Van leesclub tot boekenbattle - Steunpunt taal en rekenen mbo

advertisement
Van leesclub
tot boekenbattle
Acht praktijkvoorbeelden van leesplezier in het mbo
1
Colofon
Van leesclub tot boekenbattle
Acht praktijkvoorbeelden van leesplezier in het mbo
In opdracht van Steunpunt Taal en Rekenen mbo
Samenstelling
Tessa van Velzen, Marieke Hanekamp, Mirella Verspiek en Paul Steehouder
Eindredactie
Redactiebureau Schelfhout
Vormgeving
Evert van de Biezen (CINOP)
De voorbeelden in deze publicatie zijn afkomstig van docenten en bibliotheek­
medewerkers, werkzaam bij Aventus, ROC Friese Poort, Rijn IJssel, ROC A12,
ROC van Amsterdam, ROC ID College, ROC Rivor, Deltion College, ROC van Twente,
ROC Midden Nederland, ROC Nijmegen, Bibliotheek Velp, Bibliotheek Hoorn
CINOP
Februari 2014
Postbus 1585
5200 BP ’s­Hertogenbosch
Tel: 073­6800800
Fax: 073­6123425
www.cinop.nl
2
© CINOP 2014
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze
dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave
Inleiding
4
1
De leesclub
6
2
De bibliotheek in school
10
3
Fictie in de opleiding
14
4
Leesstrategieën
18
5
Beroep en lezen
22
6
Vrij lezen
26
7
Leesmotivatie
30
8
Boekenbattle
34
Tot slot
38
3
4
Inleiding
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat lezen
een bijdrage kan leveren aan woordenschat­
ontwikkeling, tekstbegrip, een grotere
verbeeldingskracht, schoolsucces, vakmanschap
en maatschappelijk succes.
In het beroepsonderwijs is echter over het
algemeen te weinig aandacht voor lezen,
waardoor studenten weinig leeskilometers
maken. Het programma Nederlands zit vaak al
vol met de verplichte examenonderdelen, zoals
schrijfvaardigheid en grammatica. Het lezen
blijft meestal beperkt tot het lezen van zakelijke
teksten, die ook in het examen voorkomen. Ook
in andere vakken is minimale aandacht voor
het beter leren lezen en begrijpen van teksten.
Fictie lezen, wat geen verplicht examenonderdeel
is, komt bijna helemaal niet voor in het
beroepsonderwijs.
Hoe kun je binnen het beroepsonderwijs toch
meer aandacht aan lezen besteden? Wat kun je
doen om studenten, die niet gemotiveerd zijn, te
prikkelen en te stimuleren meer te gaan lezen?
Hoe zorg je ervoor dat studenten goed voorbereid
zijn op het centrale examen lezen op 2F of 3F? En
hoe verhoog je leesplezier, zodat studenten meer
leeskilometers maken?
In deze brochure staan acht voorbeelden
beschreven van activiteiten en projecten waarin
mbo-docenten aandacht besteden aan lezen en
leesplezier in beroepsopleidingen. Van leesclub
tot boekenbattle! Zo kun je inspiratie opdoen
over hoe lezen geïntegreerd kan worden in de
opleiding, welke plaats lezen in het curriculum
kan hebben, welke meerwaarde een goede
samenwerking met de bibliotheek kan hebben,
hoe je studenten kunt motiveren en hoe lezen aan
kan sluiten bij de beroepscompetenties.
Wij wensen je veel leesplezier en inspiratie voor je
eigen leesonderwijs!
Steunpunt Taal en Rekenen mbo en CINOP
5
1
De leesclub
6
De leesclub voor mbo-studenten op ROC van Amsterdam
Leesplezier door 50 Cent
Hoe kun je studenten plezier in lezen laten
ervaren? Gedreven door deze vraag startte
Eveline Polter, projectleider taal en rekenen
op het MBO College Zuid van het ROC van
Amsterdam, vorig jaar de leesclub.
Hiermee wil zij bereiken dat studenten plezier
in lezen ervaren, meer in aanraking komen
met andere werelden en hun leesvaardigheid
verbeteren. De directeur van het college stond
achter dit plan en maakte budget vrij, ook om
te laten zien dat het mbo geen leerfabriek is en
levendig kan zijn.
Zes studenten van de opleiding Juridisch
medewerker en de Jeans school (niveau 4) deden
in het schooljaar 2012­2013 enthousiast mee met
de leesclub onder begeleiding van twee bevlogen
oud­docenten. Begin 2014 startten twee leesclubs
bij de opleiding Mode en twee leesclubs bij de
opleiding Haarverzorging.
Inhoud
Om studenten te enthousiasmeren voor de
leesclub, vroeg Eveline docenten Nederlands
om tijdens hun lessen fragmenten uit het boek
Slagveld van de bekende rapper 50 Cent voor te
lezen. Een goede keuze, omdat dit boek aansluit
bij onderwerpen die spelen bij jongvolwassenen,
zoals uitgaan, de ouder­kindrelatie en
verleidingen als roken, drugs en drank. Na afloop
van deze voorleessessies inventariseerden de
docenten welke studenten wilden deelnemen aan
de leesclub.
In zes bijeenkomsten kwamen de vrijwillige
deelnemers van de leesclub buiten de lessen om
bijeen. Vóór elke bijeenkomst lazen zij thuis
de boeken die zij gratis hadden gekregen. Twee
enthousiaste oud­docenten begeleidden de
bijeenkomsten. Zij woonden ter voorbereiding
een workshop bij van een leesclubvereniging,
waarin zij leerden hoe je een boek kunt
analyseren. Daarbij kregen zij handvatten
aangereikt om goede vragen aan studenten te
stellen om samen een boek te bespreken.
In de leesclub werden leeservaringen over het
boek Slagveld van rapper 50 Cent uitgewisseld.
De begeleiders spraken met de studenten over
de inhoud (boodschap, hoofdpersonen) en
maakten de verbinding met de eigen leefwereld
van de studenten. Ook kwamen thema’s als
maatschappelijk werk, therapie, homoseksualiteit
en de rol van kleding voor jongeren ter sprake.
Daarnaast was er ruimte om studenten individueel
te begeleiden, bijvoorbeeld bij leesmotivatie (hoe
Twee enthousiaste oud-docenten
begeleidden de bijeenkomsten.
krijg ik een boek uit?) en leesvaardigheid (wat
wordt er met deze tekst bedoeld? Hoe lees je een
boek?).
Ervaringen
De ervaringen met de leesclub zijn positief.
Studenten en begeleiders hebben ondervonden
dat het voeren van een gesprek over een boek
meerwaarde heeft. Niet alleen motiveert het
om verder te lezen, maar het geeft ook de
mogelijkheid een keer aandacht te besteden aan
persoonlijke en maatschappelijke onderwerpen
en interesses buiten de opleiding.
Een succesfactor was de keuze van het boek
Slagveld. Het interesseert de studenten, is
7
bij de studenten. Zij kenden immers elkaar
en de begeleiders niet goed. Later bleek de
kruisbestuiving tussen verschillende studenten
waardevol. Tijdens de bijeenkomsten was
namelijk ruimte om over de opleidingen uit te
wisselen. Ook bleek dat studenten met een andere
bril naar sommige fragmenten uit het boek keken.
De studenten van de Jeans school konden het
thema mode in een ander perspectief plaatsen en
hier de studenten van de juridische opleiding over
vertellen.
Er waren ook knelpunten. Het was door de
roosters niet altijd haalbaar om studenten uit
verschillende opleidingen samen te brengen.
Daarnaast was de samenwerking tussen de
initiatiefnemer en de docenten Nederlands niet
optimaal. Het programma Nederlands zit vol
met de verplichte examenonderdelen. Niet alle
docenten Nederlands waren enthousiast om in
hun lessen voor te lezen. Het blijft een uitdaging
om in de drukte van alledag een succesvol
initiatief op te zetten. Evelien hield de docenten
op de hoogte van de leesclub, maar andere
verbindingen kwamen nog niet tot stand.
makkelijk leesbaar en behandelt thema’s die
studenten aangrepen zoals de problematische
vader­zoonrelatie. Het is een boek dat
aanknopingspunten biedt om verbinding te
maken met persoonlijke meningen en ervaringen
van studenten.
Een andere succesfactor was de inzet van de
begeleiders. Zij zijn werkzaam geweest op het
mbo en bekend met de doelgroep. Het was voor
hen een leuke mogelijkheid om met de studenten
informeel in contact te blijven. Het enthousiasme
van de begeleiders en de informele vertrouwde
sfeer die zij creëerden, had een positief effect op
de studenten.
De samenstelling van de groep studenten
(jongens, meisjes, verschillende opleidingen)
zorgde eerst voor wat terughoudendheid
8
Hoe verder?
De leesclub wordt in 2014 weer georganiseerd.
Op basis van de leerpunten is de opzet aangepast.
Zo is de leesclub gekoppeld aan een opleiding,
zodat studenten elkaar kennen. Ook is het zo
beter in te passen in de roosters en kan tijdens
de boekbespreking dieper ingegaan worden op
de relaties tussen het boek en de opleiding. Een
tweede aanpassing is dat de begeleiders in een
eerder staium kennismaken met de studenten,
zodat zij niet helemaal onbekend zijn voor hen.
Aanbevelingen
• Denk goed na over de werving. Hoe
enthousiasmeer je studenten om deel te
nemen? Hoe maak je een leesclub interessant
voor studenten?
• Maak duidelijke afspraken over de waardering;
doen studenten het puur voor zichzelf, wordt
het opgenomen in een portfolio of wordt
deelname anders gewaardeerd?
• Betrek enthousiaste vrijwilligers die affiniteit
hebben met lezen en de doelgroep en flexibel
zijn in tijd.
