informatie darmparasieten

Informatie darmparasieten
Wat zijn darmparasieten?
Een darmparasiet is een organisme dat voor zijn ontwikkeling gebruik maakt van een gastheer. De
gastheer is het organisme (mens of dier) waarop of waarin de parasiet leeft. De darmparasiet leeft van
de darminhoud van de gastheer en kan zich in de gastheer vermeerderen. Er zijn verschillende
darmparasieten, onder andere: Giardia lamblia, Dientamoebe fragilis, Blastocystis en Cryptosporidium.
Ook bepaalde worminfecties (bijvoorbeeld lintworm of aarsmaden) worden tot de darmparasieten
gerekend. In het onderstaande worden echter met darmparasieten de niet-worm infecties aangeduid.
Darmparasieten komen wereldwijd voor, sommigen vooral in tropische gebieden. Heel veel mensen
dragen darmparasieten bij zich. Darmparasieten komen op elke leeftijd voor maar vooral bij kinderen.
Behalve bij de mens kunnen darmparasieten ook bij (huis)dieren voorkomen.
Wat zijn de ziekteverschijnselen van darmparasieten?
Darmparasieten kunnen een besmettelijke darmontsteking veroorzaken met verschillende
darmklachten zoals diarree of juist verstopping, buikpijn en misselijkheid, winderigheid en vreemd
stinkende ontlasting. Ook algemene klachten, zoals bijvoorbeeld vermoeidheidsklachten, koorts of
braken kunnen voorkomen. Perioden met klachten kunnen worden afgewisseld met perioden waarin
er nauwelijks of geen klachten zijn. Mensen kunnen ook darmparasieten bij zich dragen zonder dat zij
klachten hebben. Het is niet duidelijk waarom sommige mensen wel klachten hebben en anderen niet.
Raadpleeg bij klachten de huisarts. Die kan als het nodig is, adviseren de ontlasting te laten
onderzoeken op parasieten
Hoe kun je darmparasieten krijgen en hoe kun je anderen besmetten?
Darmparasieten of de cysten (een soort eitje) daarvan zitten in de ontlasting van mensen of
(huis)dieren die besmet zijn. Mensen kunnen elkaar besmetten. Iemand is besmettelijk zolang de
parasiet in de darm voorkomt. Ook als je niet ziek bent kun je besmettelijk zijn. Op kindercentra zijn
vaak meerdere kinderen besmet.
Je kunt besmet raken door het drinken van, of zwemmen in besmet water. Door het eten van besmet
voedsel of het aanraken van besmette voorwerpen kan de parasiet aan de handen komen en via de
handen in de mond. Lang niet alle mensen die besmet zijn worden ziek.
Na ziekte door darmparasieten ontstaat geen bescherming. Mensen kunnen meerdere keren ziek zijn
ten gevolge van darmparasieten. Bij kinderen komen darmparasieten het meest voor. Vaak worden in
een gezin meer mensen ziek.
Hoe kunnen darmparasieten worden voorkomen?
Er bestaat geen vaccinatie tegen darmparasieten. Er zijn ook geen medicijnen die ziekte door
darmparasieten kunnen voorkomen. Alleen goede hygiëne helpt om een infectie met darmparasieten
of herbesmetting te voorkomen.
Hygiëneadviezen bij voedselbereiding
• Zorg voor schone handen
Was regelmatig de handen met water en zeep. Droog ze goed af met een schone handdoek.
Gebruik papieren wegwerphanddoekjes. Houdt de nagels kort en goed schoon. Was de handen in
de volgende situaties:
o Na gebruik van het toilet.
o Na het verschonen van een kind.
o Voor het bereiden van voedsel.
o Voor het eten.
o Na contact met (huis)dieren.
•
•
•
•
Voorkom kruisbesmetting
Houd vuile en rauwe producten apart van schone en klaargemaakte voedingsmiddelen. Zorg dat
er geen bacteriën van rauwe op bereide producten kunnen komen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan
de snijplank en ander keukengerei. Gebruik washandjes, handdoeken en tandenborstels niet
gemeenschappelijk.
Houd alles schoon en droog
Verschoon dagelijks hand- en theedoeken. Verschoon vaatdoekjes ook elke dag.
Goed koelen
Voorkom voedselbederf zoveel mogelijk. Dat kan door goed te koelen en producten kort te
bewaren.
Door en door verhitten
Door en door verhitten en garen is belangrijk. Daardoor wordt de kans op ziekteverwekkers in het
eten kleiner.
Toilethygiëne
• Maak minimaal eenmaal per dag en zeker na diarree, het toilet schoon. Gebruik daarvoor gewone
schoonmaakmiddelen. Werk van schoon (deurklink, kraan, trekker of drukknop) naar minder
schoon (toiletbril, toiletpot).
• Gebruik schoonmaakdoekjes waarmee het toilet is schoongemaakt niet voor andere
schoonmaakwerkzaamheden. U kunt nog beter wegwerpdoekjes gebruiken.
• Verschoon dagelijks de handdoek in het toilet.
Zijn darmparasieten te behandelen?
Het verband tussen de aanwezigheid van darmparasieten en bestaande darmklachten is niet altijd
duidelijk. Meestal gaan klachten vanzelf over en verdwijnen de parasieten spontaan. Een behandeling
is niet altijd nodig.
Bij aanhoudende klachten kan de huisarts een behandeling voorschrijven toegepast op de gevonden
parasiet.
Het lukt niet altijd om alle parasieten weg te krijgen met een behandeling. Bij aanhoudende klachten is
soms aanvullend onderzoek en/of een extra behandeling nodig.
Voedingsadviezen bij darmparasieten
Mensen met darmparasieten mogen in principe alles eten. Het is juist goed om normaal te eten. Op
die manier sterk je sneller aan en verbetert je conditie. Een gezonde gevarieerde en vezelrijke voeding
is belangrijk. Als je niet veel eetlust hebt, gebruik dan meerdere kleine maaltijden per dag in plaats van
drie hoofdmaaltijden. Bruin brood of volkoren brood is beter dan wit brood omdat het meer vezels
bevat. Groenten en fruit bevatten ook veel vezels. Vezels bevorderen een goed ontlastingspatroon
Kan iemand met darmparasieten naar kindercentrum, school of werk?
Iemand met darmparasieten die zich goed voelt kan gewoon naar kindercentrum, school of werk. Je
kunt al besmettelijk zijn voordat je ziek bent Daarom kunnen anderen al besmet zijn. Thuisblijven helpt
niet om verspreiding van de ziekte te voorkomen.
Laat de leiding van kindercentrum of school wel weten dat het om een besmettelijke ziekte gaat. De
leiding kan dan extra letten op de hygiëne bij toiletgebruik. De leiding kan ook andere ouders
informeren. Zij kunnen dan letten op ziekteverschijnselen bij hun kind.
Wat doet de GGD?
Bij meerdere gevallen van diarree kan de GGD onderzoek doen. Voor nadere informatie kunt u contact
opnemen met de GGD, afdeling infectieziektebestrijding: (035) 692 62 22.
v.2016/1-1
Pagina 2 van 2