Iedere atleet die hard getraind heeft, wil de dag van de wedstrijd optimaal presteren binnen zijn eigen mogelijkheden. Of het je eerste kleine wedstrijdje is of een heuse Ironman, of je ervaren rot bent of beginner, iedere atleet wil zijn persoonlijke ambitie waarmaken. Dat training daarbij een belangrijke rol speelt is algemeen geweten. Maar ook voeding bepaalt zeer sterk het prestatieniveau. Hoe langer de wedstrijd in duur, hoe belangrijker de rol van de voeding. Eten en drinken is een erg persoonlijke keuze vermits ieders maag anders reageert. Wat voor de ene geldt, is uit den boze voor de andere. Experimenteren voor, tijdens, en na trainingen is dan de enige optie. Er zijn wel enkele algemene richtlijnen die je kan volgen maar altijd eerst op training uitprobeert. Laatste 3 dagen voor competitie Eet gevarieerd met nadruk op extra Koolhydraten. Deze vind je vooral in pasta’s, rijst, aardappelen en dergelijke. Je kan best vetten vermijden want deze vertragen de vertering en door de afbouw in trainingvolume en dezelfde hoeveelheid voeding kom je altijd wel wat gewicht aan. Elke kg extra is bijna 1’minuut trager op je 10km. Beter 5 kleine maaltijden per dag eten dan 3 grote. Hiervoor kan je aanvullen met grani’s, muesli’s, fruit en dergelijke. Indien je weet dat de wedstrijd zal doorgaan in warme (en/of vochtige omstandigheden) zal je extra aandacht moeten besteden aan de zoutbalans in je lichaam. Je neemt best al enkele dagen vooraf extra zouten op door je dranken aan te vullen met oplosbare zouten (bv: O.R.S.). Hiermee zal je de zoutbalans in je bloedplasma alvast verhogen. Indien je ook de spieren voldoende wil ”zouten”, het is namelijk daar dat de krampen ontstaan, neem dan 2 weken voor het evenement extra magnesium in. Het zal je spieren ontvankelijker maken voor de extra zouten die via je bloedplasma wordt rond gestuurd. Dag van competitie Ontbijt (minimum 6u voor wedstrijd): muesli’s met melk, of brood met confituur / honig. Bruin brood heeft meer vezels en belast je maag meer dan wit. Als je hier anders geen last van hebt, hoef je jezelf hier niet veel van aan te trekken. Vooral water drinken en eventueel koffie maar beiden zorgen voor extra plassen voor en tijdens de wedstrijd. Ben je gewoon om dagelijks koffie te drinken, blijf dan bij je vaste stramien. Je lichaam zal eerder protesteren als het zijn dagelijkse portie caffeïne niet binnenkrijgt! Je kan ook al van bij het ontbijt met dorstlesser starten maar beter is om zoveel mogelijk vast te houden aan je vaste ontbijtgewoontes. Middagmaal (minimum 3u voor wedstrijd): Pasta met “Heinz” ketchup (volgens Prof. Hespel de enige echt goede ketchup) is zeker een aanrader. Indien je dit niet binnenkrijgt (culinair hoogstaand allerminst) kan je nog variëren met rijsttaart (wedstrijd in de ochtend) of rijstpap met bruine suiker. Pastas zijn de trage suikers en de ketchup zijn de snelle voor het begin van de wedstrijd. Eet tot dat je genoeg hebt maar zeker niet tot je een gezwollen maag hebt want anders werpt je eten op tijdens het zwemmen (erg belangrijk is dus liever iets te weinig dan teveel). Drink dorstlesser tot vlak voor de maaltijd. Is het extra warm dan kan je wel wat extra water en/of dorstlesser met voldoende mineralen/zouten gebruiken. De meeste atleten drinken te weinig voor de start van een wedstrijd en komen gedeshydrateerd aan de start. 1,5 u voor de wedstrijd: Powerbar of vloeibare suikers voor de extra aanvulling van suikers in je bloed. Je zal dan deze als eerste gebruiken bij het halfuur na het startschot. In principe kan je tussen je laatste maaltijd tot voor de start constant blijven eten. Je moet enkel zorgen dat je niet met een volle maag aan de start staat. Elke atleet zal zelf moeten voelen in hoeverre dat het opnemen van voedsel eerder hinder dan wel een meerwaarde betekent. Je moet geen vrees hebben voor de zogenaamde insulinedip. Dit betekent dat door de plotse suikerstijging in je bloed, je lichaam meteen in de tegenaanval gaat en het teveel aan suikers zal reguleren. Maw het ontneemt de suikers zodat je bij de start juist met minder snelle suikers komt te zitten. Dit proces heeft ongeveer 10’ nodig. Maar het komt slechts bij 1/10 atleten voor. Voel je onmiddellijke na het startschot dat je lijf niet vooruit wil, je ziet