20120809 Op je gezondheid 4e concept gewijzigd

advertisement
Op je gezondheid!
Wees zelf de verandering die je wil zien
(M. Gandhi)
Nota
Lokaal Gezondheidsbeleid
2012 – 2016
Gemeente Veendam
Inhoudsopgave
2
Woord vooraf
3
1. Actuele ontwikkelingen
Algemeen
Rol rijk en gemeente
4
2. Onze visie: Baat bij Gezondheid!
5
3. Speerpunten en acties
3.1 Voorkomen perinatale sterfte
3.2 Bevorderen participatie
3.3 Voorkomen chronische ziekten
6
7
8
9
4. Monitoring en financiën
10
Bijlage 1
De programma´s waarbij wordt aangesloten
Bijlage 2
Evaluatie Gezond en Wel
Lokaal Gezondheidsbeleid 2008-2011
12
2
Woord vooraf
Op je gezondheid!
Dat wensen wij elkaar toe als er iets te vieren valt – want gezondheid is voor vrijwel iedereen
een groot goed in het mensenleven. Gezondheid is niet alleen medebepalend voor het
gevoel van geluk en welzijn, het is ook een voorwaarde om mee te kunnen doen in de
samenleving. Én – omgekeerd- is het voor die samenleving van belang dat haar leden
gezond, of in elk geval zo gezond mogelijk zijn. Want gezonde burgers maken een gezonde
gemeente, of het nu in sociaal-maatschappelijk of in economisch opzicht is. Tijdens de
uitvoering van het programma 2008-2011 Gezond en Wel, wordt steeds meer duidelijk dat
het gezondheidsbeleid integraal deel uitmaakt van de activiteiten die we uit willen gaan
voeren in het kader van de WMO. De beleidskaders van de WMO zijn in de uitvoering van
het nieuwe programma terug te vinden.
In juli 2011 heeft de gemeenteraad de kaders vastgesteld van de beleidsvisie ´Kwaliteit door
participatie!´ Uitgangspunt is dat meer mensen mee gaan doen. En dat gaan we samen doen
met burgers en maatschappelijke partners.
Dit vraagt een ander manier van (samen)werken. Een manier waarbij de zorg en
ondersteuning weer dichter bij de mensen wordt georganiseerd en vragen van burgers
´leidend´ zijn voor het handelen. Dat betekent dat ´brede sociale werkers´ als allrounders
binnen de wijk worden ingezet op alle terreinen van de sociale samenleving. De slogan is ´Er
op af´. Alle activiteiten die nodig zijn om burgers mee te laten doen, worden in deze
werkwijze samengebracht.
Dit betekent dat het lokale gezondheidsbeleid een bijdrage gaat leveren aan ´Kwaliteit door
participatie!´
Activiteiten worden aangeboden op diverse terreinen, en sluiten aan bij bestaande
uitvoeringsprogramma´s. Onze inspanning de komende jaren is gericht op het verbinden van
de disciplines die in hun werk geconfronteerd worden met burgers, die bepaalde
belemmeringen ondervinden om volwaardig mee te kunnen doen. Veelal zullen dit
problemen zijn op het gebied van (geestelijke)gezondheid. Nu gaan we aan de slag om
wijkgericht sociale werkers te laten werken op alle terreinen van de sociale samenleving.
Onze wens is om de zorgverleners in de 1e en 2e lijn dusdanig te verbinden met onze sociale
structuur, dat er een natuurlijke verwijzing over en weer ontstaat met als doel de gezondheid
en participatie van de burger te bevorderen.
De gemeente is niet in staat om alle preventieve gezondheidsbevorderende activiteiten te
bekostigen. Wij gaan de komende tijd initiatieven nemen om de zorgverzekeraar te
interesseren medeverantwoordelijkheid te nemen voor het aanbieden van preventieve
programma´s die er hopelijk toe leiden dat burgers minder gebruik hoeven te maken van de
zorg.
Deze nota bevat een aantal speerpunten. Sommige komen voort uit het huidige beleid. De
ingezette activiteiten worden voortgezet. Nieuw is de aandacht voor perinatale sterfte en de
inzet op het voorkomen van chronische ziekten
Klaas Steenhuis, portefeuillehouder
3
1. Actuele ontwikkelingen
Algemeen
Gemeentelijk gezondheidsbeleid doet er toe, anno 2011. De Rijksoverheid onderstreepte dit
al tien jaar geleden, toen de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV, nu Wet
Publieke Gezondheid/WPG) iedere gemeente opdroeg vierjaarlijks een nota
volksgezondheid te maken. Daarin dient in elk geval aandacht te zijn voor een sluitend
netwerk van basisvoorzieningen, voor de collectieve preventie van gezondheidsproblemen
en (sinds 2008) ook de beschikbaarheid van een samenhangende ouderenzorg. Deze nota
maakt deel uit van de Preventiecyclus, die start met de vierjaarlijkse Volksgezondheid
Toekomst Verkenning (VTV) die de ‘staat van de volksgezondheid’ beschrijft. Het ministerie
van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) baseert vervolgens mede op deze analyse
haar beleidsvisie, waarna de gemeenten aan zet zijn. Aan de Inspectie Gezondheidszorg
(Igz) is het tenslotte om te rapporteren over de werking van deze preventiecyclus.
