0- tot en met 2-jarigen - Nederlands Jeugdinstituut

advertisement
Factsheet Mediagebruik
0- tot en met 2-jarigen
Mediagebruik kenmerkend voor kinderen van 0 tot en met 2 jaar
Kinderen van 0 tot en met 2 jaar zijn beginnende
trekken de aandacht van baby’s onder andere door
mediagebruikers. De gemiddelde tijd die kinderen onder
beweging in het beeld. Daarnaast zijn touchscreens erg
de 2 jaar doorbrengen met audiovisuele apparaten
aantrekkelijk vanwege de gemakkelijke bediening.
(televisie, dvd-spelers, computers en tablets) is ongeveer
Een jong kind dat rechtop kan zitten en enige controle
één uur per dag. Over het algemeen vinden baby’s praten
heeft over zijn arm- en vingerbewegingen, probeert vaak
en zingen leuker dan een boekje lezen of televisiekijken,
al wat hij met een smartphone of tablet kan doen. Jonge
maar baby’s zijn al wel heel sterk georiënteerd op
kinderen kopiëren daarbij het gedrag van hun ouders of
beeldschermen.
van broertjes of zusjes, ook al weten ze nog niet precies
Als baby’s aandacht hebben voor boekjes, programma’s
waar ze mee bezig zijn. Vanaf 2 jaar gaan kinderen de
of games, is dat vaak van korte duur: vanaf ongeveer
tablet meer doelgericht gebruiken.
negen maanden kunnen baby’s zich langer concentreren.
Er zijn veel eenvoudige apps die erg aantrekkelijk zijn voor
Ze gaan dan ook reageren op de inhoud van de plaatjes
baby’s vanwege de bewegende en kleurrijke objecten
of verhaaltjes. Naast aandacht voor de inhoud, reageren
en figuren en geluidseffecten. Deze apps sluiten goed
baby’s en peuters vooral op bewegende beelden, op
aan op de vaardigheden van het jonge kind, omdat ze
geluidjes en op knopjes of andere onderdelen die ze
meestal één onderwerp centraal stellen. Daardoor is het
kunnen beetpakken of aanraken.
overzichtelijk voor hem.
Televisie en film
Computers
Baby’s reageren al snel na de geboorte op
Internetten of spelletjes spelen op een computer of laptop
omgevingsprikkels zoals geluid en beweging. Tussen de
doen kinderen van 0 tot en met 2 jaar nog maar heel
drie en vijf maanden tonen baby’s gerichte interesse in
weinig. Die apparaten zijn te lastig om te bedienen.
televisieprogramma’s. Ze reageren sterk op opvallende
De motoriek van de kinderen is nog niet voldoende
beelden en geluiden, bijvoorbeeld programma’s met
ontwikkeld.
gekleurde fantasiepoppen.
Vanaf ongeveer 1 jaar kijken kinderen, samen met hun
Ook al reageren de allerjongsten al sterk op
ouders, broer of zus, op de computer naar filmpjes.
mediabeelden, de verhaallijn begrijpen ze vaak nog
niet. Kinderen kunnen meestal pas zinvol op de inhoud
Spelcomputers
reageren als ze 1,5 á 2 jaar oud zijn. Vanaf die leeftijd
Met (portable) spelcomputers spelen kinderen tot en met
leven kinderen mee met een hoofdpersoon in een verhaal,
2 jaar nauwelijks. Kinderen kunnen voor hun tweede jaar
mits de verhaallijn een vertrouwde omgeving, herhaling
nog niet goed omgaan met de inhoud van de spelletjes.
en voor het kind interessante inhoud bevat en niet te
Bovendien hebben ze ook nog weinig weet van de regels
moeilijk is.
die bij een spel passen en hebben ze vanwege hun
beperkte motoriek nog moeite met het op tijd indrukken
Tablets en smartphones
De belangstelling van baby’s voor tablets begint
gewoonlijk tussen de drie en vijf maanden. Tablets
2 • Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
van toetsen.
Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
Printmedia
Een boekje is voor een baby een speeltje waarmee hij
leerzaam als de ouder er iets bij vertelt. Een kind hoort de
kan zwaaien of waar hij op kan sabbelen. Naar verloop
stem van zijn ouder graag en vindt het prachtig als zijn
van tijd ontdekt hij steeds meer mogelijkheden: op de
vader of moeder zijn of haar stem op allerlei manieren
grond gooien, bladeren, naar plaatjes kijken. Babyboekjes
laat klinken. Iets oudere kinderen gaan verhalende
bevatten een rijkdom aan beelden en woorden. Daarnaast
prentenboeken leuk vinden. Het kind ontdekt dan het
kan een baby al voorgelezen worden. Een baby kan het
verband tussen het ene plaatje en het andere. Doordat
boekje bekijken en voelen terwijl hij naar de stem van zijn
het boek steeds opnieuw wordt bekeken en voorgelezen,
ouder luistert. Vanaf negen maanden beginnen baby’s
wordt het verband steeds duidelijker.
voorlezen steeds leuker te vinden. Voorlezen is dan vooral
Dagelijks voorlezen geeft structuur, daar houden jonge
samen plaatjes kijken, aanwijzen en benoemen wat je ziet
kinderen van. Een baby die weet wat er gaat komen voelt
en er samen over praten. Een boekje is pas echt leuk en
zich gerustgesteld.
Toolbox Mediaopvoeding • 3
Belangrijke positieve effecten van mediagebruik binnen
de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar
Jonge kinderen leren makkelijker en beter van
bijvoorbeeld dat een boek een begin en eind heeft, en dat
ervaringen die zij in het ‘echte’ leven opdoen dan
je de regels van links naar rechts leest.
van ervaringen door het gebruik van elektronica.
Tegelijkertijd kunnen mediatoepassingen ook bij de
Cognitieve ontwikkeling
allerjongste kinderen wel een aanvulling vormen op
Jonge kinderen leren elke dag dingen over de wereld
voorlezen en ervaringen in het echte leven.
doordat zij in aanraking komen met verschillende
bronnen. Media-apparaten kunnen hier ook een rol bij
Hoewel er tot op heden nog weinig onderzoek is
spelen, bijvoorbeeld wanneer een kind een poes op de
gedaan naar de effecten van het gebruik van media
televisie ziet en deze vervolgens aanwijst in de tuin. De
op de ontwikkeling van kinderen tot en met 2 jaar,
kennis die kinderen via het scherm opdoen passen zij
is er wel onderzoek naar de invloed van televisie op
toe in hun dagelijkse leven. Baby’s doen dingen na die
de ontwikkeling vanaf 3 jaar. Uit dat onderzoek is
ze zien, ze zingen en dansen mee met de karakters uit de
af te leiden dat media-apparaten kinderen positief
programma’s.
kunnen beïnvloeden als die met de juiste begeleiding
Jonge kinderen leren vooral van gevarieerde herhaling. Door
in een geschikte context worden aangeboden. Vooral
herhaaldelijk iets op verschillende manieren te zien wordt
interactieve media die afgestemd zijn op de leeftijd
het voor jonge kinderen makkelijker om de informatie op te
van het kind kunnen een positief effect hebben op de
nemen. Herhaling stimuleert het leren van kinderen tussen
ontwikkeling van kinderen.
de 1 en 3 jaar. Door herhaling ontstaat een completer beeld,
waardoor de transfer van de virtuele wereld naar de echte
Taalontwikkeling
wereld makkelijker verloopt.
Of mediagebruik de taalontwikkeling van baby’s of
peuters kan stimuleren hangt vooral samen met
Lichamelijke en motorische ontwikkeling
de inhoud van de app of het programma. De apps,
Kartonnen boekjes zijn handig voor kinderen rond de 2 jaar.
televisieprogramma’s of filmpjes moeten visueel
Zij kunnen zelf de bladzijden omslaan, waardoor zij hun fijne
duidelijk en aantrekkelijk zijn, een duidelijke verhaallijn
motoriek en oog-handcoördinatie oefenen. Smartphones
hebben en woordjes of klanken duidelijk laten horen.
en tablets zijn ook handige apparaten waarmee kinderen hun
Hoewel onderzoeksresultaten nog niet heel eenduidig
vingerbewegingen kunnen oefenen.
