thema mundi en het ontstaan van ons zonnestelsel

advertisement
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
HET THEMA MUNDI
EN HET ONTSTAAN VAN
ONS ZONNESTELSEL
EEN HEEL ANDERE KIJK
OP DE HUIDIGE VISIE
De hedendaagse wetenschap veronderstelt, dat een zonnestelsel als het onze ontstaat uit een gigantische
wolk (honderden lichtjaren in omvang) van elementen en deeltjes die door rotatie en zwaartekracht een ster
in het midden vormen met planeten eromheen. De Aarde zou tegelijkertijd of, kosmisch gezien, korte tijd later
dan de Zon gevormd zijn, nu ongeveer 4½ miljard jaar geleden. Dat onze Zon deze leeftijd heeft, wordt
onderschreven. Met argumenten uit dezelfde hedendaagse wetenschap wordt hier echter de stelling
verdedigd, dat het ontstaan van onze Aarde en zijn Maan, evenals die van de andere planeten in ons
zonnestelsel heel anders is verlopen. Een van de argumenten tegen het ontstaan van planeten door het
samentrekken van een gigantische wolk is, dat de signatuur van het element waterstof (H) in bijv. Jupiter
anders is dan die van onze Zon. NASA heeft dit nog niet zo lang geleden vast moeten stellen, hoewel het
experiment juist was opgesteld om aan te tonen, dat het waterstof op de Zon en van Jupiter dezelfde
oorsprong zou zijn. Het bleek echter helemaal anders.
Een ander argument tegen de huidige visie is het voorkomen van ijzer in het centrum van alle planeten.
Afb. 1 toont de lagen, waaruit onze planeet is
opgebouwd. Wij leven op een heel dunne
korst met tektonische activiteit die de
continenten doet verschuiven. Onder de
korst komen enkele andere lagen voor. In het
centrum van de Aarde bevindt zich een bal
van vast uit ijzer dat onder normale
omstandigheden vloeibaar zou zijn wegens
de temperatuur, maar door de druk kan het
ijzer niet smelten. De temperatuur daar is
gelijk aan die aan de oppervlakte van onze
Zon, 5430 graden Celsius.
De laag om de vaste bal in het centrum bestaat uit een vloeibare ijzer-nikkel-legering die beweegt, waardoor
een magneetveld kan worden opgewekt. Het magneetveld is cruciaal voor het leven op Aarde, omdat dit het
grootste deel van schadelijke straling van de Aarde tegenhoudt.
1
Nu wil het feit, dat alle planeten in ons zonnestelsel in hun centrum een dergelijke ijzerkern bevatten; dat geldt
zelfs voor de gasreuzen. Kosmologen en andere wetenschappers stellen vast, dat ook onze Maan een vaste,
ijzerrijke kern heeft met een radius van 150 km, waaromheen zich een vloeibare ijzerkern bevindt.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Waar komt al dat ijzer vandaan? Het is eerst nodig uit te leggen, hoe ijzer en andere elementen ontstaan,
alvorens de stelling te kunnen verdedigen, dat onze Aarde en de andere planeten van het zonnestelsel op
andere wijze zijn ontstaan dan het huidige denkbeeld kenmerkt.
De lichtste elementen waterstof (H), helium (He), lithium (Li) en kleine hoeveelheden van beryllium (Be)
werden al gevormd in de vroege dagen van het universum na de Big Bang volgens de kenners van die theorie.
Kernfusie in sterren zet waterstof om in helium. In sterren met minder massa dan onze Zon is dit de enige
reactie die plaatsvindt. In sterren die tot acht maal zwaarder zijn dan onze Zon kunnen elementen tot koolstof
(C) en zuurstof (O) gevormd worden. In nog zwaardere sterren worden ook silicium (Si) en ijzer (Fe) gevormd.
Elementen zwaarder dan ijzer kunnen niet ontstaan met kernfusie. Hiervoor zijn supernova’s nodig. Een proces
dat neutroneninclusie wordt genoemd, leidt tot het vormen van zwaardere elementen dan ijzer. Deze
neutroneninclusie kan snel of langzaam gebeuren, wat tot de vorming van verschillende elementen voert.
IJzer komt dus pas tot leven in vrij zware sterren die al dan niet tot supernova´s zijn overgegaan. Om het
voorkomen van alle ijzer in ons zonnestelsel te kunnen verklaren zijn heel wat supernova´s nodig die dan ook
nog eens in de buurt van elkaar plaatsgevonden zouden moeten hebben. Dat is zeer onwaarschijnlijk. Veel
aannemelijker is de veronderstelling dat de kernen bestaande uit ijzer en nikkel die in schijnbaar alle planeten
voorkomen, restanten zijn van sterren die hun periode van kernfusie al achter zich hebben. De stelling die hier
dan ook verdedigd wordt, is, dat iedere planeet met een ijzerkern een ster is geweest. Deze stelling die hier
wordt neergelegd, vereist een heel nieuw model voor de vorming van op zijn minst ons zonnestelsel. Deze
stelling houdt onmiddellijk in, dat onze Aarde veel ouder is dan onze Zon waarvan het proces van kernfusie pas
halverwege is. De stelling houdt niet alleen in, dat onze Aarde eerst een ster is geweest, maar hetzelfde geldt
voor de Maan die nu als satelliet om de Aarde draait. Even enkele feiten over de Maan:
Het huidig geaccepteerde model van de vorming van
onze Aarde en Maan is een gigantische inslag van een
protoplaneet ter grootte van Mars met onze Aarde.
De kern van de Maan bestaat hoofdzakelijk uit ijzer met
geringere hoeveelheden van andere elementen, zoals
zwavel.
De Maan beweegt zich ieder jaar met een gemiddelde
van 3,74 cm van de Aarde vandaan.
De vloeibare ijzerkern roteert nagenoeg niet.
Verder draait de Maan niet meer om haar eigen as.
De maan staat letterlijk stil en ´kijkt´ steeds met dezelfde kant naar de Aarde toe. Alle sterren en alle planeten
roteren, maar waarom is de Maan opgehouden met draaien? Dit feit en het feit dat de Maan steeds verder
weg van de Aarde beweegt, ondersteunt de stelling, dat de Aarde en Maan veel dichter bij elkaar hebben
gestaan of zelfs in elkaar zijn gevloeid, maar dan niet met een gigantische inslag. Er is een aantal scenario´s
denkbaar.
