. Er ontstond in de gemeente een waarderingsschaal voor de verschillende gaven. De hoogste gave was naar de idee van velen toch wel het spreken in menigerlei talen. Er ontstond wedijver. Er groeide een sfeer, waarin men graag etaleerde, wat men had ontvangen. Liefst gedurende de samenkomsten van de gemeente. Nu gaat het in 1 Korinthe 14 vooral om twee gaven. De gave van de profetie en die van het spreken in vele talen. Ook met die gaven had de Geest van Christus maar één doel: 4 Er werd mee beoogd, dat ze in liefde zouden worden gebruikt, dienstbaar aan de stichting van de gemeente, nuttig voor de geestelijke opbouw van de gemeente. Maar dat doel werd door velen genegeerd. Men streefde eerder naar het bouwen aan het eigen ik. En naar het verwerven van eigen eer. In de eredienst spande men zich met geestelijke gaven in, om de aandacht op het vleselijke zelf te vestigen. Als vanzelf komt de vraag boven vanmorgen, denkend aan de invulling van de eredienst heden ten dage.. Wie onder ons hebben er met verzoekingen te maken, die zich laten vergelijken met dat wat in 1 Korinthe 12 t/m 14 wordt uitgeschilderd? Ik kan eigenlijk alleen maar aan predikanten en organisten denken. Predikanten en organisten hebben zichzelf telkens weer af te vragen, wat ze doen, op de kansel en op de orgelbank, met de gaven die de Geest van Christus aan hen genadig verleend heeft. Gebruiken we de gaven van Zijn Geest voor het doel waarvoor we ze ontvangen hebben? Gebruiken we ze tot stichting van de gemeente? Hebben we de geestelijke opbouw van de gemeente op ‘t oog? Is onze prediking van het Woord Gods en is ons begeleiden van de gemeentezang geheel gericht op geestelijk nut van een ieder die in de eredienst aanwezig is? en daarboven uit: Gaat het ons om de eer van de HEERE? Om de verheerlijking van de drieënige God, 5 Die zondaren verkiest, Die zondaren verlost, Die zondaren wederbaart en heiligt? Heeft het ons hart, om in liefde de ons geschonken gaven te gebruiken? In liefde tot God? In liefde tot de gemeente? Ik las in een verklaring bij dit Bijbelgedeelte: Al wat met de geestelijke opbouw van de gemeente in strijd is, ook al betreft het een uiting van een ontvangen gave, dat moet ten enenmale geweerd worden uit de eredienst. Toegesneden op predikanten en organisten: Al bij de voorbereiding op de uitoefening van dat waar toe wij geroepen zijn, hebben we biddend te overwegen: Heere, wat is er in, dat niet dienstig is aan de geestelijke opbouw van de gemeente.. Geeft Gij mij er zicht op. En draagt Gij er zorg voor, dat ik dat loslaat. Dat achterwege laat.. Heeft iemand een psalm. De eerste gave die door Paulus wordt genoemd in vers 26, is deze. Daarbij gaat het niet om een onverwachte ingeving, niet om het krijgen van een psalm, van Godswege, op enig moment tijdens een kerkdienst. Nee, het is eigenlijk wel duidelijk dat Paulus hier bedoelt: Het kan zijn dat mensen van Gods Geest de gave gekregen hebben, om psalmen te onthouden en ze voor te zingen. Is dat het geval in Korinthe, dan is het goed om daar gebruik van te maken in de eredienst! We weten niet veel van de vormgeving van de erediensten van de eerste christengemeenten. Maar ieder kan zich voorstellen, 6 dat niet ieder in zo’n gemeente eigen was aan het boek van de psalmen. Omdat lang niet iedereen behoorde tot het joodse volk. Het was met recht een geschenk van Gods Geest, wanneer iemand de psalmen kende, qua inhoud en qua melodie. Daar was de gemeente mee gediend! Daar was het geestelijk leven van de gemeente mee gediend. Zo kon de gemeente in haar geheel vertrouwd raken met de liederen en de gebeden van de kerk van het Oude Verbond. Zo kon er sprake zijn van gemeenschap der heiligen, hetzelfde zingend en biddend. Door de eeuwen heen. Over de grenzen van het oude verbondsvolk Israël heen. In lang vervlogen tijden waren er in de kerk der reformatie in ons land ook voorzangers. In de meeste gemeenten werden ze in de 19e eeuw of aan het begin van de 20e eeuw uiteindelijk vervangen door organisten. Heeft iemand een psalm.. Paulus denkt aan voorzangers.. wij denken aan organisten. Het Woord van God voor u als organisten van onze kerk is vanmorgen dit: Wil de gaven die Gods Geest u gaf, gebruiken in liefde. Dienstbaar aan het doel waarvoor ze u gegeven werden. Paulus zegt het in vers 26 aan het eind met deze woorden: Laat alle dingen geschieden, ook het aanleren en begeleiden van het zingen van de psalmen, laat alle dingen in de christelijke gemeente geschieden tot stichting! 7 Met deze enkele woorden bij 1 Korinthe 14 vers 26 wil ik deze dag voor geopend houden. U heeft kunnen lezen, dat er achtereenvolgens een tweetal personen het woord zullen voeren: 1. Ds. Hoek zal een lezing verzorgen over het samenspel van predikant en organist. 2. dhr. W. Schalkoort, organist van de plaatselijke gemeente, zal daarna een lezing houden over de betekenis van ritme en maatbesef. Daarna wordt u in de gelegenheid gesteld om aan de beide sprekers vragen te stellen. Ik geef het woord aan ds Hoek, vanwege onze kerk aangesteld om aan de studenten theologie o.a. onderwijs te geven over een bijbels-gereformeerde orde van dienst. 8 Einde van het morgenprogramma: U wordt gelegenheid gegeven om uw lunch te gebruiken. Dat kan in de grote zaal, links van de kerkzaal. In de hal bij de grote zaal wordt een kopje koffie of thee geschonken. En gebruikt u de lunchpauze voor onderlinge ontmoeting en voor een bezoekje aan de stand van de VOGG, waarop allerlei informatie te vinden is mbt het doel en de werkzaamheden van deze vereniging. En niet te vergeten, in de stand ligt ook de nodige orgelliteratuur. We willen straks de maaltijd beginnen met gebed. Aan het eind van de lunchpauze wordt de maaltijd hier gezamenlijk afgesloten met Schriftlezing en gebed. Daarna wordt in de grote zaal een workshop gehouden over de voor en nadelen van een officiële aanstelling van een organist. Terwijl hier in de kerkzaal een workshop wordt gehouden over de praktijk van het orgelspel in de eredienst. Om twee uur precies wordt de dag in de kerkzaal gezamenlijk afgesloten met het zingen van een psalm en met dankgebed. Mag ik u voorgaan in gebed. 9 Schriftlezing na de lunchpauze: 1 Korinthe 13. Slotpsalm aan het eind van de dag: Psalm 89 vers 1 en 3