Gezondheid was ooit voor een gemeente een beleidsarm thema – daar had je toch de GGD
(Gemeenschappelijke gezondheid dienst) voor! De tijd dat gezondheidsbeleid vooral ging
over de planning van het aantal huisartsen en het voorkomen van infectieziekten ligt ver
achter ons, en gezondheid staat meer dan ooit in de aandacht. Dat is voor een deel het
gevolg van de veranderingen in het denken over gezondheid. Het gaat bij gezondheid om
meer dan de afwezigheid van ziekte – het gaat ook om een juiste balans tussen lichaam en
geest, en om mee te kunnen doen in de samenleving. Steeds meer ook dringt het besef door
dat gezondheid een sterke samenhang kent met andere beleidsdomeinen; niet alleen de
zorg(voorzieningen), maar ook met de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven en
wonen. En vooral ook met participatie in hun samenleving, of dat nu in een betaalde
arbeidspositie is, als vrijwilliger of gewoon door actief in het leven te staan. Deze
veranderende opvatting over gezondheidsbeleid bracht ook de gemeente als belangrijk
speelveld voor gezondheidsbeleid in beeld – want die is bij uitstek in staat om de voor
effectief beleid onmisbare verbindingen te leggen.
Rol Rijk en gemeente
In haar laatste beleidsvisie, ‘Gezondheid Dichtbij’ breekt de minister van Volksgezondheid met
de lijn die de afgelopen 10 jaar is gevolgd. Waar voorheen sterk werd ingezet op een
onmisbare rol voor de overheid bij het behalen van gezondheidswinst staat nu de eigen
verantwoordelijkheid van de burger centraal. De overheid beperkt zich voortaan tot
informatievoorziening (over gezond leven) en voorwaarden (zorg in de buurt, sport voor
iedereen beschikbaar). De thema´s uit de eerdere nota´s blijven aandacht houden en
sommige worden voortgezet, maar in de gehanteerde visie worden ´sport´ en ´beweging´ als
wondermiddel geschetst om hieraan te werken. Een uitzondering maakt de visie voor de
jeugd – daar zijn de speerpunten weerbaarheid (ook hier vooral via sport), vroegsignalering
van risicogedrag en het aanleren van een gezonde leefstijl. De minister wil voorts een betere
aansluiting tussen curatie en preventie, en draagt dit ook aan de gemeenten op. Nieuwe
thema’s zijn tenslotte gezondheidsrisico’s in de leefomgeving, perinatale sterfte, chronische
ziekten en psychische aandoeningen.
Het gemeentelijk beleid zal, in lijn met deze visie, minder dan voorheen worden getoetst op
concrete indicatoren, maar meer op de bijdrage die wordt geleverd aan het landelijk beleid.
Dat biedt gemeenten enerzijds meer beleidsruimte (geen verplichting meer om bepaalde
leefstijlproblemen aan te pakken), maar anderzijds wordt er ook meer druk gelegd. Met name
de rol van de gemeente als regisseur en verbinder tussen de verschillende beleidsterreinen
zal de komende jaren verder ontwikkeld moeten worden. Dat geeft onze gemeente ook
kansen: zoals gezegd kan de factor ‘gezondheid’ een belangrijke bijdrage leveren aan
andere belangen. Gezondheidsbeleid wordt integraal beleid, waar andere sectoren in
meedenken – al was het alleen maar uit eigenbelang.
4
Gezien de sterke relatie tussen gezondheid en participatie is dat uiteraard het WMO-beleid
(Wet maatschappelijke ondersteuning) en het sociaal beleid. Maar er liggen ook minder voor
de hand liggende verbindingen: met onderwijs, met ruimtelijke ordening, met armoedebeleid,
met de werkgelegenheid, met het milieubeleid. Bovendien raken de decentralisaties van
respectievelijk de Jeugdzorg en een deel van de Awbz (Algemene wet bijzondere
ziektekosten) overduidelijk aan aspecten van gezondheidsbeleid en geven daarvoor nieuwe
impulsen.
De beleidsvisie over participatie samengevat in de nota ´Kwaliteit door Participatie!´ biedt
hiervoor de kaders.
Onze visie: Baat bij Gezondheid!
Als gemeente vinden wij gezondheid van groot individueel, maatschappelijk en economisch
belang. Een goede gezondheid bevordert de kans op een lang leven van goede kwaliteit.
