Hoekenfiche

advertisement
Hoekenfiche BAKO-BALO
1. HOEK: MANIPULATIEHOEK
2. LESONDERWERP/ACTIVITEIT:
E.A. Hoekenwerk: Manipulatiehoek: watertafel
3. SITUERING IN LEERPLAN & LEERPLANDOEL:
Wiskunde L
- 1.2.13 De begrippen licht, lichter, het lichtst, zwaar, zwaarder, het zwaarst kunnen gebruiken bij het
vergelijken van gewichten.
- 1.4.03 het kunnen hanteren van algemeen bruikbare oplossingsmethodes en houdingen, waarvan
de toepassingsmogelijkheden niet beperkt blijven tot de wiskunde zoals: - hypothesen formuleren en
controleren;
Wiskunde KO
- 5.4.3.1.1 ervaren dat dingen eigenschappen hebben en kunnen dat verwoorden.
- 5.4.3.2.3 dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee
gemeenschappelijke kenmerken.
Wereldoriëntatie
- 3.1.2.2 Samenwerken met anderen in de groep, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
- 3.1.2.7 en OD MM 1.10
In concrete situaties met de hulp van een volwassene afspraken maken.
-3.2.6.27 Aan de hand van een al dan niet zelf gevonden eigenschappen (bijv. sterkte, hardheid,
brandbaarheid, weerbestendigheid, veerkracht, gewicht, absorptievermogen, drijfvermogen,
stroomgeleiding, warmtegeleiding, oplosbaarheid, mengbaarheid) veel voorkomende grondstoffen
en materialen ordenen.
4. ACTIVITEITENDOELEN:
C: verwoorden welk materiaal (niet) zinkt
PM: testen van materialen op eigenschappen
DA: houden zich aan de afspraken.
DA: gaan respectvol om met het materiaal.
5. BEGINSITUATIE:
- 14 (Groepjes van 2)
- De leerlingen zijn vertrouwd met alle materialen
- De activiteit gaat door in de manipulatiehoek
- De watertafel is gemaakt om met om met 2 te spelen.
- De kleuters worden begeleid door de leerkracht. Het eerste leerjaar gaat zelfstandig aan de slag.
Alle materialen liggen ter beschikking en er is voldoende plaats om te experimenteren met alle
materialen.
- Er is ook een blad aanwezig met een overzicht op van welk materiaal er (niet) zinkt. Ze plakken de
materialen in de juiste kolom.
De leerkracht heeft ook een verbetersleutel.
6. OPDRACHTEN/SPELVERLOOP:
Inleiding:
Er liggen verschillende materialen ter beschikking namelijk knikker, kurk, sleutel, schaar, lepel,…
De leerkracht toont een filmpje aan de leerlingen over drijven en zinken.
http://www.schooltv.nl/video/zinken-en-drijven-spelen-met-de-watertafel/#q=drijven%20zinken
( een mogelijkheid hier is om flipping the classroom aan te bieden. De leerlingen van het eerste
leerjaar kunnen thuis het filmpje eventueel al bekijken.)
De leerkracht duidt achteraf nog even de belangrijkste zaken aan. Wat is drijven, wat is zinken?
Daarna bekijken ze samen de opdrachten die hen te wachten staan. Het is belangrijk goed te
benadrukken dat ze op voorhand moeten nadenken (zonder te testen!) of een materiaal zou drijven
of zinken.
De leerkracht maakt afspraken met de leerlingen in verband met de watertafel.
Ze mogen experimenteren maar dat betekent niet dat ze mogen spelen; water gooien naar elkaar,
materiaal dat niet aan bod komt erin steken,…
Kern
Er zijn twee stapels kaartjes aanwezig; beide stapels hebben dezelfde kaartjes met elk een soort
materiaal op.
Eerst gebruiken ze de eerste stapel en voorspellen ze. Bijvoorbeeld: kaartje met knikker op, zou dat
passen in de kolom van drijven of zinken? Dit doen ze voor alle kaartjes van de eerste stapel.
Ze mogen het materiaal al eens vastnemen, eens voelen. De leerkracht stelt enkele bijvragen. Laat
eventueel al eens
Daarna trekken ze kaartjes en experimenteren ze, drijft het materiaal of zinkt het? Ze mogen het
materiaal in het water leggen. Leerkracht stelt bijvragen, de leerlingen vergelijken nogmaals. Wat is
er lichter/zwaarder?
Achteraf kunnen ze dan vergelijken tussen de voorspelling en de test.
Slot
Zijn de leerlingen klaar met experimenteren? Dan komt de leerkracht tussen om een test te doen
met de kinderen. De leerkracht heeft een bolletje klei bij. Zou dat zinken of drijven?
De kinderen mogen experimenteren, het bolletje klei zinkt.
Maar wat als de klei een vorm aanneemt van een bootje? We laten de kinderen eerst voorspellen.
Dan zien we dat klei in de vorm van een bootje wel drijft.
Hier maken we duidelijk dat niet enkel het materiaal van belang is maar ook de vorm.
Differentiatie:
- De differentiatie ligt voornamelijk in de rol van de leerkracht.
Tijdens het experimenteren begeleidt de leerkracht sterk bij de kleuters waar bij het eerste leerjaar ze
zelfstandig aan de slag gaan en de leerkracht coacht.
- De leerlingen van het eerste leerjaar kunnen het filmpje reeds op voorhand bekijken (flipping the
classroom). Zo duurt de instructie niet lang en kunnen ze onmiddellijk aan de slag.
- Een andere vorm van differentiatiemateriaal is, na het experimenteren, het maken van een voorwerp
(bootje) dat kan blijven drijven. Er moet een legomannetje op kunnen vervoerd worden.
Ter inspiratie heb ik enkele afbeeldingen mee van bootjes gemaakt met ‘alledaags’ materiaal.
7. MEDIA:
-
-
Watertafel
Materiaal zoals klei, knikkers, kurken, centjes, pingpongbal, blaadje (boom), schaar,
wasknijper, sleutel, rietjes en lepel
Handdoeken
2 x 2 stapels kaartjes
2 overzichtsbladen
Download