Weer meedoen in Den Haag en Alkmaar 28 juni 2010

advertisement
Weer meedoen
In Den Haag en Alkmaar
Inleiding
Sinds de introductie van het rehabilitatiedenken in de jaren tachtig van de vorige
eeuw hebben zich steeds meer nieuwe methodieken en voorzieningen aangediend
voor de maatschappelijke ondersteuning van mensen met ernstige
psychische/psychiatrische aandoeningen.
De ingezette vermaatschappelijking van de GGZ heeft een decennium geleden in een
aantal grote steden geleid tot de start van maatschappelijke steunsystemen.
Zo’n maatschappelijk steunsysteem (MSS) is een netwerk van personen
en organisaties dat ondersteuning biedt aan kwetsbare mensen
met psychische en/of psychiatrische problemen, zodat ze zo
zelfstandig mogelijk kunnen leven en volwaardig aan de
samenleving deelnemen. Vaak genoemde sleutelbegrippen bij dit proces zijn
participatie en weer kunnen vervullen van sociale rollen.
In het visiedocument “Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap’’ van GGZ
Nederland wordt ervan uitgegaan dat iedere regio binnen drie jaar een
maatschappelijk steunsysteem heeft. Een maatschappelijk steunsysteem is een
gecoördineerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen waarvan mensen
met ernstige psychische aandoeningen zelf deel uitmaken en dat hen op vele
manieren ondersteunt om in de samenleving te participeren (Van Weeghel en Droes,
1999).
Van Weeghel benoemt dat naast een maatschappelijk steunsysteem er ook aan een
individueel steunsysteem gewerkt moet worden (in: FACT Handboek 2009). In de
Inventarisatie van Maatschappelijke steunsystemen in Nederland die MOVISIE heeft
gedaan (april 2010) wordt besproken of de definitie van MSS geactualiseerd moet
worden. Uitgangspunten zouden dan moeten worden: “Het individu staat centraal,
organisaties werken in een netwerk, doel is het bevorderen van zelfredzaamheid,
versterking van het eigen netwerk, maatschappelijke participatie”(van der Lindt&
Verschelling, juni 2010). Bij GGZ Noord-Holland Noord is het accent gelegd op het
ontwikkelen van een individueel sociaal netwerk (ISN): “Individueel sociaal
netwerken (ISN) houdt in dat mensen met een (psychiatrische) beperking
drempelloos gebruik kunnen maken van een breed scala aan mensen, diensten en
voorzieningen buiten en binnen de GGZ om als actief burger te participeren in de
maatschappij” (Klaassen, van Eijk, Bahler). Aan de hand van het strength model van
Rapp (Wilken 2004) kunnen hulpverleners aan cliënten hun krachten, wensen en
passies bevragen. De netwerktafel is een middel voor de cliënten om hun wens te
realiseren. Op een laagdrempelige manier kunnen zij hun vraag aan verschillende
vertegenwoordigers van maatschappelijke en welzijnsorganisaties stellen.
In Den Haag en Alkmaar zijn de afgelopen jaren initiatieven ontplooid om een
Maatschappelijk Steun Systeem(MSS) op te zetten (of onderdelen daarvan). De
(net)werktafels worden in de inventarisatie van MOVISIE (april 2010) besproken
In dit artikel doen de auteurs verslag van hun ervaringen in Den Haag en Alkmaar.
Er wordt aandacht gegeven aan de opzet van beide MSS(net)werktafels, de
methodiek en werkwijze ervan, de deelnemers en praktijkvoorbeelden.
Het Haags Maatschappelijk Steunsysteem
Geschiedenis
In Den Haag heeft een voorbereidingsperiode van 2 jaar in 2004 geleid tot de start
van het Maatschappelijk Steunsysteem.
In april van dat jaar wordt in het Haagse Sterhuis een convenant ondertekend, dat in
8 punten zaken als functies, activiteiten, privacy en prestaties beschrijft. Centraal
begrip in deze is de inspannings- verplichting, waarbij alle partijen zich committeren
aan het convenant en er getracht wordt vraag en aanbod op het gebied van
dagbesteding bij elkaar te brengen. Deze partijen worden nader beschreven onder
het kopje ‘deelnemers’.