2
Zo kan de Aarde toen die nog een ster was, de Maan als planeet in een baan om zich heen hebben gehad. Dat
veronderstelt, dat de Maan nog veel ouder is dan de Aarde zelf. Het is ook denkbaar, dat de Aarde en Maan
beide als sterren een dubbelster stelsel hebben gevormd. De ene ster (Aarde) kan van zwaar kaliber zijn
geweest en de elementen zwaarder dan ijzer gevormd hebben, terwijl de andere ster (Maan) van lichtere orde
was en alleen elementen, zoals koolstof, stikstof en zuurstof heeft gevormd. Dubbelsterren komen veelvuldig
in het zichtbare universum voor. In veel gevallen draagt de ene ster substantie aan de andere over.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Een nieuwe studie die gebruik maakte van de
European Southern Observatory Very Large
Telescope, heeft aangetoond, dat de meeste, zeer
heldere, zware sterren, die de evolutie van
Melkwegen voortdrijven, niet alleen voorkomen.
Bijna driekwart van deze sterren blijkt een
begeleidende ster dichtbij te hebben; dat is veel
meer dan tot nu toe werd gedacht. Verassend was
ook, dat de meeste sterrenparen ontwrichtende
interacties meemaken, zoals massa-overdracht van
de ene ster naar de andere. Deze resultaten zijn
gepubliceerd in de uitgave van Science op 27 juli
´12.
In plaats van een heftige inslag tussen de planeet Aarde en protoplaneet Maan, waarbij materie alle kanten
zou opvliegen, is het idee van een dubbelster met massa-overdracht niet alleen veel eleganter, maar ook veel
waarschijnlijker. Het verklaart het dichterbij komen van beide hemellichamen en het momenteel weer verder
weg bewegen van elkaar. Het biedt ook de verklaring voor het ontbreken van rotatie van de Maan.
(Meer astronomische gegevens over de planeten staat in Appendix I achterin.)
Met deze informatie gaat deze verhandeling nu verder met het THEMA MUNDI.
Het Thema Mundi is een
horoscoop uit de Oudheid die
het ontstaan van de Kosmos
moet voorstellen volgens
enkele klassieke astrologen.
Letterlijk betekent Thema
Mundi: het onderwerp van de
wereld. De wereld is echter
niet de Kosmos maar wel de
Aarde. De horoscoop van het
Thema Mundi stelt dan ook
eerder het ontstaan van de
Aarde voor. Maar wat kunnen
de
Ancients
(Nechepso,
Petosiris, Hermes Trismegistus
ermee bedoeld hebben?
Latere astrologen als Valens en
Maternus schrijven, dat het
Thema Mundi voor didactische
doeleinden gebruikt werd.
Door de horoscoop van het
Thema Mundi worden zeker
astrologische
concepten
duidelijk.
3
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Dat is voor iedere serieuze beoefenaar van astrologie een onomstotelijk feit. Maar niemand verklaart, waarom
de horoscoop van het Thema Mundi het Teken Kreeft rijzende heeft met de Maan exact op de Ascendant. Wat
is de bedoeling van de Ancients geweest om deze Ascendant te kiezen? Was het wel een keuze? Of zit er een
astronomische waarheid achter?
Met de boven verdedigde stelling dat de Aarde een ster is geweest en met de plattegrond van het Thema
Mundi wordt nu de stelling gehandhaafd, dat de ster Aarde de planeet Maan naar zich toe getrokken heeft,
toen de ster Aarde door zijn kernfusie heen was en enorm begon te vergroten. Alle (belangrijke) materie en
wellicht zelfs het fysieke leven zijn door de Maan aan de afkoelende ster Aarde afgestaan. De geboorte van de
planeet Aarde wordt in het Thema Mundi precies weergegeven door de positie van de Maan exact op de
Ascendant: de ineenvloeiing van de planeet Maan met de afkoelende ster Aarde. Na de overdracht is de massa
van de Maan sterk afgenomen en is de inwendige rotatie tot stilstand gekomen. De Maan beweegt nu
langzaam weg van de planeet Aarde.
Vettius Valens heeft 2000 jaar geleden een bloemlezing geschreven over de Hellenistische astrologie die
tussen 200 en 100 v.C. ineens binnen een tijdsbestek van 50 jaar op het toneel verscheen. In de beschrijving
van de vijf planeten (buiten onze Aarde) spreekt hij consequent over de ster van Hermēs (Mercurius), de ster
van Aphroditē (Venus), de ster van Arēs (Mars), de ster van Zeus (Jupiter) en de ster van Kronos (Saturnus). Dat
hij het steeds heeft over de ster van wat wij nu planeten noemen, is voor de esotericus een argument, dat
planeten sterren zijn geweest. Alle planeten hebben een ijzerkern in het centrum! Onze planeet wordt
overigens (met recht) de planeet van lijden genoemd.
Nu worden de overige astrologische associaties uit het Thema Mundi besproken. Er wordt overigens ervan
uitgegaan, dat de lezer al bekend is met enkele astrologische begrippen, zoals Tekens, Domicilieheren,
Exaltatieheren, topische Plaatsen (Huizen) en verschillende Lots.
Het Thema Mundi heeft Kreeft rijzend in de 15 e graad met de Maan exact in deze graad. De Zon in Leeuw,
Mercurius in Maagd, Venus in Weegschaal, Mars in Schorpioen, Jupiter in Boogschutter en Saturnus in
Steenbok staan ook ieder in exact de 15e graad van hun Tekens. Een oplettende astroloog zal onmiddellijk en
terecht aanvoeren, dat de posities van Mercurius en Venus niet kunnen kloppen, want Mercurius kan zich niet
op 30 graden van de Zon bevinden en Venus niet op 60 graden van de Zon. Dat klopt voor ons huidig
zonnestelsel met de huidige planeetbanen. De posities in het Thema Mundi wijzen er juist op, dat de planeten
niet in dit zonnestelsel ontstaan zijn. Pas toen ze erbij kwamen, namen ze een baan om onze huidige Zon.
