Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
B&W.nr. 091013., d.d. 13 oktober 2009
BB nr. 09.023 dd. 13 oktober 2009
Burgemeester en B&W-aanbiedingsformulier
Onderwerp
evaluatie STUV en samenwerkingsovereenkomst
Burgemeester en wethouders besluiten
Behoudens advies van de commissie
1.
de evaluatie van de samenwerking met de Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en
andere Vreemdelingen (STUV) over de periode van 2006 tot en met juni 2009 vast te stellen
en daarmee in te stemmen met de volgende conclusies:
a. de samenwerking met STUV is goed verlopen en de verplichtingen zijn nagekomen;
b. er is nog geen sluitende aanpak van het Rijk, waardoor gemeentelijke
maatschappelijke opvang voor vluchtelingen en andere vreemdelingen in nood
noodzakelijk blijft;
c. gezien de goede ervaringen blijft STUV de aangewezen organisatie om de
maatschappelijke opvang voor vluchtelingen en andere vreemdelingen in nood uit te
voeren;
2.
in de lijn van de eerdere overeenkomsten een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst
(versie 7 september 2009) met STUV aan te gaan voor de periode van 2010 tot en met 2013
en;
3.
bijgaande brief aan de Raad vast te stellen waarin het besluit tot voortzetting van de
samenwerking met STUV wordt toegelicht en waarbij de evaluatie en de
samenwerkingsovereenkomst ter kennisname wordt aangeboden.
De burgemeester besluit
Behoudens advies van de commissie
1.
de wethouder Jeugd, Welzijn en Financiën te machtigen voor het ondertekenen van
samenwerkingsovereenkomst (versie 7 september 2009).
Samenvatting
Het College heeft de evaluatie vastgesteld van de samenwerkingsovereenkomst met de Stichting
Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen (STUV) over de periode 2006 tot en met
juni 2009. Conclusie is dat de samenwerking goed is verlopen. Verder is besloten om voor de
komende vier jaar weer een overeenkomst aan te gaan. Het College wil hiermee zorgen voor
adequate tijdelijke maatschappelijke opvang voor vluchtelingen en andere vreemdelingen in nood.
Ondanks inspanningen van het Rijk, blijkt dat er nog steeds vluchtelingen en andere vreemdelingen
op straat terecht komen. Zij zijn bijvoorbeeld nog in procedure voor een verblijfsvergunning en mogen
deze procedure afwachten in Nederland. Zij hebben echter geen recht meer op rijksopvang en hebben
vaak geen middelen van bestaan. Daarnaast zijn er vreemdelingen die geen verblijfsrechtelijke
procedure meer volgen, maar die in zeer schrijnende omstandigheden raken.
Het College vindt dat er op humanitaire gronden, maar ook van uit het oogpunt van openbare orde,
maatschappelijke opvang moet zijn voor vreemdelingen in nood. Over de voorwaarden voor opvang
zijn afspraken met STUV gemaakt.
Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum
Ons kenmerk
Onderwerp Ter kennisname
Evaluatie samenwerking met STUV
Samenwerkingsovereenkomst gemeente Leiden en
STUV 2010 tot en met 2013 Gemeente Leiden
Bezoekadres Stadhuis
Stadhuisplein 1
Postadres Postbus 9100
2300 PC Leiden
Telefoon 071-5165165
E-Mail [email protected]
Website www.leiden.nl/gemeente
Contactpersoon A. Klein Doorkiesnummer 7248
Geachte leden van de raad,
Opvang van vreemdelingen is in beginsel een taak van de rijksoverheid. In de praktijk worden wij
echter geconfronteerd met uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere vreemdelingen in nood, die
nergens terecht kunnen. De Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen
(STUV) biedt maatschappelijke opvang voor deze groep met inzet van gemeentelijke subsidie. In
het kader van het afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst heeft er een evaluatie
plaatsgevonden over de periode van 2006 tot en met juni 2009. Wij hebben besloten om de
samenwerking met STUV voort te zetten. In deze brief lichten wij dit besluit toe.
In het verleden vingen wij vreemdelingen in geval van schrijnende omstandigheden op door het
verstrekken van een uitkering op grond van de IVV (inkomensvoorziening voor vreemdelingen). De
rechter heeft echter bepaald dat deze regeling buitenwettelijk was. In vervolg daarop is in 2005
besloten om de hulp aan vreemdelingen in nood bij STUV (Stichting Uitgeprocedeerde
vluchtelingen en andere Vreemdelingen) neer te leggen. Over 2005 en over de periode 2006 tot en
met 2009 zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten.
In de tussentijd is in 2007 de Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet (Pardonregeling)
afgekondigd. Bij de afspraken tussen de VNG en de Staatssecretaris van Justitie over de
Pardonregeling is afgesproken dat de gemeentelijke noodopvang eind 2009 zal worden gesloten.
Verder is men overeengekomen dat het Rijk voor een sluitende aanpak zou zorgen.
Met een sluitende aanpak wordt bedoeld dat er geen mensen na afloop van de aanvraagprocedure
zonder verblijfsvergunning op straat terecht komen. Om tot een sluitende aanpak te komen wordt
op landelijk niveau gewerkt aan een betere asielprocedure (de voorkant van het proces) en een
effectiever terugkeerbeleid (de achterkant van het proces). Het terugkeerbeleid wordt uitgevoerd
door de Dienst Terugkeer en Vertrek.
Wij onderschrijven het landelijk vreemdelingen- en asielbeleid, maar constateren dat het op dit
moment nog onvoldoende sluitend is. Ondanks de Pardonregeling –die alleen gold voor een
beperkte groep- worden wij namelijk nog regelmatig geconfronteerd met vreemdelingen zonder
verblijfsvergunning die na afloop van de procedure niet zijn vertrokken en die in nood verkeren.
Uit humanitaire overwegingen, maar ook vanuit de optiek van openbare orde, blijft
maatschappelijke opvang voor vreemdelingen in nood noodzakelijk zolang het Rijk hiervoor geen
oplossing biedt. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om rechtmatig in Nederland verblijvende
vreemdelingen die nog niet zijn uitgeprocedeerd, maar geen opvang meer van het Rijk krijgen. In
incidentele gevallen gaat het ook om uitgeprocedeerde vreemdelingen. Wegens schrijnende
omstandigheden wordt aan hen tijdelijk noodhulp verstrekt.
In lijn met de sluitende aanpak ondersteunt STUV in de regel alleen mensen met een kansrijk
perspectief op een verblijfsvergunning. Indien dat perspectief verdwijnt, wordt de ondersteuning
beëindigd en wordt alleen nog begeleiding bij vertrek gegeven. Op uitvoerend niveau heeft de
Dienst Terugkeer en Vertrek praktische ondersteuning aangeboden ingeval mensen willen
vertrekken uit Nederland. In de samenwerkingsoverkomst met STUV is hierover opgenomen dat
STUV in voorkomende gevallen hiervan gebruik zal maken. STUV werkt overigens ook samen met
andere organisaties op het gebied van vrijwillige terugkeer.
Voor mensen zonder perspectief die kiezen voor illegaal verblijf in Nederland, biedt STUV geen
plek. Alleen bij hoge uitzondering wordt in zeer schrijnende situaties kort durend hulp geboden.
STUV heeft de afgelopen jaren de opvang van vreemdelingen in nood naar tevredenheid op zich
genomen. Wij hebben daarom in goed overleg met STUV besloten om de samenwerking voort te
zetten.
Hierbij bieden wij u ter kennisname aan de evaluatie van de samenwerking met STUV en de
daarbij behorende nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2010 tot en met 2013.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
de Secretaris,
de Burgemeester,
Burgemeester
MACHTIGING
De Burgemeester van Leiden,
gelet op het bepaalde in artikel 171, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, machtigt hierbij
mevr. dr. G.M. van den Berg, Wethouder Jeugd, Welzijn en Financiën
de Samenwerkingsovereenkomst 2010 tot en met 2013
Gemeente Leiden en Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen
in het kader van gemeentelijke subsidieverstrekking (versie 7 september 2009)
te ondertekenen.
Leiden,
drs. H.J.J. Lenferink
Burgemeester van Leiden
Samenwerkingsovereenkomst 2010 tot en met 2013
Gemeente Leiden en Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen
in het kader van gemeentelijke subsidieverstrekking1
Partijen:
a. Gemeente Leiden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder van Jeugd, Welzijn en
Financiën, mevrouw G. van den Berg en
b. Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen (STUV), rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer M. Kersten.
Overwegingen
Partijen willen bereiken dat in de stad Leiden adequate hulp en maatschappelijke opvang wordt
geboden aan uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere vreemdelingen in nood ter overbrugging van
een kwetsbare periode in hun leven binnen de kaders zoals genoemd bij Kerntaak.