In eerste instantie gaat het om volwassen, langdurig zorgafhankelijke mensen met
een psychiatrische achtergrond. Hoewel deze ‘stille’ groep nog steeds groot is zijn er
nieuwe doelgroepen bijgekomen: jongeren, ouderen, mensen met psycho-sociale
problemen en/of een verstandelijke beperking. Kwetsbare mensen dus met in de
regel een grote afstand tot de arbeidsmarkt en een (dreigend) maatschappelijk
isolement.
Uitgangspunten
De vraag van de cliënt staat centraal. Het gaat daarbij specifiek om een vorm van
dagbesteding. Dat kan zijn een inlooppunt in de buurt, sporten, een hobby, cursus of
vrijwilligerswerk. Ook een maatje, een vrijwilliger met wie een cliënt op regelmatige
basis activiteiten onderneemt, wordt veel gevraagd.
Doelstellingen
Het MSS Den Haag kent 4 hoofddoelstellingen:
1. Toeleiden
Bespreken van vragen van individuele cliënten of organisaties op het
gebied van dagbesteding. Er wordt gezocht naar een passend
aanbod op maat.
2. Sociale kaart
Op de hoogte zijn / blijven van het actuele aanbod en elkaar, zowel organisaties
als contactpersonen, weten te vinden.
3. Innovaties
Waar vraag is maar nog geen aanbod: wijkgerichte en/of stedelijke
initiatieven op het gebied van dagbesteding en sociale contacten opzetten
4. Kwartiermaken
Ontwikkelen van zogeheten niches teneinde gastvrijheid (= fysieke ruimte en
coulance) in de samenleving te creëren zodat ook kwetsbare mensen als
volwaardig
burger aan het maatschappelijk verkeer kunnen deelnemen. En dus welkom zijn
binnen de reguliere voorzieningen zoals buurthuizen en wijkcentra.
De deelnemers
Een werktafel wordt gevormd door werktafelmedewerkers uit organisaties die
dagbesteding vragen en aanbieden.
Organisaties die vooral met vragen komen (vragende organisaties) zijn: GGZinstellingen, beschermende woonvormen, organisaties rondom maatschappelijke
opvang, vertrouwenspersonen, thuiszorg- en mantelzorgorganisaties,
welzijnsorganisaties en instellingen voor verstandelijk gehandicapten.
Er zijn ook MSS-partners met aanbod: dagbestedingorganisaties,
welzijnsorganisaties, re-integratiebedrijven, leerwerkprojecten, thuiszorg- en
mantelzorgorganisaties, vrijwilligersorganisaties, vriendendiensten, ambulante
woonbegeleiding, vertrouwenspersonen, netwerk- en ontwikkelorganisaties, kerken
en particulier aanbod (bijv. met een PGB).
Methodiek / werkwijze
MSS Den Haag kent 5 werktafels, zodat cliënten zoveel mogelijk in de eigen wijk hun
vraag kunnen neerleggen. Iedere werktafel omvat een aantal stadsdelen en
randgemeenten:
1. Scheveningen, Segbroek en Loosduinen
2. Centrum
3. Escamp
4. Laak, Leidschenveen-Ypenburg en de gemeente Rijswijk
5. Haagse Hout en de gemeentes Voorburg, Leidschendam en Wassenaar
De vragen rondom dagbesteding, het centrale thema, kunnen worden
ingebracht door de cliënt zelf, een familielid, een mantelzorger, een
woonbegeleider, een dienst- of hulpverlener.
Dit kan zowel mondeling als schriftelijk (via een standaard aanmelden toestemmingsformulier).
Alle werktafelleden denken mee over mogelijkheden. Op deze manier ontstaan
nieuwe ideeën en creatieve oplossingen. Tijdens de vergadering wordt er veel
informatie uitgewisseld. In die zin wordt het MSS ook wel een ‘levend(ig)e
googlemachine’ genoemd. Deelnemers leren elkaar en de sociale kaart steeds beter
kennen en weten elkaar ook buiten de bijeenkomsten om beter te vinden.
Maandelijks worden werktafelbijeenkomsten gehouden.
Er wordt vergaderd volgens een min of meer vast protocol.
Iedere werktafel heeft een vaste voorzitter en notulist zodat inhoud en
proces zorgvuldig worden bewaakt. Via specifieke taakomschrijvingen weten alle
deelnemers wat er van hen wordt verwacht én wat ze van het MSS mogen
verwachten.
