ENIL‘s belangrijkste definities over Onafhankelijk Leven Deze definities zijn bedoeld voor gebruik bij de ontwikkeling van richtlijnen, beleidsregels en wetten op gemeentelijk niveau, lidstaatniveau en het niveau van de Europese Unie. Ze geven beleidsmakers duidelijke richtlijnen bij het ontwerp en de implementatie van beleid inzake personen met een beperking. Ze zijn ontwikkeld om manipulatie en misbruik van onze terminologie en de negatieve gevolgen daarvan te voorkomen. Het concept “Onafhankelijk Leven”1 is veel ouder dan het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking. Het heeft zeker een rol gespeeld bij de ratificatie van dit VN-verdrag, inclusief Artikel 19 en alle andere artikels, waardoor Onafhankelijk Leven een mensenrecht is geworden. Artikel 19 behelst het recht om zelf te mogen kiezen waar, met wie en hoe iemand wil leven. Het gaat over zelfbeschikking, wat de basis vormt van Onafhankelijk Leven. Er wordt voortdurend gedebatteerd over onafhankelijkheid vs. wederzijdse afhankelijkheid. ENIL gaat ervan uit dat alle mensen wederzijds afhankelijk zijn en dat dit het concept “Onafhankelijk Leven” niet tegenspreekt. Onafhankelijk Leven betekent niet onafhankelijk te zijn van anderen, maar om keuzevrijheid en controle over je eigen leven en levensstijl te hebben. Onafhankelijk Leven: Onafhankelijk Leven is het dagdagelijkse gevolg van een beleid voor personen met een beperking op basis van mensenrechten. Onafhankelijk Leven is mogelijk door de combinatie van verschillende omgevings- en individuele factoren, waardoor mensen met een beperking de controle over hun eigen leven behouden. Dit omvat de mogelijkheid keuzes te maken en beslissingen te nemen over waar, met wie en hoe iemand wil leven. Dienstverlening moet voor iedereen beschikbaar zijn en worden aangeboden op basis van gelijke kansen, zodat dit mensen met een beperking flexibiliteit in hun dagelijks leven toelaat. Om onafhankelijk te kunnen leven moeten gebouwen en transportmiddelen toegankelijk zijn, technische hulpmiddelen voorhanden zijn en persoonlijke assistentie en/of gemeenschapsgebaseerde diensten ter beschikking staan. Het is belangrijk te beklemtonen dat Onafhankelijk Leven een recht is van alle mensen met een beperking , ongeacht welke mate van ondersteuning zij nodig hebben. Persoonlijke assistentie (PA): Persoonlijke assistentie is een middel tot Onafhankelijk Leven. Persoonlijke assistentie is de toewijzing van budgetten aan mensen met een beperking, met het specifieke doel, de ondersteuning die zij nodig hebben te kunnen betalen. PA moet beschikbaar zijn op basis van een individuele inschaling van de noden, en van de 1 Onafhankelijk leven is een concept van de “Independent Living beweging” die aan het eind van de jaren zestig in Berkeley, Californië ontstaan is. leefomstandigheden van deze persoon en dient in samenhang met de binnenlandse arbeidsmarkt. Mensen met een beperking moeten het recht hebben assistenten te kiezen en aan te werven volgens het voor hun meest geschikte werkmodel. PA budgetten moeten het salaris van persoonlijke assistenten en andere prestatiekosten dekken, zoals alle werkgeversbijdragen, administratiekosten alsook steun van gelijken (‘peer support’) voor de persoon die PA nodig heeft. Deïnstitutionalisering: Deïnstitutionalisering is een politiek en sociaal proces dat voor een verschuiving zorgt van institutionele zorg en andere isolerende en afzonderende instellingen naar Onafhankelijk Leven. Effectieve deïnstitutionalisering vindt plaats wanneer een persoon wonend in een instituut de kans krijgt een volwaardige burger te worden en de controle krijgt over zijn/haar leven (indien nodig met ondersteuning). Essentieel voor het deïnstitutionaliseringsproces is de voorziening van betaalbare en toegankelijke woningen in de gemeenschap, toegang tot openbare diensten, persoonlijke assistentie en steun van gelijken(‘peer support’). Deïnstitutionalisering gaat ook over het voorkomen van institutionalisering in de toekomst, om er voor te zorgen dat kinderen in een gezin en samen met buren en vrienden in de gemeenschap kunnen opgroeien, in plaats van afgezonderd te leven in een zorginstelling. Gemeenschapsgebaseerde diensten: Voor de ontwikkeling van gemeenschapsgebaseerde diensten is zowel een politieke als een sociale benadering vereist, vastgelegd in beleidsmaatregelen om alle openbare diensten zoals huisvesting, onderwijs, vervoer, gezondheidszorg en andere zaken beschikbaar en toegankelijk te maken voor mensen met een beperking in reguliere omstandigheden. Bij gemeenschapsgebaseerde diensten gaat het om het aanbieden van gepaste accommodatie, om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking toegang hebben tot reguliere diensten en mogelijkheden, zodat ze als gelijkwaardige burgers kunnen leven. Gemeenschapsgebaseerde diensten elimineren de noodzaak voor parallelle diensten zoals instituten, speciale scholen, verpleeghuizen, specifieke vervoersdiensten, beschutte werkplaatsen, enzovoort. Groepswoningen vallen niet onder de term Onafhankelijk Leven, en ook niet onder gemeenschapsgebaseerde diensten. Goedgekeurd in november 2012 door de Raad van Bestuur van het ENIL