De ervaringen opgedaan in de periode 2006 tot en met juni 2009 geven aanleiding om de
samenwerkingsafspraken voort te zetten voor de komende vier jaar.
Partijen zijn zich ervan bewust dat het Rijksbeleid met betrekking tot de opvang van vreemdelingen
nog niet sluitend is, en dat soms geen opvang wordt geboden aan vreemdelingen die wel rechtmatig
in Nederland zijn of in Nederland in schrijnende omstandigheden verkeren. Partijen hebben in de
aanloop naar deze overeenkomst in contact gestaan met de Staatssecretaris van Justitie, althans met
de onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris opererende DT&V (Dienst Terugkeer en
Vertrek), welke dienst aan STUV praktische ondersteuning heeft aangeboden bij het vervullen van
haar kerntaak op momenten dat STUV daaraan behoefte heeft en daarvan nuttig gebruik zou kunnen
maken, welke steun STUV heeft aangegeven in voorkomende gevallen gaarne te aanvaarden.
1. Afspraken
1.1. STUV draagt in de periode 2010 tot en met 2013 zorg voor de uitvoering van onderstaande
kerntaak met inzet van gemeentelijke subsidie.
1.2.De samenwerkingsafspraken kunnen in de betreffende periode, na onderling overleg, worden
gewijzigd indien het beleid ten aanzien van de opvang van vreemdelingen wijzigt, indien het aantal
cliënten sterk wijzigt of indien het Rijk voor een sluitende aanpak zorgt.
2. Kerntaak
2.1. Kerntaak van STUV is het verlenen van materiële, sociale en juridische hulp aan vreemdelingen
in nood.
1
De bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 2005 van de gemeente Leiden zijn op de subsidieverstrekking van toepassing
2.2. Vreemdelingen komen in aanmerking voor deze hulp wanneer het gaat om:
2.2.1. een vreemdeling met een Leidse binding:
a. zonder geldige verblijfsvergunning en,
b. die geen aanspraak kan maken op andere voorzieningen en,
c. die in Nederland de uitkomst van een perspectiefrijke procedure afwacht of
d. die in Nederland wordt gedoogd en tijdelijk niet in staat is in het eigen onderhoud te
voorzien.
2.2.2. een vreemdeling met een Leidse binding:
a. zonder perspectief op een verblijfsvergunning en,
b. die geen aanspraak kan maken op andere voorzieningen en
c. die in aanmerking komt voor kortdurende noodopvang vanwege een bijzonder
schrijnende situatie.
3. Middelen en voorwaarden
3.1. Het College verleent subsidie voor personeel- en organisatiekosten. De hoogte van de subsidie
wordt jaarlijks vastgesteld en is afhankelijk van het door de Raad vast te stellen subsidieplafond.
3.2. De kosten voor huisvesting en levensonderhoud bij ondersteuning van cliënten kunnen
maandelijks worden gedeclareerd bij de gemeente. Deze vergoeding valt buiten de werking van de
Algemene Subsidieverordening. De paragrafen 2.3 en 2.4 van de Algemene Subsidieverordening zijn
overeenkomstig van toepassing op de vergoeding van deze kosten.
3.3. De gemeente verleent een maandelijks voorschot voor de ondersteuningskosten.
3.4. Wijziging van de hoogte van de ondersteuningskosten per cliënt kan alleen met instemming van
het College.
3.5. Indien de ondersteuningskosten naar het oordeel van het College te hoog oplopen kan het
College besluiten dat het maandelijks te declareren bedrag beperkt dient te worden.
3.6. Bij de maandelijkse declaraties wordt per cliënt aangegeven wanneer de ondersteuning is
aangevangen.
4. Verantwoording
4.1 STUV informeert het College tweemaal per jaar over de voortgang van de werkzaamheden en de
inzet van middelen conform het bepaalde in de jaarlijkse subsidiebeschikking.
4.2 Het College kan voor controledoeleinden tweemaal per jaar een lijst met namen van cliënten
opvragen. Deze lijst wordt na controle geretourneerd.
4.3. STUV geeft desgevraagd aan waaruit de Leidse binding van een cliënt bestaat.
5. Ten slotte
De maatschappelijke opvang van vreemdelingen impliceert de beschikbaarheid van opvanglocaties in
de stad. Het college zal zich hiervoor samen met STUV inspannen.