De praktijk: cijfers en voorbeelden
Het aantal cliënten met een vraag naar dagbesteding is de afgelopen jaren flink
gestegen, van 62 (2004) naar 178 (2005), 220 (2006), 279 (2007), 318 (2008) en 331
(2009).
De vragen, die het meest door cliënten worden gesteld zijn die rond zinvolle
dagbesteding , sociale contacten, bewegen, vrijwilligerswerk en educatie
Ook een maatje is voor vele cliënten een grote wens.
Het aantal cliënten dat daadwerkelijk begint met dagbesteding of succesvol wordt
bemiddeld ligt- als gevolg van de werktafels - de laatste jaren tussen de 40 en 50%
Praktijkvoorbeelden: vragen aan de werktafels
Een man van Afghaanse afkomst (GGZ-cliënt), slecht Nederlands sprekend en de weg
niet goed wetend in de Nederlandse wereld van instanties, fondsen en hulpverlening
wil zijn huis geschilderd hebben. Hij heeft geen geld en geen sociaal netwerk. Via het
MSS wordt de Stichting Present bereid gevonden hulp te verlenen. Op een zomerse
zaterdag komen er 8 vrijwilligers bij de heer langs om in één dag kosteloos zijn huis
te schilderen en (deels) te behangen.
Een man (geen GGZ-achtergrond) is in het bekende pensioengat gevallen. Via het
speciale Parnassia (= GGZ) Politie Project komt hij in beeld bij het MSS. Samen met
een MSS-medewerker krijgt de heer een intake bij een naburig verpleeghuis.
Inmiddels werkt hij daar alweer vele jaren als vrijwilliger in de horeca.
Een vrouw (GGZ-cliënte) voelt zich eenzaam. Het MSS wijst haar op het “Chillen in de
vinger” een gewone kroeg in het centrum van Den Haag. Dit is een door het MSS
opgezette maandelijks terugkerende stapavond, waar cliënten kunnen uitgaan en
waar er meestal een mix is van cliënten, hulpverleners, begeleiders en reguliere
cafébezoekers. Mevrouw komt inmiddels bijna iedere maand in dit café en heeft
daar zelfs haar huidige levenspartner gevonden (!).
In de praktijk is er ook veel indirecte toeleiding. Gemiddeld kan één toeleiding
binnen de werktafel tot resultaat voor vier andere cliënten leiden. Naast de vragen
gesteld in het werktafeloverleg beantwoorden de werktafel- en programmacoördinatoren gemiddeld zes (meestal kortere) informatievragen per week. Per jaar
gaat het dan om 1500 (!) vragen.
.
Werkzame ingrediënten
Belangrijke (rand)voorwaarden voor een succesvolle werktafel zijn: commitment
en ondersteuning, financiering, tijd en persoonlijke kenmerken / houding /
vaardigheden van de werktafelmedewerkers.
Centraal blijft ook dat men vanuit alle ‘ concurrerende’ partijen de vraag van de
cliënt voorop blijft stellen en dat deze leidend is in de samenwerking.
Het voert in dit artikel te ver om alle voorwaarden uitvoerig te beschrijven. Toch is
het wellicht goed het profiel van een ‘goede’ MSS-medewerker nog wat nader toe te
lichten.
Naast enthousiasme en inspiratie is het van cruciaal belang om als MSS-er te kunnen
netwerken. Contacten kunnen aangaan en een lange adem hebben. Resultaatgericht
zijn, maar ook genoegen kunnen nemen met kleine stapjes voorwaarts. Successen én
teleurstellingen kunnen delen. Tactisch en diplomatiek zijn. Nooit opgeven. Een
aardige ‘terriër’ zijn...
Knelpunten
Natuurlijk leiden niet alle vragen van cliënten tot een succesvol resultaat. Belangrijke
redenen van uitval zijn: (psychiatrische) terugval, ontbreken van
motivatie/doelvaardigheid bij de cliënt. Verbroken contact met de hulpverlener.
Vervoersproblemen. Teveel lichamelijke klachten. Financiële problemen.
Verder is er soms geen (structurele) begeleiding beschikbaar waardoor de cliënt niet
aankomt op de plaats van bestemming.
Samenwerking met andere werktafels
Werktafels zijn te vinden in Zoetermeer, Leiden, regio Alkmaar en Amsterdam-Zuid.