• Betrek de docenten Nederlands bij het initiatief
van de leesclub. Docenten Nederlands kunnen
aanmoedigen, begeleiden en ruimte maken
tijdens hun lessen om terug te komen op wat
studenten in de leesclub hebben gedaan.
• Zoek in samenspraak met de studenten
passende boeken waarin aansprekende thema’s
naar voren komen. Zoek actuele boeken die
aansluiten bij de leefwereld van de studenten en
waar je goede vragen over kunt stellen. Probeer
een link te leggen tussen thema’s in het boek en
de opleiding die de studenten volgen.
• Zet tijdens de bijeenkomsten in op uitwisseling
tussen studenten, bedenk leuke vragen
en geef studenten ruimte om elkaar te
enthousiasmeren. De ervaring bij het ROC van
Amsterdam leert dat studenten geïnspireerd
raken wanneer een medestudent enthousiast
over een boek vertelt.
• Zorg er tot slot voor dat je mogelijke obstakels
beperkt; geef studenten een boek cadeau en
creëer een ontspannen sfeer.
Tijd
Zes bijeenkomsten van 1,5 uur.
Kosten
Kosten voor de aan te schaffen boeken.
Eventueel een vergoeding voor de
begeleiders.
Tips
50 Cent & Moser, L. (2012). Slagveld,
het bijna ware verhaal van een ex-pester.
Amsterdam: Pimento.
Contact
Evelien Polter ([email protected]), Loes
de Jong ([email protected]), Wiske
Hagedoren ([email protected])
9
2
De bibliotheek in school
10
ROC A12 en Deltion College halen de bibliotheek in huis
Een kruisbestuiving
Bibliotheken werken vaak structureel samen
met het primair en voortgezet onderwijs.
De samenwerking tussen mbo en bibliotheek
komt veel minder voor. Hoe kun je samen­
werken en hoe kan dit bijdragen aan
leesplezier van mbo­studenten?
Op ROC A12 en Deltion College is een goede basis
gelegd voor zo’n samenwerking. Bij ROC A12 is
de bibliotheek gevestigd in het schoolgebouw
en bij Deltion College zijn de bronnen van de
bibliotheek gekoppeld aan de elektronische
leeromgeving van de school. Thea Nabring,
docente Nederlands bij ROC A12 en AnneMarie
Versloot, manager Media Informatie Leren &
ICT (MICT) bij Deltion College, vertellen hoe de
bibliotheek en de school samenwerken en welke
meerwaarde dit heeft.
Inhoud
Op ROC A12 en Deltion College is de samenwerking
geïntensiveerd door het verkleinen van de afstand.
ROC A12
De bibliotheek is sinds september 2013 gevestigd
in de kelder van het schoolgebouw van het roc.
Het plan hiervoor ontstond ten tijde van een
renovatie op het roc en financiële problemen
bij de bibliotheek. Beide partijen zagen de
gezamenlijke huisvesting als een win­winsituatie.
Het samenwonen zou immers kunnen zorgen
voor een kruisbestuiving: studenten leren de
bibliotheek kennen en bewoners uit Velp en
medewerkers van de bibliotheek leren het mbo
beter kennen.
Die interactie wordt ook bevorderd door het
transparante gebouw. Je kijkt vanuit de school
de bibliotheek in en andersom. Midden in
de bibliotheek is het openleercentrum voor
de studenten. Zij werken hier dagelijks aan
opdrachten die zij op de computer uitvoeren.
Door een deel van het onderwijs in de bibliotheek
te organiseren, komen studenten vaker in de
bibliotheek. Zij kunnen altijd binnenlopen om
een boek te lenen.
De bibliotheek en de school onderzoeken nu
op welke manier de samenwerking verder
vorm kan krijgen. Een voorbeeld van een
samenwerkingsverband dat al is opgezet, is
het project Kinderboeken binnen de opleiding
Pedagogisch Werk. Voor de afronding van de
Kinderboekenweek moeten studenten een
Zorg dat er geen barrières zijn
voor studenten om boeken te lenen.
kinderboek maken. Thea Nabring heeft binnen
dit project op verschillende manieren met de
bibliotheek samengewerkt: de studenten moeten
vooraf inspiratie opdoen in de peuterhoek van
de bibliotheek, vervolgens hun boek voorlezen
op de stageplekken en tot slot zijn de mooiste
boeken tentoongesteld in de bibliotheek.
Naar vergelijkbare samenwerking met andere
opleidingen wordt nog gezocht.
Deltion College
Bij Deltion College in Zwolle is de afstand tussen
school en bibliotheek door middel van het
digitaal systeem Fiducia verkleind. Fiducia is een
vindservice, ook wel Biebsearch1 genoemd, waarin
de bronnen van de bibliotheek zijn gekoppeld
aan de elektronische leeromgeving waarin de
1 Biebsearch is de naam van een samenwerkingsproject tussen het voortgezet onderwijs, mbo’s en de bibliotheek (http://www.biebsearch.nl/).
11
student werkt. Fiducia wordt aangestuurd door
één centrale afdeling, het Media Informatie
Centrum. Dit centrum onderhoudt contacten
met de bibliotheek en neemt onder andere alle
organisatie rondom het lenen en samenstellen
van collecties op zich. Op deze wijze slaat het
centrum een brug tussen docent, student en
bibliotheek en wordt de afstand verkleind.
Wanneer een student een boek in het systeem
opzoekt, kan hij naast de materialen van Deltion
College ook de collecties van de bibliotheek
bekijken. Boeken die hij leent van de bibliotheek,
worden vervolgens op school afgeleverd.
Daarnaast is de schoolpas tegelijkertijd ook
bibliotheekpas waarmee studenten van alle
opleidingen boeken kunnen lenen als zij zelf naar
de bibliotheek in Zwolle en omgeving gaan.
Ervaringen
Bij ROC A12 ervaren zowel de school als
de medewerkers van de bibliotheek het
‘samenwonen’ als positief. De interactie die
12
ontstaat doordat medewerkers, bezoekers,
studenten en docenten dicht bij elkaar zijn, zorgt
voor nieuwsgierigheid en nieuwe contacten.
Doordat de bibliotheek en school fysiek dicht bij
elkaar zijn, is het contact tussen de bibliotheek
en de school gemakkelijk. De studenten kunnen
eenvoudig boeken lenen en hebben altijd een
rustige plek om zich terug te trekken. Docenten
lopen zo binnen voor overleg over collecties of
themakisten. De bibliotheek heeft op haar beurt
een levendige sfeer door het open leercentrum.
Daarnaast kan de bibliotheek andere ruimtes van
ROC A12 benutten voor bijeenkomsten.
De bibliothecaris en Thea geven aan dat de situatie
nog pril is en dat zij samen gaan onderzoeken
hoe de samenwerking kan worden uitgebreid.
Zo blijkt dat tot nu toe vooral de ‘talige’
opleidingen de meerwaarde van de bibliotheek
in school benutten. Ook zijn er nog logistieke
belemmeringen. Tijdens de Kinderboekenweek
wilde de bibliotheek dat studenten zouden
helpen bij de start. Dit bleek door de roosters niet
uitvoerbaar. De bibliotheek
wil haar zichtbaarheid naar het
brede publiek verbeteren. Nu
de bibliotheek ín de school is
gevestigd en uit het centrum
van de stad is verdwenen,
is zij minder zichtbaar voor
de bewoners van Velp. De
bibliotheek en de school zijn in
gesprek over wat ze nog meer
voor elkaar kunnen betekenen.
Ook bij Deltion College
zijn betrokkenen tevreden
over de samenwerking met
de bibliotheek. De digitale
koppeling van bronnen
aan het vindsysteem Fiducia, zorgt ervoor dat
boekcollecties dichter bij de student staan.
Hoewel voor een groot deel vakgerelateerde
boeken worden geleend, neemt het lenen van
fictieboeken ook steeds meer toe. Het project
Vrij lezen, zoals beschreven in voorbeeld zes van
deze brochure, is binnen het Deltion College een
katalysator.
Wat als prettig wordt ervaren, is de centrale
organisatie vanuit het Media Informatie Centrum.
De docent kan bijvoorbeeld met wensen voor
een bepaalde wisselcollectie aankloppen bij het
Mediacentrum, dat vervolgens in samenwerking
met de bibliotheek een collectie samenstelt.
De docent is hierdoor niet belast met deze
organisatie. Als intermediair tussen de bibliotheek
en docent kan het centrum vraaggericht werken.
Medewerkers van het Mediacentrum zien het als
uitdaging alle opleidingen te enthousiasmeren
over de mogelijkheden van Fiducia. Zij proberen
goede ervaringen in school te verspreiden en
hebben per sector gesprekken
om docenten te informeren
en te motiveren over het
vindsysteem.
Hoe verder?
ROC A12 zou graag het
lidmaatschap bij de bibliotheek
koppelen aan het schoolpasje,
om belemmeringen voor
studenten te beperken. Ook
zou er structureel overleg
moeten komen tussen
bibliotheekmedewerkers en
docenten om de samenwerking
verder vorm te geven. Het
Mediacentrum binnen het Deltion College blijft
het gebruik van Fiducia en de verdere inzet van
informatiebronnen in het onderwijs van Deltion
College stimuleren.
Aanbevelingen
• Zorg dat er geen barrières zijn voor studenten
om boeken te lenen. Dus koppel het
lidmaatschap van de bibliotheek aan het school­
pasje, integreer de bronnen van de bibliotheek
aan de elektronische leeromgeving of zorg dat
(een onderdeel van) de bibliotheek is gevestigd
in de school.
• Denk aan wederzijdse belangen; waarom heeft
de school een bibliotheek nodig? En hoe is het
roc van meerwaarde voor de bibliotheek?
• Organiseer het onderwijs in de bibliotheek.
• Integreer het gebruik van informatiebronnen zo
veel mogelijk in het onderwijs en niet naast het
onderwijs.
