De hartslag van de aarde Welke geheimen leren we van de Schumannresonantie? Geboren uit bliksem en gevangen tussen aardoppervlak en atmosfeer, trekken elektromagnetische golven al resonerend rond de aarde. Deze Schumannresonantie gedraagt zich als natuurlijke versterker en vormt daarmee een sleutel tot het ontrafelen van aardse én buitenaardse fenomenen: van klimaat en aardbevingen tot zonnestormen en kosmische explosies. Tekst: Marysa van den Berg Terwijl je dit leest, razen er zo’n tweeduizend onweersbuien over de aarde, die samen circa vijftig bliksemflitsen per seconde produceren. Ze zijn de voedingsbron voor de ‘hartslag’ van onze planeet: extreem lange, resonerende elektromagnetische golven die met bijna de lichtsnelheid rondjes om de aarde draaien. Deze zogeheten Schumannresonantie werd al in 1899 waargenomen door de bekende uitvinder Nicola Tesla en in de jaren vijftig voorzien van een theorie door de natuurkundige Winfried Otto Schumann. Sindsdien zijn er vele honderden studies aan dit bijzondere fenomeen gewijd, maar pas de laatste jaren weten we wat we ermee kunnen. De Schumannresonantie is namelijk uiterst gevoelig voor verstoringen in de atmosfeer en het aardmagnetisch veld. Daardoor kan ze dienen als wereldwijde thermometer, als voorspeller van aardbevingen en als sensor voor ruimtefenomenen als zonnevlammen en gammapulsen. En de resonantie van ándere planeten en manen zou ons zelfs dingen kunnen leren over het oppervlak van deze objecten. Pieken en dalen De Schumannresonantie is een kind van de bliksem. De elektrische ontladingen in een onweerswolk zijn net breedband-radiozendmasten. Ze genereren een hele reeks elektromagnetische golven: van zichtbaar licht (de bliksem) via röntgen- en gammastraling tot alle mogelijke radiofrequenties. De hoge frequenties doven al snel uit, maar de zogenoemde extreem-lage-frequentie-golven (ELF-golven), tussen de 8 en 30 hertz (honderdduizenden malen langer dan de golven die je AM/FM-radio oppikt), zitten gevangen in een ruimte rond de aarde, begrensd door de ionosfeer op 100 kilometer hoogte. “Het aardoppervlak en de grens met de ionosfeer werken voor zulke lage frequentiegolven als weerkaatsende spiegels”, legt elektrofysicus Alexander Nickolaenko uit. De golven reizen in willekeurige richting rond de aarde en wanneer ze elkaar tegenkomen, doen ze iets bijzonders: ze combineren met en versterken elkaar, oftewel ze gaan resoneren. Vergelijk het met een schommel. Als je zo’n ding in het midden een zetje geeft, rem je hem af. Maar geef je aan het eind van een zwaai een duw in tegengestelde richting, dan geef je hem juist extra snelheid. Zo versterken de overlappende toppen en dalen van de golven elkaar ook bij de Schumannresonantie, waardoor ze op bepaalde frequenties kloppen als een aardse ‘hartslag’. Wanneer je een spectrum maakt van deze golven zie je grote pieken bij 8, 14, 20, 26 hertz enzovoort. Aangezien de Schumannresonantie voortkomt uit bliksemschichten, geeft ze een goed beeld van de beweging van onweersbuien. Anders dan met lokale bliksemradars, kun je dankzij de Schumannresonantie zelfs onweerswolken aan de andere kant van de aarde detecteren. De resonerende ELF-golven dienen namelijk als een enorme versterker van het oorspronkelijke signaal. “Zo kan een onweersregio tot op enkele honderden kilometers nauwkeurig worden achterhaald”, vertelt geofysicus Gabriella Sátori. Klimaatvoorspellingen Losse bliksemflitsen zijn lastig aan te tonen in de Schumannresonantie, want de golven die zij produceren gaan allemaal in elkaar op. Maar er zijn uitzonderingen. Sátori: “Bepaalde gigantische elektrische ontladingen, zoals die gepaard gaan met zogenoemde transient luminous events (TLE’s), verschijnen als