en overtuigend zijn, is wel bekend dat ook heel jonge
kinderen al kunnen oefenen met taal en geluid als zij
Morele ontwikkeling
rechtstreeks worden aangesproken, interactief bezig
Boeken en beeldschermmedia bieden een boeiende wereld
kunnen zijn, kunnen reageren en de beelden vaker zien.
waarmee de ouder zijn baby of peuter kan helpen om de
Ook voorlezen is heel goed voor de taalontwikkeling
‘echte’ wereld te leren kennen en begrijpen.
van baby’s. Niet alleen omdat ze hierdoor nieuwe
woorden leren, maar ook omdat ze zo spelenderwijs
Spel en fantasie
belangrijke communicatieve principes leren. Door
Door voor te lezen kan de fantasie van jonge kinderen
voorlezen ontwikkelt het kind leesbegrip. Zo leert het kind
worden gestimuleerd. Wat in de fantasie van een kind
4 • Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
kan, kan in boeken ook. Kinderen kunnen in boeken
reuzen en op het potje gaan. Aan de hand van zulke
gevoelens herkennen, bijvoorbeeld in verhalen waarin het
boeken kan de angst of een andere emotie van het kind
personage voor dezelfde dingen bang is als hij: spoken,
bespreekbaar worden gemaakt.
Belangrijke negatieve effecten van mediagebruik
binnen de leeftijd van 0 tot en met 2 jaar
Om zich gezond te kunnen ontwikkelen, hebben kinderen
ontwikkeling van kinderen en op de ontwikkeling van hun
een uitgebalanceerde en gevarieerde tijdsbesteding nodig.
executieve functies. Media op de achtergrond kunnen een
Spelen, voldoende slapen en contacten met anderen
stoorzender zijn. De ouder-kind-interactie neemt af en zorgt
zijn belangrijk in hun ontwikkeling, zodat zij sociaal
er, naast minder kunnen oefenen met taal, ook voor dat
en emotioneel goed kunnen functioneren. Te veel tijd
kinderen minder gestimuleerd worden om na te denken en te
besteden aan mediagebruik gaat hier ten koste van en
leren. Door de bewegende beelden of opvallende geluiden zijn
is dus niet gunstig voor hun ontwikkeling. Daarnaast
kinderen sneller afgeleid en kunnen ze zich minder goed
zijn sommige media-inhouden niet goed voor kinderen
concentreren op hun eigen spel. Ook kunnen ze hierdoor uit
als ze daar in hun ontwikkelingsfase nog niet aan toe
hun slaap worden gehouden. Daarnaast kunnen er beelden
zijn. Hieronder zetten we de negatieve effecten van
op het scherm te zien zijn die niet geschikt zijn voor kinderen
mediagebruik op een rij.
van deze leeftijdsfase. Scenes die te snel gaan of waar
complex taalgebruik in voorkomt kunnen de denkvaardigheid
Taalontwikkeling
van heel jonge kinderen negatief beïnvloeden.
Blootstelling aan televisiebeelden kan tot gevolg hebben dat
de taalontwikkeling van het jonge kind achterblijft. Dit risico
Spel en fantasie
is vooral aanwezig als kinderen programma’s zien die niet
Er is weinig onderzoek gedaan naar de invloed van
voor hen bedoeld zijn. Door te snelle beeldwisselingen,
mediagebruik op spel en fantasie van baby’s. Daarentegen
complex taalgebruik en te complexe situaties kunnen
is er wel veel onderzoek gedaan naar de invloed daarvan
peuters niet goed volgen wat er bedoeld wordt en kunnen ze
op peuters. Hieruit kunnen we afleiden dat media die niet
hun beginnende taalvaardigheid niet goed oefenen.
afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau van het jonge
Ook media op de achtergrond kunnen de
kind het spel en de fantasie van heel jonge kinderen kunnen
taalontwikkeling storen, omdat baby’s en peuters
verstoren. Wanneer jonge kinderen te veel met media-
daardoor hun eigen gebrabbel of gepraat en gesprekken
apparatuur en achtergrondmedia in contact komen, lopen ze
van andere mensen in de omgeving minder goed kunnen
het risico dat ze te weinig toekomen aan zelf oefenen met taal
verstaan. Door die achtergrondmedia praten ouders of
en leren via hun interacties met anderen of met speelgoed.