Contact
Thea Nabring, ROC A12 ([email protected])
AnneMarie Versloot, Deltion College ([email protected])
Links
http://www.debibliotheekopschool.nl
http://www.biebsearch.nl
13
3
Fictie in
de opleiding
14
Beroepsgerelateerd fictie lezen bij Rijn IJssel en ROC Friese Poort
Nieuwsgierigheid en
verbeeldingskracht
prikkelen
Yldau Holwerda, docente Nederlands bij de
Politietoeleidingstrajecten bij ROC Friese Poort
en Leontine Stutterheim, docente Nederlands
bij de opleidingen Maatschappelijke zorg en
Jeugdzorg bij Rijn IJssel, constateerden dat
er te weinig aandacht was voor het lezen van
fictie.
Het programma Nederlands was voor een groot
deel gericht op (verplichte) onderdelen als
grammatica en schrijfvaardigheid. Meer aandacht
voor fictie lezen was volgens de docenten
belangrijk om leesplezier te verhogen, maar
ook de verbeeldingskracht van mbo­studenten
te bevorderen. In een poging fictie lezen een
duidelijkere plek in de opleiding te geven, hebben
beide docenten een lesprogramma ontwikkeld.
Yldau heeft tevens een actiegericht onderzoek
naar de effecten van het programma uitgevoerd.
Hoewel de lesprogramma’s verschillen, hebben
ze allebei als uitgangspunt dat lezen inhoudelijk
gekoppeld moet zijn aan de opleiding. Door
te lezen over thema’s die te maken hebben
met hun toekomstige beroep, zien studenten
meer de relevantie van onderdelen van de
opleiding. Daarnaast heeft Leontine het lezen
gekoppeld aan het verplichte examenonderdeel
spreekvaardigheid.
Inhoud
Leontine heeft een lessencyclus Presenteren
ontwikkeld, waarbij het lezen van fictie (wat geen
exameneis is) wordt verbonden aan het geven van
een presentatie (wat wel een verplicht onderdeel
is). De opzet van het lesprogramma is dat
studenten een presentatie geven over een gelezen
boek. Uitgangspunt is dat het boek aansluit bij
de thema’s Jeugdzorg en Maatschappelijke Zorg.
Studenten lenen hun boek zelf bij de bibliotheek.
Tijdens de presentatie geven studenten hun
mening over het boek, vertellen ze er inhoudelijk
wat over en poneren zij een stelling over een
thema uit het boek. Studenten discussiëren
hier met elkaar over. Ze worden beoordeeld op
spreekvaardigheid.
15
In het programma van Yldau
lezen studenten gedurende vijf
weken een boek in de lessen
Nederlands. In de klas is een
aantrekkelijke leesomgeving
gecreëerd, door onder andere
de tafels in een andere opstelling
te zetten en thee en koffie te
verzorgen. Het thema van het
boek sluit aan bij de politiewereld.
Studenten lenen het boek bij de
bibliotheek, die meedenkt bij het
aanbieden van Young Adult boeken. In
de tussenliggende periode krijgen studenten
verschillende verwerkingsopdrachten, zoals
het enthousiasmeren van een buurman/­vrouw
voor het boek, het maken van een filmscript
of het bedenken van een alternatief slot. De
verwerkingsopdrachten worden met een cijfer
beoordeeld. De lessenserie wordt afgesloten met
een bijeenkomst. In de bijeenkomst die Yldau
16
heeft georganiseerd, ging
Marc Jacobs, commissaris
van de politie in Leeuwarden
en auteur van verschillende
misdaadromans, in gesprek met
de studenten.
Ervaringen
Het lezen over beroepsgerelateerde
onderwerpen wordt positief ervaren.
De thema’s in de boeken leveren
input voor het gesprek over relevante
onderwerpen. Bij de politieopleiding
leerden studenten hoe agenten zaken
aanpakken, maar ook dat agenten in hun beroep
veel moeten lezen.
De studenten van de Politietoeleidingstrajecten,
een vooropleiding voor de politieacademie,
hebben de lessenreeks als leuk ervaren. Uit het
onderzoek van Yldau blijkt dat interesse voor lezen
is gestegen. Studenten geven aan vaker een boek
aandacht voor het project vast te houden, omdat
veel tijd bij Nederlands wordt besteed aan de
verplichte examenonderdelen. De lessenscyclus
Presenteren heeft een vaste plaats in het
curriculum van de opleidingen Maatschappelijke
zorg en Jeugdzorg en wordt ieder jaar uitgevoerd.
te willen lenen. Een andere positieve ervaring
bij ROC Friese Poort is de samenwerking met de
bibliotheek. Zo heeft de bibliotheek meegedacht
over passende boeken en konden studenten voor
een symbolisch bedrag van tien cent een boek
gedurende een lange periode lenen.
Studenten van Rijn IJssel hebben de lessencyclus
Presenteren als leuk ervaren. Door het geven van
presentaties en het voeren van een discussie,
werden studenten nieuwsgierig naar elkaars
boek. Knelpunten waren meer praktisch van aard.
Veel studenten gaven aan niet lid te zijn van de
bibliotheek. Voor sommige studenten was
bol.com een oplossing.
Aanbevelingen
• Koppel fictie lezen aan het toekomstige beroep
van de studenten.
• Koppel het lezen aan een verplicht onderdeel
van Nederlands dat wel wordt geëxamineerd of
aan een beroepsgericht thema.
• Houd aandacht voor het leren lezen van een
breed aanbod aan tekstsoorten: functionele
zakelijke teksten, korte verhalen, tijdschrift­
artikelen, langere fictionele teksten.
• Zoek samenwerking met de bibliotheek. De
bibliotheek kan helpen bij de keuze van boeken,
het aanleggen van een boekencollectie.
• Zoek een collega om het project samen op te
pakken en uit te voeren.
Het lezen over beroepsgerelateerde
onderwerpen wordt positief ervaren.
Hoe verder?
Het programma van Yldau wordt in het voorjaar
2014 opnieuw bij politietoeleidingstrajecten
uitgevoerd. Uitdaging is om het te verbreden naar
andere sectoren. Het blijft wel belangrijk om de
Contact
Yldau Holwerda, ROC Friese Poort ([email protected])
Leontine Stutterheim, Rijn IJssel ([email protected])
Bronnen
Holwerda, Y. (2012). Literair lezen op het mbo; een go or no go. Leeuwarden: Noordelijke hogeschool
Leeuwarden.
17
4
Leesstrategieën
18
Een brug slaan tussen wat moet en wat kan
Teksten lezen,
hoe doe je dat?
Een gevorderde lezer zal automatisch
leesstrategieën gebruiken om een tekst
te begrijpen, bijvoorbeeld om snel de
hoofdgedachte uit een tekst te halen.
Studenten in het beroepsonderwijs hebben
vaker moeite met het begrijpen van complexe
teksten en hebben niet altijd deze strategieën
paraat om teksten aan te pakken.
Ingrid de Koning, docente Nederlands op
ROC ID College, ontwikkelde daarom de bundel
‘Teksten lezen, hoe doe je dat?’ met het doel de
leesvaardigheid van mbo­studenten te vergroten.
Dit lesmateriaal heeft een vakoverstijgend
belang, namelijk dat studenten weten hóe zij een
tekst moeten lezen en welke strategieën zij bij
verschillende tekstsoorten kunnen inzetten.
Inhoud
Het lesmateriaal sluit aan bij het niveau en het
profiel van de studenten Handel niveau 2. Zo is er
gezorgd voor een variatie in theorie en praktische
opdrachten en een grote variëteit aan tekstsoorten
en samenwerkingsopdrachten. Om studenten
te motiveren, zijn teksten uitgekozen die ook
aansluiten bij de leefwereld en het toekomstige
vakgebied van de studenten. De teksten gericht
op het vakgebied handel zijn reclameteksten
en krantenartikelen over detailhandel. Dit zijn
teksten die ook aan bod komen in andere vakken.
Op deze manier wordt de brug geslagen tussen
lezen in het vak Nederlands en het lezen van
andere teksten in de opleiding.
De bundel bestaat uit vijf hoofdstukken waarin
de vaardigheden oriënterend lezen, begrijpend
lezen, informatie verwerken en reflecteren
aan bod komen. Elk hoofdstuk heeft een
deel uitleg of theorie en een of meer actieve
verwerkingsopdrachten. Zo begint het hoofdstuk
Begrijpend lezen met uitleg over een stappenplan,
waarmee studenten leren voorkennis te activeren
en de inhoud van de tekst te voorspellen.
Vervolgens licht de docent het belang daarvan
toe; Wat heb je eraan om voorkennis te activeren?
Waar let je dan precies op als je een tekst
bekijkt? Hierna krijgen de studenten een aantal
verwerkingsopdrachten waarmee zij dit oefenen.
Een voorbeeld daarvan:
OPDRACHT 6
Voor deze opdracht krijg je eerst alleen
de titel van de tekst.
Deze titel luidt: ‘Winkelpersoneel wil ook
wel eens bij de kinderen zijn’
Ga elkaar in duo’s interviewen over dit
onderwerp. Wat weet je er al van en wat wil je
er nog meer van weten?
Schrijf één vraag met betrekking tot het
onderwerp op.
Hierna lees je de tekst die je uitgereikt
krijgt van je docent.
Krijg je in de tekst antwoord op je vraag en zo
ja, wat is dat antwoord?
Bovenstaande opdracht is gebaseerd op een
tekst met een actueel onderwerp dat past bij de
context van de opleiding. Het is een opdracht die
19
studenten uitdaagt na te denken over de tekst
(door alleen de titel weg te geven en een vraag te
laten formuleren). Het gaat uit van samenwerken
en met elkaar tot een antwoord op de vragen
komen. Doel van de opdracht is studenten bewust
te maken van het belang van voorkennis activeren
en leestaken formuleren.