Getekend te Leiden op:
G. van den Berg
Wethouder Jeugd, Welzijn en Financiën
M. Kersten
voorzitter STUV
Evaluatie samenwerking
gemeente Leiden en STUV
periode van 2006 tot en met juni 2009
Inleiding
STUV (Stichting Uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere Vreemdelingen) ontvangt subsidie van de
gemeente Leiden voor de maatschappelijke opvang van vreemdelingen in nood. In een
samenwerkingsovereenkomst zijn de voorwaarden vastgelegd waaronder de opvang wordt verleend.
De in 2006 afgesloten samenwerkingsovereenkomst loopt eind 2009 af.
Deze evaluatie vindt plaats in het kader van verlenging van de overeenkomst in samenhang met de
landelijke ontwikkelingen op het gebied van vreemdelingenbeleid.
In de bijlagen staan de cijfers.
1. Doelgroep/ voorwaarden voor ondersteuning
STUV biedt tijdelijke ondersteuning aan uitgeprocedeerde vluchtelingen en andere vreemdelingen in
nood die geen recht (meer) hebben op wettelijke voorzieningen. Doel van de tijdelijke ondersteuning is
te voorkomen dat deze personen in de marge van de samenleving ten onder gaan, terwijl zij met
ondersteuning in staat zullen zijn zich te redden in de toekomst.
Naast de financiële, juridische ondersteuning en opvang voor vluchtelingen en vreemdelingen die na
een intake als cliënt van STUV worden aangenomen, is STUV telefonisch een vraagbaak voor
individuen en instanties op het gebied van asiel en vreemdelingen zaken.
In de samenwerkingsafspraken is opgenomen dat STUV alleen ondersteuning met gemeentelijke
subsidie biedt aan hulpvragers met een Leidse binding.
Voorts dient er sprake te zijn van een reëel juridisch perspectief op een verblijf in Nederland of elders.
Daarnaast biedt STUV tijdelijke ondersteuning aan vreemdelingen die zich, zonder eigen toedoen, in
een bijzondere schrijnende situatie bevinden.
Opvang van vreemdelingen is een taak van de Rijksoverheid. De gemeente wordt echter regelmatig
geconfronteerd met vreemdelingen in nood die niet (meer) bij het Rijk terecht kunnen voor opvang.
Het betreft bijvoorbeeld asielzoekers wiens asielprocedure is afgelopen, maar die op grond van
medische redenen een (reguliere) verblijfsvergunning hebben aangevraagd. Vaak mogen deze
mensen de procedure wel in Nederland afwachten, maar hebben zij in die periode geen recht (meer)
op opvang.
Om humanitaire redenen, maar ook vanuit het oogpunt van openbare orde, is het van belang dat er in
sommige gevallen maatschappelijke opvang geboden kan worden.
Voor de gemeente is het belangrijk dat er in zo’n geval een duidelijk aanspreekpunt is. Indien de
gemeente of andere instanties worden geconfronteerd met vreemdelingen in nood, kunnen mensen
worden doorverwezen naar STUV. STUV heeft de expertise om te kunnen beoordelen of iemand
voldoet aan de criteria voor (tijdelijke) ondersteuning.
Sinds het aangaan van de overeenkomst hebben zich geen noemenswaardige incidenten meer
voorgedaan met vreemdelingen in nood die nergens terecht konden. De samenwerking op dit vlak is
goed verlopen.
De afgelopen periode (2006 tot en met juni 2009) heeft STUV gemiddeld 107 mensen per jaar
opgevangen. De maandelijkse bezetting lag rond de 40 personen.
2. Subsidie
Begin 2008 is besloten de subsidie voor personeel en organisatie voor het jaar 2009 te verlagen,
omdat werd aangenomen dat het aantal cliënten zou dalen na het Generaal Pardon en na
gedeeltelijke sluiting van het asielzoekerscentrum Nieuweroord.
In de praktijk bleek echter dat er nauwelijks sprake was van een daling.
Het Generaal Pardon heeft weliswaar voor een grote groep al lang in Nederland verblijvende
asielzoekers een oplossing gebracht, maar het gold alleen voor mensen die nog onder de oude
Vreemdelingenwet (vóór 1 april 2006) asiel hebben aangevraagd. Mensen die onder de nieuwe
Vreemdelingenwet vallen kunnen weliswaar minder procedures voeren dan de oude groep, maar ook
voor deze groep blijkt in de praktijk de Rijksaanpak niet sluitend.