Door de plaatsing van de Maan in Kreeft en de Zon in Leeuw worden deze twee Lichten de Domicilieheren van
deze Tekens. Een Domicilieheer is overigens niet de ´baas´, maar een manager en leverancier van het Teken.
Dat is een groot verschil met de visie van de moderne astrologie, die de Domicilieheren juist als de Dispositor
of baas van die Tekens benoemt. Domicilie komt van Domus dat thuis betekent.
De vijf echte planeten worden vanaf de Zon in zodiakale volgorde geplaatst in de rangorde Mercurius, Venus,
Mars, Jupiter en Saturnus. In de Tekens boven de horizon in de horoscoop staan geen planeten vermeld. Deze
vijf overblijvende Tekens worden door dezelfde vijf planeten in dezelfde volgorde geplaatst worden, maar nu
vanaf de Maan (met de wijzers van de klok mee). Dan hebben de planeten ieder twee Domicilies, waarover ze
als manager en leverancier iets te zeggen hebben.
4
Een volgend concept uit het Thema Mundi zijn de topische Plaatsen. Het Teken waarin de Ascendant staat, is
per definitie de 1ste topische Plaats (modern: Huis). Er zijn overigens geen Huizen, zoals die momenteel wel
worden gehanteerd. Er zijn wel Domicilies en die behoren aan de planeten. Onthoud: ´Domus´ betekent huis.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Vertaal en interpretatiefouten hebben ertoe geleid, dat er nu veel verschillende Huizensystemen bestaan.
Verschillende astrologen hebben geprobeerd tussenliggende Huiscuspen te berekenen. Alle methoden slaan
echter de plank mis, omdat er simpelweg geen Huizen zijn. Wat astronomisch en astrologisch wel bestaat, is de
as Ascendant-Descendant. Nadat de Ascendant bepaald heeft, welk Teken de 1ste Plaats wordt, liggen daarna
per definitie alle andere elf Plaatsen vast: één Teken is één Plaats. Deze Plaatsen krijgen hun betekenissen en
onderwerpen door hun specifieke beweging gedurende de dag. Voor meer uitleg van de topische Plaatsen
wordt naar het artikel: de astrologische Huizen verwezen.
Het volgende concept uit het Thema Mundi is de Aspectleer. Tekens kunnen elkaar zien of niet.
Venus in Weegschaal maakt
een sextiel met de Zon. Het
sextiel (Hexagon of zeshoek) is
een aspect met een zwak
gunstige invloed en Venus is de
kleine Benefic.
Mars, de kleine Malefic, maakt
vanuit Schorpioen een vierkant
(Tetragon) met de Zon, een
gespannen aspect.
Jupiter is de grote Benefic die
vanuit Boogschutter in een
driehoek (Trigon) met de Zon
staat, het aspect met een zeer
gunstige invloed.
Saturnus, de grote Malefic,
maakt vanuit Steenbok geen
aspect met de Zon. Pas als de
vijf planeten in de Tekens
boven de horizon worden
ingevuld,
ontstaat
het
oppositie-aspect (Diameter):
Saturnus staat via Waterman in
oppositie met de Zon. Het
oppositie-aspect verbindt als
het ware de onderste en
bovenste hemisfeer.
Mercurius maakt ook geen aspect met het Licht dat aan zijn Domicilie grenst. Mercurius in Tweelingen staat
disjunct (in aversie) met de Maan. Net zoals bij de oppositie maakt Mercurius eerst een aspect door naar het
andere Licht te kijken. Mercurius in Maagd staat sextiel met de Maan.
Mercurius en Saturnus staan in aversie met het Licht dat het dichtstbij staat. Ze verbinden de twee helften
onder en boven de horizon pas via aspect met het andere Licht.
5
Vanaf de Maan gezien, geldt het hele zelfde verhaal, maar dan in tegengestelde richting. De Maan staat sextiel
met Venus in Stier, in vierkant met Mars in Ram en in driehoek met Jupiter in Vissen. (Het oppositie-aspect van
de Maan met Saturnus is niet weergegeven om de tekening duidelijk te houden.)
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Vervolgens worden de Exaltatieheren in de horoscoop alvast (in het midden) ingetekend, voordat uitgelegd
wordt hoe de planeten en Lichten vanuit hun Domicilies hun Exaltaties bereiken. De Domicilieheren zijn ook
ingevuld. De horoscoop van het Thema Mundi ziet er dan als volgt uit:
Om de Exaltaties te kunnen
verduidelijken moet eerst het
concept van ‘Sect’ uitgelegd
worden. Sect of partij is de
vertaling van het Griekse
woord ‘hairesis’.
De twee Lichten en de vijf
planeten worden in twee
groepen verdeeld. Er is een
groep die tot de dag behoort
en een groep die tot de nacht
behoort. Het moge duidelijk
zijn, dat de Zon en de dag bij
elkaar horen, evenals de Maan
en de nacht.
De overige planeten worden
over de twee Lichten verdeeld.
Tot de partij van de Zon
behoren Jupiter en Saturnus.
Waarom dat zo is, heeft met de
bijzondere bewegingen (Fasen)
te maken die de planeten
maken. De Zon heeft vier
bewegingen,
namelijk
de
seizoenen.
Er zijn twee solstitia en twee equinoxen die de aanvangen van de seizoenen aanduiden. De Maan heeft ook
vier kenmerkende Fasen, zoals Nieuwemaan, Eerste Kwartier, Vollemaan en het Tweede Kwartier, maar er zijn
meer Fasen, zoals wassende Maan, bolle Maan, en afnemende Maan. Er zijn meer Maanfasen denkbaar, maar
waar het om gaat, is dat de Maan veelzijdiger is in het aantal bewegingen. Jupiter en Saturnus maken ook een
aantal bewegingen (5) dat meer vergelijkbaar is met dat van de Zon. In relatie met de Zon worden ze voor het
eerst zichtbaar in het Oosten, ze gaan van direct naar retrograde, ze rijzen acronisch (als de Zon in het Westen
ondergaat, rijzen ze in het Oosten. Ze staan dus in oppositie op dat moment.) Ze gaan van retrograde naar
direct en ze gaan heliacaal onder in het Westen.
