Versteende religie Een boekbespreking van Anne Kooi Hans Dirk van Hoogstraten mengt zich met een bijzonder en origineel boek in de hedendaagse Islamdiscussie. In een boeiend vertoog wordt de lezer naar zes steden geleid die in de ogen van Van Hoogstraten kunnen ‘getuigen’ van even zovele invalshoeken in de discussie. Van het Mekka van de Islam worden we via Wenen, Athene, Jeruzalem en Berlijn naar het Mekka van de mondialisering geleid: New York. New York staat voor de stad waarvan het hart is weggesneden met de aanslagen op 11 september 2001 door het moslimfundamentalisme (pg154). New York staat tegelijkertijd voor de teloorgang van de linkse beweging die het verliest in het globaliseringdebat; en New York staat eveneens voor een andere manier van reageren op tegenslagen die de ruggengraat van een samenleving treffen. New York vernieuwt en herstelt zich principieel (en doet dat ook voortdurend zoals de herbouw op ‘ground zero’ getuigt), zoals de islam zichzelf principieel conserveert. Gedurende de tocht langs de zes steden, die overigens met een symbolisch bezoek worden aangedaan, komen we achtereenvolgens langs in: - Mekka als de dieper liggende vraag naar de terreur van de islam en de duiding daarvan, – Wenen, als de vraag naar wat de psychoanalyse kan bijdragen aan het begrijpen van religie, - Athene, als vraag naar de bronnen van beschaving en de betekenis van de meta-fysica daarin, - Jeruzalem, als brandpunt van de drie Abrahamitische godsdiensten; een plek van emotie en de verbeelding daarvan, - Berlijn, “de stad van de jodenster en het holocaustmuseum”, de vraag ook naar de betekenis van Bonhoeffer als verzetsstrijder en als religiecriticus, en tenslotte dus – New York als “hoofdstad van de wereld die staat voor het ultieme westen, de ‘mythe van het Westen’” (pg 21,22). De onderneming is moedig. Van Hoogstraten maakt geen onderscheid tussen de ‘normale’ gematigde mainstream islam en haar extremistische uitwassen. Hij sluit een aantal malen aan bij Ayaan Hirsi Ali, die de fundamentalistische uitleg van de Islam benoemt als de ‘zuivere’ islam om aan te geven dat het fundamentalisme geen aberratie is van een overigens vredelievende godsdienst, maar weldegelijk gezien moet worden als een probleem dat na aan het hart ligt van de islam (onderwerping) als zodanig. Gaandeweg mis ik dan wel soms node de relativering. Ik mis de erkenning van gematigde geluiden die naar mijn idee toch weldegelijk binnen de islam in het westen van betekenis zijn. De voorzichtige toenadering die soms concrete vruchten van begrip afwerpt in lokale praktijken van de interreligieuze dialoog lijken niet interessant. Maar dat is misschien ook wel de kracht van dit essay. De problemen met de islam worden eerder uitvergroot, en de bekende apologetische bewegingen om de islam te verontschuldigen van ‘ons soort mensen’ worden gewogen en te licht bevonden. Daarvoor in de plaats komt een betoog dat enerzijds grote lijnen trekt – dat de steden en hun verbeelding ziet, zeg maar, en niet de wijken - maar anderzijds ook iets waardevols oplevert. Namelijk een duiding van de islam die ook het christelijke westen niet ontschuldigt, en tevens een nieuwe visie op religie. Althans op de drie Abrahamitische godsdiensten. Niet ‘geloof’ en ‘religie’ is de tegenstelling, maar ‘religie’ en ‘versteende religie’. Versteende religie staat voor een twee betekenislaag van religie in de werkelijkheid, namelijk religie als sociaal-cultureel erfgoed waarin een samenleving ingebed is, en waaraan een individu zich in het alledaagse leven niet onttrekt. “Religie vindt haar oorsprong in heersende