Een ander voorbeeld van een tekst waarbij
studenten leesstrategieën moeten inzetten, is
onderstaande opdracht over een reclametekst:
Ervaringen
Het lesmateriaal is gedurende twee jaar
gebruikt bij 160 studenten Verkoper A en B en
Logistiek medewerker. Het materiaal is ingezet
als aanvulling op de methode Nederlands. De
ervaringen met het materiaal zijn positief.
Docenten zien de meerwaarde van het materiaal
in, omdat het materiaal een brug slaat tussen
lezen voor het vak Nederlands en lezen in
de opleiding voor het toekomstige beroep.
Studenten leren strategieën die zij ook bij andere
• Waar gaat de reclame over?
• Wat is het doel van de reclame? (informatie geven/
overtuigen/amuseren/tot kopen aanzetten)
• Wat is de doelgroep/publiek van de reclame?
• Wat doet deze reclame met je?
• Is de tekst of slogan/slagzin die ze gebruiken
overtuigend? Hoe komt dat?
• Bedenk zelf een nieuwe slogan/slagzin bij de
reclame.
Vergelijk de slagzin met een ander duo en kies
daarna de beste slagzin uit voor de reclame.
• Zou jij het product willen kopen of naar het bedrijf
toegaan na het horen van de reclame? Waarom
wel/niet?
De opdracht bij de tekst leert de studenten zich te
oriënteren op de tekst, de inhoud te verkennen,
te reflecteren op de tekst en de informatie te
verwerken. De leesstrategieën die de studenten
zich eigen maken, kunnen zij vervolgens
toepassen bij zaakteksten die zij voor de opleiding
moeten lezen.
20
(vak)teksten kunnen toepassen. De theorie en de
opdrachten verduidelijken de manier waarop je
een tekst kunt lezen. Ook studenten geven aan
dat zij daar profijt van hebben in andere vakken
dan Nederlands. Zo leren zij dat het lezen van een
inhoudsopgave helpt een tekst efficiënter te lezen.
De opzet van het materiaal wordt als prettig
en effectief ervaren, omdat het goed aansluit
bij de leefwereld van de student. De teksten
sluiten inhoudelijk aan bij de opleiding of het
interessegebied van de studenten. Daarnaast
is door de diversiteit aan werkvormen en de
variatie aan tekstsoorten ingespeeld op de
leerstijl van de meeste studenten. De studenten,
veelal doeners, zijn actief aan de slag met de
verwerkingsopdrachten. Een opdracht die
bijvoorbeeld als succesvol wordt ervaren is
de woordenboekopdracht waarbij studenten
moeten samenwerken, verschillende rollen en
verantwoordelijkheden hebben, plezier ervaren
in het maken van de opdracht en leren een
woordenboek effectief te gebruiken.
Het lesmateriaal ‘Teksten lezen, hoe doe je dat?’
wordt nu gebruikt tijdens extra lesuren Nederlands
in de opleiding Handel niveau 2, maar kan breder
worden ingezet bij andere opleidingen. Belangrijk
is dat het lesmateriaal dan wordt aangevuld met
beroepsgerichte teksten en opdrachten vanuit
die andere opleidingen. De relatie met teksten in
zaakvakken moet worden gelegd, zodat studenten
inzien dat zij de geleerde strategieën ook kunnen
gebruiken om teksten in de opleiding aan te
pakken.
• Zet naast het werken aan prestaties van
studenten ook in op de relatie met studenten.
Heb aandacht voor wat hen beweegt en
interesseert en zoek hier teksten bij.
• Neem voldoende tijd voor het werken aan
leesstrategieën.
Zo leren zij dat het lezen van
een inhoudsopgave helpt een
tekst efficiënter te lezen.
Aanbevelingen
• Zoek passende teksten bij het vakgebied en het
uitstroomprofiel van de studenten.
• Benadruk regelmatig dat de leesstrategieën
nuttig zijn bij allerlei soorten teksten,
vakteksten maar ook teksten voor het centraal
examen lezen.
Materialen en middelen
Voor meer informatie over de bundel Teksten lezen, hoe doe je dat? kun je terecht bij
Ingrid de Koning.
Contactinformatie
Ingrid de Koning ([email protected])
Bronnen
Gebruikt ter inspiratie: Nederlands in de onderbouw van Helge Bonset e.a.
21
22
5
Beroep en lezen
Studenten OA en PW aan de slag met leesbevordering
Twee vliegen in één klap
Een belangrijke beroepscompetentie voor de
student Onderwijsassistent en Pedagogisch
Werk is het stimuleren van lezen bij jonge
kinderen. Zo moeten onderwijsassistenten en
werkers in de kinderopvang competent zijn in
voorlezen van (prenten)boeken, lezen kunnen
bevorderen bij jonge kinderen en helpen bij
leren lezen.
Hoewel de studenten veel met lezen te maken
krijgen in hun toekomstige beroep, lezen zij zelf
niet altijd voor hun plezier. In de opleidingen is
met name aandacht voor de beroepscompetentie
leesbevordering en minder voor het leesplezier
van de studenten zelf. Hoe kun je twee vliegen in
één klap slaan? ROC van Twente en de Bibliotheek
Hoorn hebben allebei een instrument ontwikkeld
waarmee gelijktijdig aan de beroepscompetentie
én aan het leesplezier van de studenten zelf wordt
gewerkt.
ROC van Twente en de Vertelkar
ROC van Twente constateerde dat veel studenten
Onderwijsassistent de opleiding voortijdig
stoppen, omdat het vereiste taalniveau 3F niet
haalbaar is of omdat zij geen voorliefde hebben
voor lezen, voorlezen en het vertellen van
verhalen. Omdat deze vaardigheden noodzakelijk
zijn voor het uitvoeren van het toekomstige
beroep, is ROC van Twente gestart met het
initiatief De Vertelkar.
De Vertelkar is een onderdeel van de proeve
van bekwaamheid die uit drie thema’s bestaat:
voorlezen, het vertellen van een verhaal en het
opvoeren van een musical. Voor het vertellen
van een verhaal gaan studenten, als het ware als
rederijkers, met de Vertelkar naar basisscholen
in de regio. Zij vertellen kinderen een verhaal of
maken een toneelstuk.
De Vertelkar is dus letterlijk een kar, gemaakt door
studenten van de opleiding Bouwkunde van ROC
van Twente. De Vertelkar is zo gemaakt dat door
middel van decorstukken de kar per verhaal kan
worden aangepast. In de voorbereiding op de
proeve werken studenten bij verschillende vakken
in kleine groepjes aan hun eigen productie. Ze
kiezen bij Nederlands een verhaal uit (passend bij
het thema van de Kinderboekenweek), maken hier
een eigen variant op en bewerken dit tot een script
bij het vak drama. Bij muziek schrijven ze hun
eigen liedjes en bij beeldende vorming werken ze
aan het decor. Na twintig weken is de productie
klaar en gaan de studenten naar basisscholen
in de buurt. Tijdens het hele proces worden de
studenten door meerdere docenten, ieder vanuit
hun eigen expertise, begeleid.
Hans Oude Luttikhuis, docent op ROC van Twente,
bedacht samen met collega’s deze Vertelkar met
als idee dat studenten via plezier in de opdrachten
voorlezen en vertellen zelf plezier in lezen
ervaren. Het streven van Hans is om dit concept
uit te bouwen en op den duur een parade op de
parkeerplaats te organiseren. Alle basisscholen in
23
de buurt zouden welkom zijn en kunnen genieten
van doorlopende voorstellingen van de studenten.
Bibliotheek Hoorn en de Stagetrolley
Miranda Corbière van de bibliotheek Hoorn zag
dat mbo­studenten nauwelijks in de bibliotheek
komen en niet op de hoogte zijn van wat de
bibliotheek hen te bieden heeft. Om hier
verandering in te brengen en om studenten op
een leuke manier in aanraking te laten komen met
lezen en voorlezen, heeft Miranda een stage voor
mbo­studenten Onderwijsassisstent en zorg­ en
welzijnsopleidingen opgezet in de bijzondere
jeugdafdeling van de centrale bibliotheek. Deze
afdeling, Babel genaamd, is geïnspireerd op de
‘Bibliotheek van 100 talenten’, waarbij kinderen
vanuit hun eigen intelligentie dingen kunnen
beleven.
Om deze stages goed te begeleiden, heeft
Miranda met behulp van subsidie van het Fonds
MaS stagebieders de Stagetrolley ontwikkeld.
De Stagetrolley is een verrijdbare en uitklapbare
kast, met daarin materialen die te kwetsbaar of
te klein zijn om regulier in de bibliotheek aan
te bieden. Er zitten knutselmaterialen, spellen,
bouwmaterialen en ontdekmaterialen in de kast.
Zo kunnen alle kinderen, ook de kinderen die niet
zo van lezen houden, iets vinden dat aansluit bij
hun interesse. Studenten kunnen aan de hand
van de materialen activiteiten aanbieden aan de
aanwezige kinderen in de bibliotheek.
Door middel van de stage en de inzet van de
Stagetrolley leren studenten wat de waarde van
de bibliotheek is en het belang van boeken en
lezen. Ook werken zij aan competenties om met
kinderen te werken. Op deze manier slaat de
Stagetrolley twee vliegen in één klap.
Daarnaast is de Stagetrolley een instrument
waarmee studenten zelfstandig leren werken. Zo
moeten de studenten vooraf, tijdens en na afloop
De meerwaarde van beide instrumenten
is dat studenten op een originele en
aantrekkelijke manier met lezen bezig zijn.
van de activiteit de activiteitenwijzer invullen.
Deze bestaat uit de onderdelen bedenken,
voorbereiden, uitvoeren en afsluiten van de
activiteit. De planner geeft de begeleider inzicht
in de keuzes die zelfstandig door de student zijn
gemaakt en hoe de activiteit is gegaan. Na afloop
van de activiteit vult de student een evaluatie­
formulier en een observatieformulier in. Het
evaluatieformulier is gericht op het evalueren
van de activiteit, het observatieformulier leert de
stagiair om de kinderen te observeren: hoe speelt
een kind en waarom doet een kind dat eigenlijk?