De invulling verschilt per stad of regio, maar alle hebben hun methodiek gebaseerd
op de in Den Haag ontwikkelde aanpak. Eind 2009 heeft een inspirerende
uitwisselingsbijeenkomst plaatsgevonden, die zeker een vervolg krijgt.
In het vervolg van dit artikel worden de ervaringen in Alkmaar beschreven.
De netwerktafel in Alkmaar
Geschiedenis
De netwerktafel in Alkmaar is opgezet in mei 2008 (door medewerkers van GGZ
Noord-Holland Noord (GGZ NHN), cluster Alkmaar) na een bezoek aan de Haagse
werktafels van het Maatschappelijk Steunsysteem. Het principe is hetzelfde, de
uitvoering anders.
Opzet netwerktafel
De netwerktafel is als middel ingezet om de sociale participatie van mensen met een
psychische beperking te bevorderen. GGZ NHN deed in 2008-2009 mee aan een
verbeterproject Sociale Participatie van Trimbos en Vilans. In eerste instantie is een
kleine doelgroep benaderd, namelijk de 35 bewoners van een beschermende
woonvorm. Zij zijn allen mondeling en schriftelijk geïnformeerd over het project
sociale participatie en de netwerktafel. Hun woonbegeleiders zijn ook betrokken bij
het project. Deze zijn in gesprek gegaan met de bewoners om zicht te krijgen op hun
netwerk en de eventuele behoeften/wensen. Zij hebben bewoners gestimuleerd om
onder andere naar de netwerktafel te gaan. Al snel waren er vragen en wensen van
de bewoners. Na een paar maanden is er besloten om de netwerktafel toegankelijk
te maken voor (300) cliënten die behandeld werden door twee Alkmaarse FACT
teams. In een later stadium stond de tafel ook open voor cliënten van het derde
FACT team binnen het cluster Alkmaar.
De eerste twee FACT teams hebben ook meegedaan aan het GGZ NHN
transitieproject (zie www.tplz.nl), onder de naam “Duurzaam Beter”. Eén deelproject
van Duurzaam Beter is het opzetten van een maatschappelijk steunsysteem voor
deze twee FACT teams. In de tweede fase van dit project is besloten om niet uit te
gaan van het opzetten van een maatschappelijk steunsysteem, maar van een
individueel netwerk vanuit de aanname dat zo’n netwerk beter kan aansluiten bij de
wensen, kwaliteiten en passies van de persoon in kwestie. We hebben
maatschappelijke partners betrokken die in beeld komen en een bijdrage kunnen
leveren om de individuele wens te verwezenlijken. Daarnaast is in deze FACT
wijkteams het krachtenmodel (Strength model van C.Rapp) ingevoerd.
Vertrekpunt bij dit krachtenmodel is de wens of passie van de cliënt. Daarnaast
worden herstel, empowerment en rehabilitatie als basisprincipes gehanteerd.
Tenslotte is een belangrijk uitgangspunt het feit dat er in de maatschappij tal van
mogelijkheden zijn om te participeren.
Al snel zijn maatschappelijke organisaties (Wonen Plus, Vrijwilligerscentrale Alkmaar,
de wijkmeester van de gemeente Alkmaar, Kern 8-welzijnsorganisatie van de
gemeente Alkmaar) bereid gevonden om mee te doen aan het initiatief van de
netwerktafel. Op een wijkcontactmiddag is een vrijwilliger gevonden die op internet
via de zoekmachine vragen naloopt wat er in de omgeving is. Wij noemen deze
vrijwilliger de “Google-laar”. De netwerktafel is bij wijze van spreken een levende
sociale kaart voor de doelgroep. De cliënten van de wijkteams komen met hun
wensen of vragen naar de maandelijkse bijeenkomst. Daar worden hun vragen
serieus genomen, vanuit verschillende invalshoeken benaderd en met veel aandacht
besproken. Er is genoeg tijd om de wensen/vragen helder te krijgen en in veel
gevallen kan de vrager een afspraak maken met iemand om concreet aan de slag te
gaan. Er is meteen een cultuur ontstaan waarin de cliënten persoonlijk naar de
netwerktafel komen.