Gezondheid is óók een voorwaarde om te participeren in de samenleving, of dat nou in het
arbeidsproces is, als vrijwilliger of mantelzorger of op een andere wijze. Omgekeerd geldt
evenzeer dat participatie goed is voor de gezondheid. Samenleving én individu zijn beiden
gebaat bij een goede gezondheid!
Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun leefstijl, ook in relatie tot gezondheid. Wij
vinden dan ook dat zij hier hun eigen keuzes in maken. Zelfredzaamheid gaat voor
overheidshulp. Als men gezonder wil leven, dan kan en mag dat! Dat neemt echter niet weg
dat de gemeenschap belang en baat heeft bij gezonde burgers en dat individuele keuzes
schadelijk kunnen zijn voor anderen. De eigen keuze is daarom niet vrijblijvend. Eigen
verantwoordelijkheid impliceert tevens maatschappelijke en economische
verantwoordelijkheid.
Dit betekent niet dat we burgers aan hun lot overlaten. Als gemeente willen wij, ook in ons
gezondheidsbeleid, de balans vinden tussen beider belangen. Wij doen dat door zorg te
dragen voor optimale voorwaarden voor het maken van gezondheidsbevorderende keuzes.
Door vooral de eigen kracht van onze inwoners te versterken, door zorg te dragen voor
adequate informatie, versterken van bewustwording van de gevolgen van keuzes en het
verleidelijker maken van gezonde keuzes (en zelf het goede voorbeeld geven). En als die
eigen kracht ontoereikend is, als de keuzemogelijkheden te beperkt zijn, willen wij als
gemeente een vangnet vormen.
Mensen met een hoge sociaaleconomische status leven maar liefst 14 tot 15 jaar langer
zonder gezondheidsbeperkingen dan zij die het minder goed getroffen hebben. Gevraagd
naar de ervaren gezondheid zijn deze verschillen zelfs nog veel groter. Wij vinden dat
onaanvaardbaar en willen die verschillen in elk geval niet verder laten oplopen. Daarvoor is
het nodig dat iedereen een reële kans op gezondheid heeft, maar ook extra aandacht voor
hen –om wat voor reden dan ook- die deze kansen niet weten te verzilveren.
Wij willen daarom primair preventief inzetten op gezond gedrag bij de jeugd en de
voorwaarden die daarvoor nodig zijn. Daarnaast richten we ons specifiek op groepen met de
grootste gezondheidsachterstanden. Vaak gaat het bij die groepen om een opeenstapeling
van factoren die het risico op gezondheidsproblemen verhogen: werkloosheid,
maatschappelijke inactiviteit, een slechte woonsituatie, een ongezonde omgeving,
eenzaamheid, onbereikbare zorg - factoren die stress veroorzaken. Om gezondheid ook
binnen het bereik van die groepen te brengen willen we daarom integraal en intersectoraal
werken aan gezondheid.
5
Vanuit bovenstaande visie komen we tot de volgende algemene missie voor ons
gezondheidsbeleid:
‘wij willen – mede met het oog op volwaardige participatie in de samenleving – een goede
gezondheid van onze burgers binnen hun bereik brengen door hen te stimuleren, en waar
nodig te faciliteren om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gezondheidsgedrag en
dat van anderen’
Wij vertalen deze missie in de volgende doelen:
-
de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen nemen af doordat meer mensen
gezonder zijn gaan leven
we betrekken de factor gezondheid bij al onze beleidskeuzes, en bevorderen de
aandacht voor het belang van een goede gezondheid waar mogelijk
wij zorgen als gemeente voor de basisvoorwaarden voor gezonde fysieke en sociale
leefomgeving
In onze aanpak sluiten wij zoveel mogelijk aan bij bewegingen die al gaande zijn.
Gezondheid moet namelijk niet iets zijn dat op zichzelf staat maar juist een ‘natuurlijk’ aspect
bij wat er speelt in onze samenleving. Dat betekent ook dat wij ons beleid zo dicht mogelijk
bij de mensen om wie het gaat willen vormgeven en uitvoeren – wij willen hen betrekken,
hun ideeën horen en hen kansen bieden om die uit te werken. In dit opzicht ligt een nauwe
relatie met het programma ´Kwaliteit door Participatie!´ zeer voor de hand. In hoofdstuk 3
geven wij aan op welke wijze wij daar vorm en inhoud aan willen geven.
3. Speerpunten en acties
Gezondheidsbeleid wordt maatwerk. Dat neemt niet weg dat wij enkele thema’s centraal
stellen in ons beleid. De landelijke VWS-nota Volksgezondheid (mei 2011) en de analyse
van de ‘staat van de volksgezondheid’ in onze regio vormen voor ons het kader voor het
lokale gezondheidsbeleid. In het Gezondheidsprofiel 2010 van de GGD Groningen lezen wij
dat het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt doordat de bevolking vergrijst en er
sprake is van betere screening. Hoewel lang niet al deze mensen ook een slechte
gezondheid ervaren willen wij toch inzetten op het terugdringen van chronische ziekten.