plotselinge pulsen in een spectrum.” Deze mysterieuze TLE’s zijn bijvoorbeeld sprites, oranje flitsen op 90 kilometer hoogte, en elves, zwakke oplichtende ringen ver in de ionosfeer. Beide bestaan slechts een fractie van een seconde na een bliksemflits, maar door middel van de Schumannresonantie zijn ze toch goed te detecteren. En de Schumannresonantie doet nog meer weersvoorspellingen. Ze werkt namelijk ook perfect als wereldwijde thermometer. “Hoe hoger de temperatuur, hoe meer kans op een onweersbui”, vertelt Sátori. Uit sommige onderzoeken blijkt zelfs dat een gemiddelde wereldwijde stijging van 1 graad Celsius de totale bliksemactiviteit met de helft doet toenemen. Dankzij de natuurlijke versterking is dit verband extra goed terug te zien in de Schumannresonantie. Door de jaren heen kunnen zo de kleinste temperatuurverschillen worden aangetoond. Ook zegt de resonantiesterkte iets over de hoeveelheid waterdamp in de opperste troposfeer (tot ruim 15 kilometer hoogte). Deze waterdamp speelt als broeikasgas een sleutelrol in klimaatverandering, maar is lastig direct te meten met radiosondes vanwege de extreem lage temperaturen op die hoogte. Met Schumannresonantie kan dit wel. Waterdamp veroorzaakt ladingsverschillen die alleen kunnen worden opgeheven door uitzending van elektromagnetische energie. Die energie veroorzaakt een verstoring in de resonerende ELF-golven daarboven. Sátori: “Met langeretermijndata kunnen we zo in de toekomst klimaatverandering aantonen en misschien zelfs voorspellen.” Minibreukjes Een totaal andere toepassing van de Schumannresonantie is die van aardbevingsvoorspeller. De aardbodem zendt namelijk vlak voor een grote beving bepaalde elektromagnetische golven uit. De Japanse deskundige Masashi Hayakawa legt uit hoe dat werkt: “Wanneer je een plastic plaat buigt, zal hij op een gegeven moment breken: de aardbeving. Maar vlak daarvoor ontstaan er al kleine barstjes. Het ontstaan van dergelijke minibreukjes creëert ladingsverschillen in de lucht erboven. Daardoor gaat er een soort stroom lopen en krijg je elektromagnetische straling in allerlei frequenties, die vervolgens de resonanties in de ionosfeer verstoren.” Hayakawa onderzocht de afgelopen jaren de verstoringen van vele aardbevingen. Zo zag hij dat een paar weken voor een grote aardbeving in Noord-Japan in 2004 het normale resonantiepatroon met een paar hertz verschoof. En van de 22 bestudeerde aardbevingen in Taiwan waren er maar vijf die niet zichtbaar in de Schumannresonantiedata van Japan. Wat bijzonder is, aangezien de twee landen 2500 kilometer van elkaar liggen. Kunnen we met resonantiespectra in de toekomst dus aardbevingen voorspellen? Hayakawa: “Jazeker, wij hebben al een speciaal lab opgericht om het publiek te informeren over mogelijke naderende aardbevingen, op basis van de verstoringen die hogere frequentiegolven in de ionosfeer veroorzaken. Later zou dit ook mogelijk moeten zijn voor de laagste frequenties.” Gammaflits Veel aardgebonden fenomenen sturen de Schumannresonantie dus in de war. Maar ook ruimteweer kan dat en doet dat zelfs voortdurend. “Het gebrek aan zonnestralen ’s nachts leidt ertoe dat de onderste laag van de ionosfeer verdwijnt. De bovengrens van de resonantieruimte daalt dan, wat weer zijn weerslag heeft op de golfgeleiding”, vertelt Sátori. Na zonsondergang neemt de Schumannresonantie daardoor af, maar na zonsopkomst wordt ze weer sterker. Maar de echt grote verstoringen ontstaan als de zon tijdens een zonnestorm een flinke stroom geladen deeltjes op de aarde afvuurt. “Die veroorzaken extra ladingsverschillen in de ionosfeer en verlagen ook nog eens de hele luchtlaag boven de polen. Dat maakt dat de ionosfeer de golven beter reflecteert, waardoor