Ervaringen met de instrumenten
Bij ROC van Twente zijn 75 tweedejaars studenten
Onderwijsassistent en vijf docenten met de
Vertelkar aan het werk. De ervaringen met het
uitvoeren van een proeve van bekwaamheid in
de vorm van een productie zijn goed. Studenten
ervaren plezier in de opdracht. Het plezier
in de opdracht kan plezier in het lezen zelf
24
aanwakkeren. Ervaringen met de Vertelkar worden
in het schooljaar 2014­2015 opgedaan.
De meerwaarde van beide instrumenten is dat
studenten op een originele en aantrekkelijke
manier met lezen bezig zijn. Zowel bij de Vertelkar
als de Stagetrolley zijn studenten zelfstandig en
creatief met voorlezen en andere leesactiviteiten
bezig. Het plezier dat zij daarin ervaren en de
ruimte voor eigen inbreng heeft effect op hun
houding tegenover lezen en verhalen vertellen.
drama, muziek en beeldende vorming aan het
project werken.
• Maak een flexibel instrument, zodat studenten
hun eigen creativiteit kwijt kunnen (in het geval
van de Vertelkar kunnen studenten het decor
zelf aanpassen, bij de Stagetrolley kunnen
studenten zelf materialen kiezen en activiteiten
bedenken).
• Spreek gedragsregels af voor als de studenten in
de bibliotheek zijn.
Aanbevelingen
• Geef studenten ruimte voor eigen inbreng en
creativiteit.
• Zet in op het plezier wat de studenten ervaren.
Maak het lezen en voorlezen vooral leuk.
• Betrek verschillende vakken (en docenten) bij
het instrument.
• Ontwikkel integrale opdrachten. Laat studenten
dus zowel bij Nederlands als bij onderwijskunde,
Materialen en
middelen
Bouwketen, materialen om decorstukken mee te maken.
Tijdsinvestering
2 x 10 weken.
Kosten
De school heeft de karren gekregen. Per kar is een budget van 2.500 euro uitgetrokken voor
het verbouwen. Dit wordt gedaan door studenten van bouwopleidingen.
Contact
Hans Oude Luttikhuis ([email protected]).
Materialen en
middelen
Kast, materialen voor in de kast, observatieformulieren, evaluatieformulieren.
Tijdsinvestering
Studenten kunnen zowel een korte als een lange stage volgen. Tijdens de stage kunnen ze
de Stagetrolley gebruiken wanneer en hoelang ze willen (mits er voldoende kinderen in de
bibliotheek zijn).
Kosten
2.000 tot 2.500 euro voor de kast met inhoud.
Contact
Wil je dat jouw studenten ook de kans krijgen om stage te lopen in de bibliotheek met
behulp van de Stagetrolley? Neem dan contact op met de lokale bibliotheek en laat ze
dit artikel lezen. Zij kunnen vervolgens contact opnemen met Miranda Corbière van de
bibliotheek Hoorn via [email protected] of 0229­285788. De activiteiten­
wijzer en de planner zijn gratis verkrijgbaar.
25
6
Vrij lezen
26
Drie instellingen creëren ruimte in het curriculum voor vrij lezen
Hoe organiseer
je vrij lezen?
Studenten in het mbo lezen te weinig. Ze
lezen niet voor hun plezier. Dat is zonde,
want leesplezier draagt bij aan woordenschat,
tekstbegrip, kennis van de wereld en
inlevingsvermogen. Maar hoe stimuleer je
jongeren tussen de 16 en 25 om meer te lezen?
Is het mogelijk om binnen de onderwijstijd
studenten ruimte te geven voor het lezen
van een boek? Hoe integreer je dit in het
curriculum?
ROC Rivor, ROC Aventus en START.Deltion hebben
vrij lezen in het curriculum ingebouwd. Ieder
op een andere manier zorgen ze ervoor dat
studenten, binnen schooltijd, tijd krijgen om vrij
te lezen. Het doel is om studenten gelegenheid
te bieden om meer leeservaring op te doen en
leesplezier te ontwikkelen.
Uitgangspunten bij de drie initiatieven zijn dat
studenten zélf hun boek mogen kiezen en in
kleine groepen lezen. Daarbij is goed nagedacht
over het lokaal of de plek op school wat een
aantrekkelijke leesomgeving moet zijn. Daarnaast
zijn alle docenten aanwezig tijdens de momenten
dat er gelezen wordt én lezen zij zelf mee.
Aventus
Martine Henning, docente Nederlands bij Aventus,
ontwikkelde voor haar masterstudie Leren en
Innoveren de module Lekker Lezen. In deze
module ontdekken studenten welke boeken zij
leuk vinden en ervaren zij leesplezier. De module
Lekker Lezen is begonnen als pilot van zes weken,
maar is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardig
vak en heeft binnen een jaar een vaste plek in het
curriculum gekregen. Op dit moment is Lekker
Lezen in het curriculum opgenomen binnen het
coach-uur voor alle eerstejaars­studenten van de
opleiding Onderwijsassistent. In de toekomst
wordt geprobeerd om het vak Lekker Lezen uit
te breiden naar twee keer per week, voor álle
studenten.
Het vak Lekker Lezen is opgebouwd uit zes
stappen. Deze structuur helpt studenten bij het
kiezen van een boek en het verwerken van de
informatie.
Stap 1
Studenten starten met het uitzoeken van
een boek. Om erachter te komen welke
boeken aansluiten bij hun interesse,
vullen de studenten een interessewerkblad in. Daarnaast helpt de docent
bij het maken van een keuze door bij de
start van het vak Lekker Lezen stukjes uit
boeken voor te lezen, te vertellen over
boeken en trailers van boekverfilmingen
te laten zien.
Stap 2
De school schaft de gekozen boeken aan.
De boeken blijven in bezit van de school,
zodat er een boekencollectie wordt
opgebouwd.
Stap 3
Iedere maandagochtend lezen de
studenten na afloop van een coachuur in
kleine groepen een half uur uit het door
hen gekozen boek. De docent die daarbij
aanwezig is, leest zelf ook.
Stap 4
Eens per twee weken worden de laatste
vijf minuten van de les besteed aan het
uitwisselen van ervaringen en het maken
van kleine verwerkingsopdrachten.
27
Stap 5
Stap 6
Als studenten het boek uit hebben,
vullen ze de lees-interesse-waaier in. Op
de interesse-waaier beschrijven zij hun
ervaringen met het boek, zodat nieuwe
studenten input hebben bij het uitzoeken
van een boek.
Studenten kiezen een nieuw boek, mede
op basis van de interessewaaier.
ROC Rivor
Jenny Rose, docente Academie voor Zorg en
Welzijn bij ROC Rivor heeft samen met collega’s
de lessenserie Boeken en media voor de opleiding
Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent
ontwikkeld. In deze lessenserie wordt zowel
gewerkt aan de ontwikkeling van de beroeps­
competenties als aan het bevorderen van de
leesvaardigheid van studenten. Iedere les start
met een half uur vrij lezen, waarna overgegaan
wordt op kennisoverdracht over één van de
thema’s: voorlezen, fases in leesvaardigheid of
digitale prentenboeken. Het vrij lezen wordt
net als Lekker Lezen van Aventus systematisch
opgebouwd, in stappen die geïnspireerd zijn op de
5-stappenaanpak van Marzano.
Stap 1
28
Studenten verwoorden hun interesses:
lezen ze graag thrillers/romantische
boeken enzovoort. De docent helpt de
studenten met het kiezen van een boek
door een aantal Lijsters (jeugdboeken)
middels een powerpointpresentatie
toe te lichten. Ook geven studenten zelf
presentaties over hun lievelingsboek.
Stap 2
Studenten kiezen leesmateriaal dat aansluit
bij hun interesses. Ze nemen zelf een boek
mee of kiezen een Lijster uit.
Stap 3
Studenten hebben tijd om ongestoord te
kunnen lezen. Een half uur aan het begin
van iedere les.
Stap 4
Studenten leggen hun reactie op het
leeswerk vast. De leerlingen vullen een
verwerkingsopdracht over het boek in.
Stap 5
Studenten gaan interactief aan de slag
met de informatie. Er wordt gesproken
over de boeken. Wat speelt er zich af in het
verhaal? Vinden de leerlingen de boeken
boeiend?
START.Deltion
Frank Schaafsma is initiatiefnemer van het
Vrij lezen-project bij START.Deltion, waarbij
alle studenten en docenten van de Entreeopleiding twee tot vier keer per week een half
uur voor zichzelf lezen. Het doel van project is
dat studenten in aanraking komen met boeken
en hun wereld daardoor verbreden. Ze maken
wekelijks leeskilometers, zien veelvuldig
zinconstructies, maken kennis met uitdrukkingen
en werken op deze manier aan hun gehele
taalontwikkeling. In samenwerking met de
bibliotheek is een boekencollectie uitgezocht
waaruit de studenten een boek kunnen kiezen.
De bibliotheek in Zwolle heeft een nauwe
samenwerking met START.Deltion en heeft een
collectie Young Adult boeken, die goed passen
bij de leefwereld van de jongeren. Studenten
kiezen een boek en lezen dan gedurende het hele
schooljaar twee keer per week een half uur. Niet
alleen de studenten, maar ook de docenten en de
conciërge lezen tijdens het half uur. Iedere docent,
dus ook de vakdocent, is rolmodel en geeft de
studenten het goede voorbeeld door zelf ook te
lezen. Hogeschool Windesheim en Stichting Lezen
doen sinds 2012 onderzoek naar het Vrij Lezen bij
START.Deltion.
