Grandes Lignes > Frans Hstuk 4, Grammaire K Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend of meewerkend voorwerp / le pronom personnel complément d’objt direct ou indirect In het Frans kun je een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Welke woorden je daarvoor gebruikt, zie je in het onderstaande overzicht: Onderwerp Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Je Me, m’ Me, m’ Tu Te, t’ Te, t’ Il Le, l’ Lui Elle La, l’ Lui Nous Nous Nous Vous Vous Vous Ils Les Leur Elles Les Leur Om te weten welk persoonlijk voornaamwoord je moet gebruiken, moet je goed weten welke functies het deel dat je gaat vervangen in de zin heeft: is het een lijdend of een meewerkend voorwerp? Je donne le cadeau à mon ami. Je le donne à mon ami. Lijdend Je donne le cadeau à mon ami. Je lui donne le cadeau. Meewerkend Il raconte les histoires aux enfants. Il les raconte aux enfants. Lijdend Il raconte les histoires aux enfants. Il leur raconte les histoires. Meewerkend Tip ! je kunt het meewerkend voorwerp herkennen doordat het in de (originele) zin begint met het voorzetsel à. Plaats in de zin Als erin de zin een heel werkwoord staat, dan staat het persoonlijk voornaamwoord voor het hele werkwoord. J’ai tout essayé pour les réunir. Ik heb alles geprobeerd om hen bij elkaar te brengen. Je vais vous décrire une journée type. Ik ga jullie een standaard dag beschrijven. Staat er geen heel werkwoord? Dan staat het persoonlijk voornaamwoord direct voor de persoonsvorm. Elles ne le trouvent pas super beau. Ze vinden hem niet super knap. Elles me disent que je suis moche. Ze zeggen me dat ik lelijk ben. Il m’a appris quelques trucs. Hij heeft me een paar dingen geleerd. Tip! Bij een ontkenning komt het persoonlijk voornaamwoord direct vóór het werkwoord te staan. Bijvoorbeeld: je ne lui donne pas de cadeau.