6
Venus heeft meer bewegingen. Ze komt op in het Oosten (ochtendster) in retrograde beweging, gaat direct
lopen, gaat weer heliacaal onder, maakt een conjunctie met de Zon, komt op in het Westen (Avondster), gaat
weer retrograde lopen en duikt weer heliacaal weg. Omdat ze meer bewegingen maakt, wordt ze tot de groep
van de Maan gerekend, de nachtplaneten. Mars heeft dezelfde bewegingen als Jupiter en Saturnus, maar
hoort toch tot de partij van de Maan, omdat hij nog een tweetal bijzondere momenten kent. Zodra Mars in
vierkant komt met de Zon, blijft hij wel tot zes maanden in hetzelfde Teken staan. Normaliter staat hij 2 tot 3
maanden in een Teken. Geen enkel andere planeet doet zoiets opvallends. Mercurius heeft hetzelfde aantal
bewegingen als Venus en is een planeet die meer tot de nacht behoort, maar zijn inherent duale karakter
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
maakt, dat hij zich richt tot het Licht waar hij een grotere relatie mee heeft. Als Mercurius voor de Zon opkomt,
dan behoort hij tot de dag. Komt Mercurius na de Zon op, dan behoort hij tot de nacht.
Dan terug naar de Exaltaties: de Zon staat in Exaltatie in Ram, het 10 e Teken van de horoscoop, de plaats waar
de Zon het meest Zon kan zijn, midden op de dag op het hoogste punt aan de hemel. De Zon verplaatst zich
volgens het Thema Mundi via driehoek van Leeuw naar Ram (de blauwe lijnen).
Saturnus heeft Steenbok en Waterman als zijn Domicilies, maar als dagplaneet voelt hij zich veel beter in de
mannelijke Waterman. De Exaltatie van Saturnus is Weegschaal, ook een verplaatsing via driehoek.
Alleen al wegens analogische redenen moet Jupiter zich dan ook verplaatsen via driehoek. Als Jupiter dat doet
vanaf Boogschutter, dan kan die in Ram of Leeuw uitkomen. Maar beide tekens kunnen niet. In Ram staat de
Zon al verhoogd en in Leeuw kan geen planeet in Exaltatie staan. De drie dagplaneten hebben namelijk elk een
Domicilie dat ze met niemand anders delen: De Zon in Leeuw, Jupiter in Boogschutter en Saturnus in
Waterman. Dan kan Jupiter zich alleen nog vanaf Vissen via driehoek verplaatsen. Dan komt hij uit in Kreeft of
in Schorpioen. De laatste vervalt, omdat zoals we nog zullen zien, in Schorpioen geen planeet in Exaltatie kan
staan, omdat in dit Teken de Maan in Depressie (in val) staat; en ´er kan niets verhoogd staan, waar de Maan
in Depressie staat´.
Dan de nachtplaneten: de Exaltaties van de Maan, Venus en Mars staan sextiel (groene lijnen) met een van
hun Domicilies.
De Maan staat in Stier in Exaltatie, het 11e Teken van de horoscoop, dat op de 1 ste en 10e na, de beste Plaats is
in een horoscoop. De exacte graad van Exaltatie voor de Maan is 3 graden Stier. De Zon staat in de 19 e graad
van Ram verhoogd. Hun onderlinge afstand bedraagt 14 graden. Niet alleen is dit een getal dat tot de Maan
gerekend kan worden, maar het is ook de afstand waarop de Maan voor het eerst als kleine sikkel zichtbaar
wordt aan de westelijke horizon na de synodische conjunctie van de Zon en Maan.
Venus dient dan ook via sextiel haar Teken van Exaltatie te bereiken. Nachtplaneet Venus voelt zich beter thuis
in het vrouwelijke Teken Stier dan in Weegschaal. Vanuit Stier wordt via sextiel Kreeft of Vissen bereikt. Kreeft
kan niet meer, want daar staat Jupiter al in Exaltatie; dus blijft Vissen over.
Nachtplaneet Mars voelt zich beter in Schorpioen dan in Ram. Vanuit Schorpioen wordt Maagd of Steenbok
bereikt via sextiel. Mars staat in Steenbok in Exaltatie. Waarom het niet Maagd is, wordt duidelijk, als
Mercurius zijn Exaltatie krijgt toegewezen.
Mercurius heeft meer affiniteit met Maagd dan met Tweelingen. Maar Mercurius verplaatst zich niet via
aspect met de Lichten. Waar de nachtplaneten via sextiel hun Exaltaties bereiken en de dagplaneten via
driehoek, daar blijft Mercurius op zijn (favoriete) Plaats, Maagd. En omdat Maagd bezet is, kan Mars hier niet
in staan, en krijgt hij Steenbok.
7
Nog een ander concept: de Vreugden van de planeten en Lichten. De twee Lichten en vijf planeten hebben niet
alleen Domicilies en Exaltaties, maar ook Plaatsen waar ze in Vreugde staan. Het gaat hier om Vreugde in
relatie tot de Ascendant en de topische Plaatsen. Er is ook een Vreugde in relatie tot de zodiak (de Tekens). Die
is al kort aangeroerd: Zodiakaal voelt Mercurius zich goed in Maagd, Venus in Stier, Mars in Schorpioen, Jupiter
in Boogschutter en Saturnus in Waterman.
Vanaf hier gaat het om Vreugde in relatie tot de horizon, de Ascendant, en de daarmee vaststaande overige elf
topische Plaatsen.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
De Zon staat in Vreugde in de
9e Plaats die Theos of God heet.
De Maan staat in Vreugde in de
3e Plaats die Thea of Godin
wordt genoemd. De twee
Benefics staan in 5 en 11. De 5e
Plaats heet Bona Fortuna (goed
geluk), waarin Venus, de kleine
Benefic staat. Jupiter, de grote
Benefic, staat in Vreugde in 11
die Bonus Spiritus (goede
geest) heet. De twee Malefics
zullen naar analogie juist in
twee ongunstige Plaatsen in
Vreugde staan. Mars, de kleine
Malefic, staat in Vreugde in de
6e Plaats, Mala Fortuna (slecht
geluk). Saturnus, de grote
Malefic, staat in Vreugde in de
twaalfde Plaats Malus Spiritus
(kwade geest). Mercurius staat
in 1 in Vreugde, het Teken
waarin de Ascendant staat, die
ook de dag van de nacht
onderscheidt. Niet zo vreemd
dat de duale Mercurius zich
juist hier in Vreugde bevindt.