Bij START.Deltion wordt het project Vrij lezen
ervaren als een succes. Het Vrij lezen, in
2011 gestart als een los project, is inmiddels
geïmplementeerd in de opleiding. Docenten
geven aan dat het lezen een routine is geworden.
Studenten ervaren het lezen als een moment van
rust in de hectiek van school. Binnenkort wordt
er gestart met een experiment met e-readers en
hybridelezen voor de moeilijke lezers (zie hiervoor
www.karaokelezen.nl).
Ervaringen
Bij Aventus hebben 60 studenten en 4 docenten
het afgelopen jaar gewerkt aan het project Lekker
Lezen. De docenten en coaches zijn enthousiast en
vinden het belangrijk dat de studenten tijd krijgen
om plezier in lezen te krijgen en leeskilometers
te maken. De meeste studenten ervaren het als
prettig dat ze zelf een boek uit mogen kiezen en
geven aan het lezen op school als een rustmoment
te ervaren.
Ook bij ROC Rivor, waar 80 studenten deelnamen
aan de lessenserie, zijn de ervaringen positief.
Benadrukt wordt dat de link met de beroeps­
competentie belangrijk is. De beroeps­
competentie leesbevordering en het eigen
lees­plezier beïnvloeden elkaar. Meer plezier in
lezen maakt studenten vaardiger om kinderen
aan te zetten tot lezen. Wat ook positief wordt
gevonden, zijn de systematische stappen waaruit
de lessenserie is opgebouwd. Studenten worden
bij iedere stap goed begeleid, van het kiezen van
een boek, het verwerken van de informatie tot
het beoordelen van het boek. Onervaren lezers
worden zo aangemoedigd.
Aanbevelingen
Belangrijk is dat vrij lezen goed ingebed en op
een systematische manier wordt aangeboden. De
volgende aanbevelingen zijn daarbij te noemen:
• Laat de studenten zelf een boek kiezen wat
zij interessant vinden; hiermee motiveer je
studenten.
• Plaats de collectie boeken zichtbaar in school.
• Creëer een prettige leesomgeving en geef
studenten de vrijheid waar zij in de ruimte of het
lokaal gaan zitten.
• Beperk belemmeringen om een boek te lenen.
Zorg voor een goed uitleensysteem.
• Blijf studenten uitdagen en neem hen mee
in de wereld van boeken. Toon studenten
bijvoorbeeld de verschillende genres die zij
kunnen lezen.
• Reken minimaal op een half uur tijd per week.
• Denk goed na over de rol van de docent tijdens
het vrij lezen. De docent kan een rolmodel
zijn, een begeleider voor studenten die moeite
hebben met lezen of een coach.
Materialen en
middelen
ROC Rivor: https://www.lijsters.nl/wps/portal/thuis/boeken/lijsters/lijsters/grotelijster kun je
zogeheten ‘Grote Lijsters (16 jaar >) bestellen. De kosten voor 5 boeken bedragen € 20,95.
Er staat een filmpje op You tube over het Vrij Lezen bij START.Deltion:
www.youtube.com/watch?v=gC3z5Ku-p7E
Contact
ROC Rivor: Jenny Rose ([email protected]), Aventus: Martine Henning (m.henning@
aventus.nl), START.Deltion: Franks Schaafsma ([email protected]).
29
7
Leesmotivatie
30
Hoe maak je secretaresses in opleiding bewust van het nut van lezen?
Lezen, leuk én nuttig
Lezen is een belangrijke vaardigheid voor
secretaresses in opleiding. In hun toekomstige
werk moeten deze studenten veel lezen én
is adequaatheid in taalgebruik essentieel.
Gabi te Riele, docente Nederlands bij ROC
Midden Nederland, constateerde echter dat
de studenten in de secretariële opleiding
weinig lezen en vaak een negatieve leesattitude
hebben. Geïnspireerd door het onderzoek
van Lucia Fiori naar lezen in het vmbo, startte
zij daarom een project om de secretaresses
in opleiding aan het lezen te krijgen. Tijdens
het project monitort zij de resultaten en
reflecteert zij op de gekozen aanpak. Het
project is bedoeld als een eerste stap naar een
meerjarenplan vrij lezen.
Inhoud
In het project krijgen studenten fictieteksten,
zoals teksten uit de Co-assistent, De Importbruid
en Ken je me nog te lezen. Studenten maken
er vervolgens verwerkingsopdrachten bij.
Door middel van de verwerkingsopdrachten,
individuele en samenwerkingsopdrachten,
denken studenten na over de gelezen teksten.
Ook worden zij uitgedaagd hierover een mening
te vormen, bijvoorbeeld door het schrijven van
een recensie. De docent gaat vervolgens aan de
hand van verschillende werkvormen in gesprek
met de studenten over het nut van het lezen. Bij
de secretariële opleidingen gaat het bijvoorbeeld
om de invloed van lezen op het foutloos
schrijven, een belangrijke competentie voor
secretaresses. Studenten krijgen uitgelegd dat zij
hun woordenschat vergroten en hun woordbeeld
verbeteren door meer te lezen.
In het project worden met opzet fictieteksten
gebruikt in plaats van functionele zakelijke
teksten. Hiervoor is gekozen, omdat bleek dat de
teksten die studenten bij Nederlands aangeboden
kregen onvoldoende bij hun leefwereld aansloten.
Door te kiezen voor teksten uit populaire
romans, is geprobeerd meer in te spelen op de
interesses van studenten. Omdat het belang van
passend leesmateriaal groot is, heeft Gabi bij het
samenstellen van de teksten contact gehad met
een educatief medewerker van de Bibliotheek
Utrecht. Deze heeft advies gegeven over
leesmaterialen en stelde leeskisten beschikbaar
met boeken, tijdschriften en andere materialen.
Ervaringen
Voor, tijdens en na het project heeft Gabi in
samenwerking met Marloes van de Berg, student
literatuurwetenschap, een onderzoek uitgevoerd
naar het leesgedrag en de leesmotivatie van de
studenten. De centrale vraag daarbij was of de
gekozen aanpak effect had op de leesmotivatie.
Een van de punten die uit het onderzoek komt, is
de waardering voor de fictieteksten. De studenten
31
32
geven aan het leuk te vinden om eens andere
teksten te lezen dan de nieuwsberichten en
teksten die in hun opleiding aan bod komen.
De fictieteksten sluiten daarnaast meer aan
bij hun leefwereld. Het waargebeurde verhaal
in De Importbruid vonden de meeste studenten
interessant, omdat het een beeld geeft van het
Door de verwerkingsopdrachten en de gesprekken
met de docent kregen de studenten meer inzicht
in het belang van lezen. De brug van fictieteksten
naar beroepscompetenties is in het project
benadrukt.
Uit het onderzoek komt naar voren dat
de studenten na afloop van het project
leven van een jongere in een heel andere situatie.
Dat teksten niet functioneel waren, maar vooral
vermakelijk, was een heel andere insteek dan de
studenten gewend waren.
Een andere succesfactor van het project zijn de
verwerkingsopdrachten. Studenten vonden het
interessant de gelezen fragmenten te bespreken.
gemotiveerder waren om te lezen. Het project
wordt gezien als een impuls om meer aandacht
aan lezen te besteden in het onderwijs. Het
project is op dit moment nog niet geborgd in het
curriculum van de secretariële opleiding. Om het
lezen een meer structurele plek in het onderwijs
te geven, ontwikkelt Gabi met andere docenten
een meerjarenplan voor vrij lezen. Ook zet Gabi
in op draagvlak voor haar plannen bij andere
docenten en opleidingsmanager. Dit doet zij
De studenten geven aan het leuk te vinden
om eens andere teksten te lezen dan de
nieuwsberichten en teksten die in hun
opleiding aan bod komen.
door de plannen en onderzoeksresultaten onder
de aandacht te brengen en wetenschappelijke
inzichten over leesattitude te delen met collega’s.
• Zorg dat je aansluit bij wat de studenten voor
het beroep moeten kennen en kunnen. Voor
secretaresses is foutloos schrijven belangrijk.
Veel lezen draagt daaraan bij, onder meer
doordat je een goed woordbeeld ontwikkelt bij
veel lezen. Door deze zaken expliciet te maken,
begrijpen studenten het nut van het leesproject
en is de kans groter dat ze zich er goed voor
inzetten.
• Zorg voor een aanbod van aantrekkelijke
teksten. Kijk naar de website
www.boekenzoeker.org of www.leesplein.nl
om op de hoogte te blijven van het aanbod.
Aanbevelingen
• Maak collega­docenten enthousiast voor lezen
in de opleiding. Investeren in draagvlak en
het uitdragen van een duidelijke visie zijn van
belang om activiteiten op te zetten en te borgen.
• Verras studenten door boeken uit te kiezen die
zij normaal gesproken zelf niet tegenkomen
of uitzoeken, maar die wel aansluiten bij hun
interesses.
• Maak gebruik van de expertise en mogelijkheden
van de bibliotheek bij het zoeken naar
passende boeken en andere materialen. Neem
bijvoorbeeld contact op met de educatief
medewerker die kan adviseren over het
boekenaanbod.
Materialen en
middelen
Boeken die in de interessesfeer van de studenten liggen. Bijvoorbeeld boeken uit de
Slash­serie of waargebeurde verhalen zoals de Importbruid.
Kosten
Aanschaf van boeken, een bibliotheekabonnement of het lenen van leeskisten.
Contact:
Gabi te Riele ([email protected]).
Achtergrond­
informatie
Onderzoek van Lucia Fiori via www.cps.nl.
Methode van Kelly Gallagher (2003): Reading Reasons - Motivational Mini-Lessons for Middle and High
School. Portland: Stenhouse Publishers.
33
8
Boekenbattle
34
Leescampagne De Weddenschap
Reader Development
Hoe daag je studenten uit tot het lezen
van boeken? ‘Vrij lezen’ is geen vanzelf­
sprekendheid op het mbo, terwijl het heel
wat kan opleveren: meer leesplezier, meer
leeskilometers en een betere leesvaardigheid.
