DIEVER ARCHEOLOGISCH CENTRUM W E S T G E E N H E D E N - D R E N T H E Z O N D E R V E R L E D E N Aquamanile na meer dan duizend jaar weer ‘boven water’ in Diever Een dag voor het Symposium Drents Religieus Erfgoed –georganiseerd door de Drentse Historische Vereniging – op zaterdag 11 oktober in Diever- is de bronzen Aquamanile die in het verleden dienst deed bij de eredienst - mis - weer terug in de Sint Pancratiuskerk. Zij staat tijdelijk opgesteld in de nis van het kerkgebouw waar zij vermoedelijk in de 10e of 11e eeuw ook stond als zij niet in functie was. Het betreft hier de oudste kerkelijke vondst in Drenthe, buiten de bouwfragmenten en doopvonten om. De aquamanile , object van het najaar 2008 van het Archeologisch Centrum West-Drenthe, laat zich vanaf zaterdag daar bekijken. Het is de eerste openbare kennismaking met het publiek van dit stuk dat in particulier bezit is. Aquamanilen werden tot de 12e eeuw gebruikt bij de eredienst van de Rooms-Katholieke kerk. Een zittende paus in dat tijdsgewricht heeft na eeuwen, dat aquamanilen in gebruik waren geweest, besloten dat dit heidense ‘ding’ geen rol meer mocht vervullen in de eredienst. Vermoedelijk is een verklaring daarvoor, dat de meeste aquamanilen uitgevoerd waren in de vorm van een beest. Leeuwen, stieren en herten waren vaak het motief. Aquamanilen werden gebruikt voor het handen wassen van priesters in de massa. Ewers (water vaartuigen) kwamen vaak voor in de oude Griekse en Romeinse kunst en werden geïntroduceerd in de westerse wereld tijdens de kruistochten. Terwijl het eenvoudige gebruiksgoed in de middeleeuwen van roodbruin aardewerk, tin of hout was, werd kostbaar vaarwerk dikwijls uitgevoerd in koper of brons. Vooral in het Rijnland en de Maasvallei was de techniek van het gieten hoog ontwikkeld. De vormen van de fraaie schenkkannen hadden vaak de vorm van een dier. Oeroude symbolen van macht en kracht waren zeer geliefd bij het vormgeven van dergelijke aquamanilen. Het vullen van de kan gebeurde via de opening bovenin de kop. Bij het gieten stroomde het water door het tuitje in de bek er weer uit. De handgreep op de rug had vaak de vorm van een draakje, dat zich venijnig in de kop vastbeet. Een aquamanile was in de kerk een onmisbaar attribuut bij de handwassing tijdens de eredienst, maar ook aan tafels van welgestelden kon men dit soort kannen aantreffen. De aquamanile is in 1974 gevonden door de huidige eigenaar Jan Albert Zoer ( Oosterbeek) aan de Hoofdstraat te Diever op de plaats waar vroeger de opslag was van smederij Kloeze. Hier stonden al vanaf 900 tot 1200 enkele boerderijen. De heer Zoer vond de aquamanile bij het graven in de tuin. Hij vond een hele grote veldkei op een plek in de tuin achter het woonhuis. Onder de kei werd de kan aangetroffen. Jammer genoeg niet direct als waardevol herkend, bleef onderzoek op de vindplaats achterwege Volgens de directeur van de Stichting Historisch Boerderijenonderzoek in Arnhem zou de aquamanile, na de pauselijke verwijdering, meegenomen kunnen zijn door een belangrijk parochielid. Vlak daarna moet ze zijn gebruikt als bouwoffer bij de bouw van een nieuwe hoeve. Dat werd gedaan onder de steen die het voorste gebint schraagde of onder de dorpel van de belangrijkste en meest gebruikte deur. Een offer om de boerderij een lang ‘leven’ toe te wensen en te vrijwaren voor storm en donder. Volgens een deskundige van het Drenst Museum gaat het om de oudste kerkelijke vondst in Drenthe, uitgezonderd de bouwfragmenten en doopvonten. www.archeologie-westdrenthe.nl [email protected] Voor meer informatie kunt terecht bij Jan van Dalen Directeur/conservator Archeologisch Centrum West-Drenthe t 0521 598365 06 5111 6926