Merk op, dat de dagplaneten boven de horizon in Vreugde staan en de nachtplaneten juist onder de horizon.
De Lichten en planeten hebben, zover bekend, geen exacte graden waar ze in Vreugde staan. Maar die kunnen
conceptueel wellicht afgeleid worden. Daar wordt verderop nader ingegaan.
Voor het moment is het van belang de drie ontstane ringen met planeten en Lichten te zien: de Domicilies
(buitenste ring), de Exaltaties (middelste ring) en de Vreugden (binnenste ring).
8
(Voor het volgende wordt wederom verwezen naar het andere artikel op deze website: de astrologische
Huizen.) De diagonalen verdelen de horoscoop in vier sectoren van elk drie Plaatsen. Kijken we naar het
bovenste drietal, dan zien we Plaats 10 met aan weerszijden Plaats 11 en Plaats 9. Het uitgangspunt is de
Hoekplaats 10. Plaats 11 volgt na het 10e Teken, wat de reden is, waarom 11 een Opvolgende Plaats heet.
Plaats 9 beweegt zich juist weg van de 10e Plaats, en wordt daarom een Vallende Plaats genoemd.
Uitgangspunt Plaats 10 heeft met onze acties te maken, het beroep, het aanzien, de reputatie, de eer, de rang
en promoties. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat de Zon hier in staat. Plaats 11 heeft als Opvolgend Teken
de taak Plaats 10 te ondersteunen. Deze Plaats heet Bonus Spiritus en heeft de drie traditionele Benefics erin
staan. Naast Jupiter en Venus werd de Maan een benefic rol toebedeeld. Plaats 9 begeleidt Plaats 10 in zijn
beweging over de top. Onderwerpen die hierbij horen, zijn o.a. de Koning, leiders, religie, esoterie en
opleiding. De plaatsing van de Zon (Koning), Jupiter (esoterische) kennis en Venus (uitvoering van rituelen)
maken de onderwerpen van deze Plaats begrijpelijk.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Bekijken we de sector van Plaats 1 met aan weerszijden Plaatsen 2 en 12, dan worden de onderwerpen ook
duidelijk door de plaatsing van de Lichten en planeten. Plaats 2 is de ondersteuning voor Plaats 1 die het
lichaam (corpus), leven (vita) en geest (ingenium) voorstelt. De enige die in Plaats 2 staat, is de Zon. Plaats 2
heet bios (leven). De inherente betekenis van goud correleert deze Plaats met bezittingen en geld. Voor de
nieuwe planeet Aarde is het de Zon die ondersteunt en voedt.
Niet alle mogelijke analogieën zullen hier besproken worden, maar enkele zullen we nog toelichten:
Plaats 3 die o.a. met broers en zussen te maken heeft, heeft Mercurius en de Maan erin staan.
Plaats 5 (kinderen) heeft Mars en Venus (jongens en meisjes).
In Plaats 6 staan Jupiter en Mars. De Ancients beschrijven deze Plaats als Mala Fortuna. Slecht Geluk: Pech, de
minderwaardige vallende Plaats. Vergelding (Paulus). Plaats tussen werelden (Rhetorius). Verwondingen en
ongelukken. Ziekte, zwakte. Slaven, vijanden en hun samenzweringen. Wraak (Hermes); viervoetige
(Rhetorius). Plaats 6 is in vele opzichten een ongunstige plek, wat door vele onderwerpen duidelijk wordt.
Jupiter heeft ook met deze Plaats een associatie in het Thema Mundi en wijst op het wegnemen van de te
dragen lasten door slaven of viervoetige dieren.
In Plaats 7 die de ondergaande plek heet en met de dood te maken heeft, staan de twee Malefics. Valens
beschrijft de significaties van de planeten en plaats het huwelijk o.a. bij Mars. Dat lijkt vreemd voor deze kleine
Malefic, maar vanuit het Thema Mundi begrijpelijk. Het huwelijk hoorde Hellenistisch bij de Plaatsen 7 en 10.
In beide staat Mars.
Niet alle onderwerpen van de twaalf Plaatsen worden direct begrepen. Plaats 12 heeft de volgende
kwalificaties: Kwade Geest. Vijanden. Slaven, en slavernij. Viervoetige. Gevaren. Ziekten en (soms dodelijke)
verwondingen. Reizen naar het buitenland in de zin van verbanning. Rechtbanken (Valens). Eigendom en
levensonderhoud (Hermes).
Vooral de toewijzingen van Hermes Trismegistus lijken niet in deze opsomming te thuis te horen. We kunnen
die wel begrijpen, als we de Hellenistische Lots-concepten erbij nemen.