Eén van de mogelijkheden om studenten uit
te dagen een boek te lezen is via leescampagne
De Weddenschap, geïnitieerd door Stichting
Lezen.
De Weddenschap heeft tot doel om juist de nietlezers, de aarzelende, zwakkere lezers tot lezen
aan te zetten en daarmee hun leesmotivatie
te vergroten en leesplezier te laten ervaren.
Tweehonderd studenten en docenten van
verschillende mbo-instellingen nemen in school­
jaar 2013-2014 deel aan deze campagne. Anoushka
van Bemmel, docente Nederlands bij het Johan
Cruyff College van ROC Nijmegen, is één van die
docenten.
Inhoud
Anoushka laat haar studenten jaarlijks verplicht
een boek lezen. Leescampagne De Weddenschap
ziet zij als een kans om de studenten meer dan
één boek per jaar te laten lezen en een impuls
te geven aan de leesmotivatie van studenten.
In het schooljaar 2013-2014 nemen alle
eerstejaarsstudenten van de opleiding Marketing
& Communicatie deel aan De Weddenschap.
De Weddenschap is gebaseerd op het idee van
Reader development, waarbij het draait om het
opdoen van positieve leeservaringen. De lezer
staat centraal, niet zozeer het boek of de auteur.
Het motto van De Weddenschap luidt: “Wat je
leest, ben je zelf!”. Daarmee wordt bedoeld dat
er voor iedereen geschikte boeken zijn te vinden.
De vraag ‘Wat vind jij interessant/leuk/mooi/
boeiend/spannend…?’ is het uitgangspunt. De
uitdaging is om studenten in een half jaar tijd drie
boeken te laten lezen. Studenten krijgen na afloop
van De Weddenschap een certificaat en maken
kans op prijzen. Drie bekende Nederlanders
fungeren als boegbeeld van de campagne en
vertellen op de website www.deweddenschap.nl
welke boeken zij van plan zijn om te gaan
lezen. Nadat De Weddenschap officieel van
start is gegaan, verschijnen op de website
met zekere regelmaat filmpjes van de BN’ers
waarin zij vertellen wat zij van hun, inmiddels
gelezen, boeken vonden. Door deze website en
betrokkenheid van BN’ers worden studenten
verleid ook te gaan lezen.
De Weddenschap maakt gebruik van social media
die jongeren vaak meer aanspreken dan een tekst
op papier; een mooie manier om plezier in lezen
te bevorderen. Op de Facebookpagina van De
Weddenschap komt regelmatig een quiz voorbij
waarmee studenten een boek kunnen winnen.
Anoushka maakte zelf een pinterestpagina voor
haar studenten waarop ze de boekentips van de
sporters uit haar klas verzamelde. Ook maakte
zij een filmpje van een interview met schrijver
Edward van den Endel.
Studenten kunnen deelnemen aan De
Weddenschap in klassenverband of individueel.
35
Juist in het mbo is het slim om met de hele klas
mee te doen, of beter nog met meerdere klassen.
Vrij lezen (fictie en non­fictie lezen) staat niet op
het programma, en heeft nodig dat een docent
enthousiast is en er ruimte voor maakt in de
lessen. Voordeel van meedoen met de klas is dat
het competitie­element beter kan worden benut.
Het helpt als je weet dat medestudenten zich ook
inzetten om die drie boeken te lezen. Van Bemmel
heeft voor het aanmelden voor De Weddenschap
een opdracht ontwikkeld om De Weddenschap
op die manier deel uit te laten maken van het
reguliere programma.
Ervaringen
In schooljaar 2013/2014 doen 200 mbo­studenten
mee aan de weddenschap. Aanmeldingen
komen vanuit opleidingen in de sector Welzijn,
opleidingen Handel en Economie, Sport en
Bewegen en Elektrotechniek.
Een succesfactor van De Weddenschap is de
keuzevrijheid die studenten hebben in het
kiezen van fictie­ of non­fictieboeken. Studenten
36
Marketing & Communicatie vinden het prettig dat
zij zelf mogen bepalen wat zij lezen. Zij worden
ook verleid om non­fictieboeken te lezen die
aansluiten bij hun interesses. Het boek dat Pierre
Wind, een bekende Nederlandse kok, leest voor De
Weddenschap is een mooi voorbeeld: Apps maken
voor de Iphone. Ook richt de Weddenschap zich op
boeken die specifiek voor jongvolwassenen zijn,
de Young Adult boeken, bijvoorbeeld de boeken
uit de Slash­serie.
Anoushka vertelt dat het nog zoeken is hoe De
Weddenschap het beste ingepast kan worden in
de lessen. Een draaiboek voor de uitvoering en
inbedding van De Weddenschap is wenselijk. Op
dit moment is het succes van De Weddenschap
nog te veel afhankelijk van een docent die tijd en
ruimte creëert in het programma.
Voor het slagen van de leescampagne is het
enthousiasme van de studenten en van de docent
cruciaal. Een docent die ervan doordrongen is
dat leesplezier van studenten telt, veel lezen
van belang is voor de leesvaardigheid en voor
schoolloopbaan, een docent die zelf óók leest als
de studenten lezen, is een motiverende factor.
Het mooiste is als er meerdere docenten van een
school met hun klassen meedoen.
Aanbevelingen
• Denk voorafgaand aan het project goed na
over de inbedding van De Weddenschap in het
onderwijs: Welke klassen doen mee? In welk vak
ga je aan de slag met de campagne? Combineer
je De Weddenschap met een project voor vrij
lezen in de klas?
• Maak een plan van aanpak: In welke periode
start je? Hoe geef je de aftrap en de afsluiting
vorm? Welke docenten zijn betrokken?
• Betrek andere docenten bij het project. Verdeel
bijvoorbeeld de taken (opening en afsluiting,
lesideeën enzovoort).
• Betrek social media bij het vrij lezen.
• Praat met studenten over de boeken. Geef
aan welke boeken je aanbeveelt. Kijk daarbij
goed naar de interesses van de studenten.
Sporters lopen bijvoorbeeld vaak warm voor
sportboeken. Waargebeurde verhalen spreken
jongvolwassenen vaak ook aan.
• Zorg voor een passende collectie. Heb je als
school de beschikking over een collectie boeken
die is afgestemd op interesses van de studenten?
Zowel fictie als non­fictie?
• Zoek samenwerking met de lokale bibliotheek.
Studenten kunnen (soms gratis) een
abonnement krijgen. De bibliotheek heeft
grote expertise in het aanbieden van passende
boeken én een grote collectie in huis. Verder
kan de bibliotheek een mooie plek zijn voor
een feestelijke opening of afsluiting van De
Weddenschap.
• Maak gebruik van de volgende websites als je
studenten wilt adviseren bij hun boekenkeuze:
boekenzoeker.org, jongerenliteratuurplein.nl,
lezenvoordelijst.nl.
Studenten worden ook verleid om
non-fictieboeken te lezen die
aansluiten bij hun interesses.
Materialen en
middelen:
De Weddenschap stelt campagnemateriaal beschikbaar voor deelnemende scholen: een
campagneposter, een leerlingbrochure, lessuggesties voor docenten en certificaten voor
deelnemende studenten. Daarnaast komen er regelmatig nieuwsbrieven uit voor docenten en
is er achtergrondinformatie van Stichting Lezen: de uitgave “Meer lezen beter in taal – vmbo”
bijvoorbeeld.
Tijdsinvestering:
De Weddenschap voltrekt zich in een half jaar tijd. Inschrijven kan ieder jaar vanaf medio
september. Half maart loopt de campagne weer af.
Kosten:
Een budget voor de aanschaf van boeken voor jongvolwassenen en/of voor het lenen van
boeken uit de bibliotheek is handig. Deelname aan De Weddenschap is gratis en ook de
materialen worden gratis (tegen verzendkosten) aan de scholen verstrekt. De Weddenschap
wordt bekostigd door Stichting Lezen.
Contact:
www.deweddenschap.nl
Stichting Lezen, Peter van Duijvenboden: [email protected]
ROC Nijmegen, Anoushka van Bemmel: a.vanbemmel@roc­nijmegen.nl
Link:
Meer lezen, beter in taal ­ vmbo (http://issuu.com/kunstvanlezen/docs/meer_lezen_vmbo_
lr­?e=0).
Resultaten PISA­onderzoek: leesattitude van 15­jarigen en de invloed op leesvaardigheid
(http://www.leesmonitor.nu/page/10004/invloed­leesattitude).
What is reader development? (http://www.leesmonitor.nu/page/10004/invloed­leesattitude).
Wie leest, heeft de wereld binnen handbereik – behoefteonderzoek onder vmbo­docenten
Nederlands over het bevorderen van lezen (http://taalunieversum.org/onderwijs/onderzoek/
publicatie/3357/wie_leest_heeft_de_wereld_binnen_handbereik).
http://www.pinterest.com/avbmedia/sport­boeken/
37
38
Tot slot
Bekend is dat studenten in het mbo weinig
lezen (Fouarge, Houtkoop, Van de Velden,
2011; OECD, 2011, leesmonitor.nu). We weten
ook dat veel lezen juist van grote waarde is
voor taalontwikkeling, inlevingsvermogen en
schoolsucces (OECD, 2011). Wat kun je doen om
mbo-studenten te motiveren en het plezier in
lezen laten ervaren? Hoe geef je het lezen, wat
veelal als een extra en impopulaire activiteit
wordt gezien, een passende plek in het mbo? Kun
je activiteiten of lessen inbouwen in bestaande
programma’s, zodat studenten anders en meer
gaan lezen? Wat vragen die activiteiten van
docenten en van instellingen?