Deze thema´s verbinden wij aan de uitgangspunten van de kadernota Kwaliteit door
participatie!, die worden uitgewerkt in het programma Mee®doen. Wij gaan daarbij uit van
de drie pijlers:
- leren en kwalificeren;
- werken en ontwikkelen;
- deelnemen aan de samenleving;
en de natuurlijke levensloop van (pre)nataal naar ouder worden gaan we de thema´s nader
uitwerken.
Voor de gezondheidsrisico´s in de omgeving, zoals binnenmilieu, eikenprocessierups,
rampen en de uitbraak van infectieziekten maken we gebruik van de expertise van de GGD.
Tevens voert de GGD de taken uit in het kader van de collectieve preventie.
6
3.1 Voorkomen perinatale sterfte
Een gezond mensenleven begint bij een gezonde start: de geboorte en de opvoeding. Wij
willen de perinatale sterfte (= sterfte in de periode vanaf 22 weken zwangerschap tot en met
de 1e week na de geboorte), hier hoger dan het landelijk gemiddelde, terugdringen. Het
landelijk gemiddelde is 9,5 promille, het gemiddelde in de provincie Groningen ligt op 11,0
promille.
Ook scoort de provincie hoog als het gaat om het aantal geboren kinderen, dat met een
slechte start ter wereld komt. Hier kan de oorzaak liggen in erfelijke afwijkingen, maar faalt
soms de vroegsignalering en worden eventuele afwijkingen te laat herkend. In een aantal
gevallen is een ongezonde leefstijl van de (a.s.) ouder de oorzaak. Het verdwijnen van de
cursus Zwangerschapseducatie (uitgevoerd door de GGD), brengt ons er toe naar
alternatieven te zoeken om (a.s.) ouders voor te bereiden op bevalling en ouderschap.
Acties
Lokaal
- Voorlichting/cursus over gezond zwanger worden en zijn. Het CJG gaat hiervoor in
2012 een programma ontwikkelen. Samen met de CJG-coördinator wordt voor de
uitvoering een plan opgesteld. Het accent voor de gemeente komt te liggen op het
vergroten van het bewustzijn dat de leefstijl van (a.s.) ouders van invloed kan zijn op
sterfte van het (ongeboren) kind en de kans op het ontwikkelen van chronische
aandoeningen op latere leeftijd. Overigens gaat de GGD in een aantal Groninger
gemeenten, samen met de Erasmus Universiteit, activiteiten ontplooien om dit
bewustzijn te vergroten.
- Via opvoedingsondersteuning een gezond klimaat bevorderen voor opgroeien, uit te
voeren binnen het CJG. De opvoedingsondersteuning is bestaand beleid gebaseerd
op de Stapprojecten en voorlichtingsactiviteiten van de GGD.
- CJG gaat in 2013 bijeenkomsten organiseren met ouders, die a.s. ouders vertrouwd
willen maken met de verschillende kanten van het ouderschap: van liefdevolle baby,
die goed drinkt, veel (door)slaapt naar de slapeloze nachten, het effect van een
huilbaby, minder aandacht van partners voor elkaar. Van belang is dat a.s. ouders
weten dat dit ´normaal´is en tips krijgen hiermee om te gaan.
Voor de ontwikkeling van dit programma willen we in 2012 € 5.000 beschikbaar
stellen.
- Preventie en signalering versterken. Naast de direct betrokken zorg- en hulpverleners
die deelnemen aan Groningen Geboortezorg gaan èn het CJG èn
implementatie/uitvoering van het (deel)project ´Buurt en eigen kracht´ als opdracht
meekrijgen, dat leefstijl deel uitmaakt van de advisering en ondersteuning die aan
mensen wordt aangeboden. Bij de implementatie gaan CJG en
wijk(hulpverlenings)teams afstemmen hoe ze over en weer elkaar van de juiste
informatie voorzien om uitvoering te geven aan: 1 kind/gezin, 1 plan. De
implementatie is in 2013 afgerond.
Provinciaal
Samenwerking in preventie en curatie stimuleren tussen zorgverleners. Met Menzis als
opdrachtgever is het project Groningen Geboortezorg van start gegaan om de samenwerking
en communicatie tussen partijen betrokken bij zwangerschap en bevalling te verbeteren met
als resultaat dat er over en weer meer verwezen gaat worden en de perinatale sterfte en
morbiditeit afneemt. Het project bestaat uit vier fases. Medio 2012 wordt fase 2 van het
project geëvalueerd en de planning van fase drie vastgesteld.
