Belangstellingsregistratie voor landelijke Klachtencommissie ongewenst gedrag voor gemeenten Veel gemeenten en andere bij de VNG aangesloten instellingen kennen een lokale of regionale klachtencommissie op het gebied van seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld of ongewenste omgangsvormen. In het algemeen blijken bij deze klachtencommissies weinig tot zeer weinig klachten binnen te komen. Hierdoor kunnen de leden van deze commissies nauwelijks ervaring en deskundigheid opbouwen en consolideren. Dit probleem doet zich voor in zowel grote als kleinere gemeenten. De VNG (CvA) heeft naar aanleiding hiervan globaal verkend of er bij gemeenten belangstelling bestaat voor aansluiting bij een klachtencommissie voor de sector. Hiertoe is navraag gedaan in de regionale netwerken van personeelsfunctionarissen. In enkele tientallen gemeenten van uiteenlopende grootte bestaat interesse voor aansluiting bij een landelijke commissie. Daarnaast verwachten sommige gemeenten pas op langere termijn (bijvoorbeeld na het verstrijken van de benoemingstermijn van de huidige klachtencommissieleden) belangstelling te hebben voor aansluiting. Hoe zal de regeling van een landelijke klachtencommissie voor gemeenten er uit gaan zien? De klachtencommissie heeft tot taak om op verzoek van het bevoegd gezag (meestal: college) klachten van medewerkers te onderzoeken en daarover een oordeel te geven. Een klagende medewerker kan de klachtencommissie dus niet zelf benaderen. De commissie brengt advies uit aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag maakt vervolgens zijn conclusies aan de klager bekend. De leden van de commissie worden benoemd door de voorzitter van het College voor Arbeidszaken. Bij het benoemen van commissieleden kan geput worden uit het huidige bestand van leden van klachtencommissies seksuele intimidatie/ongewenst gedrag. De VNG organiseert de administratieve ondersteuning van de commissie. Per zaak wordt uit de pool van deskundigen een commissie geformeerd van drie personen op basis van onder meer beschikbaarheid en specifieke deskundigheid. Per zaak wordt een locatie gekozen waar de commissie bijeenkomt en betrokkenen hoort. Het bevoegd gezag kan voor de behandeling van een klacht een informant aanwijzen (bijvoorbeeld een P&O’er) die de commissie informeert over de lokale context. De regeling voor klachtbehandeling door de landelijke klachtencommissie is uniform. De aangesloten gemeente verklaart deze regeling van toepassing. De regeling is geënt op wettelijke bepalingen over klachtbehandeling (Algemene wet bestuursrecht). Registratie van persoonsgegevens vindt plaats op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens. Uitgangspunt is dat de lokale regelingen voor klachtbehandeling gehandhaafd blijven. Een eventuele interne klachtenprocedure kan dus blijven bestaan. In aanvulling op de lokale procedure geldt de uniforme klachtenregeling. Onderzocht wordt of hiervoor aanpassingen binnen de gemeentelijke klachtenregelingen noodzakelijk zijn. De bij de klachtencommissie aangesloten gemeenten (en andere instellingen) betalen per ingediende zaak. De VNG stelt een uurtarief, vacatiegeld en reiskostenvergoeding vast voor de leden van de commissie. Aansluiting bij de commissie is kosteloos voor leden. Aan nietleden zal de VNG een jaarlijks bedrag aan contributie in rekening brengen als tegemoetkoming in de algemene kosten ten behoeve van de klachtencommissie.