De lijdende vorm. Er zijn 3 manieren om de lijdende vorm uit te drukken in het Frans: 1. Door er een bedrijvende vorm van te maken met on On ferme la porte 2. Door een wederkerend werkwoord La porte se ferme. (Je kunt niet ieder werkwoord wederkerend maken) 3. Met être. La porte est fermée Maak hier een lijdende vorm van: De leraar slaat de leerling. De leerling wordt geslagen door de leraar. Men schrijft dit woord met een “d”. Dit woord wordt geschreven met een “d’’ Ik heb mijn boek verscheurd. Mijn boek is verscheurd (geworden) door mij. La mère punit l’enfant. L’enfant est puni par la mère. Le directeur a acheté la voiture, La voiture a été achetée par le directeur. Ensuite on ouvrira les rideaux. Ensuite les rideaux seront ouverts. Vertaal met “on” 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. De deur wordt gesloten. Dit woord wordt met een t geschreven. Witte wijn wordt koel gedronken. De auto wordt gestolen. De deur werd gesloten. Dit woord is met een t geschreven. Witte wijn zal koel gedronken worden. De auto zou gestolen worden. On ferme la porte. On écrit ce mot avec un t. On boit le vin blanc frais. On vole la voiture. On fermait la porte. On a écrit ce mot avec un “t”. On boira le vin blanc frais. On volerait la voiture. Vertaal met een wederkerend werkwoord: 9. De deur wordt gesloten. 10. Dit woord werd met een t geschreven. 11. Witte wijn wordt koel gedronken. 12. De blunders worden duur betaald. La porte se ferme. Ce mot s’écrivait avec un “t”. Le vin blanc se boit frais. Les gaffes se payent cher. Vertaal met een vorm van être: 1. De deur wordt gesloten door … La porte est fermée.. 2. Dit woord wordt door hem met een t geschreven. Ce mot est écrit avec un “t” par lui. 3. Daarna wordt de witte wijn gedronken. Ensuite le vin blanc est bu. 4. De auto wordt gestolen door… 5. Toen werd de deur werd gesloten. 6. Dit woord is met een t geschreven. La voiture est volée par … Alors la porte était fermée. Ce mot a été écrit avec un t. 7. Witte wijn zal koel gedronken worden. 8. De auto zou gestolen worden. 9. De moordenaar wordt ter dood veroordeeld door de rechtbank. 10. Het slachtoffer wordt verwond. 11. Het doek wordt geschilderd door Sisley. 12. De moordenaar werd ter dood veroordeeld door de rechtbank 13. Het slachtoffer werd verwond door de agressieveling. 14. Het doek werd geschilderd door de vervalser. 15. De moordenaar is ter dood veroordeeld. 16. Het slachtoffer is verwond. 17. Het doek is geschilderd door Degas. 18. De moordenaar zal ter dood veroordeeld worden. 19. Het slachtoffers zouden naar het ziekenhuis gebracht worden. 20. Het schilderij zal gerestaureerd worden. 21. Het huis is in brand gestoken. 22. De chocolaatjes zijn gestolen. http://www.viviennestringa.com/rubrique,conjugaison-passive-etre-n-25,574210.html