7
Resultaat van het project is een ´Regionaal obstetrisch werkboek´ (ROW) dat beschrijft
hoe:
1. de zorgverleners met elkaar samenwerken en communiceren volgens regionale
afspraken;
2. de zorgaanbieder inspeelt op de verwachtingen van de cliënt;
3. de zorg zo dicht mogelijk voor de cliënt bij huis is georganiseerd, met onderscheid
tussen planbare en acute zorg;
4. voor iedere zwangere duidelijk is bij wie zij terecht kan voor welke geboortezorg;
5. de keuzemogelijkheid voor poliklinische-, geboortecentra of thuisbevalling is
gerealiseerd;
6. een eenduidige informatievoorziening voor de zwangere is gerealiseerd.
Hoewel gemeenten niet direct zijn betrokken bij de uitvoering van dit project, heeft het
resultaat wel invloed op de gemeenten en de regio. Overigens wordt er afstemming
gezocht met de bestaande initiatieven. Ook hier wordt genoemd het rapport over de
samenwerking perifere ziekenhuizen in Oost Groningen met als achtergrondinformatie
het rapport Zorgvraag Oost Groningen van de Boston Consultancy Group, waarvan de
gemeente de aanbevelingen voor de vertrekpunten met betrekking tot de inrichting van
de zorg onderschrijft.
3.2 Bevorderen participatie
Waar de sociale omgeving mensen beperkt in volwaardige deelname aan de
(buurt)samenleving willen wij die beperkingen zoveel mogelijk wegnemen. Hieronder verstaan
wij ook het hebben van werk, of dat nu betaald is of niet, en in elk geval een zinvolle
dagbesteding midden in de maatschappij – want ‘erbij horen’ is een belangrijke voorwaarde
voor mentale, maar ook fysieke gezondheid. Ons gezondheidsbeleid gaat dus ook over
werkgelegenheid, vrijwilligerswerk en mantelzorg, want inactiviteit maakt mensen ongezond.
De kaders waarbinnen we dit willen uitvoeren zijn door de gemeenteraad vastgesteld in de
nota Kwaliteit door participatie!. In het programma Mee®doen worden deze kaders uitgewerkt.
In december 2012 is de nieuwe werkwijze ingevoerd.
Acties
- Leren en kwalificeren: We willen dat jongeren op school een beroepskwalificatie
halen en hun talenten ontwikkelen. Voortijdig schoolverlaters worden opgespoord en
aangespoord om een beroepskwalificatie te halen. Onder het motto ´School First´
heeft het team Werk van de afdeling Werk & Inkomen van de gemeente de opdracht
om de voortijdig schoolverlater terug te brengen naar school. In dit team werken de
Leerplichtambtenaar, het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt schoolverlaters, samen
met de casemanagers van het team Werk.
- Werken en ontwikkelen: volwassenen tussen 23 en 66 aan het werk. De afdeling
Werk en Inkomen, biedt met haar partners een breed palet aan van activiteiten met
als doel ze te kwalificeren voor werk en naar werk te begeleiden. Mensen volgen een
training bij Wedeka om (opnieuw) arbeidsritme op te doen. Naar het kringloopbedrijf
gaan mensen voor werkervaring, het ambachtsproject van Koen Meijer biedt
mogelijkheden voor leren en werken in de bouw en grond-/weg- en waterbouw.
Daarnaast is er een groot scala aan mogelijkheden om leren met werken te
combineren. Op de zogenaamde participatieladder registreren we welke stappen
mensen daarop maken. Deze activiteit is bestaand beleid en een doorlopend proces.
- Blijvend deelnemen: 66+ en kwetsbare inwoners wonen langer zelfstandig en doen
mee naar vermogen. Hier heeft de gemeente, samen met haar partners activiteiten
ontwikkeld waar burgers stappen voorwaarts kunnen zetten op de participatieladder.
Met de buurtacademies en mogelijkheden voor dagbesteding hebben we
laagdrempelige voorzieningen in wijken waar mensen aan activiteiten deelnemen.
8
-
-
-
Programma´s ontwikkelen met partners in zorg en welzijn en ziektekostenverzekeraar
die leiden tot proportioneel meer bewegen, een gezondere leefstijl en geestelijk
welzijn. In 2012 gaan we Partners in zorg en welzijn in contact gebracht met het
uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) dat door de
gemeente wordt uitgevoerd. GGD, het Huis voor de Sport Groningen en ELANN
werken samen om de partners in zorg te verbinden aan de actieprogramma´s van de
gemeente. Het huidige interventieplan NASB eindigt in 2012.
Samen met Team Sport gaan we in 2012 invulling geven aan een cursus om
overgewicht bij jongeren tegen te gaan. Hiervoor stellen we in 2012 € 5.000
beschikbaar.
