Samenvatting van de lezing van Barend van Heusden op de

advertisement
LEZING BAREND VAN HEUSDEN
!
een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, gericht op
kinderen van 4 tot 18 jaar.
Het blijft bij knutselen en een enkele keer een voorstelling bezoeken. De focus ligt ook niet op expressie
en zelfontplooiing, maar op het uitvoeren van een
opdracht . ‘Er moest een kuikentje gemaakt worden’.
Wanneer Van Heusden dat voorbeeld geeft, moet de
zaal lachen. Ja, dat geknutselde kuikentje kennen we
allemaal wel. Maar hoe verander je het curriculum in
het basisonderwijs? Hoe gaan we van het geknutselde
kuikentje naar een andere beleving van kunst en cultuur? Hoe kan cultuuronderwijs bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen in het primair en het voortgezet onderwijs?
Maar om die vragen te beantwoorden moet je eerst
een aantal basale vragen stellen: wat is cultuuronderwijs? En waarom zou je cultuuronderwijs geven?
En tenslotte: hoe geef je goed cultuuronderwijs? De
onderzoeksgroep ‘Cultuur in de Spiegel’ van de RUG is
al jaren bezig met deze vraag. Ze doen onderzoek naar
10
SLOTCONFERENTIE PABO
BETEKENIS GEVEN AAN EEN VERANDERENDE
WERKELIJKHEID
Laten we bij het begin beginnen. ‘Cultuur is een proces’, zo stelt Van Heusden. ‘Een proces waarbij het
geheugen wordt ingezet om vorm en betekenis te
geven aan een veranderende werkelijkheid’. En bij dat
geheugen begint alles. Ieder organisme beschikt over
een geheugen, maar wij als mensen kunnen als enige
het verschil ervaren tussen een herinnering en het hier
en nu. Dat is een kenmerk van cultuur, dat wij dat verschil ervaren en erop kunnen reflecteren.
Dat geeft voordelen en nadelen. ‘Doordat wij het verschil ervaren tussen herinnering en hier en nu hebben
we een tijdsbesef, en doordat we het onderscheid zien
hebben we een onuitputtelijke bron aan herinneringen waarmee we situaties kunnen interpreteren en
creatief kunnen zijn’, zo stelt Barend van Heusden.
‘Maar dit besef geeft ook onzekerheid en angst. Wij
mensen weten dat we sterfelijk zijn, en we weten dat
we niet alles weten. Dat kan je onzeker maken. Maar
het belangrijkste: door dit besef ontwikkelen we een
zelfbewustzijn, omdat we ons herinneren hoe we waren in een herinnering.’
LEZING BAREND VAN HEUSDEN
Maar wanneer komt dit besef? De schrijver Vladimir
Nabokov vertelt in zijn autobiografie hoe hij op vierjarige leeftijd, wanneer hij met zijn ouders in een vakantiehuisje is, ineens beseft dat hij in de tijd leeft.
Dat hij vier jaar oud is, en zijn moeder 28 en zijn vader
30. En dat zij dus verder in de tijd leven dan hij.
‘Tussen hun derde en vierde levensjaar komen kinderen de cultuur in; dan realiseren ze zich dat ze in de
tijd leven.’
EEN UNIEKE COMBINATIE
Maar wat is dan die cultuur waar we tussen ons derde
en vierde levensjaar bekend mee raken? Van Heusden
geeft ons het DNA van cultuur: waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse. Deze vier vaardigheden kun je zien als een cirkel, als een systeem. Alles
begint met waarneming, en in het ideale geval eindig
je met een analyse van je culturele uiting.
Van Heusden zei al dat het zelfbewustzijn de basis is
voor ons bewuste handelen. ‘En cultuuronderwijs is
onderwijs in cultureel bewustzijn.’ Dat cultuuronderwijs valt uiteen in drie componenten: allereerst draait
het om cultureel zelfbewustzijn, wat je nodig hebt
om te kunnen reflecteren op cultuur. Daarnaast moet
je je de vier basisvaardigheden eigen maken: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren.
En tot slot heb je kennis en beheersing van media
nodig, bijvoorbeeld taal, beelden of je eigen lichaam.
Cultuuronderwijs is de unieke combinatie van deze
drie vaardigheden. En die vaardigheden, die men in
het cultuuronderwijs leert, kunnen ingezet worden
bij andere vakken. Zo is cultureel bewustzijn ook van
waarde bij het bestuderen van filosofie en geschiedenis, zijn de basisvaardigheden ook van waarde voor
het werken in de design en technieksector en kan beheersing van media, zoals je eigen lijf, ingezet worden
bij het sporten.
Cultuuronderwijs is dus van waarde voor heel veel
vakken binnen het onderwijs. Maar om het cultuuronderwijs te laten floreren, moeten we wel op een
andere manier naar kunst kijken. ‘We zouden niet
naar kunst moeten kijken, maar met kunst naar het leven moeten kijken’, aldus Van Heusden. ‘Kunst is een
gebruiksvoorwerp. Een schilderij is net zo goed een
gebruiksvoorwerp als een hamer. Niet het kunstvoorwerp moet centraal zijn, maar wat je ermee doet.’
RITMES, SAMENSPEL EN PARTITUREN
Om het culturele DNA te illustreren geeft van Heusden
het voorbeeld van het muziekonderwijs. Alles begint met waarneming: ritmes, geluiden en klanken.
Verbeelding komt terug in het gebruik van de stem en
het instrument, en bij samenspel. Bij de conceptualisering leer je de begrippen en de muziekgeschiedenis. En
in de analyse leer je tenslotte het notenschrift en het
lezen van een partituur.
Dat is prachtig beredeneerd, maar waarom zou je aan
cultuuronderwijs doen? ‘Omdat het cultureel bewustzijn ten grondslag ligt aan ons handelen. En dat handelen proberen we via het onderwijs te sturen’. Je kunt
mensen via cultuuronderwijs dus veranderen, stelt
Van Heusden: ‘Er is niks waar dictaturen zo dol op zijn
als cultuuronderwijs, omdat je via cultuuronderwijs
mensen kunt sturen.’
Het onderzoek van Cultuur in de Spiegel gaat door
met het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn
voor cultuurontwikkeling. ‘Wij bieden geen methode’, besluit Barend van Heusden, ‘we kunnen alleen
zeggen: als je cultuuronderwijs geeft moet je hier
rekening mee houden. Docenten kunnen onze aanwijzingen dan aanpassen op je leerlingen.’ Nu we
weer met de neus op de feiten zijn gedrukt, en hebben gehoord hoe ver de invloed van cultuuronderwijs
kan reiken, kunnen we niet wachten tot herfst 2013,
wanneer Cultuur in de Spiegel haar eindoordelen zal
presenteren.
SLOTCONFERENTIE PABO
11
Download