oudere broertjes of zusjes ook minder met het jonge kind,
Te moeilijke apps of televisieprogramma’s sluiten niet aan
waardoor ze minder oefenen met taal.
op wat de kinderen kunnen en kunnen frustrerend zijn of te
veel inspanning vragen. Bij populaire mediaproducties zoals
Cognitieve ontwikkeling
peuterprogramma’s zijn vaak ook allerlei speelgoedartikelen
Aanwezigheid in een ruimte waar een media-apparaat
te koop. Deze hoeven niet per se bevorderlijk te zijn voor het
aanstaat, kan een negatieve invloed hebben op de cognitieve
spel en de fantasieontwikkeling van het jonge kind.
Toolbox Mediaopvoeding • 5
De normale ontwikkeling van kinderen van 0 tot en met 2 jaar
De ontwikkeling van kinderen van 0 tot en met 2
gaat een baby wel doelgericht acties ondernemen. Hij
jaar wordt vooral gekenmerkt door fysieke groei, de
kan dan vooraf bedenken dat hij iets gaat doen, en doet
behoefte aan hechting en het ontdekken van zichzelf
dat dan ook. De baby ontwikkelt het vermogen om een
en zijn omgeving met zijn zintuigen. Het jonge kind is
beeld in zijn geheugen vast te houden, zonder het te
hierbij sterk afhankelijk van anderen in zijn omgeving.
zien. Dit noemen we objectpermanentie. Als een balletje
Als het kind tussen de 1,5 en 2,5 jaar oud is, wordt
onder de kast rolt, zal een kind dat al objectpermanentie
zijn ontwikkeling gekenmerkt door communicatie, het
ontwikkeld heeft, ernaar op zoek gaan. Een kind dat nog
ontdekken van de omgeving door een toegenomen
geen objectpermanentie ontwikkeld heeft gaat niet op
zelfstandigheid op verschillende gebieden en door het
zoek en begint met iets anders te spelen. Als hij iets niet
exploreren van zichzelf en zijn eigen mogelijkheden.
ziet, is het er niet. Objectpermanentie is een belangrijke
ontwikkeling in het denken. Het is het begin van abstract
Taalontwikkeling
denken.
Vanaf zes weken begint een baby allerlei geluidjes te
maken. Dit zijn toevallige geluidjes die ontstaan als
Lichamelijke en motorische ontwikkeling
de baby zijn mond beweegt. Tussen de vijf en negen
De motoriek van een pasgeborene is vooral gebaseerd
maanden gaat de baby steeds meer gericht oefenen
op reflexbewegingen: de omklemmingsreflex, voet- en
met de klanken die hij kan maken en vanaf negen
handgrijpreflex, plaatsingsreflex, stapreflex en kruipreflex.
maanden gaat hij de geluiden van de ouders steeds
Deze reflexen verdwijnen weer tussen vier en acht weken
meer nadoen. Daarbij leert de baby het belangrijkste
na de geboorte, maar vormen wel de basis voor het latere
principe van beurtwisseling: je zegt om de beurt iets en
bewegen.
reageert op elkaar. De baby krijgt zo steeds meer door
Bij het jonge kind begint het bewegen met de grove
hoe een gesprekje gaat. Tegen de twaalf maanden lijkt
motoriek in een vaste volgorde: rond drie maanden kan
het brabbelen op echte woordjes en zinnetjes. En rond
een baby zijn hoofd oprichten, daarna begint hij zichzelf
achttien maanden kunnen kinderen al twintig nieuwe
om te rollen, met zeven maanden kan hij zelf los zitten,
woordjes per week aanleren. De woordjes en zinnen
rond negen maanden trekt hij zich op en tussen de
laten de voorkeuren van 1-jarigen zien, zoals mensen
tien en achttien maanden kan hij zelfstandig lopen. De
(mama, papa) en dieren (kat, hond). Kinderen krijgen ook
volgorde van de spierbeheersing kent dus een vast plan.
behoefte om te benoemen wat ze zien of waar ze mee
Hoe dichter bij de hersenen, hoe eerder en daarna hoe
spelen.
dichter bij de romp, hoe eerder.