Zorgverleners in de 1e en 2e lijn verbinden met onze sociale structuur om een
natuurlijke verwijzing over en weer tot stand te brengen. Wij stellen ons voor een start
te maken met het voeren van gesprekken met zorgverleners uit de diverse
beroepsgroepen om hen in verbinding te brengen met de uitvoerders in de nulde en
eerste lijn van de wijken. Doel is om burgers die dat nodig hebben sneller toe te
leiden naar een plek die ´gezondheid´ bevordert en uiteindelijk leidt tot een
vermindering van de druk op de gezondheidszorg. In 2012 zullen we contact zoeken
met belangrijke vertegenwoordigers uit deze groepen teneinde de wederzijdse
belangen die hiermee gediend zijn in kaart te brengen en afspraken te maken over de
wijze waarop we gebruik kunnen maken van elkaars diensten.
Burgers met chronische ziekten gaan we interesseren voor deelname aan
beweegprogramma´s, die gevolgd kunnen worden op kosten van de
ziektekostenverzekeraar. Waar deze kosten niet dekkend zijn, kan een beroep
worden gedaan op de bijzondere bijstand.
3.3 Voorkomen chronische ziekten
Veel chronische ziekten worden veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. Door breed in te
zetten op een gezonde jeugd hopen wij de toename van het aantal chronisch zieken in de
toekomst te stoppen. Naast voorlichting over roken, alcohol- en druggebruik en overgewicht
(de belangrijkste veroorzakers van latere ongezondheid) vinden wij weerbaarheid een
belangrijk thema: leren hoe je met keuzes en groepsdruk om gaat en ‘nee’ te zeggen tegen
ongezonde verleidingen.
Acties
- Weerbaarheidtraining in basisonderwijs handhaven. Wordt uitgevoerd via NASB
programma. Deze training heeft zijn waarde bewezen en wordt gegeven aan groepen
6 en 7 in het basisonderwijs.
- Weerbaarheidproject obs De Noorderbreedte. Een project dat het systeem beïnvloedt
waarin het kind opgroeit, te weten andere kinderen, ouders, onderwijzers en
professionele opvoeders. Doel is dat alle betrokkenen in het systeem horen, zien en
voelen wat er nodig is om factoren als zelfvertrouwen van kinderen te ontwikkelen en
welke specifiek rol zij hierin kunnen spelen. Dus een cursus voor kinderen, ouders,
leerkrachten en hulpverleners uit de wijk. Hiervoor stellen we in 2012 € 12.000
beschikbaar
- Stimuleren sport, bewegen en spelen in de wijk. Uitvoering van het programma NASB
met activiteiten voor zowel jongeren als ouderen
- Spinning4energy. De spinningmarathon op 19 februari 2012 wordt met een bijdrage
van € 1.500 financieel ondersteund. De opbrengst van deze marathon is bestemd
voor onderzoek naar energiestofwisselingsziekte.
9
4. Monitoring en Financiën
Monitoring
We verzamelen veel informatie en de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we daar over het
algemeen weinig mee doen. En veel verantwoorden mag niet ten koste gaan van het
dagelijkse werk. Dus willen we de resultaten graag op hoofdlijnen beoordelen. Met
betrekking tot de resultaten wordt macro gemeten met behulp van bestaande beschikbare
gegevens. Hierbij sluiten we aan bij de meet- en monitoring gegevens die beschikbaar
komen in het kader van ´Kwaliteit door Participatie!´ en het gezondheidsprofiel dat de GGD
eens per 4 jaar opstelt.
Financiën
Er is een reserve van € 27.178. Met betrekking tot het programma 2012-2016 willen wij
graag de huidige reserve investeren in de uitvoering van de nota.
De volgende activiteiten gaan wij hiermee ondersteunen:
1. Voorlichting gezond zwanger worden (CJG)
€ 5.000
2. Leefstijl van kinderen (aansluiten bij NASB)
€ 5.000
3. Weerbaarheidtraining obs Noorderbreedte
€ 12.000
4. Spinning4energy
€ 1.500
5. Stichting Groningen HartVeilig (maximaal)
€ 1.750
6. Onvoorzien
€ 1.928 = € 27.178
10
Bijlage 1
De programma´s waarbij wordt aangesloten
Zoals in het voorwoord als door de wethouder is gememoreerd, is het lokale
gezondheidsbeleid onderdeel van de beleidsvisie ´Kwaliteit door Participatie!´, daaruit
voortvloeiend de uitwerking van het programma ´Mee®doen´ en de wijze waarop wijkgericht
wordt gewerkt op alle sociale terreinen.
- Samen met de partners (gemeente, afdeling Werk en Inkomen, UWV, Compaen,
Noorderpoortcollege en Wedeka) is een eenvoudig toegankelijke participatie
infrastructuur ontwikkeld, waar iedere burger in Veendam kan (leren) meedoen aan
de samenleving.
- Het Centrum voor Jeugd en Gezin gaat naast het verstrekken van informatie en
advies over opvoeding en leefstijl, voorlichting geven aan (a.s.) ouders over het
belang van een gezonde leefwijze en de invloed daarvan op het (ongeboren) kind.