Ervaringen netwerktafel
Aantallen
Tot nu toe zijn er 28 netwerktafels geweest. Eens in de maand vinden zij plaats in
een wijkcentrum. In totaal zijn er 94 mensen geweest die vragen hebben gesteld of
die als gast langs kwamen. In totaal zijn er 100 vragen geuit. Niet elke bezoeker heeft
een vraag, sommigen hebben 3 vragen. Sommige mensen hebben verschillende
vragen, cq wensen, cq aanbod, anderen zijn langsgekomen om de sfeer te proeven.
Het aantal bezoekers liep op een gegeven moment op van 2 naar 4 naar 7 naar 12
bezoekers per keer. Ongeveer 40 procent van de vragen is succesvol beantwoord.
Sommige vragers hebben hun wens ingetrokken (om verschillende redenen:
teruggang in psychiatrisch beeld, de oplossing kwam te dichtbij waardoor men
zenuwachtig werd en ervan afzag). Andere vragen staan nog uit omdat er nog geen
oplossing voor gevonden is (bijvoorbeeld het vinden van een groep mensen die met
iemand geregeld naar een museum gaat).
Er zijn 39 vragen geweest op het gebied van arbeid en onderwijs (betaald werk,
deelname cursus), 36 op het gebied van vrijwilligerswerk en recreatie, 10 rond
sociale steun en er waren 9 gasten. Deze gasten zijn gekomen om te kijken wat de
netwerktafel is. Deze vragen komen voor een groot deel overeen met de vier
thema’s die MOVISIE maakt rond participatie:
onderwijsparticipatie,arbeidsparticipatie,sociale participatie en vrijetijdsbesteding
en het functioneren in sociale relaties zoals het eigen gezin en de partnerrelatie.
(MOVISIE, juni 2010)
Tribunaal?
Een veelgehoorde vraag is of mensen dan voor een tribunaal van heel veel
netwerkers komen? Hoewel er soms wel veel mensen om de tafel zitten, hebben we
tot nu toe geen enkele keer gehoord dat mensen dat een drempel vonden. Slechts
enkele mensen namen hun hulpverlener of maatje mee om de drempel over te
kunnen komen. De vragers gaven in een enquête aan dat zij de bijeenkomsten erg
toegankelijk, gezellig en open vonden. Opvallend is vooral de open sfeer. Een kopje
koffie of thee, een koekje, een voorstelrondje en de prettige manier waar iedereen
op elkaar reageert, maakt dat men zich gauw op het gemak voelt. De mensen met
vragen stellen zich ontvankelijk op, komen met hun verhaal en worden door de
reacties van de netwerkers op een spoor gezet.
Vraag en aanbod
In sommige gevallen stelt iemand zijn vraag bij. Een man kwam bijvoorbeeld met een
vraag voor betaald werk, maar besefte dat hij er eigenlijk nog niet aan toe was.
Echter, voortvloeiend uit zijn vraag werd er een vrijwilligersbaan voor hem gevonden
als huismeester bij een woningbouwvereniging met mogelijk zicht op een betaalde
baan. Vragers reageren ook onderling op elkaar. Mensen wisten bijvoorbeeld een
schildersgroep waar je heel plezierig opgevangen en begeleid wordt. Iemand bood
zich aan om een vrager te helpen bij haar kindertheaterwens. Een man die goed
accordeon kan spelen is door de netwerktafel al op verschillende locaties geweest
om daar op te treden. Ofwel er is heel veel communicatie over en weer rond de
wens, zodat nauwkeuriger wordt aangesloten.
De vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties krijgen het idee dat er
meer sprake was van synergie. Er wordt meer dan voorheen met elkaar
samengewerkt, men leert elkaar kennen en daardoor consulteert men elkaar vaker.
Film en folder
Er is een korte film gemaakt (9 minuten) die een goed beeld geeft van de
netwerktafel. Deze film is al vaak vertoond om mensen een idee te geven wat de
netwerktafel precies inhoudt. Een folder met informatie van de netwerktafels met
foto’s van de netwerkpartners Beiden zijn te zien op:
http://www.acnhn.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=214&Itemid=319&lang=
nl
In november 2009, tijdens een posterpresentatie bij het Schizofreniecongres in
Zwolle, ontving de netwerktafel Alkmaar een innovatieprijs.