persoonlijke en sociale verhoudingen en onderhoudt daarmee een - onbewuste, verborgen, geheime – relatie. Dit uitgangspunt maakt het mogelijk heel anders over de religie en de religieuze verbeelding van de islam en die van ons te spreken dan nu vaak gebeurt. Analyse van religie op dit niveau zal ruimte maken voor fenomenen die de mens afhankelijk maken. Zo een analyse kan zich niet meer beperken tot allerindividueelste gevoelens en expressies. Er is meer aan de orde: de gegeven orde die een merkwaardige invloed op de mens kan uitoefenen. Een orde waaraan ieder, religieus of niet, zich lijkt vast te klampen.” (pg 42) De verstening van de religie is niet te begrijpen zonder begrip van de meta-fysica; de transcendentie van de religie en haar betekenis, of verbeelding, daarvan in een samenleving. “(…) geen cultuur, of er is ergens wel een laag aan te wijzen die als religieuze verbeelding kan worden aangemerkt. Zelfs de hightech, post-moraal, global-oriented samenleving als de huidige ontkomt er niet aan. Het is met de röntgen-doorlichte Nachtwacht. Wie eenmaal oog heeft voor versteende religie, ziet andere dingen dan deskundigen op het gebied van markt en maatschappij ons willen doen geloven.” De invloed van de religie die zo op de tweede plaats (in tweede instantie) komt, wint het in alle opzichten van de veel beperktere invloed van religie of godsdienstigheid in directe zin. De invloed van Arend van Leeuwen is in ‘versteende religie’ duidelijk merkbaar. De religiekritiek die hij heeft ontwikkeld geeft Van Hoogstraten handvaten om de grote lijnen en het mondiale perspectief te kunnen zien, inclusief de dictatoriale politieke systemen zoals die bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië bestaan, en die geen dynamische economie zullen verdragen (pg 180). Maar dat is nog niet het belangrijkste. Wat deze discussie voor de christelijke wereld een bijzondere urgentie geeft is het besef dat zowel het christendom als de islam getekend worden door antisemitisme. “Daarom moet als een mantra of een cadans in alle discussie met moslims klinken: zoekend naar zekerheid over hun lot en veiligheid in bedreigde omstandigheden, vonden mensen lange tijd onderdak in religieuze stelsels. Het verzet tegen de vijand (lees: de joden in het vooroorlogse Europa, AK) was hier onlosmakelijk mee verbonden. Dat hebben we historisch gezien gemeen en tegen dat licht praten we over de ontwikkelingen nu.”(pg 19). De ontkenning van de holocaust door de islamitische wereld, zoals beschreven in het 18e hoofdstukje “Holocaust? - nooit van gehoord”, legt bloot dat het denken in vijandsbeelden inherent is aan de islam. Niet toevallig zijn weer de joden het mikpunt. Dat maakt de halte Berlijn en een ontmoeting met Dietrich Bonhoeffer onmisbaar. Bonhoeffer is van belang omdat hij het de vraag stelt hoe Christus de Heer kan worden van de religielozen. Hij thematiseert het afscheid van religie, maar doet dat zo dat democratie, verzet en vrijheid een intensere betekenis krijgen. Hij zoekt naar een niet-religieuze interpretatie van de Bijbel. Een citaat van Bonhoeffer op pg 136 ”De God die ons in de wereld doet leven zonder de werkhypothese God, is de God voor wiens aanschijn wij staan. Voor en met God leven wij zonder God. God laat zich in de wereld terugdringen tot op het kruis. God is zwak en machteloos in de wereld en zo helpt hij ons. Een leven van deelname aan Gods machteloosheid in de wereld betekent […] dat je pas leert geloven als je aards leeft, dus met alle taken en problemen, successen en mislukkingen, met alle ervaringen en twijfels; want dan geef je je helemaal