9
Er zijn twee heel belangrijke Lots: het Lot van Fortuna (ì) en het Lot van de Daimon (ë). Beide Lots worden
mathematisch bepaald door de onderlinge afstand van de Zon en de Maan in een bepaalde richting vanaf de
Ascendant uit te zetten. Het Lot van Fortuna heeft met gebeurtenissen te maken die we ondergaan zonder
inwerking van onze acties en keuzes. Hier valt het Lot ons toe; dat kan zowel gunstig als ongunstig zijn. De
formule voor het Lot van Fortuna in een daghoroscoop is: 1 + (d – s). De Zon stelt actie voor, maar ook
selectie, het bewustzijn. De Maan is juist verzameling en het onbewuste. Conceptueel wordt in het Lot van
Fortuna de Zon (acties) van de Maan (het toeval) afgetrokken, zodat die laatste alleen overblijft. Maar toeval
betekent hier niet willekeur, zoals in ‘at random’, maar gebeurtenissen die ons toevallen. In een formule is dat
Maan minus Zon of d - s. Men start in deze formule met de Zon en gaat dan in zodiakale volgorde naar de
Maan toe. In het Thema Mundi bedraagt deze afstand 330 graden (bijna de hele cirkel rond). Deze afstand
wordt nu vanaf de Ascendant uitgezet tegen de volgorde van de Tekens in, omdat het Thema Mundi een
nachthoroscoop is. Als nu 330 graden vanaf de Ascendant met de wijzers van de klok mee worden geteld, dan
komt men uit op 15 graden Leeuw. De formule voor het Lot van Fortuna in een nachthoroscoop is:
1 – (d – s). (Let op het minteken na de Ascendant.) In een daghoroscoop wordt een Lot vanaf de
Ascendant in de volgorde van de Tekens uitgezet.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Het andere, belangrijke Lot is dat van de Daimon (ook wel Spirit genoemd) dat juist alle gebeurtenissen laat
zien die het gevolg zijn van de acties die we juist zelf ondernomen hebben. Dit Lot is sterk gelieerd aan het
beroep. Conceptueel wordt het toeval (de Maan) weggehaald, zodat de Zon alleen overblijft. In een formule is
dat Zon minus Maan of s - d. Men start in deze formule met de Maan en gaat dan in zodiakale volgorde naar
de Zon toe. In het Thema Mundi bedraagt deze afstand 30 graden. Deze afstand wordt nu vanaf de Ascendant
uitgezet tegen de volgorde van de Tekens in, omdat het Thema Mundi een nachthoroscoop is. De formule voor
het Lot van de Daimon in een nachthoroscoop is: 1 – (s – d). In een daghoroscoop zou het verschil juist in
zodiakale volgorde uitgezet worden. De formule voor het Lot van de Daimon in een daghoroscoop is:
1 + (s – d). Maar hier betreft het een nachthoroscoop. Als nu 30 graden vanaf de Ascendant met de wijzers
van de klok mee worden geteld, dan komt men uit op 15 graden Tweelingen, die in Plaats 12 staat. Dan wordt
het begrijpelijker, waarom Hermes aan hier onderwerpen als eigendom en levensonderhoud heeft geplaatst.
Een derde belangrijk Lot is
dat van Basis (β). Er wordt
over geschreven, dat het
verheven is boven de
andere, en de andere Lots in
zich bergt. De formule voor
het Lot van Basis is 2 maal
de kortste afstand tussen de
Zon en de Maan nemen 2 x
(s - d) of 2 x (d - s), en
dit uitzetten vanaf de
Ascendant altijd in zodiakale
volgorde, omdat dit Lot
altijd onder de horizon moet
staat (basis). In het Thema
Mundi is de kortste afstand
tussen Zon en Maan 30
graden, maal twee levert 60
graden op, en uitgezet vanaf
de Ascendant arriveert men
dan op 15 graden Maagd.
Het Lot van Basis staat (als
enige Lot) exact op een
Exaltatiegraad (nl. die van
Mercurius). Interessant dat
de Ancients dit Lot verheven
(Exaltatie) boven alle andere
noemden. De horoscoop
van het Thema Mundi met
deze drie Lots erin ziet er als
volgt uit:
10
Er bestaat ook een Lot van Exaltatie. In een daghoroscoop is de formule: 1 + (19x – s). Conceptueel telt
men het verschil tussen de Exaltatiegraad van de Zon en de positie van de Zon op bij de Ascendant. Als we nu
voor de Ascendant 15b en voor de Zon 15n invullen, dan arriveren we in 19M. Het kan toch geen ‘toeval’
zijn, dat deze graad in de 9e Plaats staat, waar de Zon zich in Vreugde bevindt!
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
In een nachthoroscoop wordt voor het Lot van Exaltatie een hele andere formule gegeven, namelijk: 1 + (3c
– d). Het verschil tussen de Exaltatiegraad van de Maan en de positie van de Maan wordt hier weer bij de
positie van de Ascendant opgeteld. Conceptueel is dit echter niet juist. In een daghoroscoop wordt het verschil
tussen twee Lichten of planeten opgeteld bij de Ascendant. In een nachthoroscoop wordt het juist van de
Ascendant afgetrokken. Het is om deze reden conceptueel correct om het verschil tussen de Exaltatiegraad
van de Maan en de positie van de Maan van de positie van de Ascendant af te trekken, dus 1 – (3c – d). Let
op het verschil van het + en – teken direct na de Ascendant. Vullen we nu in de laatste formule voor de
Ascendant en de Maan 15b in, dan arriveren we in 27m, het 3e Teken en de Plaats waarin de Maan in
Vreugde staat.
We kunnen dit ook doen voor Mercurius: 1 + 15m – f. Omdat Mercurius dezelfde graad als Domicilie en
Exaltatieheer bezet, wordt de uitkomst van deze formule 15b, exact op de Ascendant en in de 1ste Plaats, wat
aangegeven werd als de Vreugde van Mercurius!
Voor de Vreugden van Venus, Mars, Jupiter en Saturnus dienen we ons te wenden tot andere technieken te
wenden. Bovenstaande formules blijken dan niet te werken.
De Plaats waarin Venus in
Vreugde staat, kan afgeleid
worden met het Hermetische
Lot van Venus, dat Eros heet.
De formule voor het Lot van
Venus is: 1 + (g – Daimon) in
een daghoroscoop. Daimon zelf
is overdag 1 + s – d.
Ingevuld in de formule boven:
1 + g – (1 + s – d).
Uitgeschreven wordt dit:
1 + g – 1 – s + d. De
Ascendant valt uit deze
vergelijking weg en we houden
over: g + (d – s). In een
nachthoroscoop moeten we dit
verschil van Zon en Maan juist
aftrekken van de positie van
Venus: g – (d – s). Gaan we
uit van 15 graden Weegschaal
(de radixpositie van Venus in
het Thema Mundi) en trekken
we 330 graden af van die
positie (de afstand van d – s),
dan arriveren we in 15 graden
Schorpioen. Dat is de 5e Plaats
en de Vreugde van Venus.
11
Voor de voorgestelde berekeningen van de planeten Mars, Jupiter en Saturnus wordt verwezen naar Appendix
II achterin.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Nog een belangrijk concept in deze Ancient astrologie zijn de Tripliciteitsheren. Hiervoor bekijken we nog eens
de Vreugden van de Lichten en Planeten:
Kijken we naar de bovenste
sector van de Plaatsen 9, 10 en
11 dan zien we hier de Zon en
Jupiter staan. Deze horen bij de
Tripliciteit van het element
vuur.