- In de Agenda voor de Jeugd is aandacht voor de leefstijl en de weerbaarheid om de
verleidingen in de maatschappij te weerstaan.
- De komende jaren gaat Veendam aan de slag met het Nationaal Actieplan Sport en
Bewegen (NASB). Er worden activiteiten georganiseerd voor alle leeftijdscategorieën.
De combinatiefunctionaris is de spil die de vraag en aanbod van de individuele burger
op elkaar afstemt.
- Veendam is aangesloten bij het Programma Geïntegreerde Ouderenzorg (PGO) dat
betreft het domein van zorg en begeleiding van ouderen van 75 jaar en ouder die niet
in een verpleeghuis wonen. Het PGO is primair gericht op het ontwikkelen en
realiseren van het beoogde herontwerp van het zorgaanbod. Tevens richt het PGO
zich op structurele inbedding van het nieuwe zorgmodel.
- De leefbaarheid in de Veendammer wijken maakt deel uit van het Wijkgerichte
werken, waar ook de ontwikkeling van speelterreinen onder valt.
- Het project Goud Leven, een samenwerkingsproject met lokale organisaties en
professionals, zoals de gemeente, welzijnsorganisaties, huisartsen en paramedici.
Met als doel: zelfstandig zijn, fit blijven, je energiek voelen en gezond oud worden.
Door middel van het ontwikkelen van interventies voor 55+´ers en
thuiszorgprofessionals, onderzoek m.b.t. de interventies door UMCG, delen van
kennis met andere professionals en het bevorderen van samenwerking op het gebied
van preventie.
Activiteiten op allerlei gebied; onderzoek wordt gedaan naar samenwerking met de
vereniging van volkstuinen in Veendam. Zie ook www.goudleven.nl.
Bijlage 2
11
Evaluatie Lokaal Gezondheidsbeleid Gezond en Wel 2008-2011
Samenvatting
In september 2008 is de nota over het lokale gezondheidsbeleid 2008-2011 door de raad vastgesteld.
De activiteiten genoemd in de nota zijn vooral het resultaat van de gezondheidsmonitor die door de
GGD is uitgevoerd en gebaseerd op de speerpunten Zeven voor gezondheid.
De Ontwikkelingen
Na een wat aarzelende start in 2008, kwam een aantal thema´s in 2009 in een stroomversnelling
terecht en zijn er een paar grote stappen voorwaarts gezet.

-

-
-
-


Openbare en geestelijke gezondheidszorg (OGGz)
De reikwijdte van het OGGz netwerk werd verbreed. Werden tot dusver zorgelijke situaties
van volwassenen besproken, in 2009 werden hieraan toegevoegd:
Jeugd en Veiligheid, met name gericht op het opsporen en begeleiden van jongeren met
meervoudige problemen die voor overlast zorgen.
WMO+, dat de schakel vormt tussen preventie en geïndiceerde zorg op het terrein waar tot
1-1-2009 de Awbz de ondersteunende begeleiding verzorgde.
Actieplan 2009 voor de OGGz werd vastgesteld.
Bestuurders en managers van de samenwerkende partijen in de OGGz kwamen bijeen. De
verwachting is dat in september 2010 de contouren rondom de aanpak worden vastgesteld.
De afspraken worden dan in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst vastgelegd.
Milieu en onderwijshuisvesting
De ééndagsmethode bij een aantal scholen in Veendam, in casu een meting van het
binnenklimaat gedurende één dag.
De resultaten van de meting waren niet verontrustend, maar verdienden in een paar
situaties aanpassingen. Er is afgesproken dat er wordt gewerkt aan het oplossen van de
geconstateerde gebreken, met als doel het klimaat in de school of een lokaal te verbeteren.
Subsidie voor verbetering van het binnenklimaat van zes schoolgebouwen is verkregen.
Financiële dekking tot 100% van de kosten is geregeld. De uitvoering van een aantal
bouwkundige maatregelen moet nog plaatsvinden.
Meer scholen komen in aanmerking voor de ééndagsmethode; men moet wel zelf het
initiatief nemen om zich aan te melden voor de meting. E.e.a. is in augustus 2010
gecommuniceerd met de scholen en besturen.
Overmatig alcoholgebruik onder jongeren
Via een motie stelde de gemeenteraad € 10.000 beschikbaar voor de bestrijding van
alcoholmisbruik onder jongeren.
Voor de aanpak van dit probleem wordt een plan van aanpak uitgevoerd in Veendam, met
als doel het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen.
In het plan is gericht op: algemene voorlichting en de omgeving van de jongere: thuis-schoolvrije tijd.
In het kader van gebiedsgericht werken wordt een plan van aanpak uitgevoerd in de regio
Menterwolde, Pekela en Veendam.