over aan God, dan neem je niet meer je eigen lijden maar Gods lijden in de wereld au sérieux, dan waak je met Christus in Gethsemane.” De betekenis van Bonhoeffer ligt in de doorbreking van religieuze verstening als zodanig, in de herijking van godsdienst als verzet tegen het inhumane, en in het herlezen van geschriften die het christendom constitueren (mn. het Nieuwe Testament) als joodse geschriften. Het is naar mijn idee een omissie dat Van Hoogstraten het reëel bestaande Israël, met haar evenzeer versteende religie zou je denken, plus de enorme problemen in het Midden Oosten, nauwelijks een rol laat spelen in zijn boek. Tegenover de versteende religie van zowel het christendom als de islam staat het Oud Testamentische Israël. Dit Israël is een angel in het vlees van het christendom en de islam: “Het ergste wat de Joden in hun oude geschriften altijd gedaan hebben en nog vaak doen is spelen met God. Hiermee heb ik een intieme betrokkenheid op het oog. Een spel goed spelen is een serieuze zaak (…) Het is een ernstig spel met veel humor en ernstige humor. Toch maakt dit metafysisch bemeten mensen razend. Als je zo met God omgaat verdampt alles wat zeker is, zeggen zij. De christelijke en islamitische culturen hebben er iets op gevonden. Door God en zijn getuigen in hun eigen schema’s te persen, menen ze Israëls gedachtenis beter te bewaren dan de Joden als oorspronkelijk beheerders dat zelf kunnen. Zo worden in de christelijke traditie Abraham, Mozes en Elia allegorische of typologische voorafschaduwingen van Christus. Zo worden diezelfde figuren in de islam tot vrome moslim gebombardeerd.” (pg 11) Dat is het begin van de verstening. Het concept ‘God’ wordt volgens Van Hoogstraten gladgestreken en tot een christelijk of islamitisch axioma verheven. “Geen enkele opgelegde schematiek, hoe vroom ook bedacht en hoe gelovig gebracht, kan het feit verhullen dat Israëls geschriften niet één consistent godsbeeld bevatten. Rond de teksten van Tenach of Oude Testament bewegen zich wolken van rabbijnse verhalen en interpretaties-in-discussievorm. Hieruit spreekt een oeroude wil tot zelfstandig interpreteren van de beelden en verhalen. Autonomie avant la lettre. Of liever een vorm van theocratie die onontkoombaar leidt tot autonomie, inclusief zelfkritiek.” (pg 12) Dat is de, als ik het zo mag formuleren, missie waarmee Van Hoogstraten op reis is gegaan. Hij voert bij monde van Bonhoeffer een pleidooi om de Oud Testamentische speelse religie de ruimte te geven: “Hij (Bonhoeffer, AK) kan mensen helpen die in een overgangspositie zitten, zoals – vooral jonge - moslims in de westerse samenleving. Leef in de voorlaatste werkelijkheid van deze vrije samenleving, zo roept hij hen toe. Laat religie de tweede stem zijn en wees zelf de eerste stem in je leven. Laat de indrukken, de vrienden, de cultuur op je af komen. Maak zelf keuzes, trek weg uit de onderworpenheid die je aan je traditie, dus uiteindelijk aan jezelf te danken hebt. Maar – en daar gaat het om – laat die tweede stem wel beslissend meeklinken. Dat is namelijk de laatste werkelijkheid. Die vraagt waar je staat als het erop aankomt. Laat je niet door de westerse mentaliteit meeslepen die geen laatste woord meer wil horen. Voor hen is het laatste woord met het systeem gegeven – het staat of valt ermee. Maar dat is nu net versteende religie. Probeer de speelse religie terug te vinden. Hij stond aan de wieg van jouw traditie en dus ook aan die van jou.”(pg 147) Hans Dirk van Hoogstraten, Versteende religie; essay over enkele elementen in de islamdiscussie, Vught, Skandalon, 2007, 208 pgs, € 19,50