In de sector met 12, 1 en 2
staan Saturnus en Mercurius,
de planeten van de Tripliciteit
van lucht.
De Maan en Venus staan in de
sector met Plaatsen 3, 4 en 5
en behoren tot de Tripliciteit
van aarde.
Mars staat (alleen) in de sector
met Plaatsen 6, 7 en 8. Er valt
veel voor te zeggen om Mars
(alleen) toe te kennen aan de
Tripliciteit van water. (Rudolf
Steiner deed dat onder meer.)
We moeten wel aangeven, dat
in Hellenistische astrologie de
planeet Venus overdag over
water heerste als 1ste Heer van
de Tripliciteit.
Dan nu nogmaals terug naar
het onderwerp van SECT:
SECT
DAG
NACHT
x
c
s
v
n
X
d
VUUR
b
m
AARDE
j
g
warm vochtig
koud
vochtig
V
N
C
B
S
koud
droog
WATER
f
12
LUCHT
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
h
warm droog
M
Mercurius hoort bij het Sect van de Zon, als
hij vóór de Zon opkomt, en bij het Sect van de Maan,
als hij na de Zon opkomt.
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
In twee tabellen, een voor een daghoroscoop en een voor een nachthoroscoop, staan de Tripliciteitsheren in
de juiste volgorde vermeld:
TRIPLICITEIT
Curtis Manwaring die het softwareprogramma Delphic Oracle heeft ontwikkeld en Robert Schmidt beschrijven,
dat als een planeet in eigen Tripliciteit staat, deze de wind vol in de zeilen heeft. Staat een planeet niet in eigen
Tripliciteit, dan heeft die tegenwind. Er wordt ook over coöpererende wind gesproken, maar verder niet
uitgelegd. Maar de tabel van Sect maakt dit wel duidelijk. Een voorbeeld: als Saturnus in Tweelingen staat, dan
staat hij in zijn eigen wind, want hij behoort tot het element LUCHT (vXN). Staat Saturnus in een vrouwelijk
Teken (cbmCBM), dan heeft hij als planeet die tot het Sect van de dag behoort, tegenwind. Saturnus staat
in coöpererende wind in de drie overblijvende Tekens (xnV). Conceptueel is dit ook juist, want dit zijn
mannelijke Tekens. Hetzelfde kan voor de Lichten en overige planeten ingevuld worden:
sj
Sf
dg
h
13
Eigen wind in
xnV
vXN
cmB
bCM
Coöpererende wind in
vXN
xnV
bCM
cmB
Tegenwind in
cbmCBM
cbmCBM
xvn XVN
xvn XVN
(Zou het conceptueel mogelijk zijn om Mercurius zowel bij de dagplaneten als nachtplaneten te plaatsen? Hij
heerst al samen met Saturnus over LUCHT. Hij zou dan ook samen met Mars over WATER kunnen heersen. Dat
mag vreemd klinken, maar LUCHT en WATER zijn de verbindende elementen die VUUR en AARDE met elkaar
doen reageren; zie de Timaeus van Plato. En Mercurius´ taak is vooral verbinden.)
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Appendix I: Meer astronomische gegevens over planeten en andere hemellichamen in ons zonnestelsel
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel en bestaat voor 70% uit metalen en voor 30% uit silicaten.
Omdat Mercurius zo klein is, staat er geen hoge druk de binnenste delen. Om toch een dergelijk hoge
dichtheid te hebben, moet er zich veel ijzer bevinden in de kern. Recent onderzoek toont aan, dat die kern
gesmolten is met daaromheen een mantel van silicaten. Mercurius heeft zelfs meer ijzer in zijn kern dan welke
planeet dan ook in het zonnestelsel. Er bestaan meerdere hypothesen voor dit feit, maar ook hier wordt weer
een collisie verondersteld met een ander gigantisch object, net zoals voor de vorming van onze Maan. Maar de
grote hoeveelheden kalium en zwavel aan Mercurius’ oppervlakte pleiten tegen deze hypothese.
De Grieken kenden deze planeet als Στίλβων (Stilbōn), wat de ‘glanzende’ betekent. Ze noemden hem ook
Ἑρμάων (Hermaōn). Latere Grieken noemden hem Apollo als Ochtendster en Hermes als Avondster.
Venus lijkt wat grootte betreft veel op onze Aarde, maar ze wordt gehuld in een dichte atmosfeer van
zwavelzuur en koolstofdioxide. Aan de oppervlakte vindt veel vulkanische activiteit plaats. De gelijkenis van
Venus en de Aarde veronderstellen een gelijksoortige opbouw van een kern, mantel en korst. Venus´ kern is
deels vloeibaar. Er is geen bewijs voor plaattektoniek, waarschijnlijk door het gebrek aan water en subductie.
Er is geen magnetisch veld, omdat de interne warmte niet via convectie afgevoerd kan worden.
De Grieken kenden haar als twee afzonderlijke sterren, Phosphorus (Φωσφόρος, de licht-brenger) en Hesperus
(Ἓσπερος, de brenger van schemering). Bij de Romeinen was ze bekend als Lucifer als ochtendster en Vesper
als Avondster. Later werd ze als een en dezelfde genoemd: Aphroditē.
Mars wordt de rode planeet genoemd vanwege het ijzer(III)oxide aan de oppervlakte. Mars bestaat uit een
kern van ijzer en nikkel met relatief veel zwavel. De kern is deels vloeibaar en bevat tweemaal meer de lichtere
elementen die op Aarde voorkomen. De kern wordt omhuld door een mantel van silicaten. Naast silicium en
zuurstof zijn de meest voorkomende elementen ijzer, magnesium, aluminium, calcium en kalium. Mars heeft
twee ´manen´, Phobos (angst, paniek) en Deimos (terreur, vrees), die hoogstwaarschijnlijk asteroïden zijn die
in een baan terecht zijn gekomen. In de mythologie vergezelden ze ‘hun vader’, als die ten strijde trok. Phobos´
baan wordt steeds lager. Hij zal uiteindelijk op Mars crashen of uiteenvallen en als ringstructuur om Mars gaan
draaien. De Tibetaan Djwhal Khul liet in het boek ‘esoterische astrologie’ noteren, dat “Mars twee manen
heeft, waarop hij geen recht heeft.” Een andere stelling van hem die aan het denken zet, is: ”De Zon en haar
broeders koerst naar het sterrenbeeld Hercules, waar ze haar gemaal zal ontmoeten.” (Daarover een andere
keer)
Het binnenste van Saturnus bestaat uit een kern van ijzer, nikkel en gesteente, voornamelijk silicium en
zuurstofverbindingen. Deze kern wordt omgeven door een laag van metaalachtig waterstof, daarboven
vloeibaar waterstof en helium, met daaromheen de enorme gaslaag. Het model van Jupiter verschilt niet veel.