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Een baby kan de eerste zeven maanden van zijn leven nog
Een belangrijke behoefte van een baby is menselijk
niet echt denken. Al zijn acties en reacties zijn reflexen.
contact. In de eerste weken maken baby’s contact door
De baby ervaart iets, reageert hier in een reflex op en
te brabbelen, huilen en glimlachen. Tussen de drie en
voelt wat het effect ervan is. Dit gebeurt automatisch,
zes maanden richten baby’s hun gedrag tot een paar
zonder dat hij erover nadenkt. Vanaf zeven maanden
nabije personen. Ze ontwikkelen een voorkeur voor
6 • Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
één persoon. Er ontstaat eenkennigheid: de baby kan
en vingerverf. Kinderen beseffen nog niet dat ze een
vreemden en bekenden van elkaar onderscheiden. Hierbij
concreet eindproduct kunnen maken, de ervaring met
realiseert de baby zich dat het contact met bijvoorbeeld
de tastzintuigen bepaalt het plezier. Tussen de 12 en 18
zijn moeder mede wordt bepaald door wat hij zelf doet.
maanden ontwikkelt het kind fantasie.
De baby ontwikkelt hierdoor zelfbesef en een zelfbeeld.
Seksuele ontwikkeling
Morele ontwikkeling
De seksuele ontwikkeling van baby’s staat vooral in het
Aan het einde van het tweede jaar is bij kinderen een heel
teken van ontdekken. Dit doen ze vooral door zichzelf veel
prille, spontane vorm van normbesef te zien. Hoewel
aan te raken. Vanaf een maand of zes ontdekken baby’s
normbesef eigenlijk een te zwaar woord is voor wat deze
geslachtsdelen, dat gaat allemaal heel onbewust.
kinderen zien. Kinderen raken heel erg geïnteresseerd in
Vanaf 2 jaar worden kinderen zich bewust van hun
beschadigingen van voorwerpen die zij kennen. Een kind
lichaam. Ze leren dat ze een jongetje of een meisje zijn,
van bijna 2 jaar voelt aan dat er iets niet klopt, doordat
en willen ook weten wat het verschil daartussen is. Ze
hij verstandelijk in staat is een beeld vast te houden van
vinden hun eigen lichaam en dat van anderen enorm
een onbeschadigd voorwerp.
interessant.
Op deze leeftijd heeft zich ook een prille ervaringskant
ontwikkeld. Kleine kinderen hebben vaak gesignaleerd
dat volwassenen tekenen van ongenoegen laten blijken
wanneer ze een kapot ding zien. Hierbij begrijpen
kinderen al een klein beetje wat er aan de hand is, ook
al zijn die tekenen misschien heel subtiel. Ouders wijzen
hun kinderen er ook op wanneer iets kapot is. Daarnaast
wijzen zij hun kinderen op gezinsregels.
Spel en fantasie
Het spel van 0- tot 2-jarigen heeft veel te maken met de
zintuigen en kent verschillende uitingsvormen. De eerste
vorm van spel is bewegingsspel gekoppeld aan taal
en ritme, zoals zwaaien met de armen, klappen met de
handen of kruipen. Bij dit speelse gedrag imiteert het kind
anderen, reageert het op geluiden of muziekjes en lokt het
ook sociale reacties uit bij de mensen om zich heen.
Vanaf drie maanden leert een baby bewust met
voorwerpen te spelen; dat begint met het reflexief
beetpakken, proeven en rammelen en wordt steeds
ingewikkelder tot pakken en aangeven. Vanaf 1 jaar
hebben kinderen al duidelijke interesse voor voorlees- of
voelboekjes of simpele poppen. Rond het tweede jaar
doen kinderen aan vrijevormenspel: het bevoelen van
ongevormde materialen als water, zand, boetseerklei
Toolbox Mediaopvoeding • 7
Colofon
Fotografie: L. Brinckman
© 2015 Nederlands Jeugdinstituut
Postbus 19221
3501 DE Utrecht
T 030 230 63 44
E [email protected]
www.nji.nl/toolboxmediaopvoeding
De Toolbox Mediaopvoeding is mede mogelijk
gemaakt door:
8 • Factsheet Mediagebruik 0- tot en met 2-jarigen
Download