STUV heeft 2 coördinatoren in dienst voor in totaal 50 uur. Voor het jaar 2009 kon de bezuiniging op
de subsidie voor personeel en organisatie worden opgevangen door een incidentele subsidie op grond
van extra geld dat door het Rijk is verstrekt in verband met het Generaal Pardon. Voor 2010 is er
echter een probleem.
Want ook als het cliëntenbestand daalt, is een minimale bezetting van 2 coördinatoren volgens STUV
noodzakelijk. Dit is vooral het geval vanuit het oogpunt van continuïteit en bezetting. Bezuinigen op
personeel betekent namelijk in het geval van STUV dat er nog maar één betaalde kracht is. Met STUV
zal naar een oplossing voor dit probleem worden gezocht.
3. Declaratie van ondersteuningskosten
De kosten van opvang kunnen maandelijks worden gedeclareerd. In de overeenkomst is opgenomen
dat het college kan besluiten dat het maandelijks te declareren bedrag beperkt moet worden als de
kosten naar haar oordeel te hoog oplopen. Dit is niet aan de orde geweest. De maandelijkse
declaratie is goed verlopen.
4. Jaarlijkse inhoudelijke en financiële verantwoording
Het enige minpunt in de samenwerking levert de financiële verantwoording op. Het is STUV de
afgelopen periode niet gelukt om de jaarlijkse financiële verantwoordingen tijdig bij de gemeente in te
dienen. Inmiddels zijn er maatregelen genomen, waardoor men in de toekomst wel aan deze
verplichting denkt te kunnen voldoen.
5. Controle door de gemeente
Bij het vaststellen van Leidse binding vindt een zorgvuldige interne afweging plaats door STUV.
Daarbij wordt onder meer gekeken of er geen opvang elders kan plaatsvinden bijvoorbeeld bij familie
of vrienden.
Vanuit controleoogpunt, maar ook om aanzuigende werking te voorkomen, moet het voor de
gemeente inzichtelijk zijn dat er sprake is van een Leidse binding. Omdat iedere situatie weer anders
is, is het niet wenselijk om algemene limitatieve criteria voor het aannemen van een Leidse binding
vast te stellen. In de samenwerkingsafspraken is opgenomen dat de gemeente desgevraagd inzicht
krijgt in de Leidse binding van individuele gevallen.
Leidse binding wordt bijvoorbeeld aangenomen als de kinderen in Leiden naar school gaan, als
officiële instanties verklaren dat iemand al geruime tijd bij hen bekend is op een Leids adres, als
iemand aantoonbaar in Leiden in het asielzoekerscentrum heeft verbleven.
De afgelopen periode heeft er regelmatig controle plaatsgevonden op mogelijke samenloop met het
bestand van het team Werk, Inkomen en Zorg. Er zijn geen onregelmatigheden geconstateerd.
Om inzicht te krijgen op de duur van de ondersteuning per cliënt wordt op de maandelijkse declaratie
de begindatum van de ondersteuning vermeld.
6. Huisvesting
Voor de opvang van cliënten huurt STUV enkele panden van woningcorporaties. Ook heeft STUV
enkele panden van de gemeente in gebruik. Voor de gemeentepanden betaalt STUV op dit moment
geen huur.
Tot nu toe is er voldoende opvangruimte beschikbaar geweest. De gemeente heeft echter
aangekondigd dat het kantoor van STUV op de lijst van te verkopen vastgoed staat. STUV benadrukt
dat een centraal gelegen kantoor essentieel is voor hun functioneren.
Wanneer het aan de orde is, zal in samenwerking met de gemeente naar nieuwe ruimte gezocht
moeten worden.
7. Landelijke ontwikkelingen
Op 25 mei 2007 is een bestuursakkoord gesloten tussen de Staatssecretaris van Justitie en de
Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). In het bestuursakkoord is naast de zogenaamde
Pardonregeling afgesproken dat gemeenten de bestaande noodopvang eind 2009 beëindigen.
Voorwaarde daarbij is dat het Rijk zorgt voor een sluitende aanpak, zodat er geen uitgeprocedeerden
(meer) op straat terecht komen.