Op provinciaal niveau, in samenwerking met de GGD, de politie (Veiligheidshuis) op
meerdere niveau´s tot een eenduidige aanpak van het probleem te komen.
Lokaal Akkoord 2009-2013 gemeente en Acantus
12
-
Gezamenlijk bewoners voorlichten over veiligheid en milieu.
Gezamenlijk verbouwproject van bestaande seniorenwoningen tot 22 woningen ten
behoeve van de Maatschappelijke Opvang voor begeleid wonen van LIMOR.
Onderzoek naar de wensen en mogelijkheden van de verdere ontwikkeling op het gebied van
‘maatschappelijk vastgoed’ in de wijken en welke rol Acantus hierin kan vervullen. Met
‘maatschappelijk vastgoed’ worden de voorzieningen als HOED (huisartsen onder één dak),
buurthuizen enz. bedoeld, die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid in de wijken.

-
BOS projecten
Eindigen in 2011.
Vervolg in het kader van Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB), dat zich toelegt op
meerdere groepen burgers. De resultaten van de BOS projecten vormen de aanzet voor het
vast te stellen actieplan.

-
Agenda voor de jeugd
Tweetal cursussen voor groep 8 van de basisscholen De Viermaster en De Sleutel.
Gerealiseerde activiteiten in het onderwijs c.q. voor jongeren:
 Rugzakje vol geluk op de Viermaster (2 locaties), gericht op groep 8 basisschool die overstap maakt
naar voortgezet onderwijs
 Stevige kinderen op De Sleutel, gericht op groepen 7 en 8 basisschool, de verbinding tussen psychisch
welbevinden en gezondheid
 Voorlichting in het voortgezet onderwijs (leerkrachten), ouders (ouderavond) en jongeren,
jongerenwerk, wijkteams over het gebruik van alcohol, blowen, roken
 Mainstage , interactief alcoholcampagne ´Drank maakt meer kapot dan je lief is´ op scholen voor VO
en JONO
 Informatiemappen rondom alcohol in buurthuizen voor beheerders en bezoekers
 Instructie verantwoord alcoholgebruik voor barvrijwilligers
 BOS-projecten basisschool en voortgezet onderwijs gericht op sport en bewegen
 2 x per week een groente en fruithap tijdens de les op de basisschool
 6 basisscholen doen mee aan Lentekriebels, een lespakket over relaties en sexualiteit
 Weerbaarheidstrainingen in groepen 7 en 8 basisschool, bevorderen van weerbaarheid tegen pesten,
eenzaamheid, depressie
 8 basisscholen deden mee aan de ééndagsmethode om het binnenklimaat te meten en er worden 6
plannen voor verbetering gemaakt
 Terugdringen aantal voortijdig schoolverlaters. Er opereert een speciaal jongerenteam om de
beroepskwalificatie onder jongeren te bevorderen en te stimuleren
 Voorlichting alcoholgebruik op basisscholen.
13
Gerealiseerde of in gang gezette activiteiten voor de beïnvloeding leefstijl
 Lokaal, regionaal en provinciaal is er een plan van aanpak om de alcoholconsumptie terug te dringen.
Hierbij zijn betrokken Verslavingszorg Noord Nederland, GGD Groningen, Openbare Orde en Veiligheid
 In het project ‘Meedoen kan iedereen’ worden burgers actief bevraagd naar hun wensen om mee te
kunnen doen. Meedoen dient een positieve invloed te hebben op de leefstijl
 Door het aanbrengen van samenhang in de diverse beleidsterreinen, de-institutionalisering van
professionals, ontregelen en een integrale benadering van burgers leidt tot een betere
toegankelijkheid van voorzieningen
 De Voorpost werkt aan een actieve benadering naar burgers met een andere etnische achtergrond
 De zorgstructuur van 0 tot 23 jaar zorgt er voor dat alle risicokinderen in beeld zijn en zo nodig een
traject krijgen aangeboden
 In het project Jongeren met perspectief worden jongeren opgespoord die voor overlast zorgen of zeer
complexe meervoudige problemen hebben. Begeleiding leidt tot afname van het aantal meldingen
van overlast
 De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg neemt steeds meer een centrale plaats in, nu
probleemsituaties van diverse groepen in dit netwerkoverleg worden besproken en er een
coördinerende rol is weggelegd voor de afstemming van hulpverlening dat door diverse
hulpaanbieders wordt verstrekt. Door het project Meedoen wordt verwacht meer zicht te krijgen op
het zogenaamde ‘stille leed achter de voordeur’
Gerealiseerde activiteiten (binnen)milieu
 Binnenklimaat metingen gerealiseerd op 8 scholen
 Er is subsidie aangevraagd en toegekend voor het verbeteren van het binnenklimaat bij 6 basisscholen
 Lokaal Akkoord tussen Gemeente en Acantusgroep
14
Download