Knelpunten
Na een aantal succesvolle bijeenkomsten, zijn er ook bijeenkomsten geweest waarin
geen mensen kwamen. Dit was vooral in vakantieperiodes en bij slecht weer. Het
blijkt dan dat de publiciteit over de netwerktafel een continu proces moet zijn om de
netwerktafel bij de doelgroep en de hulpverleners onder de aandacht te krijgen en
te houden. In het eerste jaar zijn alle cliënten middels een flyer geïnformeerd over
de netwerktafel. In het tweede jaar is een folder gemaakt, die naar de doelgroep is
verstuurd. Hulpverleners krijgen elke maand een korte nieuwsbrief over de
netwerktafel.
Bespreking
Doelgroep
Met de maatschappelijke partners is besproken in hoeverre de netwerktafel alleen
open moet staan voor één doelgroep, namelijk de mensen met een psychische
beperking. Of moet de netwerktafel ook toegankelijk zijn voor alle burgers? Daar zijn
we in Alkmaar nog niet uit. Het advies van de gemeente Alkmaar is voor 2010 om
vooral nog met de eigen doelgroep bezig te zijn.
Financiering
De netwerktafel is door GGZ NHN opgezet, zij heeft tot nu toe de regie. De
financiering doet elke organisatie uit eigen middelen. Tot nu toe is er nog geen
financiële bijdrage van de gemeente Alkmaar in deze geweest. Door de inzet van
verschillende welzijnsorganisaties die door de gemeente gefinancierd worden, is er
wel sprake van indirecte financiering. In 2010 is er een aanvraag gedaan om vanuit
een extra WMO subsidiepot gelden te krijgen.
Regie
In Den Haag heeft de gemeente regie over de werktafels. In Alkmaar is daar nog
geen sprake van. In de discussie over wat een MSS zou moeten zijn, komt altijd de
vraag naar boven wie de regie moet hebben en hoe deze te vervullen. In Alkmaar
zijn over de regiefunctie wel gesprekken gaande om na te gaan of en op welke
manier de gemeente hier regie in kan hebben. In Den Haag is in de eerste fase
gewerkt aan het maken van een convenant voordat de werktafels operationeel
waren, in Alkmaar is het idee overgenomen en in tweede fase is men gaan zoeken
naar structurele financiering en regie. De GGZ heeft tot nu toe nog de regie over de
netwerktafels, mogelijk dat een welzijnsorganisatie of gemeente die te zijner tijd zou
over kunnen nemen.
Casuïstiek
Bij de werktafels in Den Haag staan naast de casuïstiek, samenwerking en
netwerkvergroting centraal. Daar is in Alkmaar nog niet veel aandacht aan besteed.
Voor 2010 wordt hier een initiatief in genomen door bij elke netwerktafel een
maatschappelijke organisatie een presentatie te laten houden. Verder is het
voornemen om in 2010 een themadag te organiseren waarin mensen hun
kwaliteiten kunnen tonen.
Door de aanwezigheid van maatschappelijke partners bij de netwerktafel zijn er
meer mogelijkheden ontstaan voor mensen met een psychische beperking. Er wordt
als het ware over de muur van de GGZ heen gekeken. De drempel wordt geslecht
door het contact dat ontstaat bij de netwerktafel, er wordt heel serieus en in een
prettige sfeer gekeken hoe de vrager zich veilig kan voelen.
Er zijn geregeld belangstellende collega’s uit andere regio’s geweest die interesse
tonen in de netwerktafel.
Landelijke bijeenkomsten
Blijkens een landelijke bijeenkomst van verschillende (net)werktafels (Den Haag,
Zoetermeer, Alkmaar, Edam, Amsterdam, Velsen) liggen de verschillen vooral in de
wijze waarop de vragen ingebracht worden. Is in Den Haag min of meer de cultuur
dat de vragers dit schriftelijk doen, in Alkmaar vooral juist mondeling. Voordeel van
schriftelijke vragen is wellicht een gevoel van veiligheid voor de vrager. Nu zou je
kunnen zeggen dat het voor een bepaalde groep inderdaad ook veilig is om
schriftelijk vragen in te dienen. Maar het is natuurlijk de vraag in hoeverre je een
schriftelijke vraag ook voldoende op zijn waarde kunt beoordelen. Daarnaast
ontstaan er tijdens de mondelinge aanvraag allerlei situaties waarin de vrager verder
komt, terwijl dat bij de behandeling van schriftelijke vragen vaak niet het geval is.