In de voorbeelden uit deze brochure krijgen
activiteiten die leesplezier en leesvaardigheid
bevorderen een plek in het onderwijs. Lezen
krijgt hierdoor meer aandacht, zodat studenten
meer en anders leren lezen. Hoewel de insteek en
aanpak per activiteit verschillen, is het doel van de
projecten en activiteiten gelijk:
Een structurele plek in het onderwijs inbouwen voor lezen,
zodat studenten anders en meer lezen en daarmee hun
leesmotivatie, leesplezier en leesvaardigheid vergroten.
In deze nabeschouwing worden de belangrijkste
uitgangspunten en aanbevelingen om dit doel te
bereiken besproken.
Het motiveren van studenten
Hoe verleid je studenten die niet voor hun
plezier een boek lezen? Uit onderzoek blijkt dat
jongeren gemotiveerder zijn om te lezen wanneer
zij lezen over hun eigen interesses. Boeken
en teksten worden dus meer gelezen wanneer
deze inhoudelijk aansluiten bij de leefwereld
van de studenten. De projecten geven hier een
eigen invulling aan: ROC Friese Poort koppelt
het lezen aan het beroep (studenten van het
Politietoeleidingstraject lezen politieromans of
detectives), ROC ID College laat studenten teksten
lezen die aansluiten bij de detailhandel en bij de
projecten ‘vrij lezen’ van Aventus, ROC Rivor en
START.Deltion mogen studenten zelf een boek
kiezen.
Variatie aan tekstsoorten
Motivatie kun je ook bevorderen door een variatie
aan tekstsoorten aan te bieden. Volgens het PISA
onderzoek helpt het als studenten verschillende
tekstsoorten lezen, van boeken tot kranten- en
tijdschriftartikelen. Een grote diversiteit aan
leesmateriaal verhoogt de leesprestaties (Gille,
Loijens, Noijons & Zwitser, 2010). Studenten leren
verschillende uitdrukkingen en vergroten hun
woordenschat en wereldbeeld. Bij het project
van ROC ID College wordt gebruik gemaakt van
verschillende tekstsoorten. Bij andere projecten
zien we minder dat studenten een diversiteit aan
teksten te lezen krijgen. Ook wordt in de projecten
nog weinig gebruikgemaakt van digitale teksten,
zoals teksten op websites, blogs, lezen van een
e-reader of teksten in apps.
Leesplezier
Uit de onderzoeken waarover de leesmonitor
(www.leesmonitor.nu) informeert, blijkt
daarnaast dat leesplezier en leesvaardigheid
elkaar over en weer beïnvloeden. Vaardige lezers
beleven meer plezier aan het lezen van boeken
waardoor ze vaker lezen. Dat zorgt er weer voor
dat hun woordenschat en tekstbegrip toenemen
(Mullis, Martin, Foy & Drucker, 2012). Ook bij het
Mattheuseffect zien we dit: goede lezers worden
steeds beter doordat ze lezen en zwakke lezers
39
bewust van gemaakt dat meer lezen bijdraagt
aan adequaat taalgebruik, een belangrijke
competentie voor secretaresses.
Ook bij de projecten gericht op de opleidingen
Onderwijsassistent en Pedagogisch Werk, zoals
de Vertelkar, de Stagetrolley en de vrij lezen
initiatieven van ROC Rivor en Aventus, worden
studenten gemotiveerd om te lezen, omdat dit
bijdraagt aan hun beroepscompetentie. Zélf
goed en veel lezen heeft immers invloed op
de beroepscompetentie leesbevordering (het
aanmoedigen van leesplezier bij kinderen en
begeleiden bij het leren lezen).
steeds zwakker doordat ze niet lezen (Stanovich,
1986). Om leesvaardigheid te verbeteren is het dus
belangrijk om na te denken over hoe je plezier
aan lezen kunt beleven. Met de Vertelkar en de
Stagetrolley proberen ROC van Twente en de
Bibliotheek Hoorn bewust met een leuke creatieve
opdracht studenten te verleiden om met boeken
en met lezen aan de slag te gaan. In de leesclub van
ROC van Amsterdam gaat het om het stimuleren
van leesplezier door lezen te verbinden met eigen
ervaringen.
Wat moet en wat kan
Leesonderwijs in het mbo is op dit moment
vooral gericht op het centraal ontwikkelde
examen leesvaardigheid. Op zichzelf is dat een
logisch gevolg van de niveau­eisen die worden
gesteld aan de studenten. We weten dat lezen
meer inhoudt dan wat getoetst en geëxamineerd
wordt. Studenten en docenten hebben dit niet
altijd in beeld. Om studenten te motiveren
om meer en soms andere teksten te lezen, is
het nodig dat studenten en docenten ervaren
wat lezen kan betekenen. Bij het initiatief bij
ROC Midden Nederland leren studenten via
verwerkingsopdrachten en in gesprek met
de docent hoe lezen kan bijdragen aan hun
beroepscompetenties als secretaresse. Studenten
en docenten worden er in het project namelijk
40
Inbedden in het curriculum
Hoe krijgt aandacht voor leesmotivatie en
leesplezier een structurele plek in het curriculum?
Een reden waarom activiteiten die gericht zijn op
meer en anders lezen nog niet zijn opgenomen
in het curriculum, is omdat het lezen van fictie
geen examenonderdeel is. Het programma
Nederlands zit meestal vol met wél verplichte
examenonderdelen als schrijven en grammatica.
Vrij lezen en het lezen van fictie worden gezien als
extra activiteiten bovenop het volle programma.
Om activiteiten rond leesmotivatie en leesplezier
geen losstaande en extra onderdelen te laten
zijn, zien we dat die activiteiten gekoppeld
worden aan examenonderdelen Nederlands,
aan beroepscompetenties of gelinkt worden aan
thema’s uit het beroep. Op deze manier wordt
de relevantie om te lezen en extra aandacht te
besteden aan lezen onderbouwd en geborgd.
Lezen wordt op die manier gebruikt als input
voor een presentatie of om te leren over het
toekomstige beroep. Door het integreren van
leesactiviteiten in de opleiding of te combineren
met examenonderdelen, kunnen ze ingebed
worden in het curriculum.
Als de extra leesactiviteiten wél losgekoppeld
worden van het reguliere curriculum en tijd voor
vrij lezen in de opleiding wordt vrijgemaakt, is
het van belang structuur en regelmaat aan te
bieden. Uit onderzoekt blijkt dat een prettige
leesomgeving en een vrije keuze aan boeken
voorwaarden zijn voor succes zijn bij het vrij
lezen. We zien de structuur en regelmaat terug bij
START.Deltion waar studenten iedere week een
heel schooljaar een paar keer per week lezen met
studenten én docenten. Bij ROC Rivor en Aventus
wordt vrij lezen systematisch opgebouwd, zodat
studenten niet alleen lezen, maar ook leren een
boek uit te zoeken en de informatie te verwerken.
Tips en adviezen
Als je een activiteit of project opzet om leesplezier
en leesvaardigheid te bevorderen, hoe pak je
dat leesproject dan aan? Wanneer is een project
succesvol? Hoe past het bij het mbo en wat vraagt
dat van docenten? Uit de beschreven voorbeelden
zijn de volgende tips en adviezen te halen:
• Zorg voor draagvlak onder docenten Nederlands
en onder vakdocenten.
• Zorg dat management en directie het initiatief
ondersteunen.
• Monitor de resultaten; wat is effectief? Wat sluit
aan?
• Begin het project klein en bouw vanuit daar uit.
• Denk na over de rol van de docent; is een docent
rolmodel, coach, begeleider?
• Benut de mogelijkheden van de bibliotheek;
zoek naar wederzijdse belangen en
mogelijkheden.
• Beperk belemmeringen om boeken te lenen;
zorg bijvoorbeeld voor een goed uitleensysteem
of schaf de boeken voor de studenten aan.
41
• Maak het belang of de betekenis van lezen voor
de ontwikkeling van studenten in vakmanschap
én in maatschappelijk functioneren duidelijk.
• Koppel lezen aan het beroep; sla je twee vliegen
in één klap?
• Betrek verschillende actoren bij het lezen;
gastsprekers, docenten, bibliotheek,
medestudenten, schrijvers.
• Spreid verantwoordelijkheden, werk samen met
collega’s.
• Zet in op het effect van een olievlek. Deel
goede resultaten met collega’s, met andere
opleidingen in je eigen instelling.
• Plan niet alleen tijd in om te lezen, maar
besteed aandacht aan de verschillende fases
van lezen; hoe kies je een boek? Wat is er nodig
om geconcentreerd te kunnen lezen, welke
leesstrategieën heb je bij lezen nodig? En hoe
verwerk je de informatie?
Uit de voorbeelden in dit boekje blijkt dat
activiteiten gericht op leesmotivatie en
leesplezier, goed ondergebracht kunnen worden
in het curriculum. Daarvoor heb je een lange adem
én creativiteit nodig, en is het belangrijk te blijven
zoeken naar verbindingen.
We wensen je veel succes en creativiteit!
42
Bronnen
Fouarge, D., Houtkoop, W. & Velden, R.
van der (2011). Laaggeletterdheid in Nederland.
Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills
Survey (ALL). Utrecht: Expertisecentrum
Beroepsonderwijs.
Gille, E., Loijens C., Noijons, J. & Zwitser, R.
(2010). Resultaten PISA-2009, Praktische kennis en
vaardigheden van 15-jarigen. Arnhem: Cito.
Kordes, J., Bolsinova, M., Limpens, G.
& Stolwijk, R. (2013). Resultaten PISA-2012,
Praktische kennis en vaardigheden van 15-jarigen.
Arnhem: Cito.
Mullis, I.V.S., Martin, M.O., Foy, P. & Drucker,
K.T. (2012). PIRLS 2011 international results in
reading. Chestnut Hill, MA: Boston College.
OECD (2011), Education at a Glance 2011: OECD
Indicators. OECD Publishing.
www.leesmonitor.nu
43
44
Download