de Schumannresonantie in frequentie toeneemt. Maar een extra hevige zonnestorm veroorzaakt juist het tegenovergestelde: de resonantiefrequentie neemt af doordat de ionosfeer zó laag wordt dat de golven sneller uitdoven”, legt Nickolaenko uit. De zon is niet de enige buitenaardse bron die de aardse atmosfeer beïnvloedt. Gammaflitsen doen dat ook. Zoals de intense gammaflits van 27 december 2004, afkomstig van een neutronenster op 35.000 lichtjaar afstand. Nickolaenko: “Die flits was honderdduizend maal sterker dan de sterkste zonnevlammen en liet de ionosfeer boven de Stille Oceaan 20 kilometer zakken. Zoiets verstoort de Schumannresonantie natuurlijk gigantisch.” Wetenschappers kunnen deze verstoringen vervolgens gebruiken om dit soort buitenaardse signalen op te pikken en te analyseren. Begraven oceaan De Schumannresonantie op aarde wordt al jaren bestudeerd. Maar hoe zit dat met andere planeten? Kennen zij iets vergelijkbaars? “Voor een Schumannresonantie heeft een planeet twee dingen nodig. Een atmosfeer met een ruimte die wordt begrensd door twee geleidende en reflecterende lagen, en uiteraard een bron die de elektromagnetische golven genereert”, vertelt fysisch sterrenkundige Christian Béghin. Dat maakt Venus, Mars, Jupiter, Saturnus en diens maan Titan potentiële kandidaten. Venus vanwege de dichte atmosfeer en grote bliksemactiviteit. Op Mars is nooit bliksem vastgesteld, maar ook zandstormen zouden de nodige elektrische ontladingen kunnen veroorzaken. En van de gasreuzen Jupiter en Saturnus weten we dat ze gigantische stormen met bliksemactiviteit kennen. Toch is bij geen van hen ooit een Schumannresonantie waargenomen. Bij Titan wél, voor het eerst in 2005. De Huygenssonde van de Cassini-Huygensmissie stelde een sterk resonerend signaal vast bij 36 hertz. “Bliksem is nooit aangetoond,” zegt Béghin, “maar het enorme magneetveld van buur Saturnus produceert een constante elektromagnetische energie die duizend maal sterker is dan nodig voor de Schumannresonantie.” Nu heeft Titan geen goed geleidend oppervlak, maar Béghin ontdekte iets anders. “Dankzij de Schumannresonantie konden we de plaats berekenen van de onderste reflecterende laag. Die bleek 60 kilometer ónder het oppervlak te liggen. We denken nu dat daar een begraven oceaan van ammonia ligt.” Of we ooit nog een Schumannresonantie gaan ontdekken op andere planeten, is de vraag. Zeker is dat de ‘hartslag’ van onze eigen planeet al een rijke schat aan informatie oplevert. Zijn die onweersbuien toch nog ergens goed voor. Wetenschapsjournalist Marysa van den Berg sprak voor dit artikel met dr. Gabriella Sátori (Geodetisch en Geofysisch Onderzoeksinstituut, Hongaarse Academie van Wetenschappen), prof. dr. Masashi Hayakawa (Universiteit van Elektro-Communicatie, Tokio), dr. Alexander Nickolaenko (Usikov-instituut voor Radio-Fysica en Elektronica, Nationale Academie van Wetenschappen, Oekraïne) en dr. Christian Béghin (FysischChemisch Laboratorium van Milieu en Ruimte, Universiteit van Orléans). Verder raadpleegde ze onder meer de volgende literatuur: - C. Béghin e.a.: Titan’s native ocean revealed beneath some 45 km of ice by a Schumann-like resonance | Comptus Rendus Geoscience (mei 2010) - M. Hayakawya e.a.: Recent studies of Schumann resonance and ELF transients | Nova Science Publishers (2010). - D.K. Haldar e.a.: Schumann resonance: a latest wonder for climate forecast! | General Assembly and Scientific Symposium (13-20 augustus 2011) - M. Hayakawa e.a.: Current status of seismo-electromagnetics for short-term earthquake prediction | Geomatics, Natural Hazards and Risk (juni 2010) Ga voor een filmpje over de Schumannresonantie en links naar meer informatie naar www.kijk.nl/artikel/schumann