In Amsterdam is door GGZ InGeest en stadsdelen in korte tijd 5 netwerktafels
opgezet. Deze netwerktafels staan in principe open voor alle wijkbewoners. In EdamVolendam is door financiering van de gemeente uit WMO gelden de tafel gestart
onder de noemer Meedoentafels.
In een tweede bijeenkomst zijn de ervaringen gedeeld rond de inzet van
ervaringsdeskundigen aan de werk- en netwerktafels. Er zijn positieve ervaringen in
Den Haag en Amsterdam. Ervaringsdeskundigen hebben hun inbreng vanuit hun
kennis en ervaringen, dat kan ondersteunend zijn voor de mensen die aan de
netwerktafel komen. Verder zijn er allerlei positieve ervaringen rond samenwerken
en succesvolle kwartiermakerprojecten in Den Haag besproken (oa de zondaginloop,
oriëntatiecursus, de samenwerking met van harte resto). Als laatste thema is de
vraag behandeld in hoeverre de (net)werktafel ook digitaal een aanwinst zou kunnen
zijn. Bijvoorbeeld voor mevrouw de Vries, zij heeft al sinds haar 14-de de wens om
door Ierland te reizen. Daar zij last heeft van fobieën, wil zij heel graag een maatje
mee, die zelf de reis betaald. Zij is op zoek naar iemand die haar kan vergezellen. Zou
een prikbord op een digitale netwerktafel deze wens doen verwezenlijken?
Continue pr
De ervaring leert dat de netwerktafel continu onder de aandacht gehouden moet
worden bij cliënten en hulpverleners. Cliënten in Alkmaar krijgen eens per jaar een
folder of een flyer. Hulpverleners krijgen digitaal eens per twee maanden een
nieuwsbrief. Hier worden onder andere vraag en aanbod besproken, om een idee te
geven welke vragen gesteld kunnen worden, maar ook om mee te denken of er
antwoorden zijn op vragen.
Krachtenmodel
In Den Haag is de werktafel een belangrijk instrument van het maatschappelijk
steunsysteem. In Alkmaar ziet men de netwerktafel meer als een onderdeel van een
methodiek. Er wordt vooral vanuit het krachtenmodel gekeken waar de cliënt
behoefte aan heeft en hoe die individueel ingevuld kan worden.
Weer meedoen in Den Haag en Alkmaar, aan de (net)werktafels zal het niet liggen!
Willem Kasteleyn, Den Haag, Henk-Willem Klaassen en Marianne van Eijk, Alkmaar,
juni 2010
[email protected]; [email protected];[email protected]
Literatuur:
GGZ Nederland, Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap. Visie op de
(langdurende) zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen, 2009
MSS Den Haag, Van splinters tot mozaïek, Groei naar een maatschappelijk
steunsysteem, 2006
MSS Den Haag, Weer meedoen, Ervaringen met het Haags maatschappelijk
steunsysteem: de werktafelmethodiek, 2010
Inventarisatie maatschappelijke steunsystemen in Nederland, MOVISIE/Trimbosinstituut, april 2010, in opdracht van het platform herstel en burgerschap
Klaassen, HW ; van Eijk, M: Netwerktafel Alkmaar, Sociale psychiatrie, maart 2009,
28-ste jaargang,nummer 89
Lindt, S. van der& Verschelling, M (2010). Handreiking voor het opzetten van een
Maatschappelijk Steun Systemen, Concept. Startdocument handreiking MSS.
MOVISIE/Trimbos-instituut, juni 2010, in opdracht van het platform herstel en
burgerschap
Veldhuizen, R. van en M. Bähler (2008) in: Veldhuizen, R. van, Bähler, M., Polhuis, D.
& Os, J. van (Red.) (2008). Handboek FACT. Utrecht: De Tijdstroom. hoofdstuk 4, pag.
pag 61
Weeghel,J. van, & Droes, J. T. P. M. (1999). Problemen in perspectief. Herstelgerichte
zorg in maatschappelijke steunsystemen. Maandblad Geestelijke volksgezondheid,
54, 2, 150-165
Wilken, J. P. (2004). Het Strength Model van Rapp. Werken vanuit de kracht van
cliënt en samenleving. Passage, 13e jaargang nr 3, september 2004
Download