sterretjes voor je ogen en hebt een slecht gevoel, dan behoor jij tot de happy few die wel een insulinedip bezit. Zorg dan dat je tussen 1u en 10’ voor de start geen enkele vorm van suiker inneemt. De wedstrijd (1/4 triatlon of rond 2u) Drink 1 bus van 750ml dorstlesser leeg op de fiets bij normale omstandigheden. Drink minder als het minder warm is. Je zal weer zelf moeten ontdekken hoeveel je lichaam nodig heeft. Oefen tijdens vermogens- of wedstrijdtrainingen welke dorstlesser je het beste ligt. De meeste atleten krijgen alles binnen bij gewone duurtrainingen en tempoduurtrainingen maar moet kokhalzen van bijna alle dorstlessers als er diep wordt gegaan in de wedstrijd. Oefen jezelf ook hierin. Tijdens lopen aanvullen met kleine beetjes water. De wedstrijd (1/2 en 1/1 triatlon of +2u) Drink 1 bus van 750ml dorstlesser per uur bij normale omstandigheden. Vul aan met water (eventueel zouttabletten bij +25°) en hou ook je hoofd koel (hou wel voldoende voor het drinken). Vanaf dat je 10’ op de fiets zit neem je best zakjes met geconcentreerde Koolhydraten (KH). Het lichaam kan 60g suikers opnemen per uur maar je kan jezelf trainen zodat tot 90g haalbaar is. Slechts 60g kan uit pure glucose komen. Dit betekent dat je de overige 30g zal moeten aanvullen met fructose, maltodextrine, isomaltulose, …. Let hierbij op dat je niet meer dan 10g van deze laatsten bijvoegt. Je vergroot anders de kans op diarree en maagproblemen. De meeste vloeibare suikers bestaan hoofdzakelijk uit glucose maar worden automatisch aangevuld met de andere vormen van suikers. De bijsluiter lezen is dus de boodschap! Vergeet ook niet dat je tijdens een wedstrijd van de 20g die in een zakje zitten wellicht maar 15 tot 18g binnenkrijgt. De zakjes die aangelengd werden met water gaan altijd vlotter binnen dan diegenen met pure suikers! Experimenteren op training blijft erg belangrijk. Ook bij hoge tempo’s kan je niet alle producten verdragen en zijn er sterke individuele verschillen. Je kan best de inname van de zakjes zo uit rekenen dat het laatste zakje minimum 15’ voor aankomst van fietsen is ingenomen. Anders werpt dit vaak op in de halve marathon. Indien de organisatie bananen of koeken geeft kan je ook deze opeten. Neem de laatste keer vast voedsel in zo’n 30’ voor het lopen. Sommige atleten verdragen geen vast voedsel en moeten al braken op de fiets. Dus ook dit best weer uitproberen op training. Tijdens het lopen kan je best dorstlessen en water innemen. Het vaste voedsel moet voldoende energie geven voor de halve marathon. Vul ook tijdens het lopen aan zoals bij het fietsen omschreven (60 tot 90g per uur) door extra zakjes snelle suikers op te nemen. Indien je jezelf voelt leeglopen tracht dan Cola te drinken indien aanwezig. Maar je waterbalans blijft het allerbelangrijkste. Cola heeft ook als voordeel dat je maag er terug van stabiliseert. De ‘suikerboost’ die je krijgt is echter van erg korte duur. Je moet het meer zien als een overlevingsdrank dan wel als een echte energiebron. Het innemen van cola zo lang mogelijk uitstellen is dus de boodschap. Bij warme weersomstandigheden ga je minder suikers in je dranken doen en extra zouten toevoegen. De suikers in je drank vertragen de opname in je darmwand. Met andere woorden suiker verlaagt de osmosecapaciteit (snelheid waarmee je drank door de darmwand gaat) van drank. De extra zouten moeten er voor zorgen dat je zoutbalans op peil blijft. De beperktere hoeveelheid suiker in je dranken kan je compenseren door meer via voeding of zakjes met snelle suikers op te nemen. Experimenteer met al deze zaken op training dan sta je al drie stappen verder. Na de wedstrijd Vooral de eerste 10’ na de wedstrijd veel eten en drinken indien je het binnenkrijgt (meestal een probleem wat eten betreft). Hier kan je ook wat frisdrank drinken indien je je echt slap voelt maar beter is dorstlesser en voedzame koeken. Ofwel een recoveryshakeske! Tenslotte nog dit: een wedstrijd is geen culinair hoogstandje. Lekkere suikers en sportdranken bestaan alleen op papier. Andere weersomstandigheden of aan zeer hoge tempo’s je wedstrijd afwerken zorgt er vaak voor dat je gedegouteerd raakt van je favoriete ‘gellekes’ of sportdrank. Het omgaan met drank en voeding is met andere woorden al een training op zich!