Saturnus is erg heet aan de binnenkant en straalt 2½ meer energie uit dan hij krijgt van de Zon. Waardoor deze
energie gegenereerd wordt, is nog niet duidelijk. Een simpele verklaring is het restant van de activiteit als ster.
De samenstelling van asteroïden is gevarieerd en wordt niet goed begrepen. Ceres is een rotsformatie bedekt
met een ijsachtige mantel. Vesta heeft een nikkel-ijzerkern en een olivijnmantel die uit magnesium, ijzer,
silicium en zuurstoof bestaat. Hygiea bestaat uit koolstofachtig chondriet. Asteroïden bevatten sporen van
aminozuren en andere organische verbindingen.
14
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
[THEMA MUNDI EN HET ONTSTAAN VAN ONS ZONNESTELSEL] 10 februari 2013
Appendix II: Conceptuele berekeningen van de Vreugden van Mars, Jupiter en Saturnus.
De formule voor het Lot van Mars is: 1 + (h – Fortuna). Het verschil tussen de Lots van de planeten Jupiter
en Venus aan de ene kant en Mars en Saturnus aan de andere kant, heeft te maken met de Lots waarvan ze
afgeleid. Zijn. Jupiter en Venus zijn afgeleid met het Lot van de Daimon. Die van Saturnus en Mars zijn afgeleid
met het Lot van Fortuna. Dat is ook een soort van dag en nachtconcept. Het Lot van Fortuna in een
nachthoroscoop is 1 – (d – s). Vullen we dat in bovenstaande formule in, dan krijgen we 1 + h – (1 –
(d – s). Uitgeschreven wordt dit: 1 + h – 1 + d – s. De Ascendant valt uit deze vergelijking weg en we
houden over: h + (d – s). Gaan we uit van 15 graden Schorpioen (de radixpositie van Mars in het Thema
Mundi) en trekken we 330 graden af van die positie (de afstand van d – s), dan arriveren we in 15 graden
Boogschutter. Dat is de 6e Plaats en de Vreugde van Mars.
De formule voor het Lot van Jupiter in een daghoroscoop is: 1 + (j – Daimon). Daimon zelf is overdag 1 +
(s – d). Vullen we dat in bovenstaande formule in, dan krijgen we 1 + j – (1 + (s – d). Uitgeschreven
wordt dit: 1 + j – 1 + d – s. De Ascendant valt uit deze vergelijking weg en we houden over: j + (d –
s). Dit geldt dan voor een daghoroscoop. Voor een nachthoroscoop moet het verschil van Zon en Maan van
Jupiter worden afgetrokken: j – (d – s). Dat komt uit in Steenbok, maar dat is het tegenoverliggende Teken
van Jupiter’s Exaltatie; dus zijn Depressie. Jupiter als dagplaneet kan verplaatst worden via driehoek (zie de
Exaltaties). Dat kan dan Maagd of Stier zijn. Maagd kan niet, want dat Teken ligt tegenover zijn eigen Domicilie;
dan blijft Stier over, de 11e Plaats en Vreugde van Jupiter.
De formule voor het Lot van Saturnus is: 1 + (S – Fortuna). Het verschil tussen de Lots van de planeten
Jupiter en Venus aan de ene kant en Mars en Saturnus aan de andere kant, heeft te maken met de Lots
waarvan ze afgeleid. Zijn. Jupiter en Venus zijn afgeleid met het Lot van de Daimon. Die van Saturnus en Mars
zijn afgeleid met het Lot van Fortuna. Dat is ook een soort van dag en nachtconcept. Het Lot van Fortuna in
een nachthoroscoop is 1 – (d – s). Vullen we dat in bovenstaande formule in, dan krijgen we 1 + S –
(1 – (d – s). Uitgeschreven wordt dit: 1 + S – 1 + d – s. De Ascendant valt uit deze vergelijking weg
en we houden over: S + (d – s). Gaan we uit van 15 graden Steenbok (de radixpositie van Saturnus in het
Thema Mundi) en trekken we 330 graden af van die positie (de afstand van d – s), dan arriveren we in 15
graden Waterman. Maar dat is al een domicilie van Saturnus. De Dagplaneten kunnen via driehoek verplaatst
worden (zie Exaltaties). Dat wordt dan Tweelingen of Weegschaal. Het laatste Teken is al de Exaltatie van
Saturnus; dus blijft Tweelingen over. Dat is de 12e Plaats en de Vreugde van Saturnus.
Literatuur:






www.en.wikipedia.org zoek op: GMC, star formation, planets, etc.
www.nasa.gov
Robert Schmidt, The Hermetic Lots: www.projecthindsight.com/index2.html
Vettius Valens the Anthology www.csus.edu/indiv/r/rileymt/Vettius%20Valens%20entire.pdf
Djwhal Khul esoterische astrologie
Horoscopen zijn gemaakt m.b.v. Curtis Manwaring’s Delphic Oracle: www.astrology-x-files.com/
In volgende artikelen zal hier verder op ingegaan worden. Iedereen die commentaar, kritiek, vragen,
aanvullingen of wat dan ook te melden heeft, kan die sturen naar: [email protected]
15
Bijvoorbeeld: Eens in de 10 tot 100-duizenden jaren vindt er een gigantische vulkaanuitbarsting op Aarde
plaats, zoals in het Yellowstone Caldera in het verre verleden. In combinatie met het gegeven, dat een ster wel
eens zonne-erupties heeft, ondersteunt de stelling, dat de Aarde een ster is geweest. Feit is dat in het
binnenste van de Aarde meer energie wordt gemaakt dan wetenschappelijk verklaard kan worden.
© 2013 ASTROLOGIA ANTIQUA
Download