Inmiddels zijn er door het Rijk diverse terugkeermaatregelen genomen om het vreemdelingenbeleid
effectiever te laten zijn. Van een sluitende aanpak is echter nog geen sprake. Het is bijvoorbeeld
toegestaan dat uitgeprocedeerde asielzoekers de uitslag van hun nieuwe procedure (verblijf op grond
van medische problematiek of buitenschuldcriterium) in Nederland afwachten. Tijdens de
asielprocedure krijgt men opvang van het Rijk. In de vervolgprocedure(s) is daar geen recht meer op.
Vorig jaar zijn ongeveer 10.000 vreemdelingen aantoonbaar vertrokken. Ongeveer 16.800
vreemdelingen hebben Nederland volgens de rapportages van Staatssecretaris ‘niet aantoonbaar
verlaten’. Aannemelijk is dat deze mensen nog in Nederland verblijven.
Aangezien deze groep geen verblijfsvergunning heeft en dus niet legaal kan werken, worden
gemeenten nog steeds met vreemdelingen geconfronteerd die geen onderdak (meer) hebben en die
niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.
Samenvatting en conclusies
De aanpak van het Rijk ten aanzien van uitgeprocedeerde asielzoekers is niet sluitend. Dit betekent
dat er nog steeds mensen op straat terecht komen. Hoewel de gemeente van mening is dat opvang
van asielzoekers een taak van het Rijk is, blijft de gemeente in het kader van haar zorgplicht
verantwoordelijk voor in Leiden verblijvende vreemdelingen in nood. Het college heeft de
maatschappelijke opvang voor vreemdelingen in nood bij STUV gelegd, waarbij criteria worden
gehanteerd die zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst.
Beide partijen zijn tevreden over de samenwerking in de afgelopen periode. Indien vluchtelingen in
nood zich bij de gemeente of andere instellingen melden, kunnen zij worden doorverwezen. STUV
zorgt voor een afgewogen oordeel over het al dan niet opnemen in de maatschappelijke opvang.
Aangezien er nog geen sluitende aanpak door het Rijk geleverd wordt, blijft het noodzakelijk om
maatschappelijke opvang in stand te houden voor vreemdelingen nood.
Gezien de positieve ervaring met STUV ligt het in de rede om de samenwerkingsovereenkomst te
verlengen.
bijlagen:
Hulpvragen algemeen
herkomst
2006
2007
2008
Afrika
Europa
Midden-Oosten/
Noord Afrika
Azië
Latijns Amerika
57
17
34
79
18
73
69
15
58
2009
(t/m juni)
38
3
25
26
0
43
0
16
3
14
1
Totaal
134
213
161
81
Instroom in het cliëntenbestand (cliënt= hulpvrager die financiële ondersteuning ontvangt)
Aanvraag vergunning Generaal
Pardon
Aanvraag vergunning op
medische gronden
Procedure op grond van
schrijnendheid
Procedure op grond van het
Buiten schuld niet uit Nederland
kunnen vertrekken
Voorbereiding terugkeer
Voorbereiding tweede
asielprocedure
Anders
Totaal
2008
12
2009 (t/m juni)
4
3
3
5
1
4
2
2
9
1
1
2
2
37
14
Uitstroom uit het cliëntenbestand
Vergunning op grond van het
Generaal Pardon
Vergunning op medische gronden
Vergunning conform beschikking
Staatssecretaris (schrijnendheid)
Terugkeer
Opvang beëindigd vanwege 2e
asielaanvraag
Opvang beëindigd vanwege einde
van de procedure
Anders
Totaal
2008
38
2009 (t/m juni)
1
8
8
0
3
2
11
1
0
6
1
0
1
74
7
Cliënten met financiële ondersteuning
2006
2007
2008
Man
Vrouw
Kind
34
22
39
57
23
39
64
17
26
2009
(tot en met juni)
26
13
9
Totaal
95
119
107
47
Dossiers (gezin
of alleenst.)
Gemiddeld
aantal weken
opvang per
dossier
65
109
85
35
20
15,1
18,3
19,1
Kosten financiële ondersteuning
ondersteuningskosten
Kosten per dossier
Kosten per cliënt
2006
2007
2008
198.500
3053,85
2089,47
233.521
2142,39
1962,36
183.442
2158,14
1714,41
2009
t/m juni
78.467
2241,91
1669,50
Subsidie
subsidie
personeel en
organisatie
ondersteuningskosten
Generaal pardon
Totaal
2006
75.124
2007
80.474
2008
83.049
2009
68.204
198.983
274.107
233.521
313.995
183.442
7.000
273.491
n.n.b.
18.000
n.n.b.
Download