Infectiepreventie Noro-virus www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: [email protected] INF004 / Noro-virus / 27-03-2014 2 Noro-virus U bent opgenomen in het Catharina Ziekenhuis en u heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk) het Noro-virus heeft. In deze folder leest u meer over het Noro-virus en over de maatregelen die wij nemen om verspreiding van het virus zo veel mogelijk te voorkomen. Wat is het Noro-virus? Het Noro-virus is een zeer besmettelijk virus dat buikgriep veroorzaakt. Als u besmet bent met het Noro-virus, kunt u last hebben van hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, braken en diarree. Ook kunt u lichte koorts hebben. Meestal beginnen deze klachten tussen de een tot drie dagen, nadat iemand het virus binnenkrijgt. De klachten duren gemiddeld twee tot drie dagen. De hevigheid en de duur van de klachten is niet bij iedereen gelijk. Dit is mede afhankelijk van uw algemene gezondheidstoestand en leeftijd. Er zijn ook mensen die geen klachten krijgen, maar wel het virus uitscheiden en kunnen overdragen. Behandeling Er is geen medicijn tegen deze vorm van buikgriep. Hoewel de ziekteverschijnselen als erg vervelend worden ervaren, zijn deze op zich niet gevaarlijk. Het is wel belangrijk dat u voldoende drinkt om uitdroging te voorkomen. Bij hevige klachten kunnen de symptomen worden bestreden met bijvoorbeeld medicijnen tegen de misselijkheid, het braken en/of de diarree. Ook kan een middel gegeven worden dat uitdroging tegengaat (ORS). Dit is zelden nodig. Overdracht/besmetting Het Noro-virus is zeer besmettelijk en er is maar een kleine hoeveelheid virus nodig om ziek te worden. Het virus wordt overgedragen via de ontlasting of het braaksel van besmette personen. Het Noro-virus wordt ondermeer overgebracht via handen die na het toiletbezoek niet of 3 niet goed zijn gewassen. Het is belangrijk te weten dat u besmettelijk bent van één tot twee dagen vóórdat u de klachten kreeg, tot drie dagen nádat uw klachten verdwenen zijn. Als u familieleden heeft met klachten van buikgriep, dan is het van belang dat u dit bij uw opname meldt. Isolatiemaatregelen In een ziekenhuis bevinden zich veel (zieke) mensen dicht bij elkaar, waardoor het risico op een infectie toeneemt. Als u het Noro-virus bij u draagt, wordt u geïsoleerd verpleegd. Geïsoleerd verplegen betekent letterlijk: afgezonderd verpleegd worden. Er zijn verschillende vormen van isolatie. Bij u is sprake van contact of contactdruppel-isolatie. Maatregelen als u besmet bent: • Ziekenhuismedewerkers dragen een schort en handschoenen, wanneer zij u onderzoeken of verzorgen. Als u braakt, dragen zij ook een mondneusmasker. • Als u de enige op de kamer bent die besmet is, dan wordt u (indien mogelijk) naar een andere (éénpersoons)kamer overgeplaatst. • Als meerdere patiënten op een afdeling besmet zijn, worden zij vaak bij elkaar op één kamer gelegd. • U mag alleen gebruik maken van het toilet dat u door de verpleegkundige aangewezen wordt. • Nadat u naar het toilet bent geweest, moet u uw handen grondig wassen met water en zeep. Droog ze hierna zorgvuldig af. Maatregelen voor bezoek U mag gewoon bezoek ontvangen. Uw bezoek loopt wel het risico besmet te raken met het Noro-virus. De belangrijkste maatregelen voor het bezoek hebben we voor u op een rijtje gezet: • Bezoek meldt zich voor het eerste bezoek bij de verpleging. • Bezoekers trekken, voordat zij uw kamer binnengaan, handschoenen en een schort aan. Bij braken dragen zij ook een mondneusmasker. • Bezoekers mogen geen gebruik maken van uw toilet. • Voordat zij uw kamer verlaten, trekken ze de beschermende kleding uit (let op: handschoenen eerst). Ze gooien deze kleding op de kamer in de afvalzak en wassen hun handen goed met water en zeep. 4 • Als uw bezoek nog andere patiënten in het ziekenhuis wil bezoeken, dan bezoeken zij u als laatste. • Bezoek dat zelf buikgriep heeft, komt bij voorkeur niet op bezoek. Weer thuis Wanneer u weer thuis bent, hoeft u geen aparte maatregelen te treffen. Wast u wel altijd grondig uw handen (en droog deze goed af), nadat u naar het toilet bent geweest. Bezoek geen andere patiënten in het ziekenhuis tot drie dagen nadat bij u de klachten zijn verdwenen. Tot slot Wij begrijpen dat de maatregelen voor u en het bezoek niet prettig zijn, maar alleen op deze manier kunnen we de verspreiding van het Noro-virus zo veel mogelijk beperken. Met vragen en opmerkingen kunt u terecht bij de verpleegkundige of arts. Zij kunnen zo nodig contact opnemen met de afdeling Infectiepreventie. 5 6 7 Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven