MENSELIJK OOG

MENSELIJK OOG
Extra info Natuurkunde 2e klas bij hoofdstuk "Licht".
oogrok
glasachtig
lichaam
oogspier
oogzenuw
iris
optische as
pupil
blinde vlek
gele vlek
hoornvlies
ooglens
ooglensspier
netvlies
vaatvlies
oogspier
Toelichting:
Optische as
Denkbeeldige lijn door het midden van het oog. In deze richting kunnen wij het
beste zien.
Hoornvlies
Doorzichtige voorkant van het oog.
Oogrok
Stevige buitenkant van de oogbol.
Iris
Ondoorzichtig vlies dat een deel van de ooglens afdekt om de hoeveelheid licht
op het netvlies te regelen. De kleur van de iris (kleur van je ogen) is per persoon
verschillend.
Pupil
Rond gat in de iris. Bij fel licht is de pupil klein en bij zwak licht (schemer) is de
pupil groot. Het vergroten en verkleinen van de pupil gebeurt als reflex.
Ooglens
Zorgt ervoor dat het voorwerp waar we naar kijken scherp op het netvlies wordt
afgebeeld (alles wat we zien wordt ondersteboven op het netvlies afgebeeld maar
onze hersenen zijn daaraan gewend).
Ooglensspier
Kan de ooglens boller maken, dat is nodig als we naar een voorwerp dichtbij
kijken. Het boller maken van de ooglens heet "accommoderen".
Glasachtig lichaam Doorzichtige opvulling van de oogbol.
Netvlies
Vlies, ook "retina" genoemd, achterin de oogbol, met veel lichtgevoelige
zintuigcellen. Er zijn staafjes en kegeltjes. Als er voldoende fel is licht werken
vooral de kegeltjes, daarmee zien we ook kleuren. Is er zwak licht, dan werken
vooral de staafjes, daarmee zien we alleen vormen.
Vaatvlies
Tussen de oogrok en het netvlies zit het vaatvlies met veel kleine bloedvaatjes.
Gele vlek
Gebiedje van het netvlies bij de optische as. Hier zitten heel veel lichtgevoelige
cellen, vooral kegeltjes, vlakbij elkaar. Daarom kunnen we datgene wat recht
voor ons oog is heel goed bekijken.
Oogzenuw
Aan elke lichtgevoelige cel zit een uitloper van een zenuwcel die naar de
hersenen gaat. Deze bundel uitlopers vormen de oogzenuw.
Blinde vlek
Plaats waar de oogzenuw aan het netvlies vastzit en de oogbol verlaat. Daar zitten
geen lichtgevoelige cellen. Licht uit een bepaalde richting kunnen we dus niet
zien. Deze richting is voor het linker oog anders dan voor het rechter oog.
Oogspieren
Draaien de oogbol in de gewenste stand, de kijkrichting. Elk oog heeft zes
oogspieren.